Hoofdstuk 9
'Weet jij... mijn naam?' De woorden waren nauwelijks verstaanbaar, maar dit was het beste wat Roland ervan kon maken.
'Demon?' Gokte hij, zo had Theo het overigens genoemd. Het wezen begon te krijsen en Roland versterkte de grip om zijn wapen. Wat voor hem stond leek afschuwelijker dan elk monster dat hij op de televisie had gezien. Zijn ledematen waren vervormd: zijn armen gebogen op een onnatuurlijke manier, zijn nagels leken meer op messen en in zijn gezicht was geen mens te herkennen.
'Goed geraden... weet jij jouw naam?' Deze vraag verraste Roland, hij wist niet wat hij moest zeggen. Twijfelend antwoordde hij. Het wezen keek hem een tijdje aan, alsof het aan het nadenken was.
'Nee... ik jou een nieuwe naam geven,' stamelde het. Roland besefte plots wat het wezen van plan was en de angst schoot door zijn lichaam heen.
Zodra het zich omdraaide haalde de detective zijn pistool achter zijn rug vandaan en schoot alles op Demon af. Deze viel schreeuwend en stuiptrekkend op de grond, maar ondanks de acht kogels die zijn lijf hadden doorboord kwam het toch hijgend overeind.
Het wezen keek naar hem maar maakte geen aanstalten hem te vermoorden. In plaats daarvan strompelde het naar de tafel waar alle vreemde middelen op lagen.
Roland keek naar zijn lege wapen en het gruwelijke besef drong bij hem binnen.
Hij had het op zichzelf moeten gebruiken.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro