🌎 Maylene Hunt - Opdracht 7 🌍
Mijn vingers verstrengelen zich met die van Lola. We lachen kort naar elkaar, maar richten onze blikken dan weer vlug op het pad. Met onze voeten zetten we ons af tegen het zandpad, wat wolken zand doet opstuiven. Zo hard als we kunnen rennen we het bos in, om maar niet gepakt te worden. Ik voel een kalmte over me neerdalen als we in de schaduwen van de bomen zijn. Dit is waar ik thuishoor. Ik knik naar Lola en we splitsen op. Al tijden ligt deze val klaar, dus we weten wat ons te doen staat. Als ik bij de rivier kom, staan er al andere rebellen klaar. 'Is het gelukt?', vraag Trix. Ik knik en steun met m'n handen op m'n knieën om op adem te komen. Er staan in totaal vijf mensen, waaronder Trix, rondom een strakgespannen touw. Aan de oever van de rivier, liggen tassen met proviand. Ons tentenkamp ligt verder in het bos. De rotsen naast de rivier zijn daar gekomen dankzij een lawine een aantal weken geleden. We verloren een kameraad, maar het zorgt wel voor een goede camouflage. Van een andere plek uit het bos, klinkt Lola's fluit. Ik blaas terug op mijn fluit, waarna het aftellen begint. 'Nu!', schreeuwt Trix. Het touw wordt doorgehakt en een luid gekraak laat horen dat onze val in werking is getreden. De bewakers kunnen nu niet meer ontsnappen, en de revolutie is begonnen. Ik trek Trix opgetogen in een knuffel. 'Het is ons gelukt!', fluistert ze.
Lola huppelt vrolijk naast me in haar gestolen bewakers uniform. 'Het is begonnen, Annefleur, het is begonnen!' Ze lacht luid. Ik bekijk liefdevol hoe haar kort haar meezwiert op het ritme van haar lachen. Lola slaat een arm om me heen. 'Zo lang al zijn we onderdrukt, zo lang al heerst De Koningin, maar binnenkort zijn we verlost! En dat allemaal dankzij jou!, Lola grijnst. 'Ik hou van je, Annefleur' Ik druk mijn lippen op de hare. 'Ik ook van jou', antwoord ik.
We gaan zitten bij het kampvuur, waar een aantal een lied hebben ingezet. Ik ken het niet, maar het heeft een fijne melodie. Met Lola beweeg ik van links naar rechts op de melodie. Flora, onze leidster, gebaart af en toe dat het stiller moet. We willen niet gepakt worden, zeker niet in dit stadium van het plan. Na een tijdje maant Flora ons tot volledige stilte. 'Rebellen', zegt ze, 'Morgen breekt de revolutie aan.' We juichen. Flora legt haar lange vlecht over haar schouder en zegt, als de groep weer wat stiller is geworden, 'Morgenochtend zullen Lola, Annefleur, Erik en Ivan de rollen van bewakers spelen met de uniforms die we vandaag hebben verkregen dankzij een slimme zet van Lola. Sta op Lola, want zonder jou zat Annefleur nu nog steeds vast in het kasteel.' Een aantal lachen, waaronder ik. Vanmiddag had ik de verkeerde route genomen in het regerinsgebouw, waardoor ik bijna gesnapt was. Lola had echter de bewakers een andere kant op gelokt. Ik applaudiseer voor Lola, die een lachend een reverence maakt. Ze doet vervolgens haar bewakerspet af en gooit hem in de lucht. 'Awrhoe!', schreeuwt ze. 'Awrhoe!', schreeuwen de Rebellen terug. 'Awrhoe en hup naar bed!', roept Flora. Mensen grinniken. Het vuur wordt uitgemaakt en iedereen keert terug naar de tenten. Ik haak mijn arm in die van Lola. 'Bedankt', fluister ik. 'Waarvoor?', zegt Lola terug op normaal volume. 'Voor het redden van mijn leven, natuurlijk', antwoord ik. 'Voor jou altijd, schat', zegt Lola.
Met Lola aan mijn linker- en Erik aan mijn rechterzijde, lig ik die volgende morgen in de bosjes naast het parlementsgebouw. Het gebouw is elf verdiepingen hoog en bestaat bijna volledig uit rode baksteen. Elke drie meter is een raam in de muur gemetseld, die afgesloten zijn met rode luiken. Het gebouw en de stijl ogen oud, maar is niet meer dan twintig jaar geleden gebouwd. We hebben bondgenoten in het gebouw, die een teken geven als de wachtwisseling plaats vind, zodat wij de nieuwe wacht kunnen overmeesteren en wij de nieuwe wacht kunnen spelen. De adrenaline stroomt door mijn lijf en ik kan haast niet stil liggen. Elk moment kan hét moment zijn, en elk moment kan mijn laatste zijn. Ik kijk naar Lola, die me bemoedigend een kneepje in de hand geeft. Erik port me in mijn zij. Vlug kijk ik naar het dak, waar iemand staat. Onze bondgenoot. Al mijn spieren spannen zich aan. Even staat de persoon stil, maar dan tilt hij zijn hand op en zwaait hij met een witte vlag. 'Nu!', fluistert Erik op luide toon. Ik en Lola sprinten naar de hoofdingang, Erik en Ivan naar de achteringang. Lola gooit me het uiteinde van een touw toe. We hebben dit al tientallen keren getraind op het grasveld en het gaat bijna vanzelf. Touw pakken, pistool in de aanslag, aan weerszijde van de ingang staan. De wacht komt het gebouw uit en begroeten ons. Ze zijn verbaasd ons te zien dat is duidelijk. Ik glimlach onschuldig naar ze en trek aan het touw. Lola doet hetzelfde en de wachters struikelen. Onmiddellijk ga ik op hun rug zitten en doe een lap stof in hun mond, zodat ze niet om hulp kunnen roepen. Lola snijdt het touw in stukken, waarmee we de armen en voeten van de wachters aan elkaar binden. Ik haal de walkietalkie en het pistool van de riem van de wachter. We duwen ze de struiken in en gaan vervolgens heel neutraal naast de ingang staan. Niks aan de hand. Ik werp een blik op de camera naast de deur. Als het goed is, zitten onze bondgenoten mee te kijken. Zo niet, dan zitten we in de problemen.
Een klein half uur later, weerklinkt hoorngeschal. De Rebellen zijn er. Lola en ik duwen de deuren open en laten de mensen naar binnen. Flora had me verteld dat er veel steun was vanuit het land en dat zie ik; er komt geen eind aan de stroom mensen. Binnen worden de eerste schoten gelost. Aan de buitenkant klimmen mensen met touwen omhoog. Als de ook de laatste binnen is, pak ik Lola's hand en gaan we naar de touwen. Onze positie is op het dak. Angstig kijk ik naar boven. Lola kijkt me met fronsende wenkbrauwen aan. 'Gaat het?', vraagt ze. Ik haal mijn schouders op. 'Beetje hoogtevrees.' Lola moet een beetje lachen. 'Hier, kom maar in mijn armen', zegt ze en ze trekt me in een knuffel. Ik lach zachtjes en sla mijn armen om Lola heen. 'Stel', zeg ik in haar oor, 'een van ons overleefd dit niet-' Lola schudt haar hoofd. 'Dat gaat niet gebeuren, Annefleur, echt niet.' Ik trek me een beetje los uit Lola's armen en kijk haar aan. 'Als het gebeurt, weet dat ik van je houd', zeg ik. 'Ik weet het, ik hou ook van jou', zeg Lola en ze drukt een kus op mijn mond. Daarna pakken we elk een touw vast. 'Wie als eerste boven is!', roept Lola en ze trekt zich omhoog. Ik lach en ga haar achteraan.
Ik ben nog maar halverwege als mijn handen geen gevoel meer hebben en mijn armspieren weigeren nog mee te werken. Ik zie niet wat er binnen gebeurt, maar hoor dat er een strijd geleverd wordt. Het voelt verkeerd om buiten te zijn, terwijl binnen mensen hun leven voor mij opofferen. Ik kreun en zet nog een stap. Je bent er bijna, zeg ik tegen mezelf, je bent er bijna.
Lola heeft, samen met Ivan, al de helft van de bewakers op het dak uitgeschakeld als ik eindelijk boven ben. Erik is nergens te bekennen, maar ik weet dat dit niet het moment is om erover te vragen. We moeten door. Ik geef een kaakstoot aan een wachter en schop haar voeten onder haar lichaam vandaan. Ik haal hand- en voetboeien uit haar zak en gebruik die om haar vast te binden. Ze stribbelt hevig tegen en met moeite krijg ik haar onder controle. 'Kust is veilig!', roept Lola om aan te geven dat alle wachters zijn overmeesterd. Ik sta op. Lola kijkt me afkeurend aan. 'Je was belachelijk sloom daar bij de touwen', zegt ze. Ik steek als antwoord mijn tong uit. Het dakluik gaat open en nog twaalf wachters komen eruit. Ik trek mijn twee pistolen en richt ze op hen. Het liefst zou ik niemand doden, dus hoop ik dat ze zich gewoon zullen overgeven. Het tegendeel gebeurt en ik moet meerdere kogels ontwijken. Ik vuur meerdere kogels af op de bewakers, waarvan er al snel zes op de grond liggen. Ik trek de pistolen uit hun handen en duw de hoofden van de twee wachters naast me ruw tegen elkaar. Dit is meer mijn ding. Ik trap nog een bewaker omver, terwijl de overige vier worden afgeschoten door Ivan en Lola. Ik richt mijn pistolen op de persoon die werd bewaakt: onze president De Koningin. De Koningin heeft zwart haar en draagt een laars mantelpakje. Haar gezicht is zwaar opgemaakt en ziet er nep uit. Ze lacht minachtend. Samen met Lola en Ivan dwing ik haar naar de dakrand. 'Geef je over', zegt Ivan beheerst. De Koningin lacht harder. 'Aan jullie? Nooit.' Lola laat haar pistool vallen en grijpt De Koningin. Samen hangen ze bijna over de dakrand. 'Geef je over, nu.' De Koningin schudt haar hoofd. Opeens snap ik wat Lola wil doen. 'Lola', zeg ik, 'doe het alsjeblieft niet.' Ze recht haar rug. 'Het is de enige manier, Annefleur', ze kijkt om. Tranen blinken in haar ogen. 'Het spijt me, ik hou van je.' Haar stem breekt. Ik schudt mijn hoofd en grijp haar schouder. Ivan houdt De Koningin in bedwang. 'Ik kan je niet kwijtraken', zeg ik, 'Hoe kan ik ooit zonder jou leven?' Tranen biggelen over mijn wangen. 'Er moet een andere manier zijn', fluister ik. Lola schudt haar hoofd. 'Er is… Er is geen andere manier, dat w-weet jij ook.' Lola's stem slaat over. 'En je kan zonder me l-leven. Het spijt me dat het moet, maar je kunt het wel. Een kakkerlak kan een week overleven zonder zijn hoofd. Jij bent stukken beter dan een kakkerlak, ik denk dat je het wel tien jaar uithoudt.' Ze lacht door haar tranen heen. 'Ik hou van je', zeg ik. 'Vaarwel', zegt Lola. Ivan laat De Koningin los. Lola duwt tegen haar aan en samen storten ze van het dak. 'Awrhoe!', is Lola's strijdkreet. 'Awr-', een snik smoort de mijne. Ik laat me op mijn knieën vallen. Het voelt alsof iemand mijn hart samenknijpt tot gruis. 'Nee, nee', fluister ik, 'Nee, Lola, nee!' Ivan slaat een arm om me heen. 'Ze heeft ons naar overwinning geleid', zegt hij. Ik knik. Lola was en zal altijd mijn held zijn.
A/N MayleneHunt ik huil ook niet zo snel en ik moest niet huilen toen ik dit schreef, dus ik denk niet dat dit mijn finaleticket wordt. 1800 woorden. Ik ben best tevreden. Het maakt alleen niet mensen aan het huilen, helaas.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro