XI. Namiddag
Ze doet zich stoer voor, alsof ze beter is dan de rest, maar diep vanbinnen is ze enorm onzeker. Is ze wel goed genoeg? Zijn anderen niet leuker, knapper, liever dan zij? Zou haar vriend geen spijt hebben dat hij niet bij zijn ex is gebleven?
Weer herlees ik mijn stukje tekst. Misschien klopt het wel wat hier staat. Iedereen heeft een verhaal, een reden waarom ze zijn wie ze zijn. Waarom zou dat bij haar anders zijn? Bovendien ben ik er heilig van overtuigd dat iedereen positieve en zachte kanten heeft, ook zij. Er is vast een reden waarom ze zich niet kwetsbaar durft opstellen. Helaas kan ik het haar niet vragen - dat zou alleen maar meer ruzie veroorzaken.
Om half vier precies komen ze weer binnen. Zij schenkt mij zoals gewoonlijk geen blik, hij kijkt me wel aan. Ik bespeur verdriet in zijn ogen. Wat zou ze toch met mijn Brecht gedaan hebben? Ik schud mijn hoofd en mijn keel voelt plots droog. Meteen bestel ik een ice tea.
Wacht even. Zei ik nu echt mijn Brecht? Als in mijn Brecht? Verward knipper ik met mijn ogen. De bazin zet mijn drinken voor mijn neus en ik neem meteen een slok. Hij is niet meer van mij en ik wil hem ook niet terug. Nooit meer. Ik heb hem niet voor niets Idioot gedoopt in mijn contactenlijst.
Ik wil gewoon niet dat iemand hem pijn doet, besef ik. Dat verdriet in zijn helderblauwe kijkers raakt mij. Ik geef om hem. Nog steeds, na al die jaren. Om eerlijk te zijn zou ik op dit moment zelfs niets liever willen doen dan naar hem toe rennen en hem een dikke knuffel geven. In zijn oor fluisteren dat alles wel in orde komt, dat hij geen verdriet moet hebben en dat ik er voor hem ben als hij mij nodig heeft. Ik blijf stil zitten en staar alleen maar naar het zwijgende koppel.
Terwijl ik nog eens van mijn ice tea nip, valt het mij op dat zijn ene oog wat dikker is dan zijn andere. Het lijkt ook alsof er een rode rand rond zijn pols staat. Hoe kan dat? Ik knipper even met mijn ogen en probeer hem wat beter te bekijken. Misschien beeld ik me die dingen ook gewoon in.
Ga eens naar het toilet, biept mijn GSM plots. Ik frons even mijn wenkbrauwen, zet mijn laptop in slaapstand en sta recht. Snel maak ik oogcontact met Brecht en hij knikt naar me.
In het kleine halletje tussen de mannen- en vrouwentoiletten wacht ik. Als er een kranige, oude man uit één van de hokjes komt, was ik voor de vorm mijn handen. Ik glimlach vriendelijk naar de heer en zie hoe zijn gezicht helemaal opfleurt. Wat een heerlijk gevoel geeft me dat!
Niet veel later gaat de deur open en Brecht stapt binnen.
"We hebben niet veel tijd, Jelinde." Hij spreekt me aan met mijn volledige naam, ook al weet hij dat ik liever Lien genoemd word. Dat klinkt wat normaler. "Maar ik denk dat je een klein beetje uitleg verdient."
"Dat zou inderdaad welkom zijn," bevestig ik. "Ik luister."
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro