Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Episode 4


'Mam,' mijn stem klonk samengeknepen en afgekapt. Ik leunde nog dichter tegen mijn moeder aan. Ik haalde mijn neus op om mijn tranen tegen te houden.

Mijn moeder wreef geruststellend over mijn haren, ze drukte er een kus op en mompelde iets, waardoor haar warme adem over mijn hoofdhuid streelde. Ik was blij dat mijn moeder er nog was. Dat ik in haar armen kon liggen en dat ze me beschermden.

Maar ik was ook bang, ik was bang voor de buitenwereld en voor de levensbedreigingen die zich daar buiten afspeelde. Ik was bang voor mijn bloed, voor mijn afkeuring van de mensheid.

Ik snikte even en er liep een traan over mijn wang. Mam praatte nog steeds tegen mijn haren aan.

'Het komt allemaal wel goed,' fluisterde ze. Haar stem was zo zacht als fluweel kan zijn en het kon geruststellend. Ik haalde diep adem en hield mijn adem in, ook mijn moeder stopte met praten en haar kin rustte nu op mijn hoofd.

Ze hield me steviger vast en haar vingers waren om de mouwen van mijn trui geklemd. Ze keek snel rond in het kleine huisje waar we zaten en haar blik bewoog meteen daarna naar de deur. Ik hoorde de mensen schreeuwen.

Het waren zo'n kreten die ik niet vast kon stellen. Ik wist waar ze voor waren, ik wist wie het aanrichtten. Maar ik snapte nog steeds niet waarom mensen schreeuwden om zoiets. Er schoot een rilling over mijn rug die me nog minuten lang vasthielden alsof het bang was om van mijn ruggengraat te vallen.

Ik spitste mijn oren en hoorde nu pas de naderden zware voetstappen die naast ons huisje kwamen. Er werd iets tegen de houten muur aan gegooid en het hout bewoog als een draaiende schijf die zijn plek niet meer wist. Ik sloot mijn ogen en probeerde de angst weg te laten varen.

Om het weg te laten varen op een papieren bootje, zo'n bootjes die mam altijd maakte als ik bang of verdrietig was, en om het uit te zwaaien en het niet meer terug te zien.

Ik zag mezelf op een kade voor een grote blauwe zee, ik kon bijna de zoutige lucht en de grijze witte meeuwen horen krijsen. Ik zag een groot papieren bootje wegvaren en zwaaide naar het. De witte zeilen begonnen meer op te bollen en het bootje spoorde met een mega snelle snelheid weg van de kust.

Het hielp een beetje.

Kalmte maakte zich plaats in plaats van angst. Ik wist dat we het wel zouden redden, ik wist dat mijn moeder me hier weer uit zal halen en me ergens anders mee naar toe nam. Alles zou net als anders goed komen. We zoeken een nieuw dorpje, een nieuw huisje, met nieuwe spullen en bedden en matrassen en houten tafeltjes, salontafeltjes, beklede stoelen misschien, een houten donkere vloer, kleine keuken met een haardkachel en naast de haardkachel stonden netjes opgestapelde tot klein uitgehakte houtblokjes.

De voetstappen maakte nu zuigende geluiden, ze liepen door de modder en zo te horen had de eigenaren van de voeten er moeite mee om te lopen over de zuigende grond.

Ik blies mijn adem zachtjes uit en haalde weer in.

Mijn moeder pakte me nog steviger beet, ik voelde haar hartslag tegen mijn schouderblad aan bonken. Ik draaide mijn hoofd en verstopte het in haar jurk. Mams blonde haren vielen over mijn hoofd. Ik greep met mijn handen haar het stok van haar jurk vast en duwde mijn gezicht meer tegen de stof aan.

De voetstappen dempten zachtjes weg door het plotselinge getik op het tak. Het was regen. De regen zou hen niet weerhouden om door te blijven zoeken.  'Heb je deze al doorzocht?' vroeg een zware stem van een man. 

'Nee,' antwoordde er een lichtere stem.

Er werd op de deur geklopt. Ik verstijfde en voelde hoe mijn moeders vingers langzaam mijn trui los lieten en ze over mijn mond legde. Ze wist precies wat ik deed in deze situaties.

Ik schreeuwde. 

Ik haalde diep adem en blies het uit. Mijn buik zei dat ik het eruit moest laten gaan, mijn hart had zo'n vreemd gevoel alsof ik kon ontploffen, mijn hersenen vertelde me dat ik moest wegrennen.

Maar als ik wegrende kon ik nergens naar toe en ik kon mijn moeder niet achterlaten.

De deur werd opgegooid en knalde tegen de muur aan. Mijn moeder was te langzaam om te kunnen reageren. Ik voelde hoe twee onbekende armen me vastpakte en me optilde alsof ik niets woog. Ik begon te schreeuwen, ik probeerde me los te schudde, ik sloeg met mijn vrije armen naar niets, ik gilde, ik schopte.

Maar het hielp allemaal niet. De handen wilde me niet loslaten en even later bevond ik me spartelend in de regen. Mijn haren werden nat en de waterdruppels gleden van mijn neus naar mijn kin, van mijn kin naar mijn kleren. Ik werd door de eigenaar van de handen weg gedragen naar het plein.

Het was niet een groot plein, maar wel groot genoeg voor een klein platform, het was simpel in elkaar gezet en meestal werden er optredens gehouden door rondtrekkende mensen die een kostje bij wilde verdienen. Nu werd het niet gebruikt voor mensen die wilden optreden, maar voor executie. 

Ik begon meer te schreeuwen, op een gegeven moment hoorde ik mijn eigen stem niet meer omdat de regen mijn stem klein maakte.  Iemand zette me neer en klemde zijn handschoenen hand voor mijn mond. Zo stevig dat ik niet meer mijn mond open kon doen en durfde open te doen. 

Ik voelde me zwak en alleen. Mijn moeder was nergens te bekennen. Ik bevond me in de modder en ik was kletter nat. Ik werd vastgehouden door een soldaat, die me zomenteen zal vermoorden. En ik kon niets doen over deze situatie. 

Ik kon niets doen om hem te stoppen. Ik kon niet meer schreeuwen, niet meer slaan, ik kon me niet meer bewegen.

Het was hopeloos.

Ik voelde me hopeloos.

De regendruppels op mijn wangen vermengden zich met zoete tranen.

En toen zag ik dat mijn moeder het platform werd op gesleept. Ze hadden touwen om haar handen gebonden, ik kon zelfs van hier zien hoe strak ze het hadden gedaan. Haar polsen waren rood van pijn. Mijn moeder ving mijn blik en glimlachte naar me.

Ik moest meer huilen.

Mijn haren begonnen aan mijn nek te plakken, ik zag troebel en knipperde fel met mijn ogen. Het geluid van een getrokken wapen weerklonk en daarna het afgrijselijke geluid van iets dat afgekapt werd. Ik zag het gebeuren. 

Ik slaakte een kreet en sloot mijn ogen snel. Ik hoorde sommige mannen lachen, ze lachte alsof ze een grap hoorde.  Het enige wat ik kon doen was mijn ogen gesloten houden en het beeld van het hoofd van mijn moeder verdringen tot ik oud genoeg was om erover te praten. Een leeftijd die ik nooit bereikte. 

*•*•*•*

Ik schrok wakker. Even was ik me niet bewust van de omgeving en met wie ik in de boot zat. Maar de herinneringen raakte me als een bus.

Peter keek me vragend aan, Edmund staarde naar het golvende water, Susan keek naar de uitstekende rotsen, de dwerg staarde in het niets en Lucy bewonderde bezorgd de stille bomen naast het water.

Ik krabbelde overeind en ging rechtzitten, mijn bijl stak pijnlijk in mijn been en ik trok aan de schede. Peter roerde zwijgend verder.

'Wist je dat de bomen sliepen?' vroeg Lucy aan mij. Ik keek even naar de stille bomen en de slappe takken.

'Ja,' zei ik, 'dat deden ze al toen ik geboren werd.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro