15 jaar
Ze was vijftien toen ze ontdekte dat de onderwereld dichtbij was. Het stond niet in een leren jack onder een brug, maar in een fel roze coltrui op de rand van het plein. Florine keek van Nicka naar het meisje dat een wolk sigarettenrook uitblies. 'Is dat Jara?'
Het was een overbodige vraag. Hun lange vriendin was uit duizenden te herkennen. Nicka keek verbaasd naar de sigaret. Sinds wanneer rookte ze? Dit was een andere Jara dan degene die gisteren met een brede grijns eenhoorns op Stans schrift had getekend.
Florine trok aan Nicka's sweater. 'Kom, we gaan haar ondervragen.' Zonder te wachten op een antwoord sleurde Florine Nicka mee richting hun vriendin, die hen glimlachend aankeek.
'Ook een trekje?' vroeg Jara, terwijl ze de sigaret in de lucht hield.
'Nee, ik ga liever normaal dood,' antwoordde Nicka met een kleine grijns.
Jara lachte zacht en sloeg haar blonde haren over haar schouder. 'Je leeft maar een keer. Waarom zouden we er niet van mogen genieten?'
'Sinds wanneer rook je?' onderbrak Florine hen. Ze keek nieuwsgierig naar de sigaret.
'Een maand, maar niet tegen m'n ouders zeggen.' De blondine haalde een pakje extra scherpe kauwgom uit haar zak. 'Dit is het reddingsmiddel voor stoute meisjes.' Ze gaf hen een knipoog.
'Is roken vies?' vroeg Florine nieuwsgierig door. Ze klonk bijna als een kleuter die niets anders deed dan vragen stellen.
Als antwoord duwde Jara haar de sigaret in haar handen. Florine nam hem aan en bracht hem naar haar lippen, toen inhaleerde ze. Luid hoestend duwde ze de sigaret in Nicka's handen. 'Dit kan niet goed zijn.'
Jara lachte luid. 'Dan heb je de rest van mijn collectie nog niet geprobeerd.'
'Heb je meer?' Nicka trok een wenkbrauw op terwijl ze aarzelend naar de half opgebrande sigaret in haar hand keek. Ze had zich altijd al afgevraagd hoe het zou zijn. Het was alleen maar proberen, toch?
'Ja, maar dat is alleen voor meisjes die niet te bang zijn om dat te proberen.' Jara knikte naar de sigaret.
Dat trok Nicka over de streep. Bang was ze niet en stiekem was ze net zo nieuwsgierig als Florine. Ze zette de sigaret op haar lippen zoals ze haar vriendinnen had zien doen. Vervolgens inhaleerde ze. De rook brandde in haar keel. Hoestend keek ze Jara aan en gaf de sigaret terug. 'Roken is...' nogmaals hoestte ze, 'niks voor mij.' Ze kon zich niet voorstellen hoe iemand hiervan kon genieten.
Jara grijnsde breed. Ze nam een laatste trek van de sigaret en maakte hem toen uit. 'Jullie moeten nog wat ervaring opdoen.'
'Mij niet gezien,' zei Florine die Nicka bij de mouw greep. 'Wij gaan naar de anderen toe. Kom jij zo ook?'
Jara schudde haar hoofd. 'Ik heb het druk.'
Nicka zuchtte zacht en liep met Florine richting hun groepje. De jongens keken hen lachend aan.
'Waren jullie serieus aan het roken?' grijnsde Jayden. Stan zei als gewoonlijk niks, maar lachte mee.
'Nee, we probeerden het enkel,' riep Florine verontwaardigd.
Ook Nicka schudde haar hoofd. Daar zouden ze echt niet aan beginnen. Als Jara zich met dat soort zaken bezig wilde houden moest ze het zelf weten, maar zij wilde het niet doen. Ze weigerde als een van de junks te eindigen.
Jara wilst het zelf, want in de weken die volgden zat ze niet meer bij de groep. Elke dag was ze op de hoek van het plein te vinden. Daar kwamen zo nu en dan studenten naar haar toe en ze overhandigde hen zakjes. Nicka wist dit omdat ze keek. Hoewel ze het niet tegen de anderen zei, miste ze Jara. De groep voelde anders zonder haar. Toch duurde het een hele maand voordat ze besloot dat ze ging vragen of ze terug wilde komen.
Het was een regenachtige dag en Jara had haar handel naar het trappenhuis verplaatst. Door de glazen deuren zag Nicka haar zitten. Haar hart klopte in haar keel toen ze dichterbij kwam. Het voelde vreemd om zenuwachtig te zijn in de buurt van iemand die ze al jaren kende. Ze zette haar hand op de deur en duwde hem open. 'Hey Jara.'
Het blonde meisje keek op en glimlachte. Ze zag er akelig volwassen uit. 'Waar kom je voor?' Ze graaide al in haar zakken.
'Om met je te praten.' Nicka ging naast haar oude vriendin om de trap zitten. 'Ik maak me zorgen over je.'
'Dat hoeft niet, het gaat prima.' Jara haalde haar hand uit haar zak en keek weg. Ze loog.
'Weet je zeker dat dit goed voor je is?' Nicka keek naar Jara's zak. Ze wilde haar vriendin niet kwijt. 'Je mag ook weer bij ons komen zitten.'
'Ik moet aan mijn toekomst denken. Ik wil niet de rest van mijn leven in Halover blijven en via school kom ik er niet weg.' Jara's ogen waren op de grond gericht.
Nicka schudde haar hoofd. 'Als je gepakt wordt, is je toekomst weg.'
'Ik ben vijftien, ze kunnen me amper straf geven.' Het blonde meisje keek haar eindelijk aan. 'En het is niet alsof ik ooit een toekomst heb gehad.'
'Zeg dat niet.' Nicka keek haar aan. Jara was een sterk persoon. Als iemand een toekomst verdiende was zij het.
'Ik ben van Halover, mijn vader zit in de gevangenis en ik moet voor mijn zusje zorgen. Als ik geen manier vind om om het systeem heen te sluipen kom ik er niet.' Jara's stem had een bittere ondertoon. Ze had gelijk en niemand kon dat ontkennen. Er was geen enkele manier waarop Jara een studie kon halen terwijl ze het huishouden moest runnen. De gedachten deed de lucht uit Nicka's longen ontsnappen.
'Het spijt me.' Nu wendde zij haar ogen af. Het leven draaide niet om wat je verdiende. Als je iets wilde moest je er voor vechten.
Jara grinnikte zacht. 'Jij moet nergens spijt van hebben. Wij zijn van Halover. We hebben geen spijt. Als wij zouden nadenken over onze levenskeuzes zou het een sombere bedoeling worden.'
Nicka lachte voorzichtig terug. Haar vriendin had gelijk. Ieder van hen was zijn leven op zijn eigen manier aan het verpesten. Sommigen als Maas zouden misschien een toekomst vinden, maar zo weigerde ze zelf te worden. Je kon beter samen ten onder gaan dan in je eentje op een eiland stranden.
'Als je wilt, kan ik ook een baantje voor jou regelen.' Jara knipoogde. 'Het verdient goed.'
'Nee, ik wil nog even jong zijn,' antwoordde Nicka zacht. Het voelde bijna oneerlijk tegenover iemand als Jara die die kans niet kreeg. Toch wilde ze nu nog geloven dat er voor haar wel een morgen was. Al wist ze diep van binnen dat het een leugen was. Ze was een eendagsvlinder.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro