Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

(xvi) Een kus & een zwaard

"You think your pain and your heartbreak
are unprecedented in the history of the world,
but then you read. It was books that taught me
that the things that tormented me most were
 
the very things that connected me with all the
people who were alive, who had ever been alive."
-James Baldwin

Eén ding moest hij toegeven; Joan was een vele betere chauffeur dan Hugh. Ze liet haar klaarblijkelijke ontzetting niet in de weg komen van haar rijgedrag. De groene wagen hobbelde rustig over de weg bezaaid met gaten, die ze vakkundig ontweek.

Na een pijnlijk lange tijd verbrak Joan de stilte. 'Heb je je noties over logische systemen op zijn minst gevonden?'

Het binnensmondse gevloek dat daarop volgde, verschafte een antwoord. Alan kon de map voor zijn geestesoog zien liggen in de kamer van de student. De dronken Pigou zou zich nu kunnen verkneukelen op de sarcastische voetnoten die hij had achtergelaten, want ze gingen duidelijk niet terugkeren om de map op te halen.

Joan stopte voor een kruispunt, ze manoeuvreerde de auto naar de uiterste zijkant van de weg en trok bruusk aan de handrem. 'Ik wil dat je een oprecht antwoord geeft op mijn volgende vraag.' Aangezien ze wist dat Alan altijd eerlijk was, wachtte ze zijn belofte niet af. Ze stelde bijna dezelfde vraag als James een uur geleden had gedaan. 'Hou je van die man?'

Alan zou verantwoording kunnen afleggen voor het feit dat James hem had vastgehouden. Hij kon zeggen dat James een ontzettende angst had voor de Nazi's. Hoewel dat geen leugen was, leek de waarheid achterhouden nutteloos. Zeker wanneer zijn lippen nog tintelden van hun gedeelde kus.

'Ja.' Wederom gaf hij hetzelfde antwoord, hoewel de vorm van liefde verschilde. 'Er was een tijd dat hij heel mijn wereld was.'

Die tijd was voorbij. Nu zou Joan zijn gehele hart moeten innemen. Hij had gehoopt dat het nog zou kunnen komen.

Nerveus tikte hij met zijn ring tegen de leren bekleding van de zetels. 'Hij kuste mij,' gaf Alan toe, 'en ik liet het toe. Het zal niet meer gebeuren.' Hij richtte zijn blik naar buiten, op de bladeren die door de wind bewogen werden. Hij wilde zich niet verontschuldigen voor zijn acties, maar dat was hij Joan op zijn minst verschuldigd.

Toen Alan zijn hoofd terug naar rechts draaide, werd hij verbaasd door haar reactie. Ze glimlachte droevig en bracht de auto terug in beweging. Er was geen greintje afkeer te bespeuren in haar bruine ogen.

'Ik hou van je,' flapte hij eruit, 'meer dan van mijn eigen moeder, meer dan van Hugh of-'

'Dat weet ik, al is het niet op dezelfde manier dat ik van je hou.' Joans ogen bleven gefocust op de mistige weg. 'Het stoort me niet weet je, zonder jou zou mijn leven liefdeloos zijn.'

Alans wenkbrauwen kropen dichter bij elkaar. Joan was een bevallige jongedame. Hij had Hugh eens horen zeggen dat ze aantrekkelijk was. Er waren zeker betere partijen dan hem, toch had ze 'ja' gezegd op zijn aanzoek.

'Mannen willen een vrouw die ze kunnen kneden naar hun verlangens, een hersenloze huismoeder.' Ze haalde nonchalant haar schouders op, al klonken de woorden wel bitter. 'Maar bovenal wil ik dat de persoon die mij zo dierbaar is, gelukkig is.' Ze haalde kort haar blik van de weg om hem aan te kijken. 'Luister voor één keer eens naar je hart in plaats van je overheersend brein. Ben je dat? Gelukkig?'

Alan keek naar de sterren die tussen de bomen piepten. Ergens had hij het gevoel dat hij Chris had teleurgesteld. Hij had dan wel zijn plicht als wiskundige vervuld, maar Chris wilde voornamelijk dat hij gelukkig was. Met Joan zou hij nooit echte liefde herontdekken, ze was een veilige keuze geweest, eentje met zekerheden. Hetzelfde gold misschien ook langs haar kant.

Joan doorbrak zijn stilzwijgen. 'Want ik denk dat je jezelf voorliegt. Net als ik. Ik had gehoopt dat ik je gelukkig kon maken, maar daarnet zag ik een blik in je ogen, eentje die ik niet zo vaak zie. Je ogen fonkelden. Dus alsjeblieft, doe mij een plezier en bedenk wat jou het meest gelukkig kan maken in je leven.'

De gedachte dat hij niet wist wat dat was, jaagde hem schrik aan. Hoewel hij het pad naar de liefde voorgoed had opgegeven, onderdrukte hij dat stemmetje dat James vandaag weer ontwaakt had. Hij had de noodkreten van zijn hart al te lang gesmoord. Misschien had ze gelijk, en was het tijd voor hem om eens een risico te nemen. De woorden van Oscar Wilde rolden over zijn lippen nog voor zijn brein de keuze had kunnen analyseren.

'En elkeen doodt wat hij bemint.' Hij schoof de ring traag van zijn vinger. 'Voorgoed zij dit verklaard, de een met een verbitterd woord, de ander doodbedaard.' Het koper kleurde rood in het maanlicht toen hij het in Joans schoot plaatste. 'De lafaard doet het met een kus, de dappere met een zwaard.'

Joan grimaste, maar trok haar gezicht al snel terug in de plooi. Met haar ogen gericht op het Bletchley landhuis in de verte, boog ze zijn kant op. 'Je bent geen lafaard.' Ze drukte een kus op zijn wang voordat ze de auto parkeerde, ver verwijderd van een kleiput. 'Je bent één van de dapperste mensen die ik ken.'

Hij had net een einde aan hun verhouding gemaakt, zowel met een kus als een zwaard. De korte pijn na een bedrieglijke steek. In zijn ogen was hij nog steeds een lafaard.

Met die woorden gooide ze de autodeur achter zich dicht. Alan nam het moment van stilte tot zich en keek naar de sterren. Het werd hoog tijd om een nieuw pad in te slaan, opdat hij Chris trots kon maken.

Toen hij uiteindelijk ook uitstapte ving hij een glimp op van een verslagen Joan. Ze marcheerde met ferme passen naar het landhuis. Haar hand tot een vuist gebald, waarin ze de ring klemde.

Alan haalde haar met gemak in, al had hij onmiddellijk spijt van dat inhaalmanoeuvre. Hij bleef een eindje achter haar stilstaan, maar ze draaide zich niet om, waardoor hij haar gezicht niet kon zien.

'We kunnen elkaar best even niet meer zien.' Haar woorden kwamen als een klap in zijn gezicht. Zou hij wederom een vriend verliezen als een gevolg van zijn stompzinnigheid?

'Joan, je verdient zoveel meer dan dit.' Hij gebaarde tussen hem en haar in, niet dat ze dat kon zien. 'Je verdient een man die met zijn hele wezen van je houdt. Ik zou je alleen maar ophouden.'

'Ik zou exact hetzelfde kunnen zeggen. Daarom respecteer ik je keuze. Leef je leven zoals jij dat wilt. In Hilberts naam, je geeft normaal niets om wat anderen van je denken. Dat vind ik zo mooi aan je.' Ze draaide haar hoofd een kwartslag. Haar ogen waren glazig, hun blikken kruisten kort. 'Daarom weet ik dat je naar me zal luisteren als ik zeg; vind een man die van je houdt en doe waar je best in bent. Lap de regels aan je laars.'

Ze veegde een traan weg en ploeterde door de modderige grond weg. Deze keer ging hij niet achter haar aan.

Joans woorden spookten de volgende week nog door zijn hoofd, terwijl hij langs de schuur sjokte. Hij voelde het gewicht van haar uitspraak op zijn schouders. Ben je dat? Gelukkig?

Hij schudde de gedachte van zich af. De afgelopen week had hij eens nagedacht over wat zijn leven kon veranderen, hij had het perfecte plan, een gedachte waar hij al jaren mee speelde.

'En deze?' Hugh sleurde een machine de hut uit. 'Dit lijkt me geen onderdeel van de bombe.'

Alan schudde zijn hoofd. 'Dat is een deel van mijn zètafunctiemachine. Die gaat mee.'

Alan was ontzettend dankbaar dat Hugh hem hielp met de verhuis, maar zijn ijverigheid was overdonderen zo vroeg in de ochtend.

De man verplaatste zijn pijp naar zijn mond om beide handen vrij te maken. Het demonteren van de machine maakte een krassend geluid. 'Probeer je de Riemannhypothese op te lossen? Je bent niet goed wijs.'

'Daar stem ik mee in, net zoals die machine ben ik een paar vijzen kwijt. Al ben ik niet van plan nog verder aan de machine te werken, toen ik studeerde wilde ik de zogezegde onoplosbare hypotheses onder de loep te nemen.' De enigmacode was ooit ook onkraakbaar. 'Nu heb ik grootsere plannen.'

Hugh's wenkbrauwen kropen omhoog. 'Nog grootser dan één van de Hilbert problemen?'

Alan negeerde de man en hief zijn sterrenglobe van het bureau in hun kantoor. 'Deze mag wel weg.' Samen met een stapel boeken en tekenschriften belandde de globe op een puinhoop. Samen met al zijn geheime werk voor de Bombe, zou die verbrand worden.

De houten bol paste niet meer in zijn koffer. Hij had de gedachte die de globe met zich meebracht onderdrukt, nu ging zijn vinger langs een zwarte lijn die het sterrenbeeld Delphinus moest voorstellen. Eén moment sloot hij zijn ogen en zag hij een explosie van sterren met onder hen de felst schijnenede Chris. Een glimlach speelde op Alans gezicht.

'Ho, daar heb ik wel een plekje voor.' Hugh krabbelde recht, de machine – gereduceerd tot tandwieltjes en vijzen – had hij geponeerd in de laatste koffer. 'Magnifiek.' Hij bestudeerde de globe.

Zijn telescoop had Alan al jaren niet meer aangeraakt, de aanblik ervan bracht te veel herinneringen met zich mee. Hij draaide zijn rug naar het tafereel, enkel om een gedaante in de verte te bespeuren.

Churchill had zich aan zijn woord gehouden. Net op de dag dat Alan vertrok, kreeg het team een nieuwe aanwinst. En wat voor één, een student die slechts een semester wiskunde had gevolgd. De premier had vruchteloos gezocht naar professionele wiskundigen.

Ene Peter Hilton verscheen aan Bletchley Park. Met het verbouwereerde gezicht van een achttienjarige onder volwassenen liep hij op hen af.

'Goedemorgen, ik ben-'

'Peter. We verwachtten je. Kan je schaken?' vroeg Alan.

Het gezicht van de jongen werd mogelijks nog verbaasder. 'Ja, meneer...' Hij stak zijn hand uit als wijze van begroeting, maar werd onmiddellijk meegetrokken door Alan.

Hugh schonk hem een teleurgestelde blik, die smeekte om de nieuweling niet tot last te zijn. Wel pech gehad, want Alan ging hem een kans geven om zichzelf te bewijzen. Alan moest zichzelf ervan vergewissen dat hij zijn collega's niet in de penarie bracht door hen achter te laten met iemand die mogelijks incompetent was.

Binnen in de hut bevond zich een schaakbord, de stukken stonden al dagen roerloos in hun positie, sinds Joan Hugh in een lastige positie had gewerkt.

'Wat is de volgende, meest gunstige stap?' ondervroeg hij de jongen.

Hugh zette zijn bliksemende blik verder. Zelfs de schaakkampioen wist het antwoord op die vraag niet zeker.

Al snel had Hugh in het snuitje dat het een test was. Hij verschuilde zijn grijs achter de pijp. Beide mannen staarden naar de panikerende jongen.

'Er zijn zoveel mogelijke zetten.' Zijn ogen bewogen ongelofelijk snel over het bord. 'Het is onmogelijk om ze allemaal mentaal af te gaan.'

Alan knikte in overeenstemming, blij dat hij niet zomaar wat had gegokt. Hij dacht terug aan de dag dat ze Enigma hadden gekraakt. Hoe ze het vaak hadden over een machine die alle mogelijke combinaties in schaak kon afgaan. Joans plagende stem weerklonk in zijn hoofd. Daar moet je echt eens werk van maken. Zoals altijd zou hij doen wat ze van hem vroeg.

'Alan plant om een machine te maken die dat denkwerk in jouw plaats kan doen.' Hugh sloeg zijn handen over elkaar. 'Zoals ik al zei; hij is knettergek.'

'Hoe vaak moet ik je nog vertellen dat ik dat als een compliment opneem?' verdedigde hij zichzelf met een scheve glimlach.

Hun aandacht werd al gauw getrokken naar de gapende student. 'U bent Menneer Turing. U hebt het idee voor het Orakel bedacht!'

Hij keek met bewonderende ogen naar Alan, die ongemakkelijk zijn blik afwendde.

Hugh gaf antwoord in zijn plaats. 'Je bent nog net op tijd om dit-' hij kuchte dramatisch, of het was de rook die zijn longen vulde, 'genie te ontmoeten. Alan vertrekt vandaag naar het deprimerende Manchester.'

De jongen leek haast triest. Tot hij het schaakbord terug in zijn vizier kreeg. 'Gaat u een schaakmachine maken?'

Alan knikte, even opgewekt als de jongen. 'Dat en zoveel meer. Beeld je een reken- en typmachine in, dat je het antwoord op al je vragen kan geven.'

De student keek naar het prototype van de bombe. 'Zoals een echt Orakel,' riep hij uit. Met die woorden was hij geslaagd voor Alans test.

Met een glimlach liep hij naar de deur en wierp een laatste blik op de hut. Zonder Joan en code om te kraken had hij hier niets meer te zoeken.

Alles herinnerde hem aan Joan, hoewel ze nu in een andere shift werkte om hem te vermijden. Net zoals alles aan Sherborne hem aan Chris deed denken. Alan was altijd op de vlucht voor zijn herinneringen. Hij verstrakte zijn grip op de leren tas. 'Ik moet mijn trein halen.'

De verfrissende koude bries raakte zijn gezicht en blies de kwijnende herinneringen weg.

Hugh droeg galant zijn bagage mee naar buiten. Wetende dat de schaker de leiding van hem overnam kon hij met een gerust hart vertrekken. Hij had zichzelf nooit een geschikt leider van de Hut gevonden. Daarbij vormde Alan de connectie tussen het verzet in Engeland en Amerika, zijn werk als cryptograaf was nog lang niet voorbij. Hij wist alle interne informatie, zelfs meer dan de officier die hem nutteloos had genoemd. Hoewel hij geen goede leugenaar was, kon hij als de beste een geheim bewaren.

'Toch vind ik het gemeen,' sprak Hugh na een tijdje. Even dacht Alan dat hij het erg vond dat hij hen verliet, tot hij zijn zin afmaakte. 'Wat is het nut van een wiskundige als een hoop tandwielen hem kan vervangen. Jouw machine gaat al ons werk overnemen. Mocht die al werken, wat ik ten zeerste betwijfel.'

Alan klopte met zijn hand op de rug van zijn kleingeestige vriend. 'Zie het als een gunst, dan kan je een professionele schaker worden.' Toen er geen gelach volgde, vulde hij aan: 'Automatische computers zullen het denken niet vervangen, net vergroten.'

Hugh keek hem niet-begrijpend aan. Zijn gezicht gaf exact weer hoe de meeste mensen over hem en zijn computeridee dachten. Waardeloos, een overbodige tijdsverspilling.

Alan nam de laatste koffer in zijn hand. Veel had hij niet, maar toch voelden ze zwaar aan. Hij moest het gewicht van de schuld die hij voelde met zich meedragen.

'Het was een genoegen met je samen te werken,' Hugh stak zijn hand uit, 'en dat zeg ik niet zo snel.'

Alan glimlachte zwakjes. Hij sloeg de hand weg en trok Hugh in een omhelzing.

'We zien elkaar nog wel eens hé?' Hugh klopte een keer op zijn rug voor hij achteruit stapte.

'Beloofd.' Hij wuifde Hugh uit. 'Zeg Joan dat ik haar wens ga waarmaken.'

'Zal ik doen,' riep hij hem na. Hugh wist echter niet dat hij niet op het maken van een schaakmachine mikte, maar op het vinden van geluk.

Alan koesterde de misplaatste hoop dat het maken van de machine een nieuwe start in zijn leven zou zijn. Maar hij moest proberen, voor Chris en Joan, de pogingen stapelden zich op.

Om te begrijpen hoe een brein werkte, zou hij er zelf één moeten maken. Van draden en elektriciteit tot een denkend wezen.

De kanstheorie wierp echter een negatief licht op zijn voornemen om de liefde te zoeken in Manchester. Want hoe kon hij ook naar zijn hart luisteren terwijl hij een brein aan het maken was?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro