Hoofdstuk 12
Als ik aankom zie ik Lichtveder tegen Mistklauw en Blauwpoot vechten. Aan onze kant van de grens. Ze hebben dus de grens overgestoken. Ze heeft een gescheurd oor en ik zie dat ze het niet lang meer gaat volhouden. Ik loop naar voren en stort me op Blauwpoot. Ik sta op hem en krab zijn buik open. Ik voel het warme bloed over mijn klauwen stromen. Ik zie dat hij tegenstribbelt en ga van hem af. Hij rent bang terug de grens over. Ik kijk rond en zie Lichtveder nog altijd met Mistklauw vechten maar ze ziet er al wat beter uit. Ik denk zelfs dat ze aan de winnende kant staat. Ik kijk rond en zie hem daar staan met een arrogante blik. Ik loop op hem af. Hij kijkt nog steeds hetzelfde. Wat is er Distelstaart zeg ik boos. Je had niet moeten komen Sneeuwstorm. Nu gaan er niet één maar twee levens verloren van de Zandclan. Waag het te zeggen dat ik of iemand anders dood gaat, schreeuw ik terwijl ik op hem af spring. Ik maak een grote sprong met als gedacht op zijn rug terecht te komen. Maar helaas zet hij een stap opzij waardoor ik op de grond terecht kom. Hij beukt met zijn kop in mijn zij en ik val om. Ik voel zijn klauwen over mijn neus gaan en ik wil het uitschreeuwen van de pijn. In plaats daarvan sta ik snel recht en kijk hem aan. Deze keer wacht ik tot hij de aanval doet. Hij komt op mij afgelopen maar ik loop onder zijn poten door en haal hem onderuit. Ik bijt in zijn staart en zie dat Lichtveder naar mij kijkt. Dat was een grote fout van haar want nu wordt ze onderuit geslagen. Ik schrik maar zie haar niet meer bewegen. Mistklauw kijkt triomfantelijk. Ze loopt naar mij toe. Maar Distelstaart houdt haar tegen. Hij rukt zijn staart los en springt op me hij bijt in mijn schouder en ik begeef het. Hij staat over mij en brengt zijn tanden langzaam naar mijn keel. Net voor dat hij mij raakt hoor ik iets. Ik hoor een kat voor de Zandclan roepen en het gewicht gaat plots van mij af. Ik wil op staan maar zak door mijn poten. En ik word rustig bewusteloos.
*even later*
Ik wordt terug wakker en zie allemaal vechtende katten rond mij heen. Net langs mij zie ik Roospels met Zuiverschaduw vechten. Een krijger van de Moerasclan. Ik probeer op te staan. Het lukt. Ik spring op Zuiverhart en krab zijn rug open. Ik ga van hem af en ik zie dat Roospels hem een kopstoot geeft. Hij loopt weg. Maar al te goed denk ik. Ik kijk om me heen en zie Ravenklauw onder Doornpels liggen. Ze krabt zijn buik open en gaat met haar tanden op zijn keel af. Ik sprint er naar toe en duw Doornpels opzij. Ze kijkt verward om zich heen en ziet mij dan staan. Ze loopt op mij af en springt. Helaas voor haar springt ze over me heen. Ik draai me razendsnel om en bijt in zijn schouder. Ze jankt en ik laat haar los. Dan Rent ze de weg over. Ik zie dat Ravenklauw een grote snee in zijn flank heeft en stuur hem naar Pluissaart. Ik had net gezien dat hij achter een struik onze gewonden was aan het helpen. Ik kijk nogmaals om me heen en dan gaat er een pijnscheut door mijn voet. Ik kijk achterom en zie daar een krijger staan die ik niet ken. Al rond hinkend probeer ik hem van me af te schudden maar het lukt niet. Ineens gaat hij van me af en ik zie dat Regenstreep hem aan het bijten is. Het lijkt goed te gaan dus ga ik naar iemand opzoek om te helpen. Ik zie heel erg ver weg Vosster onder Distelstaart liggen. Ik loop naar hun toe om haar te helpen. Maar ik ben te laat. Ik zie hem naar haar keel toe gaan en hij bijt. Hij roept: iedereen terug trekken en alle katten gaan de grens terug over. Ik sprint naar Vosster maar die blijft onbeweeglijk liggen. Ze verliest nu een leven zegt Pluisstaart.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro