Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

22. Nooit meer terug

In de weken die volgden ontdekte Nicka dat de boer Berat heette, ze een grondige hekel had aan het uitmesten van stallen, koeien melken niks voor haar was en ze niet van koffie hield. Toch zeurde ze niet. Het leven deed niet aan tweede kansen, dus als ze deze verpestte had ze een groot probleem. Dus schepte ze net als elke dag de stallen schoon. Wat er in Dinser gebeurde wist ze niet, omdat ze niet het lef had de ochtendkrant te lezen. Quinten en Halover behoorden tot een verleden dat ze beter zo snel mogelijk achter zich kon laten. Door er naar te verlangen kwam het niet meer terug.

Ze veegde haar laarzen schoon met een pluk stro waarna ze de stal uit liep richting het woonhuis. Grauwe wolken hadden zich boven het land verzameld. De zomer was voorbij. Ze gaf het witte hondje dat haar blaffend volgde een aai, voor ze haar laarzen uittrok en het huis instapte. Berat kwam haar tegemoet. 'Nu al klaar?'

'Ja.' Meer dan een woord gunde ze hem niet. Ze wilde de trap op lopen, om zich terug te trekken in het kleine zolderkamertje dat het hare was geworden, toen de man een hand op haar schouder legde. 'Nicka, je hoeft niet zo bot te doen.'

'Waarom niet?' Ze gooide het er uit voor ze over haar woorden nadacht. 'Het is niet dat de wereld beter wordt van vrolijk gehuppel.'

'Ik weet echt niet waar Zumpolle jou vandaan heeft gehaald.' De man liet haar los en liep hoofdschuddend naar de woonkamer.

'Van een oord waar jij nog nooit van gehoord hebt,' mompelde ze binnensmonds, terwijl ze de krakende trap op liep. Boven wierp ze haar overal op de grond en hees ze zich in haar turquoise shirt. De kamer leek wel op degene die ze in Halover had gehad. Sommige dingen veranderden nooit.

Ze pakte een vel papier en een pen van de kast. Verveeld kraste ze over het vel. Creatief was ze nooit geweest en tekentalent ontbrak haar, maar als alle dagen op elkaar leken moest je iets. Ze zuchtte en verfrommelde het blad, waarna ze het hard tegen de muur wierp. Ze wilde hier niet zijn. Ze zou zo graag willen dat er een manier was om Quinten te vertellen dat ze nog leefde en dat het goed met haar ging. Al was dat laatste een leugen. Ze keek naar de collectie proppen in de hoek van de kamer. Misschien was er een manier. Een kleine vlinder van hoop maakte zich los uit haar duistere hart. Hij leidde haar hand naar de papieren. Ze legde een op de houten vloer en zette haar pen er op.

Lieve Quinten,

Ik weet niet of je ouders je dit laten lezen, maar ik wil je zo graag schrijven. Ik maak me zorgen over je. Je wilt niet weten hoe graag ik je bij me had gehouden, maar jij hebt ouders die je misten. Het zou oneerlijk van me zijn om je voor mezelf te houden. Toch doet het me pijn dat we elkaar waarschijnlijk nooit meer zien. Ik mis je nu al en we zijn nog geen maand verder.

Ik hoop dat het jou gelukt is om de waarheid te vertellen, mijn missie is helaas mislukt. Dat is een van de redenen dat deze brief geen retouradres zal hebben. Ik wil graag wat van je horen, maar dat is te gevaarlijk. Ik ben waar ik moet zijn en jij hopelijk ook. Dit is hoe het zou moeten eindigen. Al is het niet het einde wat ik graag wil. Ik beloof je dat als er een manier is waarop we elkaar weer kunnen zien, dat ik hem vind.

Voor nu wil ik je vragen om goed op jezelf te passen. Kijk uit, want niet iedereen is te vertrouwen. Ik hoef je niet meer te vertellen dat deze wereld vol zit met gevaarlijke mensen. Ik wil niet dat je bang voor ze bent, want je bent een sterke jongen, maar doe voorzichtig. Zelfs de beste vechter kan verslagen worden.

Bedankt voor alles wat je voor me gedaan hebt,

-Nicka

Ze moest de tranen uit haar ogen vegen toen de brief af was. Misschien was hij te ingewikkeld voor een elfjarig jongetje, maar ooit zou hij hem begrijpen, als zijn ouders hem niet weg gooiden. Ze vouwde hem voorzichtig op en schreef zijn naam erop. Waarna ze richting de trap liep om een telefoonboek te zoeken. Berat had er vast wel een liggen. Hij had een vreemde voorliefde voor oude spullen. De man had geen eens een mobiele telefoon.

Nicka liep de woonkamer in, waar de man een boek zat te lezen. Haar ogen gleden over de grote boekenkast. Hoe zag een telefoonboek er eigenlijk uit? Ze liet haar vingers over de ruggen glijden.

'Zoek je wat?' de boer keek haar vragend aan.

'Ja, een telefoonboek, envelop en postzegel,' somde ze op, terwijl ze een fel geel boekje uit de kast vistte. Telefoongids, was het opschrift. De man stond op en liep naar haar toe. Hij pakte het boekje uit haar hand. 'Wat ben je ermee van plan?'

'Ik wil een goede vriend een brief sturen.' Ze klemde haar vingers steviger om het papier. 'Het is belangrijk.'

Hij knikte langzaam en sloeg het boek open. 'Wat is de achternaam van je vriend.'

'Zumpolle, denk ik.' Ze had het Quinten nooit gevraagd. Wie zei dat hij dezelfde achternaam had als zijn oom?

'Bedoel je Rafael Zumpolle?' vroeg hij verbaasd. 'Zijn adres ken je toch wel?'

'Nee, ik bedoel Quinten!' De woorden schoten uit haar mond voor ze er over na dacht. Ze kon zichzelf wel voor de kop slaan. Wat als de man zijn oom van de brief vertelde?

'Dat lijkt me een onverstandig plan,' bromde Berat, terwijl hij het telefoonboek in de kast schoof.

'Dat kind heeft echt geen behoefte aan een brief van jou.'

'Je begrijpt er niks van,' snauwde ze. Waarom was ze een monster in zijn ogen?

Hij zette een stap haar richting uit. 'Nicka ik weet niet wat er allemaal gaande is, maar dit is niet de oplossing.'

'Wat moet ik dan wel doen?' Ze stapte achteruit. Het maakte haar niet uit dat het een teken van angst was. Als ze bij hem in de buurt bleef zou de verleiding om hem een mep te verkopen te groot zijn. Ze miste het om ergens keihard op te slaan en haar woeden in scherven uiteen te laten vallen.

'Of je praat met iemand, of je gaat aan het werk.' Hij sloeg zijn armen over elkaar. Het was duidelijk dat hij geen zin had om de discussie te voeren en zij ook niet. Vechten met woorden was niet haar ding.

'Ik praat niet.' Ze wierp de brief in de open haard. De vlammen grepen het papier vast. Binnen een paar seconden waren de woorden die ze zo zorgvuldig had geschreven verdwenen. Ze zouden hun bestemming nooit bereiken. Ze staarde er na, wensend dat het huis zou vlam vatten. Ze wilde hier niet zijn.

Zonder Berat nog een blik waardig te gunnen rende ze de trap op, griste haar overal en holde naar beneden. In de gang trok ze de overal aan voor ze in haar laarzen stapte en richting de stallen liep. Ze zwaaide de deur open en klom de trap op. Tussen de hooibalen kwam ze tot stilstand. Ze balde haar handen tot vuisten en sloeg tegen het hooi. Deuken ontstonden in het gedroogde gras. Sprieten schuurden langs haar huid tot haar handen branden als vuur. Waarom kon deze wereld niet in vlammen op gaan? Zumpolle en Berat mochten beiden verdwijnen, net als de politie en de rest. Tranen branden in haar ogen. Nog harder sloeg ze tegen het hooi terwijl er een auto het erf op reed. Berat's hondje blaftte luid. Snel eindigde ze haar serie stootten. Moest ze kijken wie er was?

Nee, als iemand haar zag, zat ze op het politiebureau. Ze sloop naar het raampje van de zolder en zag hoe er een witte auto op het erf tot stilstand kwam. Er stonden letters op, maar die kon ze niet goed lezen. Een man in een donkerblauw jasje stapte uit. Op zijn mouw was een embleem geborduurd. Het zag er officieel uit.
Kwam hij voor haar?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro