Hoofdstuk 20
Na het gesprek met de moeder ga ik terug naar het tafeltje waar ik aan zat.
Al meteen merk ik dat ik dorst begin te krijgen, en ik besluit om maar eens naar de bar te gaan om wat te gaan drinken.
Ik loop naar de bar, die een eindje verderop staat.
Als ik er aankom, zie ik dat er een paar mensen op de barkrukken zitten en er ook een paar bedienden zijn die de bestellingen geven aan de mensen die wat gevraagd hadden.
Ik ga aan de bar staan waar een paar krukjes een beetje uit elkaar staan, zodat ik er makkelijk tussen kan staan.
Ik krijg weer flashbacks van toen ik voor het eerst naar een feestje ging met mijn vrienden en dat ik toen ook wat ging vragen aan de barman om wat te drinken.
Dit keer is het wel een beetje anders.
Ik blijf een paar seconden staan, als er een barman op me af komt.
'Goede avond, juffrouw. Wat wilt u drinken?'
De man is al aan de iets oudere kant en heeft een korte baard die al bijna helemaal grijs is geworden. Hetzelfde geldt voor zijn haar.
'Ehm, een watertje graag', antwoord ik.
'Komt eraan', lacht de man.
Na een paar minuutjes te hebben gewacht, komt de man terug met een glas water.
'Alsjeblieft', zegt de man, waarop ik hem bedank.
Ik dacht om terug te gaan naar het tafeltje waar ik aan zat, maar bedenk me daarna dat het geen goed idee zou zijn, omdat het glas redelijk vol zit en ik toch gegarandeerd zou morsen, mezelf kennende.
En dus blijf ik even aan de bar staan terwijl ik van mijn heerlijk verkoelende water drink.
'Is het water een beetje lekker?' vraagt de barman opeens.
Een beetje verbaasd kijk ik naar hem. Ik onderzoek zijn blik op een spoor of dat het een belediging zou kunnen zijn.
Water op een feest is niet bepaald zo 'feestelijk' en dat besef ik nu ook wel, toen hij die vraag stelde.
En wat dan? Ik had gewoon zin in water.
'Ehm ja, tuurlijk', antwoord ik, nog steeds onzeker.
De man lacht, maar niet als uitlachen.
Het was gewoon een echte vraag, geen beledigende vraag, besef ik.
'Het is nog rustig nu. Ik denk dat er tegen de latere avond meer mensen zullen komen.'
Ik knik alleen maar, verbaasd vanwege het feit dat die man tegen mij begon te babbelen, over iets wat me eigenlijk niets kon interesseren.
Of was het niet specifiek tegen mij, maar eerder tegen zichzelf?
'Weet je, vroeger, toen we nog allemaal op Aarde leefden, werkte ik nog in een echt café.'
De man lachte toen hij het zei en nu wist ik zeker dat hij het tegen mij had.
'Oh, wat was het leven toen anders. En ik lieg niet als ik zeg dat ik het wel een beetje mis.'
De man leek in gedachten te zijn verzonken en staarde naar een plek achter mij die ik niet kon zien.
Het duurde maar even, want daarna was hij weer terug en keek hij me met een opgetrokken wenkbrauw aan.
Fronsend kijk ik hem aan terwijl ik me af vraag of het niet gewoon normaal is dat een barman eens een praatje maakt tegen zijn klanten.
Ik ben nog maar één keer naar een feestje geweest, dus waarom zou het nu zo vreemd zijn?
Misschien is het wel doodnormaal.
'Ja', zeg ik als ik mijn glas neer zet. 'Het leven is helemaal anders nu.' Ik glimlach om mijn reactie niet meer verbaasd over te laten komen.
'Zeker dat', reageert de man en hij lacht terug.
Een paar seconden is het weer stil, maar daarna zet de man het gesprek weer in gang.
'Al is dit leven ook niet mis. Het is zeker anders dan vroeger, maar zo slecht vind ik het ook niet. Ik vind het dan natuurlijk ook leuk om met mensen te babbelen als ze langskomen', zegt hij met iets wat leek op een knipoog.
Ik glimlach en wil juist iets zeggen uit beleefdheid, als er iemand anders naast me komt staan.
De barman focust zich nu op de nieuwe klant en vraagt wat hij moet drinken.
Ik kijk naast me om te zien wie het is, en als hij zijn hoofd draait om naar mij te kijken, trekt mijn maag zich samen van schrik.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro