(ix) Madeliefjes
"When he shall die,
Take him and cut him out in little stars,
And he will make the face of heaven so fine
That all the world will be in love with night
And pay no worship to the garish sun."
-William Shakespeare
Er was een dag voorbij gegaan, al had Alan het niet gemerkt doorheen de waas van tranen en slapeloze nachten. Hij had nog uren naar de schimmel op het plafond kunnen staren, met Blameys gesnurk als vertrouwd achtergrondgeluid. Toen hij er niet meer tegen kon, was hij de kamer uitgeslopen.
Nu moest het gras geloven aan zijn verdriet. Terwijl Alan op het potlood knabbelde, trok zijn hand sprietjes uit de bevroren grond. Hij moest nadenken. Over wat hij in zijn brief aan mevrouw Morcom moest zetten. Over wat hij zou beginnen zonder de jongen, die nog steeds het middelpunt van zijn sterrenstelsel was.
Het was hem ter ore gekomen dat Chris deze ochtend begraven zou worden. Hoewel zijn bloemen bij de ceremonie aanwezig zouden zijn, brak het hem te weten dat hij geen laatste groet kon geven. De directie was meedogenloos, hij moest elke les volgen, meedoen met het ochtendgebed. Alsof Chris nooit had bestaan en hij niet net zijn beste vriend was verloren.
Zodus was hij naar de plek op Sherborne gekomen die hem het meeste verbond met Chris. Alles in de school deed Alan aan hem denken, maar deze ijzige grasvlakte bracht hem terug naar die ene nacht, vlak voordat ze naar Londen vertrokken. De sterren hadden zo fel geschenen, toen had hij pas echt beseft hoezeer hij van de jongen hield. Zo veel dat zijn hart leek te exploderen.
Dezelfde hartpijn voelde hij nu ook.
Terwijl hij zijn laatste hand aan de brief legde, kwam de zon achter de klokkentoren piepen. De sterren stonden nog aan de ochtendhemel, als ode aan hun grootste bewonderaar genaamd Chris. Sommige mensen zijn door het universum verbonden, voel je die kracht niet? Bij die woorden van zijn vriend keek hij naar de sterren. Ook al was hij weg, hun verbintenis was dat niet. Elke keer als hij naar de sterren keek, zou hij aan Chris herinnerd worden. Hij wilde graag geloven dat de jongen zich nu ook tussen de sterren bevond.
Hij had het niet voor mogelijk geacht, maar voor de eerste keer sinds het nieuws glimlachte Alan.
Beste mevrouw Morcom,
Ik wil u laten weten hoe erg ik het vind van Chris. Het afgelopen jaar heb ik voortdurend met hem samengewerkt en ik weet zeker dat ik ergens onmogelijk een maat had kunnen vinden die zo geniaal en tegelijkertijd zo aardig en bescheiden was. Ik vond het fijn om mijn belangstelling voor mijn werk en dingen als astronomie (waarvan hij me de beginselen leerde) met hem te delen en ik denk dat hij zo ook een beetje over mij dacht. Hoewel die belangstelling nu voor een deel verdwenen is, weet ik dat ik mijn werk nu met net zoveel energie en belangstelling moet doen alsof hij nog leefde, want dat is wat hij zou willen. Ik weet zeker dat u geen groter verlies had kunnen lijden.
Met vriendelijke groet, Alan Turing
Witte madeliefjes, Chris had ze prachtig gevonden, daar was hij zeker van. Zijn gehele grafsteen was versierd met die bloemen. Hoewel er al talloze bloemstukken lagen, vond Alan het niet genoeg.
Voornamelijk omdat hij niet wist wat anders te doen, leek bloemen plukken een goede bezigheid. In het grasveld rondom de kerk groeiden er genoeg. De vlechtende handbeweging was het enige wat tussen hem en zijn verdriet stond. Moest hij stoppen met zijn focus op de witte bloemen te leggen, zou die naar de grafsteen gaan. De naam die zoveel betekenissen voor hem had, het gedenkplaatje dat een zo bekend gezicht afbeeldde. Hij zou helemaal opnieuw instorten.
Zittend op het gras begon hij een verse hoop bloemen te vlechten.
'Weet je Chris,' fluisterde hij, een stegel rond zijn vinger draaiend, 'ik denk dat ik van je hou.'
Hij had zo lang gehunkerd naar het uitspreken van die zin, maar nooit gedacht dat hij het ook effectief zou doen. En al zeker niet onder deze omstandigheden.
Al hadden de woorden nu geen betekenis meer, omdat hij ze nooit zou kunnen horen. Alan had altijd schrik gehad van zijn reactie, maar nu bleef er enkel nog spijt over. Spijt dat hij nooit zou weten hoe ontzettend veel hij eigenlijk om hem gaf.
'Wat mooi, Christopher zou het prachtig vinden.' Mevrouw Morcom herhaalde zijn exacte gedachten.
De sliert bloemen gleed door Alans handen op de grond terwijl hij zich omdraaide. De vrouw achter hem was gekleed in een geel-beige mantelpak. Haar zwarte kleren had ze een week na de begrafenis al ingeruild voor de kleurrijke kleding die een artiest toebehoorde.
Doch twijfelde Alan geen seconde over het verdriet dat ze samen met hem deelde. De manier waarop ze zijn naam uitsprak, maakte nieuwe littekens op zijn gezicht.
'Nogmaals bedankt dat u me hebt uitgenodigd naar het Clock House en even deze tussenstop wilde maken, mevrouw Morcom.'
De vrouw knikte zwakjes en nam niet de moeite hem eraan te herinneren dat ze met haar voornaam aangesproken wilde worden. De wallen onder haar ogen verraden dat ze daar te uitgeput voor was.
'Ik zou jou moeten bedanken, Alan.'
Het verwarmde zijn hart te weten dat ze zijn naam nog wel wist. Hij was niet "die ene Turing jongen" meer.
Frances sloeg haar ogen neer en streek haar vinger over een bloem. 'Je brief heeft me ontroerd. Het doet deugd om met iemand over Christopher te praten. Daarbij voelt het huis niet zo verlaten als jij er bent.' Opnieuw toverde ze een zwakke glimlach op haar gezicht, één dat van meer pijn dan vreugde sprak.
Hij had altijd het Clock House willen zien, de telescoop aanschouwen, geiten voederen, met Chris het laboratorium onveilig maken. Dat laatste zou nu niet meer kunnen. Nu was hij alleen om die dingen te doen.
Het was nooit in Alan opgekomen om andere vrienden te maken. Waarom zou hij ook met een geweldige persoon als Chris aan zijn zijde?
De vrouw stak plots haar hand in haar handtas. 'De Morcoms hebben niet de gewoonte om foto's te maken.' Ze haalde er een verkleurd kaartje uit. 'Dit is één van de weinigen in mijn bezit.'
Alan nam voorzichtig het plaatje aan, enigszins bang het hij het zou kreuken, of net dat het hem zou verscheuren.
'Dit kan ik niet aannemen.' Zonder een blik op de foto te werpen, duwde hij het terug richting de rechtmatige eigenaar.
Maar Frances glimlachte enkel, oprecht deze keer. 'Ik weet hoeveel hij voor je betekende.'
En dus stond Alan zichzelf toe naar het papiertje te kijken.
Het was een recente foto van Chris op vakantie met zijn ouders, met de typische ondeugende blik die staarde naar de camera.
De madeliefjes waren zijn gedachten uitgegaan. Hij werd volledig opgezogen door de foto. Er was enkel nog Chris. Zo was het altijd al geweest en zo zou het ook blijven.
Alan had zijn vriend altijd al omschreven als een kleurenexplosie. De zwart-witfoto deed geen eer aan zijn blauwe ogen. Het leek alsof de foto al het leven, al het licht, uit Chris zoog.
Op dat moment besefte Alan hoe verschrikkelijk zeldzaam hun vriendschap was geweest. Niet iedereen vindt zo iemand. Een zielsverwant, zoals Chris het had genoemd.
Alles wat je eerder had gedacht, al je plannen, ze vulden gewoon een leegte op. Ze waren gewoon een bezigheid terwijl je op deze persoon wachtte. Alles wat je wezen omvatte was voor hem, niet voor jezelf. Er is echter een nadeel, als je zo'n persoon vond, leek iedereen zo gewoon. En als er iets met hen gebeurde, heb je niets anders over dan terug te keren naar de gewone wereld, en een soort isolement dat nooit eerder bestond.
Deze keer huilde hij niet, al kon hij met moeite een snik bedwingen. Dankbaar liet hij het papiertje in zijn broekzak glijden.
Chris zou niet willen dat hij huilde. Terwijl Frances hem het kerkhof uit manoeuvreerde, met een moederlijke arm om zijn schouder, keek hij om. Een laatste blik op de grond die hem van Chris scheidde.
Alan was ervan overtuigd dat hij Chris weer zou ontmoeten, maar momenteel stond hij er alleen voor. De passie die zijn vriend had voor wetenschappen, zou hij nu moeten dragen voor twee. Alan zou alles doen wat voor Chris niet meer mogelijk was. Ooit gaan wij samen geschiedenis schrijven. Zolang we maar samen zijn.
Hij zou hem niet teleurstellen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro