Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 8

Ik liep door de gangen van AT tot ik uiteindelijk terecht kwam bij de kamer met de wereldbol, het neutrale gedeelte van het gebouw. Keir en Ash zaten op de bank een spelletje te spelen en dus ging ik naar ze toe. 'Hey.' zei ik. Ze keken niet op maar gingen net zo hard verder. Risk zo te zien. 'Hey.' zei ik nog een keer, dit keer harder. Ditmaal keken ze wel op. 'Hey.' zei Keir. 'Wil je meedoen?' vroeg Ash. Hij kon weer praten. 'Ja.' zei ik. 'Maar jullie moeten zeker eerst je potje afmaken?'
'We beginnen wel opnieuw, dit was toch een hopeloos potje.' zei Keir. 'Omdat ik aan het winnen was?' vroeg Ash met een grijns op zijn gezicht. 'Misschien.' antwoordde Keir. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht, dit was weer eens wat anders dan al die illusies en deprimerende dingen die ik de laatste tijd had meegemaakt. 'Ik wil blauw zijn!' riep ik. 'Ah ik wilde blauw zijn.' zei Ash teleurgesteld. 'Wil je geen rood zijn dan?' vroeg ik. 'Neem je gelijk aan dat ik rood wil zijn omdat ik een pyromaan ben?' vroeg hij fronsend. 'Nee je speelde net ook met rood.' zei ik lachend. 'Oh in dat geval, laat maar.'

Uiteindelijk kwam ik tot de ontdekking dat als Keir zijn zetten snel zette, hij vals speelde. 'Hé je speelt vals.' riep ik. 'Deed je dat daarnet ook al?' vroeg Ash verbaasd. 'Ik heb gewoon een vooruitziende blik.' zei Keir met een grijns op zijn gezicht. 'Oftewel je speelt gewoon vals.' zei ik. 'Ja.'
'Ha dat laat nog maar eens zien hoe goed ik ben als ik je daarnet nog steeds verslagen heb.' zei Ash terwijl hij het uitproestte van het lachen. 'Ligt het nou aan mij of is Ash verdwenen?' vroeg ik aan Keir. 'Ik weet het niet, ik zie hem niet meer door dat grote ego van hem.'
We moesten lachen en gelukkig kon Ash ook meelachen.
'Weet je, prinses.' begon Ash, de nadruk leggend op "prinses" tot mijn grote ergernis. 'Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo slecht is in Risk.'
'En bedankt, Vuurbal.'
'Ho wacht, jullie hebben bijnamen? Ik wil er ook een.' zei Keir. 'Alexa is ook de slechtste persoon in bijnamen verzinnen dus ik zal het wel doen.' antwoordde Ash met een grijns. Ik besloot maar mijn mond te houden, hij had immers gelijk.

'Tafel. Nu.' onderbrak Raven ons. 'Wat is er?' vroeg Keir. 'Nu!' riep Raven. We gehoorzaamden en gingen naar "de Tafel", wat codetaal was voor "de kamer met de tafel er in". Eenmaal aangekomen zaten Raven en de tweeling al aan tafel. 'Morgen is de optocht.' begon Raven. 'We moeten een plan opstellen.'
'Wat stel je voor?' vroeg Ash. 'Aangezien er vier pleinen zijn verdelen we onszelf in vier groepen. Ik stel voor dat de tweeling samen gaat en Ash en Alexa. Keir en ik gaan alleen.'
'Waarom moet ik nou weer met haar?' vroeg Ash. 'Wat nou waarom nou weer met mij?' vroeg ik quasi-gekwetst. 'Omdat Keir in de toekomst kan kijken en dus geen tweede paar ogen nodig heeft, de tweeling elkaar heeft en ik mijn eigen dingen heb. Overigens wil ook dat iemand op Alexa let.' antwoordde Raven voor Keir iets kon zeggen. 'Zijn er nog vragen?'
'Dit is alleen om een oogje in het zeil te houden toch?' vroeg ik. 'Ja. Alles duidelijk nu?' vroeg Raven. 'Ja.' antwoordden we in koor. 'Dan is het nu tijd voor het avondeten.' zei Raven terwijl ze zes pizza's tevoorschijn toverde. 'Pizza!' riep de tweeling die tot nu toe nog niks gezegd had. 'Iedereen gaat vanavond vroeg naar bed zodat we morgen goed wakker zijn.' zei Raven nog voor ze de pizza's uitdeelde. Ik knikte instemmend, de rest was enkel gefocust op de pizza's.

Die avond kon ik snel in slaap vallen omdat ik me ditmaal geen zorgen hoefde te maken over een eventuele aanslag.

De volgende ochtend verliep goed tot Raven een wijziging van het plan aankondigde. 'Ik heb er over nagedacht.' begon ze. 'De tweeling, Keir en Ash houden de vier pleinen in de gaten. Alexa en ik maken van de gelegenheid gebruik om in te breken in het paleis.'
'Wat?' bracht ik uit. 'Je weet waarom.' zei ze terwijl ze me aankeek. Ik knikte. Het beviel me niet om terug te gaan naar het paleis maar aan de andere kant zag ik wel een kans. Ergens geloofde ik toch niet helemaal dat de aanslag nooit gebeurd was en dat ik niet bijna geëxecuteerd was. In het paleis zou ik vast en zeker antwoorden vinden. 'We gaan.' zei Raven. Iedereen stond op en begon richting de deur te lopen. Raven bleef bij de deur staan en hield mij tegen, de rest vervolgde hun weg. 'Voor we gaan moet ik je eerst nog een paar dingen vertellen.' zei Raven. 'We moeten zoveel mogelijk mensen vermijden, niemand mag ons zien, begrepen?'
Ik knikte ten teken dat ik het begrepen had. 'Indien ze ons toch zien wil ik dat je zo snel mogelijk wegrent. Als ik mijn gave op ze loslaat en je bent niet ver genoeg dan zal jij ook een angstbeleving krijgen.'
Dat was iets dat ik koste wat kost wilde vermijden, twee keer was genoeg geweest. 'Maar waarom gaan we nou eigenlijk naar het paleis?' vroeg ik, nog steeds niet wetend wat nou eigenlijk het doel was. 'We gaan iets terughalen, iets wat naar ik vernomen heb nu aan jou toebehoort.'
'Wat?' vroeg ik verbaasd. 'De ketting met het oog, oftewel Lunara.' antwoordde Raven vastberaden. Ash had het haar verteld, het kon niet anders. Maar hoe wist ze dat de ketting Lunara heette? Zelfs ik wist dat niet. 'Lunara?' vroeg ik daarom ook verbaasd. 'Ja.' antwoordde Raven zonder er verder op in te gaan. 'Lunara.'

We baanden ons een weg door de menigte, wat nog pittig tegenviel door de drukte, tot we aankwamen bij het paleis. Het zag er precies zo uit als in mijn angstbeleving en ik voelde de rillingen over mijn rug lopen toen ik de plek zag waar ik bijna onthoofd was.

Raven pakte mijn arm en trok me mee naar de zijkant van het paleis. Het was er rustiger en er waren geen wachten. Dat laatste waarschijnlijk omdat er geen deur was, enkel een muur met scherpe punten bovenop. 'Doe je ding.' zei Raven. 'Welk ding?'
'Gebruik je telekinese en til ons over het hek.' Raven zei het alsof ik het volkomen absurd was dat ik dat zelf niet had kunnen verzinnen. 'Juist.' zei ik toen ik me begon te concentreren op Raven. Langzaam begon ze te vliegen en toen ik het eenmaal te pakken had kon ik haar steeds sneller laten gaan. Uiteindelijk stond ze veilig aan de andere kant. Nu mezelf nog. Mezelf optillen was het lastigste gedeelte omdat ik mezelf anders zag dan de objecten om me heen en ik geen vaste grond onder mijn voeten zou hebben.

'Here goes nothing.' zei ik zachtjes tegen mezelf toen ik mezelf langzaam optilde. Mijn voeten kwamen van de grond en bijna verloor ik mijn concentratie weer. Ik deed mijn ogen dicht en probeerde me puur en alleen te concentreren op wat ik voelde en dus niet op wat ik zag. 'Stop!' hoorde ik Raven ineens roepen. 'Wat doe je?' siste ze. Ik opende mijn ogen en zag dat ik aardig hoog vloog. Bijna verloor ik mijn concentratie weer maar ik herstelde me net op tijd en landde aan de andere kant van de muur. 'Probeer uit het zicht te blijven.' zei Raven. Ze liep weg en ik volgde haar. Ze bukte een beetje zodat ze niet volledig in het zicht was en ik besloot haar na te doen. Het eerste wat ik zag was een gigantische tuin. Ik zag rozen, tulpe, blauwe sterren en vooral veel bomen. Er liepen paden maar daar gaan we dus juist niet op lopen. Eenmaal door de gigantische tuin heen gekomen hielden we halt bij een muur. Raven hield haar vinger tegen haar lippen ten teken dat ik stil moest zijn. Ze gluurde om het hoekje en gebaarde toen dat we verder konden lopen.

Er bleek een ingang voor bedienden te zijn die onbewaakt was. Eenmaal binnen ging Raven weer normaal lopen dus deed ik dat ook maar. Ze gluurde geheimzinnig om elk hoekje dat we tegen kwamen en rende dan snel - en geluidloos - door. Nu ik niet op het punt stond om geëxecuteerd te worden, kon ik veel meer genieten van de pracht van het paleis. De marmeren vloeren en de gouden plafonds lieten duidelijk merken dat de koning niet arm was. Ik vond het mooi tot ik me besefte wat al dat geld wel niet zou kunnen doen in Zorgan.

Raven en ik wilden net een hoek om gaan toen we achter ons stemmen hoorden. 'Halt!' riep iemand. We waren gesnapt. Ik herinnerde me wat Raven had gezegd en begon keihard te rennen, weg van de wachten. Ik ving nog net een glimp op van Raven die kwaadaardig naar de wachten keek. Hoe kon ze ook anders? Ze stond immers op het punt om hun ergste nachtmerries realiteit te maken. En blijkbaar genoot ze er nog van ook.

Ik rende een hoek om en botste tegen een wacht aan. Ik keek hem aan. Twee onnatuurlijk blauwe ogen keken me aan. 'Connor?' vroeg ik verbaasd. Connor had ik gezien in mijn angstbeleving. 'Alexa?' vroeg hij net zo verbaasd als mij, tot mijn verbazing. Hij had mij immers nooit gezien, of wel? 'Geen tijd.' zei ik. 'Rennen, nu!'
Ik begon te rennen en hij achtervolgde me. Of dat was omdat hij mij wilde tegenhouden of omdat hij me geloofde wist ik niet.

Ineens stopten de voetstappen achter me, ik zag dat Connor op de grond lag. Waarschijnlijk had Raven hem geraakt. Ik besloot er niet te lang bij stil te staan en verder te rennen. Doordat Connor wel geraakt was en ik niet drong het tot me door dat ik nu op zoek kon gaan naar de ketting. De ketting, bedacht ik me. De ketting had ik nooit kwijt kunnen raken als ik nooit in het paleis was geweest. Als versteend bleef ik staan. Was de aanslag wel gepleegd?

Met al die superrealistische ervaringen die ik kreeg wist ik niet meer wat echt was en wat niet. Mijn hoofd tolde er van. Als de aanslag wel gepleegd was, was Keir dan een moordenaar? En de rest?

Eerst maar eens mijn ketting terugkrijgen, dacht ik. Dan zou ik sterker zijn. Ik liep verder en ging de eerste kamer in die ik tegenkwam. Het bleek een slaapkamer te zijn. Ik doorzocht alle laden, keek onder het bed en waagde het zelfs om tussen het ondergoed te zoeken. Ik vond echter niks. De volgende kamers idem dito. Na verloop van tijd werd ik het een beetje zat. Raven had ik ook nog steeds niet gevonden en Connor was ook spoorloos verdwenen. Ik zuchtte en ging tegen de muur aan zitten.

'Je wist het!' hoorde ik Raven ineens door de gang schreeuwen. Ik rende naar haar toe maar zag haar niet. Ik had ook geen idee waar "je wist het" op sloeg. 'Ik weet niet waar je het over hebt.' antwoordde een mannenstem. Het drong nu tot me door dat het uit een kamer kwam. Snel en geruisloos ging ik naast de deur staan. 'Ach hou toch op met die act, we weten allebei dat je niet de echte koning bent, Bert.' Raven spuugde zijn naam bijna letterlijk uit. Ik snapte er niks van. 'We weten ook allebei dat jij Xerno hebt vermoord, niet ik. Maar in plaats daarvan werd ik beschuldigd van de moord op mijn beste vriendin!' schreeuwde Raven. De koning - of Bert? - zei nog steeds niks. 'Waarom heb je het gedaan?' schreeuwde Raven nu nog harder. 'Ze hoefde niet te sterven!'
'Je weet best waarom. Jou kon ik niet vermoorden, Xerno wel. Je ballingschap van Saffran was precies goed.' zei Bert. 'Helaas werd ik ook verbannen.' voegde hij er zacht aan toe. 'Ik zou zeggen net goed, helaas zit ik nu met je opgescheept en hóé. Dacht je echt dat je kon doen alsof je de koning was zonder dat ik het doorhad?'
'Ik wilde gewoon op je letten.'
'Alsof dat zo goed werkte. Je weet best dat ik achter de rebellenorganisatie zit, of niet soms?' zei Raven duidelijk geïrriteerd. 'Ja.' gaf hij toe. 'Maar ik wilde het niet geloven.'
'Wat liet jou denken dat ik dat niet in me zou hebben?'
'Omdat jij mijn eigen bloed bent.'

Mijn mond viel open. 'Dat ben ik niet.' zei Raven duidelijk ook verbaasd. 'Zaya is mijn zus-' begon Bert, maar Raven kapte hem af. 'Dat is onmogelijk! Als ik een oom had gehad dan zou ze dat vast wel verteld hebben!' schreeuwde ze. 'Niet als ze zich schaamde voor haar broer.'
'Ik zou ook geen broer willen hebben die moordt.' gaf Raven toe. 'En zeker ook geen oom.'
'Weet ik.' zei Bert zacht. 'Mijn naam is ook niet echt Bert.' gaf hij toe. 'O ja? Wat dan wel?' vroeg Raven nog steeds lichtelijk geïrriteerd. 'Zenith.'
Ik gluurde door het sleutelgat en zag dat Raven's ogen wijd openstonden. 'Zenith? Mijn moeder zei dat je dood was.'
'Wat zei ze precies?' vroeg Zenith - Bert - de koning. 'Dat je over je hoogtepunt heen was.' antwoordde Raven. 'Wat een leuk woordgrapje. Ze wilde gewoon niet toegeven wat er echt gebeurde.' zei Zenith kwaadaardig. 'Wat dan?'
'Ik werd slecht, ging me ingeven met duistere praktijken. Xerno was mijn eerste moord voor het geval je het je afvroeg.' zei Zenith lichtelijk geamuseerd. 'Waag het niet haar naam nog één keer te noemen.' zei Raven dreigend. 'Je mag dan wel Zaya's dochter zijn, maar vergelijkingen hebben we zeker wel.'
'Wat bedoel je?'
'O gewoon, de duistere kant.'

Op dat moment kraakte de deur. Raven trok hem snel open en ik keek recht in haar verbaasde gezicht, dat de mijne reflecteerde. 'De ketting.' zei ik enkel. 'Heb je hem gevonden?' vroeg Raven. 'Waar is het?'
Dit keer richtte ik mijn vraag meer naar Zenith. Hij gaf geen antwoord. 'Ik vraag het je nog één keer, waar is de ketting?' vroeg ik dreigend. Nu ik dit allemaal over hem wist kwam hij niet meer zo machtig op me over, zo zou ik hem dus ook niet aanspreken. Raven keek hem nu ook dreigend aan. 'In de schatkamer.' zei Zenith met een zucht. Ik bedacht me nu pas dat dat eigenlijk best logisch was. 'Wat wil je er überhaupt mee? Je weet toch dat alleen Xiqra met de transformatiegave in hun ogen er iets mee kunnen? En dan ook nog op het kleuren gebied. Die zijn best zeldzaam en dus moeilijk te vinden.'
Raven keek me aan. Ik begreep de hint en besloot mijn mond dicht te houden. 'Die vinden we wel.' zei Raven. Ze rende weg en ik volgde haar, de wirwar van het paleis in.

—————
Dit is pas de eerste versie van dit hoofdstuk (meestal zit ik rond de 4-7) dus staat nog volop open voor verbetering! Mocht je rare/onduidelijke dingen tegenkomen laat het me alsjeblieft weten! Spel- en grammaticafouten ook.

Snapt iemand trouwens de woordgrap van Zenith?

Nee?

Zenith betekent hoogtepunt in het Engels🌞

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro