Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

1. Begin van het einde.

"Maaaaamaaaaa!" zingt een lieflijk stemmetje door de gangen.
Het behoort toe aan een meisje van net zeven jaar oud, maar toch heeft er nog nooit eerder iets zo eng in mijn oren geklonken.

Volledig buiten adem zak ik met mijn rug tegen de deur onderuit.
Niet zozeer van de inspanning als van de herinnering aan wat er net is gebeurd. Het is me gelukt om naar boven te rennen en daar een willekeurige kamer in te schieten om zo snel mogelijk in te verschuilen.

Het grote moderne hemelbed tegenover me is geen goede verbergplek. De massieve eikenhouten balken zijn nog kaal. Er is nog geen stof omheen gehangen, waardoor de hele kamer een kille uitstraling heeft. En hierdoor kun je je er ook niet achter verstoppen.
Tegenover me bevind zich nog een deur dat naar een balkon leidt.

"O moeder, waar bent u?" De stem die nu weerklinkt is ouder en heser. Ze is duidelijk vrouwelijk en ondanks dat ik weet dat ze toebehoort aan een jong volwassene, geeft de schorheid er een nog oudere randje aan.
Ook bevind de stem zich dichterbij dan die van het jonge meisje.
Deze stem zorgt ervoor dat ik overeind vlieg en controleer of de slaapkamerdeur wel gesloten is. Gelukkig hij zit op slot.
"Boe!" klinkt er ineens vanaf de andere kant van de deur, waarna ik van schrik achteruit struikel en op mijn billen beland.

Terwijl ik naar de deur blijf staren is duidelijk hoorbaar hoe er aan de andere kant water druppelt. Onder de deur door vormt zich een plas water die langzaam steeds groter wordt.

Hoe kon alles zo fout gaan? Ik wist zeker dat het zou lukken.
Ik wil me overeind wil duwen van de kille tegelvloer, maar mijn hand glijdt weg in het bloed dat uit de snee in mijn hand is gestroomd en over de vloer is gesmeerd. De scherpe pijn leek vergeten maar is nu weer duidelijk voelbaar. Voorzichtiger doe ik een tweede poging om overeind te komen en loop de badkamer in.
Daar aangekomen bekijk ik mijn handpalm, er loopt een diepe snee over de hele breedte.
Maar ik kon tussen mijn hand of mijn hals kiezen, dus die keuze was snel gemaakt.

Uit het kastje onder de wasbak haal ik de EHBO-doos en pak er een rolletje snelverband uit.
Wat een huishouden! De kamer is nog niet ingericht, maar de EHBO-dozen zijn overal aangevuld.
Ondanks dat ik het verband stevig over de wond heen wikkel, kleurt het al snel rood.

Een snelle blik in de spiegel werpend, valt het me op dat ik er lijkbleek uitzie. Mijn ogen zijn de optimistische glans van een uur geleden kwijt geraakt. Toen dacht ik dat alles eindelijk goed zou komen. Nu zien ze er gejaagd en doodsbang uit.
De krullen zaten vanmorgen nog netjes in een knot achterin mijn nek, maar omringen mijn gezicht nu alsof ik er al dagenlang geen borstel doorheen heb gehaald.

Als er aan de slaapkamerdeur gerammeld word, schrik ik op uit mijn gedachten en loop de badkamer weer uit. Eerst moet ik hier weg zien te komen.
De deur naar het balkon is mijn enige ontsnappingsroute. Als ik deze open, draai ik me meteen naar links en bekijk de latten die langs het huis vastgemaakt zijn om de klimrozen te ondersteunen. Ik weet niet of ze mijn gewicht kunnen houden, maar het is in ieder geval beter dan niks. Vanaf de tweede verdieping naar beneden springen is pijnlijker.

Ik pak de dichtstbijzijnde latten vast en geef er een ruk aan. Ze blijven stevig tegen de muur zitten en ik haal opgelucht adem. Mooi.
Op het moment dat ik over de reling wil klimmen hoor ik een onheilspellend klikkend geluid onder me, vanaf de begane grond. Langzaam draai ik me om en loop naar de reling aan de voorkant toe. Als ik naar beneden kijk, is mijn enige wens dat ik vanmorgen gewoon lekker was blijven liggen.

Christopher staat daar met een aansteker in zijn linkerhand. Hij opent hem in een vloeiende beweging, laat dan de vlam branden en sluit hem weer. Hiermee gaat hij aan één stuk door.
Zijn zwarte krullen omlijsten zijn gezicht en zorgen ervoor dat zijn paarse ogen des te meer opvallen.
"Moeder, moeder, wat heeft u toch gedaan," zegt een stem, die veel te oud klinkt voor een zevenjarige.
"Het ging per ongeluk Chris, liefje. Dat moet je geloven, het was een ongeluk!" roep ik uit.
Voordat hij kan reageren, komt zijn tweelingzusje aangelopen. Zodra ze naast hem staat, valt op hoeveel ze op elkaar lijken. Dezelfde kleur ogen, hetzelfde nachtzwarte haar, ook al valt het hare tot halverwege haar rug.
Misschien komt dit laatste ook wel doordat ze volledig doorweekt is.

Haar rechterhand speelt met een vlindermes. Met een minimale beweging blijft ze het openen en sluiten. Net als Christopher lijkt ze de bewegingen onbewust en geroutineerd te maken. Beiden blijven me met een licht gekanteld hoofd aan kijken.
Maar als zij allebei beneden staan, geeft mij dit de kans om het huis uit te komen.

Meteen ren ik terug de slaapkamer in. De deur draai ik van het slot en ik gooi hem open, om hem direct weer dicht te drukken. Helaas wordt er, vlak voordat hij in het slot valt, een legerlaars tussen gestoken. Ondanks dat hij pas twaalf is, is Nathaniel sterk voor zijn leeftijd. Zelfs nu ik mijn volle gewicht tegen de deur blijf duwen, voel ik hoe hij steeds verder open gaat. Dan geef ik de strijd op om hem nog dicht te krijgen en strompel achteruit.
Langzaam duwt hij de deur verder open, waarna hij in de deuropening blijft staan.
Zijn steile zwarte haren plakken tegen zijn voorhoofd aan. Ook zijn kleren zijn doorweekt.
Dat verklaard in ieder geval hoe zijn zusje uit het zwembad is ontsnapt, want ik weet zeker dat zij zou verdrinken.

Langzaam wikkelt hij het dunne touw dat om zijn pols gewikkeld zit verder uit.
Dit touw draagt hij altijd als een armband om zijn pols. En hoe vaak ik er ook naar vraag, nog nooit heb ik hier een goede verklaring voor gekregen. Zijn vader heeft alleen gezegd dat hij het van zijn moeder heeft gekregen, maar wat voor een moeder geeft er nu een touw als cadeau?
Maar ik heb in dit huishouden sowieso voor zoveel vreemde zaken geen uitleg of antwoord gekregen.
Als het touw volledig afgewikkeld is, pakt hij beide uiteinden vast en wikkelt ze een keer om zijn handen heen. Dan trekt hij het touw met een ruk strak en laat het weer ontspannen. Dit gebaar herhaalt hij bij iedere stap die hij dichterbij komt.

Als hij zijn hoofd kantelt en zijn ogen van donkerblauwe naar dezelfde kleur paars van de tweeling flikkeren, blijft hij afgeleid stilstaan. Zodra zijn ogen weer blauw kleuren, focust hij zijn blik weer op mij. De gemene grijns die op zijn gezicht verschijnt lijkt eerder te passen bij een seriemoordenaar. Hij lijkt in niets meer op de vriendelijke jongen die ik gisteren nog met zijn huiswerk heb geholpen en die altijd beleefd is.

Ik houd mijn handen omhoog om zo te laten zien dat ik me overgeef, maar toch blijf ik zo ver mogelijk uit zijn buurt: misschien kan ik hem overmeesteren als hij dichterbij komt.
Aan de andere kant van de kamer, naast de openhaard, staat een pook. Als het betekent dat ik zijn schedel doormidden spijten om te kunnen ontsnappen, zal ik dat doen.
Stap voor stap schuifel ik naar achteren, maar voor elke stap die ik zet, zet hij er eentje naar voren.
"Melissa, Melissa, Melissa," fluistert hij.
Het feit dat hij me bij mijn voornaam noemt, doet me pijn. Van alle kinderen had ik verwacht dat juist hij mijn kant zou kiezen.
"Nathaniel, het was een ongeluk. Ik wist niet dat je zusje niet kon zwemmen," zeg ik, nog een stap achteruit zettend. Mijn rug botst tegen de mantel van de openhaard aan.
"Je wist dat ze dit niet kon, Melissa. We zijn ontzettend teleurgesteld. We hoopten dat jij een blijvertje zou zijn," zegt Nathan. Vlak voor me blijft hij staan. Hij houdt zijn hoofd weer in die typische schuine pose en lijkt op die manier naar een stem te luisteren; alleen hoorbaar voor hem.

Ik besef dat, nu hij is afgeleid, ik mijn kans moet grijpen.
In een soepele beweging grijp ik de pook en haal hard uit. De klap is raak, niet zo hard als ik had gehoopt, maar hard genoeg om zijn ogen te laten wegdraaien, waarna hij door zijn knieën zakt en als een lappenpop op de grond valt.
Snel trek ik hem naar het bed toe en bind zijn polsen vast aan een post bij het hoofdeind. Toch wel fijn dat hij zijn eigen touw mee heeft gebracht.
Ik let er niet eens op of het touw niet te strak zit. Waar ik me gisteren nog bezorgd maakte over zijn schoolresultaten, interesseer ik me nu alleen nog maar voor mijn eigen overlevingskansen.
Vanuit de deuropening vraagt een jonge stem ineens: "Mama, wat doe je?"

Doordat ik voor Nathaniels vastgebonden handen zit, kan zij niet zien wat er met hem aan de hand is. Ze ziet alleen dat hij op bed ligt en zich niet beweegt.
Langzaam draai ik me om naar Eleanora en ga rechtop staan, om vooral geen onverwachte bewegingen te maken.
Er gaat een rilling door haar lijfje, het water van het zwembad was koud en de temperatuur buiten is niet veel warmer nu de winter op komst is.
De pook achter mijn rug vasthoudend, zeg ik: "Nathan was moe, hij is even gaan slapen."
Haar blauwe ogen kijken me verward aan.
"Waarom mama, waarom?" zegt ze vragend.
"Waarom wat, kleine Lea?" zeg ik, een stap naar haar toe zettend. Misschien is ze alles vergeten en wil ze alleen maar weten waarom Nathan moe is. Maar natuurlijk zijn mijn gedachten veel te optimistisch.
"Waarom wilt u me dood hebben?"

Haar hoofd kantelend, zie ik hoe haar oogkleur van blauw naar paars flikkert. Snel haal ik uit, voordat de paarse kleur kan overheersen. Een ziekmakende gekraak weerklinkt als de pook contact maakt met haar hoofd. Door de kracht van de inslag krijgt ze niet eens de kans om rustig in elkaar te zakken, maar vliegt dwars door de kamer en landt met een smak tegen de muur.
Even voel ik me schuldig omdat ik het kleine meisje veel te hard heb geraakt. Maar al gauw komt mijn wil om te overleven weer tevoorschijn. Ik raap het mes op dat uit haar handen is gevallen en loop naar haar toe.

Ze haalt nog adem, maar het bloed sijpelt uit haar hoofdwond.
"Nora?" hoor ik Chris' geschokte stem roepen vanuit de deuropening.
Voor hij een stap dichterbij kan doen, til ik haar lichaam op en druk haar met mijn linkerarm tegen me aan. Met mijn rechterhand houd ik het mes tegen haar hals.
"Blijf daar Christopher, zet nog een stap mijn kant uit en we zullen zien wat ze van haar eigen bloed vindt!"
De ogen van Chris veranderen razendsnel van blauw naar paars. Geen geflikker, geen getwijfel. De hele houding van het jonge kind veranderd. Zijn houding wordt rechter, zijn kin komt arrogant omhoog.

"Je denkt dat je nu gewonnen hebt? Wat wil je?" vraagt de schorre stem die niet meer aan Chris, maar aan de demoon toebehoort.
"Ik wil alleen maar gelukkig zijn met jullie vader, zonder kinderen die bezeten zijn door demonen!" roep ik uit, en zet een stap zijn richting uit terwijl het mes de huid onder het mes doorbreekt.
Zoals verwacht houdt hij zijn handen in de lucht bij het zien van Eleanora's bloed en doet een stap naar achteren.
Met een harde stem zeg ik: "Laat je zippo vallen, en loop dan achteruit naar de lege voorraadkamer."
De kamer is leeggehaald omdat ik hier een donkere kamer van wil maken, zodat ik mijn eigen foto's kan ontwikkelen. Het inrichten van de kamer staat voor volgende week gepland.

Zodra ik mijn zin heb afgemaakt, laat hij zijn aansteker meteen vallen en loopt achteruit naar die kamer toe.
"Open de deur en ga achteraan tegen de muur staan, met je rug naar mij toe. Ik zal je zusje dan loslaten," zeg ik.
Zonder ook maar een moment te twijfelen loopt hij de kamer in. Wat dat betreft zijn ze zo makkelijk te manipuleren. De kinderen doen alles voor elkaar. Niet alleen de tweeling en Nathan, maar ook de vier die qua leeftijd tussen hen in zitten en Godzijdank nu uit logeren zijn.
Pas als Chris tegen de achterste muur aanstaat, haal ik het mes van Eleanora's hals af en grijp de deurklink vast. Snel geef ik haar lichaam een zet waardoor ze voorover de kamer invalt en met een klap op de grond neer komt. Nog net zie ik hoe Chris zich omdraait en met een grommend geluid zijn lippen optrekt en naar mij toe springt, op het moment dat ik de deur dichtgooi en op slot draai. De sleutel steek ik in mijn zak waarna ik me omdraai om te controleren of Nathan nog vast zit.

Hij blijkt wakker te zijn en gaat als een geketend monster tekeer. Zijn polsen zijn al helemaal rauw geschuurd, maar hij lijkt niet los te kunnen komen.
"Waar zijn ze!" schreeuwt hij wanhopig uit. Zijn gezicht is rood aangelopen en zijn ogen puilen uit door de kracht waarmee hij aan zijn polsen trekt. Zijn oogkleur blijft veranderen nu zijn emoties hoog oplopen.
Zelfverzekerd kijk ik hem aan. "Geen zorgen, ze leven nog. Nou ja, je broertje dan, van je zusje weet ik het niet helemaal zeker. Ik ga nu eerst iemand bellen."
De kamer uitlopend sluit ik ook die deur af. De angst die me een kwartier geleden nog verteerde, begint nu af te nemen. Daarvoor in de plaats voel ik me nu bijna opgelucht, vrolijk zelfs. Eindelijk komt alles goed.

Nu moet ik hem eerst zo snel mogelijk bellen om ervoor te zorgen dat de kinderen worden opgehaald. Daarna moet ik mijn koffers inpakken en zorgen dat ik spoorloos verdwijn.
Tien minuten later heb ik dan eindelijk mijn telefoon gevonden. Het opgeluchte gevoel van eerder is alweer overgegaan in paniek doordat ik hem niet meteen kon vinden. Ergens tijdens de strubbelingen met Nora is hij uit mijn zak gevallen en onder de bank geschoven.
Het nummer heb ik uit mijn hoofd geleerd, omdat ik het risico niet wil nemen dat iemand hem per ongeluk belt. En doordat ik hem de afgelopen maanden haast dagelijks bel, gaat het intoetsen ervan volledig automatisch.

Dan hoor ik hoe de telefoon overgaat en vrijwel meteen wordt er aan de andere kant door een man opgenomen.
"Melissa, hoe kan ik je helpen?" vraagt een zelfverzekerde stem. De vertrouwde klank zorgt ervoor dat ik de spanning meteen weg voel vloeien.
"Ik heb van alles geprobeerd, maar ik raak de demonen niet kwijt. Zelfs het verdrinken werkte niet, haar oudere broer heeft haar gered. Maar ze willen nu bloed zien," zeg ik met een trillende stem. Mijn bezwete voorhoofd veeg ik met een trillende hand af.
Ondertussen hoor ik het geschreeuw van de twee jongens vanaf de bovenste verdieping.
"Ze leven nog?" vraagt de stem weer.
"Van twee weet ik het zeker, het meisje heb ik misschien te hard geraakt. Maar ze zitten opgesloten."
"Dan kom ik ze nu halen," antwoordt hij, "ik ben er binnen een half uur."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro

Tags: #onc2024