Hoofdstuk 4
Ik opende mijn ogen, een vlaag van herkenning overviel me. Ik bevond me in een spierwitte kamer, bijna exact de kamer die ik in mijn droom, visioen, gezien had.
Wat me echter nog steeds niet duidelijk was geworden de eerste keer was waarom ik me ter observatie in de kamer bevond. 'Hallo?' zei ik. Ik wist dat zich een computerprogramma in de kamer bevond. Tot mijn verbazing kreeg ik geen antwoord. 'Ik weet dat je er bent, computerprogramma.'
Ik realiseerde me hoe dom dat klonk, maar het kon me niet schelen. 'Hallo Alexa.' antwoordde de computer. 'Waarom word ik geobserveerd?' vroeg ik. Ik kreeg geen reactie, ik werd gewoon genegeerd.
Wat me opviel deze keer was dat de kamer er echter uitzag en dat er een bed in stond. De tl-buizen aan het plafond deden me denken aan een zinnetje dat ik ooit ergens gelezen had, "tl-verlichte hel", erg toepasselijk.
Ik realiseerde me dat dit geen visioen was, maar de keiharde werkelijkheid.
Ik besloot op het bed te gaan zitten en te wachten tot er eindelijk iets zou gebeuren. Dat duurde helaas nog best lang en ik verveelde me dood. Ik besloot alles wat ik had geleerd en wat er was veranderd in mijn leven de afgelopen dagen op een rijtje te zetten. Ik kon er echter geen touw aan vastknopen dus liet ik het maar voor wat het was.
'Krrrr.' zei de deur. Een man kwam de kamer binnen, hij droeg een keurig pak en bracht zo wat kleur in de kamer, voor zover zwart een kleur is. 'Alexa Dur neem ik aan?' vroeg hij. 'Het lijkt me dat je dat al weet.' zei ik geïrriteerd. 'Maar natuurlijk, ik wilde gewoon even testen hoe je je zou opstellen tegenover mij.'
Fijn, ik was er dus al ingetrapt. 'Ik wilde graag wat informatie van je weten.' ging de man verder. Ik zei niks. 'Ik weet dat je een Xiqra bent, er zijn genoeg getuigen om dat te bevestigen. Wat ik als eerste wil weten is waar je vandaan komt.'
Ik staarde de man recht aan en keek toen weg. 'Misschien zou het helpen als je je eerst even voorstelt en me vertelt wat ik hier doe. Of beter gezegd als je me gewoon laat gaan.'
'Ik ben Louis Givaren, directeur van Loiren. Wij hebben de opdracht gekregen om uit te zoeken wat Xiqra zijn, waar ze vandaan komen en hoe ze verschillen van mensen.'
'Bespaar je de moeite, ik weet het toch niet. Tot voor kort wist ik niet eens van het bestaan van Xiqra af.' zei ik. Wat mij betrof kon hij me nu laten gaan.
'Interessant. Je beweert dus dat je niet altijd een Xiqra bent geweest of dat je tot voor kort nooit met een Xiqra in aanraking bent geweest? Misschien zelfs wel dat je je pas op latere leeftijd van mensen begon te onderscheiden.'
Ik zuchtte. Typisch dat sommige mensen altijd ergens iets achter zoeken. Maar hij had gelijk, ik was altijd al een Xiqra geweest, ik had me alleen nooit gerealiseerd waarom ik anders was en dat er een naam voor was had me eerlijk gezegd nooit kunnen schelen. 'Dus wat is het?' verbrak Givaren de stilte die was gevallen. 'En waarom zou ik jou dat vertellen? Ik weet niet eens wat je motivatie is om over Xiqra te leren.' zei ik. 'Dat lijkt mij vrij duidelijk, in naam der wetenschap natuurlijk.'
'Wetenschap? Misschien zou je me dan niet als een vreemd wezen moeten behandelen maar als een mens. Als je dit echt in naam van de wetenschap zou doen dan had je mij toestemming moeten vragen om mee te helpen aan het onderzoek.'
Geïrriteerd liep ik naar de deur. 'Goed dan. Alexa Dur, wil je in naam van de wetenschap meehelpen aan dit onderzoek?' vroeg Givaren. Koppig keek ik hem aan. 'Je kunt de deur net zo goed openen want mijn toestemming heb je niet.'
'Het spijt me dan, je zal mee moeten werken, vrijwillig of niet.'
In een flits pakte Givaren een pistool en schoot me in mijn nek. Ik had het moeten zien aankomen, dan had ik het kunnen stoppen met mijn telekinese. Helaas zag ik het niet. Tot mijn opluchting bleek het enkel een verdoofpijltje te zijn, waardoor ik nu compleet verlamd op de grond lag. Zien kon ik echter nog wel, alhoewel ik zou willen dat ik het niet kon. Louis Givaren stapte triomfantelijk over me heen waarna een klik volgde, hij had de kamer verlaten.
Ik had dit anders aan moeten pakken, ik had in moeten stemmen zodat ze me meer vrijheid zouden geven en dan zou ik kunnen ontsnappen. Wat me opviel was dat ze mij als onderzoekssubject hadden gekozen en niet de andere Xiqra die hadden gevochten in de arena of wie weet wat ze nog meer met hen deden. Ik besloot het Givaren te vragen de volgende keer dat ik hem zag, wat waarschijnlijk niet lang meer zou duren.
Uiteindelijk kon ik me weer bewegen, eerst mijn kleine teen tot ik uiteindelijk alles kon bewegen. Ik stond op en liep naar het bed. De kamer was doodsaai en ik vroeg me af hoeveel energie het me zou kosten om de deur uit zijn schanieren te rammen met mijn telekinese. Waarschijnlijk had ik daar de kracht niet voor. Ze wisten immers van mijn telekinese af dus er was een grote kans dat de deur extra zwaar en dik was.
Er zat een raampje in de deur dus ik besloot erdoorheen te kijken. Het eerste dat me opviel was dat er voor zover ik kon zien nog meer deuren met raampjes waren.
Ik schrok toen ik ineens een gezicht achter het raampje voor me zag verschijnen. Het was Ash. Nou was dat niet hetgeen wat me het meest liet schrikken, Ash stond in brand. Het zag er beangstigend uit. 'Wat doe je hier?' riep ik. Ik zag Ash's mond bewegen maar ik hoorde niks, ik nam aan dat hij mij ook niet zou kunnen horen.
Doordat ik Ash's deur kon zien zag ik dat de deur open ging door een pasje langs de zijkant te halen. Ineens kreeg ik een plan, als er een persoon met een pasje langs zou lopen dan zou ik het stelen met mijn telekinese.
Na een kwartier kwam er iemand langs, met tot mijn grote geluk een pasje in haar borstzakje. Ik concentreerde me en haalde het pasje langzaam omhoog, hopend dat ze het niet zou zien. Ze was echter te druk bezig met haar telefoon waardoor ze het niet merkte. Ik liet het pasje naar Ash's deur zweven en opende deze. Gelijk ging er een alarm af en renden er gewapende mensen de gang in. Ash verliet zijn kamer zo snel als mogelijk en stond oog in oog met de wachters. Ik liet het pasje naar me toe zweven maar de deur ging niet open. Ik zat nog steeds vast.
Ik keek naar Ash die vuurballen boven zijn handen liet zweven en ze daarna naar de wachters gooide. Toen begon hij vuur te spuwen. Het werd steeds gekker. Ik was blij dat Ash aan mijn kant stond want binnen de kortste keer stond de gang in lichterlaaie. 'Ash!' riep ik, wetende dat hij me niet kon horen. Ik bonkte op de deur en wist zijn aandacht te trekken. Hij keek me geschrokken aan. Hij pakte het pasje uit de lucht en haalde het door de scanner, de deur ging echter nog steeds niet open. Ik gebaarde naar Ash dat hij moest gaan voor de wachters door de vuurzee heen zouden weten te komen. Hij begreep de hint en rende weg. Ik hoopte maar dat hij terug zou komen, maar ik vertrouwde erop dat hij dat zou doen.
Ik staarde naar de vlammenzee en besloot weer op het bed te gaan zitten. Een koude rilling trok over mijn huid en ik voelde hoe er zich iets op mijn huid bevond. Ik voelde aan mijn nek en bemerkte een koord. Ik trok eraan. Vanonder mijn shirt kwam een steen met een oog erop tevoorschijn. Ik herinnerde me dat toen ik de steen voor het eerst aanraakte, de iris veelkleurig was. Deze keer was hij echter rood. Het herinnerde me aan het feit dat ik mijn oogkleur ook kon veranderen. Aangezien ik niks beters te doen had veranderde ik mijn oogkleur naar rood, het feit dat Loiren het kon zien maakte me niks uit.
Ik hoorde iemand op de deur bonken en dus rende ik er naartoe. Het was Ash. Hij liet me een nieuw pasje zien en haalde deze door de scanner. De deur ging echter nog steeds niet open. Ash legde zijn hand op het glas, ik deed hetzelfde. Tot mijn verbazing ging mijn hand er dwars doorheen en kon ik Ash's huid voelen. Ash keek me verschrikt aan en ik ben er vrij zeker van dat mijn uitdrukking er ook ongeveer zo uitzag. Ik liep tegen de deur aan en ging er zo doorheen. Blijkbaar kon ik meer dan enkel dingen bewegen zonder ze aan te raken. 'Hoe heb je dat gedaan?' vroeg Ash verbaasd. 'Ik heb geen idee, maar laten we maken dat we weg komen.' antwoordde ik.
We begonnen te rennen. 'Heb je de uitgang al gevonden?' vroeg ik. 'Nog niet maar ik weet wel waar hij ongeveer is.' antwoordde Ash. 'Mooi zo.'
'Wat is er eigenlijk met je ogen?' vroeg hij nieuwsgierig. 'Oh niks, ik kan mijn oogkleur veranderen.' zei ik. Ik veranderde mijn oogkleur weer terug naar bruin. 'Dit is mijn normale oogkleur.'
Nadat we de eerste bocht om waren werden we gelijk opgewacht door wachters. Ash gooide gelijk vuurballen naar ze, maar er gebeurde niks. Blijkbaar hadden ze van hun nederlaag geleerd en vuurbestendige pakken aangetrokken. Op mij hadden ze echter niet gerekend. Ik stak mijn armen voor me uit en besloot hun pistolen maar naar me toe te laten zweven. Uiteindelijk had ik tien pistolen op hen gericht, waardoor ze het op een lopen zetten. 'Kijk, ik heb ze niet eens pijn gedaan.' zei ik met een grijns op mijn gezicht. Ash haalde zijn schouders op. 'Kijk niet naar mij, heb je enig idee hoe moeilijk het is om niemand pijn te doen als je je als pyromaan probeert te verdedigen?'
Daar moest ik om lachen, ik mocht Ash wel.
We liepen verder. Elke wachter die we tegenkwamen had een vuurbestendig pak aan en elke keer flikte ik het zelfde kunstje. Tot ik bij een groep wachters kwam die hun pistool aan hun arm hadden vastgebonden, blijkbaar hadden zij van mijn tactiek gehoord. Ik was echter nog steeds niet hulpeloos en dus besloot ik ze gewoon een voor een op te tillen en te laten vallen, misschien kregen ze er een paar blauwe plekken door maar het gaf ons genoeg tijd om hen voorbij te rennen.
Uiteindelijk kwamen we bij een grote deur aan. In mijn overtuiging dat ik door objecten heen kon gaan, rende ik tegen de deur aan. Ik ging er helaas niet doorheen en knalde er keihard tegenaan. Ik draaide me om naar Ash die zo te zien moeite had om zijn lach in te houden. 'Vind je het grappig?' zei ik een beetje geïrriteerd. 'We moeten een andere manier verzinnen om door die deur te komen.'
Ash keek me aan. 'Je kan er immers niet doorheen lopen.'
Ik wist dat hij op mij doelde. Misschien had ik eerst even met mijn hand moeten voelen. Ik keek om me heen. Naast de deur zaten een paar knopjes, helaas niks waar ik iets mee kon. Ik miste de techtwins ook al kende ik ze amper. Zij wisten vast wel wat te doen. Ik keek Ash recht in zijn ogen. Hierdoor dacht ik aan de ketting met het oog en mijn eigen gave. Plotseling kreeg ik een idee. Ik liet Ash de ketting zien, hij keek er verwonderd naar. 'Dit is het artefact dat we gingen stelen. Het oog is rood, net als mijn oogkleur toen ik door de deur heen liep.'
Ik veranderde mijn oogkleur in rood en stak mijn hand uit naar de deur. Mijn hand ging er dwars doorheen. 'Wow dat is slim.' zei Ash. 'Ja, alleen hoe krijgen we jou door de deur?'
'Misschien kan je de deur vanaf de andere kant openen?'
Een klik weergalmde door de ruimte. Het volgende dat er gebeurde was dat er een gas de kamer in werd gespoten. Ik rende door de deur heen, Ash achterlatend. Als een gek begon ik naar een opening te zoeken maar kon er geen vinden. Ik stak mijn hoofd door de deur en zag Ash op de grond liggen, omringd door gas. Ik trok mijn hoofd snel weer terug.
Denk Alexa, denk, dacht ik. Waarschijnlijk was er een verborgen paneel in de muur. Ik veranderde mijn oogkleur weer terug en begon op de muren te bonken. Aanvankelijk gebeurde er niks, tot er een klein stukje in de muur verschoof. Ik duwde het stukje opzij tot er een knopje zichtbaar werd. Ik drukte er op zonder me af te vragen of het eigenlijk wel voor de deur diende. Dit bleek gelukkig zo te zijn, de deur ging open. Ik rende door de deur, dit keer niet letterlijk, en pakte Ash's arm vast. Ik was niet sterk en had geen zin om hem de hele tijd mee te slepen dus ik besloot hem te laten zweven met mijn telekinese. Op die manier kostte het me immers minder kracht.
Aan het einde van de gang waar de deur op uitkwam bleek een andere deur te zijn, die tot mijn verbazing een deurklink had en ook nog eens open bleek te gaan. De andere kant van de deur bleek de buitenwereld te zijn. Toen de eerste zonnestralen op mijn huid vielen moest ik lachen, ik was eindelijk weer vrij. Ik begon te rennen, met Ash al zwevend achter me aan. Ik bevond me op een bergtop die best hoog was. Ik keek achter me en zag dat het gebouw waar ik net uit kwam gebouwd was in de berg. Op de bergtop stonden allerlei futuristische apparaten. Ik kreeg de indruk dat ze het heelal bestudeerden, maar wat dat met mij te maken had? Geen idee.
Ash werd wakker en keek me slaperig aan. Toen gaf hij me een verbaasde blik en daarna schrok hij. 'Waarom vlieg ik?' riep hij verbaasd. 'Ik vroeg me al af wanneer het kwartje zou vallen.' zei ik met een grijns. 'Zet me neer!' riep Ash. 'Zoals je wilt.'
Ik liet mijn hand zakken en Ash viel op de grond. 'Hé je had me op z'n minst zachtjes neer kunnen zetten.' zei Ash verontwaardigd. 'Oeps niet aan gedacht.' zei ik met een lach. 'Tuurlijk niet.'
We vervolgden onze weg. Het landschap was eigenlijk best mooi, er waren velden met bloemen en grasweiden. Ik vroeg me af hoe er hier zoveel natuur kon zijn terwijl er in Zorgan amper genoeg water voor de mensen zelf was.
'Hoe ver is het nog? Ik wil niet meer.' hoorde ik Ash klagen. Hij was een heel ander persoon dan de Ash die ik ontmoet had toen ik aankwam in Norgan. Waarschijnlijk had hij eerst even aan mij moeten wennen.
Vanaf de berg hadden we een prachtig uitzicht, helaas was er geen beschaving te bekennen, slechts puur natuur. 'Zeg Ash, hoe ben jij eigenlijk terechtgekomen bij Loiren?' vroeg ik nieuwsgierig. 'Nadat jij het signaal had gegeven dat je het sieraad gevonden had, wilde ik zo snel mogelijk naar je toe. Toen ik eenmaal aangekomen was zag ik dat de hele kamer vol stond met bewakers en dat jij op de grond lag. Ik probeerde langs de bewakers te komen maar dit lukte niet en aangezien ik wist dat mijn verdovingspistolen niet zouden werken tegen zoveel bewakers besloot ik mezelf in brand te steken om zo langs hen te komen.'
Hij zei het alsof jezelf in brand steken de normaalste zaak van de wereld was. 'En toen ik eenmaal bij je was realiseerde ik me dat ik je niet vast kon pakken terwijl ik in brand stond dus doofde ik het vuur en tilde je op. Hierdoor was ik echter kwetsbaar en kon ik de verdovingspijltjes niet ontwijken.'
'Dankje dat je me probeerde te redden, ook al betekende dat dat je jezelf prijs moest geven.' zei ik. 'Graag gedaan prinses.'
'Hé wat bedoel je daar nou weer mee?'
'Gewoon een bijnaam sinds je het leuk vindt om zo vaak flauw te vallen, net zoals Doornroosje, gelukkig wordt jij wat eerder wakker over het algemeen.' zei Ash met een grijns. 'Haha grappig hoor en wat bedoel je nou weer met over het algemeen? Ik slaap echt geen honderd jaar als je dat soms dacht!'
'Het zal wel. Ik ga je toch echt zo noemen, of je het nou leuk vindt of niet, je zit er aan vast.'
'Oké dan, wacht maar tot ik een bijnaam voor jou verzin die nog veel erger is.' zei ik met een grijns. 'Prima, prinses.'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro