Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 4

Ik voel de pijn. De pijn aan mijn linkerbeen. Of is het mijn rechterbeen? 

Ik wil niet bewegen. Dat kan niet. Ik weet niet wat er gebeurd. Ik kan mijn ogen niet open doen. 

Het voelt alsof ik niet in de echte wereld ben. Waar ben ik dan wel? In de hemel? 

Ik kan amper ademen. Mijn keel zit vast. 

Langzaam begin ik te beseffen wat er gebeurd is. 

Ik voel het. Oh, ik voel het. Ik zit in de auto. 

Nog steeds in de auto. Ik leef nog. 

Mijn hand glijdt langzaam over het stof van de auto. Ik kan me het langzaam weer herinneren. 

Ik open met moeite mijn ogen en als ik dat gedaan heb, doet het pijn. Ik knipper even tegen het licht, en dan valt alles op zijn plaats. 

Ik zit in de auto. Er is een boom op de auto gevallen. Ik ben gewond. Ik voel de pijn. 

Ik heb een wonde aan mijn linkerbeen. Ja, het is mijn linker been. 

Ik kijk om me heen en zie eerst het hoofd van mijn vader, die slap opzij hangt. Hij kan toch niet dood zijn? Nee toch? 

Ik slik even en verslik me bijna. 

Ik haal diep adem, maar ook dat lukt moeilijk. 

Links van me zit Emily, die half op mijn schoot ligt. Ze hangt vast aan haar gordel en het lukt me om haar los te klikken. 

Daarna valt ze helemaal op mijn schoot en ik heb het gevoel dat ze bewusteloos is. Misschien waren we allemaal bewusteloos. 

Van de klap. Van de boom. 

En -oh- ik kan me opeens de andere auto herinneren. Die witte, kleine auto die ons de weg versperde en waardoor wij niet verder konden rijden. 

En waardoor die boom op de auto viel. 

Ik wil alles op een rijtje zetten en kijk de auto weer rond, waarna ik weer bijna bewusteloos val van wat ik zie. 

Dit kan toch niet? Dit kan toch niet waar zijn? 

Ik krijg tranen in mijn ogen. 

'Oh, oma. Neehee', jammer ik. Mijn stem klinkt hees en ik slik even moeilijk. 

De tranen stromen over mijn wangen. 

Van de shock. Van het beeld. Van alles wat er zojuist gebeurd is! 

Ik snik het uit en maak vreemde, trieste geluidjes van verdriet. Alles lijkt weer ingewikkeld te zijn en mijn hoofd wordt zwaar. 

Het mag niet! Waarom, waarom in godsnaam?!

'Lilia. Lilia, luister naar me.' Ik voel een hand aan mijn arm schudden. 

'Lilia?' Ik kijk in de ogen van mijn vader. 'We moeten hier zo snel mogelijk weg. Het gevaar is nog niet voorbij.' 

Ik knipper met mijn ogen om alles weer helder te krijgen. Wat is er gebeurd? 

Ik zie mijn vader die Emily vast heeft. 

'Kom, we moeten snel zijn.' 

Ik voel de opgedroogde tranen op mijn wangen. Heb ik gehuild? 

Ja, dat moet wel. Het schiet me weer te binnen en ik kan me alles weer herinneren. 

Daarstraks was ik bewusteloos. Ik werd weer wakker, daarna zag ik dat vader en Emily bewusteloos lagen. En Emily lag half op mijn schoot en -oh- daarna heb ik haar gordel los gemaakt. 

En daarna... Ik denk weer aan het beeld van oma en dwing mezelf om niet naar links te kijken. 'Ze is dood hè?' vraag ik met een stille, trillende stem. 

Mijn vader knikt, ik kan zijn verdriet in zijn ogen zien. Ik slik even. 

De pijn in mijn been komt terug en doet nu meer pijn dan ervoor. 

'Mijn been zit vast, ik kan niet weg', zeg ik met een angstige ondertoon. 

Hij richt even een blik op mijn been en kijkt dan bedenkelijk weer terug. Het eerste wat hij doet is Emily op de grond zetten en daarna kruipt hij in de auto rukt dan aan mijn been. 

Ik schreeuw even van de pijn, maar daarna is mijn been al bevrijd. Ik heb een raar gevoel aan mijn been en als ik me wil verschuiven, merk ik dat het me moeite gaat kosten om me te verplaatsen. 

De wonde is ongeveer zo groot als mijn hand, met de rode plekken inbegrepen. Ik gok dat het niet zo diep is, maar hoe langer ik ernaar staar, hoe meer hoofdpijn ik krijg. 

Ik wend mijn hoofd af en hink uit de auto. Mijn vader neemt Emily weer op. 

'We gaan een auto zoeken. Ik wil hier zo snel mogelijk weg, voor er weer een beving komt.' 

Ik volg hem half hinkend naar een andere auto, waar hij de deuren met een ruk kan opentrekken. 

Het is even wennen om zo weer te stappen, maar na een tijdje gaat het weer. Ik kruip in de auto, maak ook Emily vast en trek haar dichter tegen me aan. 

Ik weet dat ze niet meer bewusteloos is, want ze houdt zich bang vast aan me. 

Ik leg mijn arm beschermend over haar heen. De auto rijdt er weer met een hoge snelheid vandoor, waarna we al snel in een iets minder drukkere stad komen.

We rijden over allerlei hobbels en kleine scheuren in de baan en moeten soms snel naar de andere kant van de baan rijden vanwege de scheuren. 

Ik kijk ondertussen een paar keer naar de voorbijgaande huizen. Al die mensen zitten nu thuis, terwijl ze hun dood naderbij zien komen. 

Ze zitten met hun gezin samen en ineengedoken, om dan angstig hun laatste momenten te beleven.

Als er hier tenminste nog overlevenden zijn. De meeste van de huizen zijn allemaal al ingestort.

Ik draai me weg, naar de andere kant. Ik wil er niet meer over na denken.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro