Hoofdstuk 7
We lopen mee met de Meerclankatten. Als we het kamp in lopen zie ik dat het heel anders is dan ons kamp. Veel meer open en een eilandje. Er loopt een klein riviertje om heen. Maar je kunt er gerust over springen. Het kamp is ook vol met riet. Esdoorn roept Rietster. En ze komt er aan. Wat is er vraagt ze verbaast wanneer ze ons ziet. Zij waren op ons gebied zegt Vispels. Wij moeten iets aan Varenvacht vragen zeg ik er nog snel tussendoor. Ik geloof jullie zegt Rietster. Esdoorn ga jij met hun mee naar Varenvacht? Dat is goed antwoord hij. We lopen het kamp rond met Esdoorn voorop. Ik zie dat meer en meer katten uit hun hollen komen om te kijken wat er gebeurd is. Uiteindelijk komen we aan bij een groot hol waar een beetje water langs door loopt. Varenvacht. Roept Esdoorn. Een mooie lapjespoes komt uit het hol. Wat is er vraagt ze verbaast als ze ons ziet. Zij moesten iets komen vragen van Pluisstaart. Ah oké maar kon Pluisstaart niet zelf komen om dat te vragen. Nee zeg ik. Hij heeft een beetje last van zijn poten. Ah zegt ze nu medelevend wat kan ik voor jullie doen. Wij moesten vragen of jij nog wat papaverzaad had want het onze is op. Ja ik heb nog wel wat. Kersenpoot haal eens wat papaverzaden uit de verzameling. Nu pas zie ik de leerlingmedicijnkat vanachter in het hol staan. Ze komt naar voor en laat een pakje voor mijn poten vallen. Was dat alles vraagt ze. Ja zeggen we. Hartelijk bedankt Varenvacht,Kersenpoot. We lopen het kamp uit. We trippelen de berg af en laten het Meerclankamp ver achter ons. Voor we de grens over steken ruik ik nog eens of alles veilig is. Dat is het dus we lopen de grens over. Als we in het kamp aankomen. Loopt Regenstreep snel op ons af. En waar hebben jullie gezeten vraagt hij streng. Vosster heeft al een zoekpatrouille opgesteld die nu naar jullie opzoek is. Hij slaakt een zucht en kijkt ons opgelucht aan. Ik kan niet boos blijven. Ik ben blij dat jullie terug zijn. Dankjewel Regenstreep. Als hij wegloopt ga ik naar Pluisstaart's hol. Kom je vraag ik aan Lichtpoot en ze loopt achter me aan. We komen het hol binnen en ik zie dat Pluisstaart druk bezig is. Hij ziet ons niet dus ik kuch even. Hij kijkt op. We hebben een beetje papaverzaad voor jou. Zegt Lichtpoot. Zijn jullie daarom zo lang weg geweest hebben jullie kruiden gezocht. Oh wacht wat is er met jou gebeurd. Vraagt hij ineens bezorgt. Ik kijk niet begrijpend naar Lichtpoot. Ik schrik. Ik zie nu pas dat ze een grote beet op haar schouder heeft. Hoe is dat gebeurd vraagt Pluisstaart. Bij een rattenaanval zegt ze en ze kijkt me aan met een gepijnigd gezicht. Ze moet echt pijn hebben gehad. Het ziet er ook pijnlijk uit. Ga maar snel op een mosbed liggen dan verzorg ik je. Ze gaat liggen en Pluisstaart pakt de papaverzaden van mij over en nog wat andere kruiden. Dan valt mijn oog op Appelkit ze is nog altijd bewusteloos. Maar ik zie haar borstje lichtjes op en neer gaan. Ik sta een tijdje toe te kijken en heb dan door dat ik meer in de weg sta dan help. Ik ga in mijn eigen mosbed liggen en val in slaap. Een tijdje later word ik wakker. Ik zie dat het bijna donker is. Ik loop naar de prooihoop. Maar nog voor dat ik er ben hoor ik het geroep van Pluisstaart achter me. Ze is wakker, ze is wakker. Roept hij.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro