Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 3

'Zag je hoe ze die basketbal probeerde te laten stuiteren?'

Ik sta meteen op scherp bij het horen van Chayennes stem. Ik versnel mijn pas richting het lokaal voor de volgende les, in de hoop om zoveel afstand tussen mij en de spottende woorden te creëren dat ik ze niet meer kan horen. Helaas blijven Chayenne en haar vriendinnen binnen gehoorafstand.

'Het zag er echt niet uit. Elke keer stuiterde dat ding op de neus van haar schoen, waarop de basketbal door de zaal rolde. Echt hoor, na een paar keer heb je dat toch wel door?' zegt Gabriëlla lachend.

'Auria duidelijk niet. Misschien is ze daarom niet uitgekozen door De Elite. Ze is gewoon te dom.' Hildes woorden komen hard aan. Ik krimp ineen alsof ik zojuist echt fysiek ben geraakt door een basketbal. Het verbaasd me dat ze me tijdens de gymles zelf verder met rust hebben gelaten en dat ze niet 'per ongeluk' de basketbal in mijn buik gooiden.

Ik verstijf als Gabriëlla opeens naast me komt lopen en een arm om me heen slaat. Haar lichaamswarmte brandt dwars door het donkerblauwe jasje en de witte blouse van mijn schooluniform heen. 'Het is niet erg, hoor Auria. Gewoon blijven oefenen.' Lachend lopen de drie het lokaal in. Mijn hart gaat als een bezetene te keer. Het lijkt wel alsof het net zo graag uit mijn borstkas zou willen ontsnappen als ik uit deze school. Ik probeer mijn hartslag weer onder controle te krijgen door diep adem te halen. Zo erg was het niet. Ze deden niks. Je stelt je gewoon aan.


Meneer Schmidt vouwt zijn handen achter zijn rug en loopt door het lege lokaal. Dat er geen tafels of stoelen staan, kan haast maar één ding betekenen.

'Vandaag gaan we de Adoptie oefenen.' Met die simpele bevestiging van wat ik al dacht laat meneer Schmidt me van top tot teen trillen. Ik kan dit niet. Adoptie wil zeggen dat je je ziel verstrengelt met een andere ziel, iets waar ik al mijn hele leven naar snak, maar dat is alleen zodat ik niet meer naar school hoef. De adoptie zelf vind ik vreselijk eng. Waar andere kinderen ontzettend benauwd zijn om een tipsalto te maken tijdens gym, ben ik bang voor de adoptie. Bij alle andere leerlingen lijkt de adoptie altijd als vanzelf te gaan, maar bij mij gaat er altijd weer iets mis. Laatst knalde ik keihard tegen het lichaam van degene waarop we oefenden. Hoewel de studieboeken de adoptie beschrijven als 'een simpel proces waarbij de Zielverstrengelaar door het lichaam van de geadopteerde heen beweegt en zijn ziel verstrengelt met de ziel van de geadopteerde' en alle andere leerlingen van de school beweren dat door het lichaam heen komen net zo makkelijk is als door water heen zwemmen, namelijk 'met enige moeite maar zeker niet lastig', lijkt bij mij het lichaam een ondoordringbare muur van steen te zijn. Ik kom er nooit doorheen.

'Het is belangrijk dat je je hoofd leeg maakt tijdens de adoptie en dat je rustig bent.' De blik van de docent blijft zo lang op mij rusten dat ik me bijna veroordeeld voel. Ik adem diep in en probeer mijn zenuwen onder controle te krijgen. Angst maakt de adoptie alleen maar moeilijker en als de adoptie moeilijker wordt, wordt de angst groter. Ik moet koste wat het kost voorkomen dat ik in die vicieuze cirkel beland. Dan gaat het geheid mis. Rustig blijven, Auria, zeg ik tegen mezelf. Adem diep in en weer uit. Ik neem een paar ademteugen en weet mijn versnelde hartslag wat te doen dalen. Ik word al wat rustiger, maar die rust wordt bruut verstoord door de dwingende stem van meneer Schmidt: 'Auria.'

Ik sper mijn ogen wijd open. 'Ja, meneer?' piep ik zacht, ook al weet ik wat hij van me wil.

'Jij mag als eerst. Wie wil de geadopteerde zijn?' Meneer Schmidt kijkt de klas afwachtend aan. Ongemakkelijk wacht ik af, wetend dat niemand zijn hand op gaat steken, niet voor mij. 'Kom op, niet allemaal tegelijk.'

Chayenne fluistert iets tegen Gabriëlla die begint te giechelen. Voor de rest blijft het muisstil in het lokaal.

'Chayenne, aangezien je duidelijk niet bij de les bent, mag jij de geadopteerde zijn.' Meneer Schmidt kijkt haar doordringend aan. Mijn keel wordt dichtgeschroefd. Nee, niet Chayenne. Iedereen behalve zij. Ik heb het lef niet om die woorden uit te spreken dus ik zet vertwijfeld een paar stappen naar voren. 'Kom op, niet zo verlegen dames', spoort meneer Schmidt ons aan. Ik probeer mijn hoofd leeg te maken, maar in plaats daarvan razen er allerlei gedachtes door mijn hoofd. Wat als Chayenne me expres tegen gaat houden? Is dat überhaupt mogelijk? Wat als meneer Schmidt voor één keer niet zo dwingend zou zijn, zou het me dan wel lukken om me te verstrengelen met een andere ziel? Ik ga tegenover Chayenne staan terwijl ik steeds meer het gevoel krijgt dat er op dit moment een complot tegen me gesmeed wordt. Chayenne heeft vast al een gemeen trucje klaar. Ik voel het.

Ik sluit mijn ogen en dwing mezelf om leegte in mijn hoofd te creëren. Hoewel ik mijn longen met zoveel zuurstof vul als maar kan, voelt het alsof ik ga stikken. Rustig blijven, zeg ik in gedachten tegen mezelf. Het komt goed. Het komt allemaal goed. Gewoon diep ademhalen en kalm blijven. Mijn hart begint langzamer te kloppen. Op dat moment laat ik mijn lichaam stukje bij beetje los, als een touwtje aan je T-shirt waar je aan trekt totdat deze losschiet. Eerst verlies ik het gevoel in mijn ledematen, dan ook in mijn hoofd, nek en schouders. Ik voel het vreemde gevoel in mijn buik – iets tussen zenuwen en enthousiasme in – dat me vertelt dat ik klaar ben om mijn lichaam te verlaten. Mijn hart begint weer ongecontroleerd snel te razen als ik voel dat ik nog maar aan een flinterdun koordje vastzit.

Langzaam voel ik me naar boven stijgen, alsof de zwaartekracht opeens is weggevallen. Dit is niet wat er hoort te gebeuren! Met alle kracht probeer ik weer terug te gaan naar mijn eigen lichaam, maar het werkt hetzelfde als van de hoogste waterglijbaan af willen en je op het laatste moment bedenken: je hebt al losgelaten en de stroming dreigt je mee te trekken. Krampachtig klamp ik me aan het dunne draadje vast. Ik moet weer naar beneden. Dat moet! Paniekerig begin ik om me heen te spartelen.

Het lijkt wel alsof er een storm in mijn ziel woedt; pure paniek raast er als een harde wind doorheen en de angst overvalt me als een plotselinge regenbui op een warme zomermiddag.

Ik kan niet ademen. Ik krijg geen lucht! Mijn ziel manoeuvreert zich in de raarste vormen en ik heb er geen controle meer over. Ik word misselijk van de vele draaiingen en het wordt mistig in mijn hoofd. Mijn lievelingskleur is opeens zomer en mijn favoriete dier is schilderen. Het voelt hetzelfde als vlak voordat je in slaap valt: je bent nog helder genoeg om te beseffen dat je zinnen niet kloppen, maar toch klinkt het logisch. Wat gebeurt er eigenlijk als mijn ziel lichaamsloos rond blijft dwalen? Ben ik dan voor altijd verloren? Niemand die me kan helpen, niemand die me hoort. Zou ik voor eeuwig als een geest ronddwalen, gevangen tussen de koude, stenen muren van Het Periculum? En dat helemaal alleen. Alleen...

Op dat moment word ik opeens terug geslingerd in mijn eigen lichaam, maar het voelt alsof iets me ervan weerhoud om op te staan. In blinde paniek begin ik te schreeuwen en met alle kracht die ik in me heb, sla ik tegen het onzichtbare omhulsel. Iedereen kijkt me vol angst en medelijden aan. Zelfs Chayenne lijkt geschokt. Het feit dat iedereen me kan zien liggen, doet me twijfelen of het omhulsel er wel daadwerkelijk is of dat het mijn eigen hersenspinsels zijn die mij dingen laten zien die er niet zijn, dat de enige gevangenis waar ik momenteel in de val zit, mijn eigen inbeelding is.

Meneer Schmidt kijkt me afwachtend aan. Hij bestudeert mijn bewegingen aandachtig en neemt mijn noodkreten in zich op. Ik verwacht dat hij op elk moment een notitieblokje tevoorschijn kan halen om aantekeningen te maken en deze gebeurtenis uitgebreid te beschrijven. Waarom staat hij daar maar? Waarom helpt hij me niet? Ik voel me voor de zoveelste keer in mijn leven vreselijk alleen en de angst dat het voor altijd zo zal blijven slaat me om het hart.

En dan, net zo plots als de gevangenis gekomen is, is die ook weer verdwenen. Ik krabbel overeind en ren het lokaal uit, richting de trap naar beneden. Lucht. Ik heb frisse lucht nodig. De gang draait zo hevig, Villa Volta is er niks bij. Ik ben nog niet eens halverwege de trap of mijn maag draait zich om. Het braaksel baant zich met veel geweld een weg naar buiten. Ik strompel de trap weer op en grijp me vast aan de trapleuning als ik over de treden struikel. Nu pas merk ik hoe uitgeput ik eigenlijk ben. Ik laat me door mijn benen zakken, snakkend naar adem. Zwarte vlekken verschijnen voor mijn ogen en sterretjes dansen op en neer. Doodmoe laat ik mijn hoofd op de koude stenen rusten. Ik voel mijn oogleden steeds zwaarder worden. Aan het einde van de gang staat iemand, zijn lichaam verborgen in de schaduwen van het kille schoolgebouw, maar de twee pikzwarte ogen die naar me staren ontgaan me niet. Het is het laatste wat ik zie voordat de duisternis me opslokt.


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro