Hoofdstuk 10
Extra lang hoofdstukje. Ik hoop dat jullie het niet erg vinden.
We lopen door het bos met onze leerlingen. . Vanaf hier laten we jullie alleen zeg ik. Jullie moeten wel zien dat jullie niet naar de zelfde richting gaan dus spreek iets af. Ik ga naar de Moerasclan grens zegt Crémepoot snel. Oké dan ga ik eu even denken. Dan ga ik naar de grote eik zegt Lichtpoot. Ik vond het een goede keuze want in de grote eik zat het altijd vol met eekhoorns die opzoek zijn naar eikels. Oké zegt Druppelstaart. Om zonhoog zijn jullie terug hier. Dan kunnen we samen de prooi gaan halen. Vertrek maar. Lichtpoot en Crémepoot springen allebij een andere kant uit en sprinten weg. Ik kijk naar Druppelstaart en hij knikt. Dan lopen wij ook elk een andere richting uit. Ik volg Lichtpoot haar geur en kom al snel bij een prooigeur. Hier heeft ze een spitsmuis gevangen. Ik loop verder achter haar geur aan en onderweg heb ik geroken dat ze nog twee gewone muizen heeft gevangen. Dat is eigenlijk nog niet veel en ik ben bang dat ze misschien niet gaat slagen. Ineens zie ik haar en ik verstop me snel achter een struikje. Ze sluipt op een vogel af en ik zet nog een stap dichterbij om het beter te kunnen zien. Oh nee ik ben op een takje gaan staan en dat knapt nu. De vogel schrikt en vliegt weg. Lichtpoot kijkt verward om zich heen en loopt dan naar het struikje waar ik achter zit. Hé zegt ze. Niet leuk ik had hem bijna te pakken. Ja sorry zeg ik. Wacht wat waarom zit ik me te verontschuldigen bij mijn leerling. Jij mocht helemaal niet met me praten. Ga nu weg anders zeg ik dit tegen Vosster en dan word je zeker geen krijger als je niet luistert naar je mentor. Ze loopt beteuterd weg en gaat opzoek naar een nieuwe prooi. Uiteindelijk ga ik terug achter haar aan. Maar ik let deze keer wel beter op waar ik mijn poten neer zet. Ik loop haar geurspoor achterna en zie dat de geur bij de Meerclangrens stopt. Ik zie haar daar staan en ze kijkt fel om zich heen met haar neus in de lucht. Pas daarna zie ik dat ze bij de oever van de rivier gaat zitten en ze staard over het water naar de overkant. Wat grappig is je kunt gewoon over de rivier heen springen. Ik hoor haar zachtjes roepen. Als ik extra goed luister hoor ik dat ze stilletjes Waterpoot,Waterpoot zit te roepen. Ik kijk geschokt toe van achter mijn schuilplaats. Vanachter de grote rots aan de Meerclangrens zie ik een crèmekleurige kater naar voor komen. Ik dacht even dat het Crèmepoot was maar dan zie ik dat hij een groot litteken op zijn zij heeft. Het is Waterpoot. Ze praten wat maar ik kan het niet horen omdat het te ver weg is. Na een tijdje te staan kijken zie ik dat Waterpoot heel wat prooi achter de grote steen van daal haalt. Om precies te zijn is het een vogel, twee muizen, twee eekhoorns en een vis. Ik zie dat hij alles aan Lichtpoot geeft behalve de vis. Hij buigt zich erover en ze beginnen hem allebei op te eten. Als ze klaar zijn zie ik dat ze afscheid nemen en Lichtpoot wil de prooi gaan begraven. Ik kan het niet geloven en stap uit het struikgewas. Als Lichtpoot en Waterpoot mij zien schrikken ze en Lichtpoot probeert nog snel weg te rennen maar ik roep haar terug. Wat doen jullie hier vraag ik boos. Ik, hij, jagen, niet goed, hulp gevraagd. Stil schreeuw ik. Ik begin het nu echt beu te worden. Leg het te goei uit. Ze haalt even rustig adem en begint dan te praten. Ik heb nog niet veel gevangen en ik kan echt niet jagen. Hoezo vraag ik. Als je alleen met Crémepoot en Zwavelpoot ging jagen was je altijd de beste. Ja zegt ze. Maar en ze kijkt met een schuldige blik naar Waterpoot. Wat heb jullie dit altijd gedaan. Ik kijk naar Waterpoot en vraag. Heb jij haar elke keer prooi gebracht? Ja zegt hij. Ik probeer rustig te andemen wn zeg. We gaan dit tegen niemand zeggen oké? Lichtpoot kijkt me blij aan. Maar je geeft de prooi nu terug aan Waterpoot. Als je nu nog goed door doet vang je voor zonhoog nog genoeg prooi. Ik ga ook niks tegen Rietster zeggen. Waterpoot laat een zucht. Maar ik ga jullie wel straffen. Jullie mogen elkaar niet maar dan ook nooit meer spreken. Ook niet op de grote vergadering. En als ik er ooit achterkom dat jullie elkaar nog zien. Dan vertel ik dat tegen allebij de leiders. Ze kijken me allebei boos maar ook verdrietig aan. Dan loopt Waterpoot weg. Nee wacht schreeuwt de snikkende Lichtpoot hem nog na. Ze kijkt me aan met haat in haar ogen en zucht dan. Haar ogen gaan nu meer naar verdrietig. Oké zegt ze. Ik wil krijger worden dus dan zal ik hem niet meer mogen zien. Maar ik ga er niet over piekeren. Ik ga nu verder jagen. Nadat ze dat heeft gezegd loopt ze snel weg. Nu volg ik haar niet meer. Ik denk dat de even alleen wil blijven. Ik ga al slenterend naar de afgesproken plek. Om te wachten tot het zon hoog is. Gelukkig is dat niet meer zo lang. Na een tijdje mijn eigen vacht te wassen komt Druppelstaart uit de bosjes. En hoe is het bij jou gegaan? Vraagt hij. Best wel goed lieg ik. En bij jou. Super ik wist echt niet dat Crémepoot zo goed kon jagen. Net na dat woord komt Crémepoot met een mond vol verse prooi uit de bosjes. Om precies te zijn heeft hij twee muizen en een eekhoorn. Ik ben toch niet te laat hé, vraagt hij. Nee Lichtpoot is er ook nog niet dus het maakt niet uit. Dat heb je goed gevangen prijst Druppelstaart hem. Maar dat is nog niet alles. Kun je alsjeblieft meekomen om de rest te halen. Dat is goed, zegt Druppelstaart en ze lopen het bos weet in. Ongeveer een minuutje daarna komt Lichtpoot aan gerend. Zij heeft ook een muis en een duif in haar mond. Ze laat het vallen en doet teken dat ik haar moet volgen. We trippelen samen het bos in. Na een tijdje komen we terug. Ik met in mijn mond een gewone en een spitsmuis en een merel. Lichtpoot heeft een eekhoorn en een muis vast. Als we terug op de afgesproken plek aankomen zie ik dat Druppelstaart en Crémepoot er nog niet zijn. Ik vind dat ze wel best veel prooi heeft gevangen. Als ik Druppelstaart en Crémepoot zie aan komen schrikt ik een beetje zoveel prooi heb ik nog nooit gezien. Crémepoot heeft twee eekhoorns, een merel en een duif en een spitsmuis in zijn mond. Druppelstaart heeft drie gewone muizen een merel en een konijn vast. We nemen alles terug op en gaan richting het kamp. Als we daar aan komen leggen we de prooi op de prooihoop en Lichtpoot en Crémepoot springen weg. Ik volg Druppelstaart richting het leidershol. Mogen we binnenkomen vraagt hij. Ja kom maar, zegt Vosster. En hoe ging het ik verwacht er veel van, vraagt ze. Het ging er goed. Na dat we hebben vertelt wat Lichtpoot en Crémepoot allemaal gevangen hebben. Kijkt ze ons goedkeurend aan. Dat is erg goed van Lichtpoot zegt ze tegen mij. Maar wauw Crémepoot is zeker geslaagd voor jagen. Dat is echt heel chic van hem. Mogen ze dan nu even rusten vraag ik aan Vosster. Nee nu ga ik met jullie mee en dan ga ik kijken hoe ze vechten. Jullie mogen nu gaan ik kom zo meteen. We gaan het hol uit en lopen meteen op de leerlingen af. Nu krijgen jullie je beoordeling voor vechten. Maar ik ben moe klaagt Crémepoot. Ik wil even rusten. Dat gaat niet gaan zegt ik. Als je krijger bent moet je soms ook jagen en meteen er na is er een gevecht. Oké dan zegt hij snel als hij Vosster ziet aankomen. Komen jullie vraagt ze. We knikken en samen lopen we het kamp uit. We lopen naar het trainingsveld. Het is een grasveldje met aan de zijkant een grote boom. Op het veld leren we vechten en in de boom leren we klimmen. Oké zegt Vosster Lichtpoot, Crémepoot jullie gaan een gevecht houden. Met ingetrokken nagels natuurlijk, voegt ze er nog snel aan toe. Lichtpoot en Crémepoot gaan tegenover elkaar staan. Ja zegt Vosster als teken dat de ze mogen beginnen. Crémepoot springt meteen op Lichtpoot af maar zij springt op zij. Ze draait zich snel om en haalt Crémepoot onderuit ze gaat boven hem staan en doet alsof ze zijn buik openkrab maar als ze even naar mij kijkt kruipt Crémepoot onder haar uit. Hij geeft haar een slag tegen haar hoofd en ze valt opzij maar nog voor Crémepoot op haar kan springen is ze alweer rechtgestaan. Deze keer is zij degene die springt en ze land recht op Crémepoot zijn rug. Hij valt en geeft zich over. Dat hebben jullie allebei erg goed gedaan, zegt Vosster. We lopen terug richting het kamp en onze leerlingen lopen meteen naar hun hol. Vosster wenkt ons en zegt dat ze de vanavond de krijgersceremonie gaat houden. Ik knik en loop dan naar het krijgershol en rol me op in mijn nest. Ik denk dat ik beter een beetje kan slapen want het is een drukke dag is geweest. Als ik terug wakker word hoor ik Vosster roepen. Laat alle katten die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te vangen zich verzamelen aan de hogesteen. Ik loop snel naar buiten. Terwijl ze net Crémepoot en Druppelstaart naar voren roept kom ik aan.
Hey mensen ik hoop dat jullie het een beetje leuk vonden. Ik heb maar liefst 1670 woorden dat is een nieuw record.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro