Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

(viii) Supernova

"If you cannot love me, I will die.
Before you came I wanted to die,
I have told you many times.
It is cruel to have made me want to live
only to make my death more bloody."
-James Baldwin

Bijtend op zijn tong legde Alan een laatste hand aan de tekening. Teruggekeerd op Sherborne wist hij niet wat te doen, zonder Chris was er weinig pret te beleven. Het bracht hem enige troost dat de jongen deze nacht terugkeerde van Cambridge.

Ter compensatie van zijn afwezigheid had Alan een tekening gemaakt van hem. Hij staarde kritisch naar het resultaat, dat een belediging was voor Chris' schoonheid. Gomvegen maakten barsten in zijn lachende gezicht. Hij zou nooit de kaaklijn kunnen corrigeren.

Hoofdschuddend sloeg hij de pagina om. Mevrouw Morcom zou hoogstwaarschijnlijk trots op hem zijn, ook al waren de tekeningen verre van perfect. Ze had hem het schetsboek gegeven om te groeien, dus zou hij vooruitgang proberen te boeken.

Al was hij er ook niet met zijn hoofd bij. In zijn gedachten was hij nog in Trinity College. Gevangen in het moment waarop Chris in zijn armen lag en hem bemoedigende woorden toesprak. Je moet vechten voor wat je wilt. Je kan alles krijgen, als je het maar hard genoeg wilt. Hij wilde die woorden zo graag geloven. Achteraf besefte hij dat het uitstapje de gelukkigste tijd uit zijn leven was. De vrijheid die hij samen met Chris had gehad, maakte hem weemoedig naar de vorige avond. Hij had zijn slapende vriend naar hun kamer gedragen en was al zijn zorgen vergeten elke keer wanneer hij een blik op het dromende gezicht wierp.

Alan had halsoverkop besloten dat hij zou vechten voor Chris. Hij zou de waarheid niet meer verbergen. Chris droeg misschien standaard een masker om zijn verdriet of angst te verbergen, maar dat deed Alan ook. Nee, genoeg. Hij zou zijn masker laten vallen, de dwaze verliefdheid zou van zijn gezicht te lezen zijn. Als Chris daar niet mee om kon, moest hij maar een manier vinden om het te accepteren. Want Alan zou nog steeds dezelfde persoon zijn, deze keer met het gezicht van de waarheid.

Een diepe stem rukte hem weg van die bevrijdende gedachte. 'Wat teken je daar?' Blamey keek over zijn schouder mee. In het zwakke kaarslicht was een schets van madeliefjes te zien.

Hij had de klokkentoren opnieuw omgeruild voor zijn kamer. Om de enige reden dat het in de toren tochtte en de klok een hels lawaai maakte.

Toen Blamey bemoedigend verklaarde dat zijn schets van de bloemen er levensecht uitzag, besefte hij dat dat niet de enige reden was.

De jongen hield zich duidelijk afzijdig en gaf Alan de ruimte om te ademen. Zijn verontschuldiging was zwak maar oprecht geweest. Hierdoor kon hij zich in dezelfde ruimte als Blamey bevinden en zelfs van zijn aanwezigheid genieten. Zo was hij toch niet helemaal alleen.

Als bij wonder werd er op de deur geklopt. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, zou zijn moeder gezegd hebben. Bij Alan bracht maar één vreugde. Waarschijnlijk was Chris al teruggekeerd van Cambridge, zijn trein zou inmiddels al aangekomen kunnen zijn.

Hij legde zijn potlood neer en sprong op terwijl Blamey de deur opende. Alans hoopvolle glimlach verdween als sneeuw voor de zon.

Tot zijn grote verbazing stond meneer Davis aan de andere kant van de deur. Hij vroeg zich af wat zijn wiskundeleerkracht hier kwam zoeken. Kwam hij hem berispen voor zijn slechte score op het Trinity examen?

Met een grimmig gezicht stapte hij naar voren, Blamey totaal negerend. De rosharige jongen bleef met de deurklink in zijn handen staren naar het briefje in de handen van Davis.

'Het spijt me.' Met die woorden overhandigde hij het briefje aan Alan. Zijn snor bewoog onrustig heen en weer.

Gealarmeerd ontvouwde Alan het papiertje. Het krullige handgeschrift behoorde Frances toe. Op haar schilderijen waren de letters echter beheerst, deze nota was in een haast geschreven.

De boodschap was indirect aan hem gericht. Er stond "aan de jongens", alsof ze zijn naam al vergeten was. Hij kon het haar niet kwalijk nemen, mevrouw Morcoms naam ontglipte nog steeds zijn geheugen. Zijn ogen gleden langs de woorden, hij kon ze niet vatten.

'Nee,' zei hij tegen niemand in het bijzonder. Blamey keek raadselachtig naar het briefje, enkel Davis begreep de opborrelende tranen die in zijn ogen brandden.

Opnieuw keek hij naar het gele briefpapier. Er stond simpelweg geschreven dat Christopher ziek was geworden op de avondtrein, hij werd nu geopereerd. Zijn ogen bleven gefixeerd op de laatste woorden. Verwacht het ergste.

'Nee,' herhaalde Alan, deze keer klonk het als een woeste snik. Hij liet zichzelf op de stoel zakken, vechtend tegen de tranen.

Het kon niet waar zijn. Gisteren had hij zo gezond geleken. Chris had gelachen, hij had een blos op zijn wangen gehad. Zijn ziekte werd beter, dat vertelde hij Alan altijd. Dan werd je toch niet plots ziek?

Zijn hele lichaam schokte, hij liet de tranen hun vrije loop gaan. Maar Chris was altijd al ziek geweest, hij kon het gewoonweg goed verbergen door een glimlach. De gedachte aan zijn lachend gezicht deed meer pijn dan ooit. Het bericht was hoogstwaarschijnlijk een hele tijd geleden verzonden. Kon het zijn dat Chris er niet meer was? Dat Alan niet bij zijn zijde was gebleven, zoals hij had beloofd, zou hij zichzelf nooit vergeven.

Hij wilde het niet voor waar houden. Nee, Chris kon elk moment door de deur van de school stappen, opscheppen over hij de geavanceerde sterrenkijker van Trinity had mogen gebruiken. Alan richtte zijn blik hoopvol op de deur, waarrond studenten zich verzamelden. Geen blonde jongen, geen witte dwerg.

Blamey legde aarzelend een hand op zijn schouder, die hij voor één keer niet weg schudde. Niets kon hem nog schelen.

Davis nam het woord om zijn gesnik te overstemmen. Hij vond dit kennelijk het gepaste moment om een speech te geven. Jongens uit aanliggende kamers hadden zich in de gang verzameld, Davis sprak hen toe. 'We kunnen niet zeggen waarom Christopher Morcom zo'n dood heeft moeten lijden, maar er is een reden. Misschien was het om hem te redden van een leven vol pijn of ziekte; misschien om sommigen van jullie op de een of andere manier te helpen, want zo'n vriend kan door zijn dood vaak meer doen om anderen te beïnvloeden dan door zijn leven.' Hij wierp een betekenisvolle blik op Alan, die door zijn tranen heen boos terug staarde.

Hoe durfde Davis te spreken over Chris alsof hij er niet meer was? Hij is sterk, hij komt er wel door. Maar toch zei hij niets. Ergens wist hij dat het deze keer niet waar was. Waarom zou Frances anders zo'n urgent bericht sturen.

'Mijn innige deelneming.' Twee bruine ogen wierpen een mengeling van medelijden en verdriet op hem. Zelfs Blamey – die enigszins begreep hoeveel Chris voor hem betekende – leek onder de indruk te zijn.

Chris wilde geen medelijden, dus wendde Alan zich af van de blikken.

Liefst van al wilde hij zich tegen de grond gooien. Tieren en brullen dat het niet waar was om vervolgens zijn fiets te nemen en zich naar Londen te haasten. De jongen in zijn armen sluiten, of hij nu nog leefde of niet. Kijk naar de sterren Chris, zou hij fluisteren, zoals de vorige avond zou hij zijn ogen openen.

Hij had het moeten zijn. Die woorden spookten door zijn hoofd. Alan had de besmette melk moeten drinken, niet Chris. Wat kon hij de wereld geven, buiten slordige nota's en een ongemakkelijke glimlach? Terwijl Chris met zijn charisma en intellect de wereld tot een betere plek kon maken. Was er dan echt geen gerechtigheid? Hij schudde met zijn hoofd.

Hij wist niet hoe lang hij al als versteend in de stoel zat, maar het geroezemoes van de andere leerlingen leek te bedaren.

Alan zou de woorden van zijn wiskundeleerkracht ter harte nemen. Hij moest nu sterk zijn voor Chris. De mengeling van woede, verdriet en hulpeloosheid werd gereduceerd tot één gevoel. Pijn.

Met trillende handen veegde hij zijn kaken droog, het had geen zin, de tranen zouden blijven stromen. Het potlood dat hij nu opnam was nog niet zo lang geleden neergelegd, maar in die kleine tijd was hij verschrikkelijk veranderd. De speeltijd was voorbij, hij was ervan overtuigd dat hij nooit meer zou lachen. Hoe kon dat ook zonder de betoverende charme van zijn beste vriend.

Verbeten begon Alan te schrijven. In het briefje aan zijn moeder vroeg hij om bloemen naar de Morcoms te sturen. Hij sloot zijn ogen voor een seconde en drukte zo hard op het potlood dat het haast brak. Hij eindigde de brief met woorden diehij niet kon vatten. Voor de begrafenis.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro