Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

(xx) Gestolen harten

"I discover myself on the verge
of a usual mistake."
-Walt Whitman

'Wenst u ook een kopje thee, mijnheer Webb?' Het zwakke kaarslicht werd weerkaatst in zijn kopje jasmijnthee. Alan nipte ervan, in afwachting van een antwoord. 'Ah nee, u hebt waarschijnlijk liever een verse tas melk.'

Het instemmend gebabbel van de baby was even verstaanbaar als de door Enigma gecodeerde berichten.

Alan hief Rob op en liep naar de keuken. Tot zijn groot genoegen lieten de buren hem vaak oppassen op hun baby. Hij vond het ongelofelijk interessant om te zien hoe het kindje woorden herkende en probeerde na te doen, net zoals zijn machine. Daarbij had hij het gevoel dat zijn kinderwens toch in enige mate in vervulling was gekomen. In hoeverre dat ooit mogelijk was geweest. De Webbs noemden hem zelfs peter Alan.

Hij wachtte tot de melk afkoelde, met Rob balancerend op zijn arm. Hij voelde zwaarder aan dan normaal. 'Iemand heeft een groeispurt gekregen.' Alan woelde zijn hand door de flinke bos haar, gevolgd door geamuseerd gekrijs van de baby.

Hij goot de melk in een flesje en nam Rob mee naar de zetel, de kleine handjes omklemden de beker. Zijn donkere oogjes vielen dicht bij het drinken van de warme melk en gingen zelfs niet open toen er op de deur geklopt werd.

'Dat zal je vader zijn.' Alan stond voorzichtig recht in een poging de baby niet te storen tijdens het drinken.

Roy Webb stond met een grote glimlach en een pakketje in zijn handen onderaan de trap. Zijn smoking verraadde dat hij net van de opera kwam.

Alan overhandigde de baby. 'Hij was een echt engeltje, zoals altijd.'

'Ontzettend bedankt, Alan.' De buurman streek met zijn vinger over de neus van het kind. 'Zeg eens, wat was je achternaam nu ook alweer?'

'Turing.'

Er was een fonkeling te zien in de ogen van de man. 'Het schiet me net te binnen vanwaar ik je herken. We zaten samen op Sherborne, jij was die ene jongen die altijd met Christopher rondhing, zelfs ik die een jaar lager zat kende hem.' De man sloeg zijn ogen neer. 'Totdat...'

De woorden hingen tussen hen in. Totdat hij stierf. Totdat "die ene jongen van Christopher" de enige was die huilend op de schoolvloeren lag om vervolgens weer vergeten te worden.

Roy veranderde snel van onderwerp en haalde het bruine pakje vanonder zijn arm. 'Dit lag voor je deur.'

'Toch niet weer een medaille van koning,' mopperde hij, de deur sloot zich voor het fronsend gezicht van de buurman.

Van zodra Alan het pakje naar zijn gezicht bracht om het te inspecteren, wist hij wie de afzender was. De geur van goedkope aftershave drong zijn neus binnen.

Hij gooide het pakje op de salontafel en plofte met gekruiste armen op de plek waar Rob net nog zat. 'Eerder een cadeau van bedrog.'

Maar hij zou Alan niet zijn, mocht de nieuwsgierigheid het niet winnen van de afgunst.

Hij trok aan het touw van het doosje en opende het. Misschien wilde Arnold het goedmaken door hem het geld terug te geven. Hij onderdrukte dwangmatig het sprankje hoop dat hij voelde.

Binnenin vond hij enkel een koker, met een papiertje in. Had hij een antwoord geschreven op zijn emotionele brief? Zijn ogen vlogen over het strookje papier.

K adpka tlmlenAjlf neulg eamnid rAonrel ah la g leitik tiee tli eeMynma ewreaeabo sbe,kah tgnM jlf,a n

Hij wierp een blik op zijn jasmijnthee, om zich ervan te vergewissen dat er geen alcohol in zat. Zijn fronsend gezicht klaarde al snel op. Het was een gecodeerd bericht. Geïntrigeerd bracht Alan het papier dichter naar de kaars op de tafel. Wat betekende het?

Tenzij Arnold één of ander gestoord genie was, kon het al niet moeilijker zijn dan Enigma, dat was al zeker. Hij leek hem ook niet het type dat veel afwist van polyalfabetische substitutie. Alle mogelijke versleuteltechnieken die hij kende, raasden door zijn hoofd.

Daarbij was ik ook uitmuntend in Klassieke Talen. Arnolds woorden spookten door zijn hoofd. Alan dacht terug aan zijn lessen Latijn, waar hij kort had geleerd over klassieke cryptografie. Het kon al geen Caesarrotatie zijn, daarvoor stonden de hoofdletters op een te gekke manier. Misschien iets Grieks?

'Skytale,' fluisterde hij tegen niemand in het bijzonder. Hij sprong recht en stak de koker waarin het bericht zat voor zich uit.

Hij wikkelde het strookje rond de stok, zoals de Oudgriekse versleutelingstechniek voorschreef. De tekst kon hij nu makkelijk langs de lengte aflezen.

Kom naar de plek waar het allemaal begon. Alsjeblieft, ik kan het uitleggen. Met al mijn liefde, Mary Ann

Alan grimaste. Het was niet eerlijk, hij kon niet weerstaan aan het kraken van codes. Arnold maakte daar blijkbaar handig gebruik van. De plek waar het allemaal begon.

Nog geen seconde later had hij zijn jas al van de haak getrokken.

Alan staarde naar het bordje dat voor de raam van het restaurant hing. Het leek hem uit te lachen. Gesloten. Binnen was er geen licht te zien.

Had hij de boodschap verkeerd begrepen? Alan zuchtte en haalde een hand door zijn haar. Hij had moeten weten dat het een slecht idee was. Maar hij hield van slechte ideeën.

Boven zijn hoofd was het schurend scharnier van de raam te horen. Arnolds hoofd verscheen kort in zijn blikveld, om dan zo snel mogelijk terug te verdwijnen.

Alan had niet verwacht zo overspoeld te raken door emoties, enkel en alleen al door zijn gezicht te zien. Herinneringen van de vorige dag borrelden weer op.

Zijn jas nog aantrekkend, verscheen Arnold door de deur van het restaurant. Hij had een scheve glimlach op zijn gezicht, toch leek hij opgelucht. Alsof de jongen niet had verwacht dat hij zou komen opdagen.

'Hoe vond je mijn raadseltje, Prof?'

'Het was niet echt een uitdaging,' zei hij vlakaf. Vanuit zijn ooghoek zag hij Arnold een wenkbrauw optrekken. 'Oké ik geef toe dat het knap gevonden was. Niet het raadsel, maar het feit dat je wist dat ik erop af zou komen.'

'Zelfs na een paar dagen ken ik je vanbinnen en vanbuiten.' Arnold legde zijn hand op de zijne.

Alan trok zijn hand bruusk terug en omklemde het stuur van zijn fiets tot zijn knokkels wit werden.

'Juist.' Arnolds lippen vertrokken in een dunne streep, hij wendde snel zijn blik af. 'Het zit zo, mijn vader is ziek en we kunnen de medicijnen niet betalen. Dat is ook de enige reden dat ik het appartement weer binnen mocht en dat ik je brief heb gevonden.'

'Heb je mijn geld gebruikt voor medicijnen?'

Arnold klikte met zijn tong. 'Nee, ik heb een pak gekocht.' Alan fronste zijn wenkbrauwen. 'Voor het sollicitatiegesprek. Ik heb nu een baan in de drukkerij. Zo kan ik je ook snel terugbetalen.' Er verscheen een hoopvolle glimlach op het gezicht van de jongen.

Alan schudde zijn hoofd. 'Ten eerste, je moet me niet terugbetalen.' Hij verhoogde zijn stem om het gesputter van Arnold te overstemmen. 'Ten tweede, je had me gewoon om het geld moeten vragen, in plaats van het in het geniep mee te nemen.'

'Ik had gehoopt dat je het niet zou merken, om het dan terug te steken, je hebt zoveel en–'

Alan begon zijn fiets in gang te duwen. 'Je bent te trots, Mary-Ann, het siert je niet.'

Arnold kwam achter hem aangelopen. 'Weet je waarom ze me zo noemen?'

'Door de oorbel?' Zijn stem klonk geïrriteerd in zijn eigen oren, hoewel Alan het stiekem schattig vond hoe Arnolds hand naar de gouden veer in zijn oor kroop.

'Nee, ik bedoel, ja dat ook.' Hij nam een grote teug zuurstof. 'Het is een naam voor een begripvol, intelligent en gevoelig iemand, al zeker niet trots. Jij bent gewoon naïef, je weet niet wat het is om echt getroffen te worden door de oorlogscrisis. Om je te schamen voor wie je bent.'

Alan kwam abrupt tot stilstand en draaide zich naar hem toe. 'Je hebt gelijk, ik weet niet hoe dat is. Maar ben ik naïef omdat ik me niet schaam voor wie ik ben, voor wat ik voel?'

De jongen zweeg voor een lange tijd, verbijsterd door de woorden. Toen hij terug sprak, was zijn stem rasperig. 'Mijn eigen vader accepteert me zelfs al niet, waarom zouden andere mensen het wel doen?'

'Het gaat er niet om wat zij vinden.' Alan maakte een wijds handgebaar naar de voetgangers in de donkere straat. 'Mensen vrezen wat ze niet kennen. Je kan kiezen om op eigen risico jezelf aan de wereld te laten zien, om te laten zien dat we bestaan, om een verandering teweeg te brengen. Als ik daardoor naïef ben, graag. Of je kan het voor jezelf houden, zolang je je er maar niet voor schaamt. Ooit wordt het beter, maar tot dan kan de rest van de wereld stikken.'

Arnold schudde verwoed zijn hoofd. 'En alleen zijn zoals jij?'

'We kunnen samen alleen zijn.' De woorden rolden over zijn lippen. Geschokt door de kracht waarmee hij ze zei, wendde hij zijn blik af.

'Een verandering,' herhaalde Arnold, de woorden afwegend.

'Ik bedoel niet dat je jezelf in gevaar moet brengen,' begon Alan paniekerig, plots bang dat hij hem verkeerd begreep. 'Ik wil gewoon dat je weet dat je je niet moet schamen bij mij. Niet omdat je geld nodig hebt of wat dan ook.'

Een schuldige blik flitste over Arnolds gezicht. 'Weet ik.'

Een hand trok Alans kin zachtjes opzij. Hij werd zich pas gewaar van de kus toen Arnold zich al terugtrok, met blozende wangen.

'Sorry.' Arnolds ogen schoten alle richtingen uit en bleven hangen bij het raam boven het restaurant. 'Ik heb nog nooit iemand publiekelijk gekust. Ook al is het maar in een slecht verlichte straat.' Iets wat het midden hield tussen een lach en een zucht ontsnapte zijn keel. 'Dat was eng, maar ik hou wel van die rebelse kant van jou.'

'Beloof je dat je vanaf nu altijd de waarheid zal spreken? Geen geheimzinnigheid meer.'

'Beloofd.'

Alan stak een hand uit, die dankbaar aangenomen werd.

'De wolken zijn voor een keer weggetrokken.' Arnold draaide theatraal rond een lantarenpaal, zijn blik gericht naar het licht. 'Wat zijn de sterren zo mooi vannacht, misschien kunnen we naar het park om ze nog beter te zien.'

Alan hield zijn ogen strak op de hobbelige weg gericht. 'De sterren zijn dood.'

De jongen staakte zijn gezwier om hem aan te kijken. 'Wat?'

Alan opende zijn mond, maar sloot die weer toen zijn huis in zicht kwam. Het zwakke licht van de kaarsen was niet te zien door de gordijnen. Er was iets mis.

Gealarmeerd versnelde hij zijn pas en gooide zijn fiets tegen de witte gevel.

'Hé wacht, heb ik iets verkeerd gezegd?' Arnolds stem stierf weg toen ook hij de open verandadeur zag.

'Er is ingebroken.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro