5. Tegen welke prijs?
De rest van de dag bleef Nicka in de sportschool. Pas toen de nazomerzon langzaam omlaag kroop en Milian haar voor de tweede keer vertelde dat het al na sluitingstijd was en ze later op de avond pas weer terug kon komen, verliet ze treuzelend het pand.
Nadat ze in de supermarkt een goedkope salade had gekocht, opende ze de kaart op haar mobiel en zocht al etend naar het adres waar ze zich die avond moest melden. Het was aan de andere kant van de stad, midden in het rijkere gedeelte.
Een naar gevoel kroop in haar op. In Halover was het leven hard, maar simpel. In het gedeelte waar haar opdrachtgever woonde, golden andere regels en was het niet zo eenvoudig om je problemen met een klap op te lossen. Het was een grotere wereld dan ze gewend was en ze wist niet of ze er goed aan deed om er in te stappen. Ze kon altijd nog terug, herinnerde Nicka zichzelf. Diep van binnen wist ze dat het een leugen was. Maar soms was het beter om niet over de waarheid na te denken.
Minuten kropen langzaam voorbij, terwijl Nicka verveeld met een steentje speelde. Ze keek naar de auto's die zo nu en dan voorbij raceten toen haar mobiel in haar zak trilde.
Esmay:
Waar ben je?
Ze zuchtte. Die bemoeial ook altijd. Ze hoefde vanavond niet te vechten en voelde er niks voor om naar het apartement te gaan. Ze konden haar niet dwingen om elke zaterdagavond met hen naar de Pit te gaan. Nicka zette haar geluid uit en liet haar mobiel in haar zak glijden. Ze had een andere afspraak. Ze wierp het lege saladebakje richting de dichtstbijzijnde prullenbak. Het botste tegen het metaal om op de grond te vallen. Zonder de moeite te nemen om het op te pakken liep ze richting de Reverslaan.
Het adres bevond zich in het betere gedeelte van de stad. Nicka keek onwennig om zich heen toen ze de juiste straat in sloeg. Grote vrijstaande huizen stonden aan weerszijden van de in lantaarnlicht gehulde weg. Sommige waren oud, anderen modern, maar duur leken ze allemaal. Ze had geweten dat de wijk niet op Halover leek, maar dit had ze niet verwacht. Ze voelde zich misplaatst.
Met stevige pas liep ze door, terwijl ze de huisnummers scande. Toen ze bij nummer 31 aankwam, werd ze begroet door een zwart gietijzeren hek waarachter een klinkeroprit lag die naar een groot terracotta kleurig huis liep. Een zilverkleurige video deurbel was aan de eveneens terracotta kleurige pilaren die de poort vormden bevestigd. Ze nam het terrein in zich op. De man had veel geld. Het maakte haar nerveus, want geld was macht.
Voor ze op de deurbel kon drukken, ging de deur van het huis open en liep er een in een zwart gekleed figuur naar buiten. Toen de persoon dichterbij kwam merkte Nicka dat het niet de man was. Toch herkende ze de in een beveiligers uniform geklede dame direct. Een schok ging door haar lichaam. Ze hadden elkaar bij de sportschool gezien. Had hij haar in de gaten laten houden? Ze wist niet goed of ze boos moest zijn of vooral op haar hoede. De dame zag er niet uit als een goede vechter, maar daar had hij waarschijnlijk anderen voor. Ze moest er niet vanuit gaan dat ze hier de sterkste was. Dit was echt een andere wereld. Ze moest op haar hoede zijn. Het was niet haar intentie om beroepscrimineel te worden of te eindigen als lijk.
'Hallo Nicka,' groette de vrouw, terwijl ze het hek open schoof. 'Kom verder, hoor.' Een vriendelijke glimlach krulde over haar dikke lippen. Over hun eerdere ontmoeting zei ze geen woord.
Nicka knikte terwijl haar ogen naar het holster aan haar brede heupen gleden. De straatvechter was er zeker van dat dat illegaal was. Toch deed de vrouw geen moeite om het wapen te verbergen. Was het om duidelijk te maken wie de macht had? Nicka moest moeite doen om een grijns te onderdrukken. Wie geld had was machtig, maar degenen zonder bezit hadden niks te verliezen. Wie was er dan gevaarlijker?
Ze volgde de bewaakster de donkere oprit op. Voor het raam verscheen een silhouet dat zijn hand opstak. Ze gunde hem een klein knikje, al kon hij dat waarschijnlijk niet zien. Er stonden immers geen lampen langs het pad.
Zodra de dame de deur open deed kwam de geur van een houtkachel hen tegemoet. Even aarzelde Nicka of ze over de drempel moest stappen. Toen zag ze de donkere ogen van de bewaakster haar afwachtend aankijken. Ze kon nu niet meer twijfelen. Ze stapte naar binnen.
Het hele huis was in aardetinten gehuld. In de gang stond een abstract beeldhouwwerk van diverse bogen. Ze probeerde te schatten hoe duur het was. Het was waarschijnlijk niet iets wat ze zichzelf ooit zou kunnen veroorloven. En al zou ze het ooit kunnen betalen. Wie gaf er nu geld uit aan een paar stenen bogen? Ze schudde zacht haar hoofd en liep richting de donkere deur waar de beveiliger stond te wachten. De dame trok de deur open. 'Uw bezoek is er, meneer Zumpolle.'
De man die bij het raam stond draaide zich om en glimlachte vriendelijk, terwijl hij door de industrieel ingerichte kamer stapte. 'Goedenavond, Nicka.' Hij stak zijn hand naar haar uit.
Ze pakte hem vast en schudde hem. Zijn stevige handpalm kneep in de hare alsof hij probeerde in te schatten hoe sterk ze was. Ze trok haar hand terug, dat hoefde hij niet te weten. 'Goedenavond. Wat wil je bespreken?' Ze stapte de kamer in, terwijl ze de man vanuit een ooghoek in de gaten hield. Hij kwam vriendelijk over, maar ze vertrouwde hem voor geen meter. Ze trok een houten stoel bij de tafel vandaan en ging zitten.
De man lachte zacht en volgde haar. 'Direct ter zake komen, daar hou ik wel van.' Hij gebaarde naar de beveiliger die de kamer uitliep en de deur achter zich sloot. Vervolgens ging hij tegenover Nicka zitten. 'Je begrijpt vast dat je er met niemand over mag praten, als ik je de opdracht geef .'
Ze knikte langzaam. 'Wij van Halover praten niet.'
De man glimlachte tevreden. 'Ik had niet anders verwacht.' Zijn blik gleed even richting de deur. 'Maar mocht je wel praten, ga er vanuit dat ik het hoor. Ik heb zo mijn connecties, Engeldoder.'
'Ik weet dat ik in de gaten gehouden word,' siste ze geïrriteerd. Hij was zo brutaal geweest om zijn bewaker achter haar aan te sturen. 'Je bent duidelijk niet goed van vertrouwen.'
'Dat zou jij ook zijn als je in mijn positie zat.' Hij nam haar in zich op. 'Wil je nog zaken doen of...?' Hij klonk niet onvriendelijk, maar er was iets dreigends in zijn stem. Alsof hij haar probeerde te waarschuwen dat ze niet te ver moest gaan. Hij had duidelijk geen idee hoe goed ze kon vechten en niet alleen met vuisten.
'Dat ligt aan je aanbod.' Ze sloeg haar handen over elkaar, terwijl ze probeerde te verbergen dat ze niet in de positie was om te weigeren. Ze had het geld hard nodig.
Zumpolle glimlachte nogmaals. 'Vijfhonderd euro.' Zijn bruine ontmoetten de hare.
'Dat is veel geld, dat geef je niet zomaar weg. Hoe weet ik dat ik niet in de problemen kom?'
'Er is altijd een risico, maar ik zal mijn best doen je uit de problemen te houden.' Hij stak zijn hand uit.
Ze sloeg hem naar beneden waardoor zijn pols met een bons de tafel raakte. Zo makkelijk ging ze niet akkoord. 'Dan wil ik gevarengeld.'
Zumpolle trok snel zijn hand terug. 'Vijfhonderd euro en vijftig euro gevarengeld.'
'Honderd euro gevarengeld en ik wil tweehonderd euro van het totaal als voorschot.' Ze keek hem indringend aan. Wachtend tot hij het bedrag omlaag probeerde te krijgen.
Tot haar verrassing stak Zumpolle zijn hand uit. 'Deal.'
Ze pakte zijn hand vast en schudde hem. 'Wat moet ik voor je doen?'
'Je vertelt de blauwen dat je gisterochtend een elfjarig jochie in een rolstoel hebt gezien. Je kwam hem onderweg naar de sportschool in de steeg bij de Rhenenlaan tegen,' legde Zumpolle uit.
Waarom zou hij willen dat ze daarover loog? Ze kon zich niet goed bedenken wat hij er mee zou verdienen. Misschien had het arme kind iets gezien wat hij niet moest zien en probeerde de man zijn getuigenis als onzin te laten klinken. 'Hoe ziet hij eruit?'
Zumpolle stond op en liep naar een zwarte ladekast. Met beide handen trok hij een lade open, waarna hij een witte envelop pakte. 'Hierin zit de foto.' Hij wierp de blanco envelop op tafel en haalde vervolgens een dikke leren portemonnee uit zijn zak.
Ze pakte de envelop en stond op. 'Moet ik nog meer weten?'
Hij haalde tien briefjes van twintig uit zijn portemonnee en drukte het geld in haar hand. 'Hou je aan je afspraak. Je wil me te vriend houden.'
Ze keek hem aan. 'Datzelfde geldt voor jou.' Ze duwde de biljetten in haar sporttas en liep met de envelop in haar hand naar buiten. De kou van de nacht stoomde haar tegemoet. Het was herfst aan het worden. Nicka peuterde de envelop open en keek erin. Alles wat er in zat was een strook met papier waarop instructies stonden en een foto. Ze griste de foto eruit en keek ernaar. Een schok ging door haar lichaam. Twee bruine ogen keken haar aan. Zwarte krullen en een onschuldige glimlach begroette haar. Ze kende hem. Flitsen van het joch dat ze twee jaar terug weg had gestuurd schoten voor haar ogen langs. Het was alsof iemand toekeek en zag wat er door haar heen ging, want op dat moment doorbrak een gedempte kreet de stilte. 'Help!'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro