Hoofdstuk 1
Eindelijk hoofdstuk 1. Sorry dat het zo lang heeft geduurd maar de WiFi is heel slecht.
Maanstorm lag in het krijgershol. Ze dacht aan wat er twee dagen geleden was gebeurd. Distelstaart had honden in het woud gelokt om de Zandclan te vernietigen. Maar de honden waren het er niet mee eens. Ze hadden het hele woud aangevallen. We hadden alle katten bij elkaar geroepen en tegen de honden gevochten. We hadden gewonnen de honden waren weg. Maar dat was geen troost want er waren veel katten gestorven. Zoals Stormvacht onze vorige goede commandant. Ik had gezien dat Regenstreep het ongemakkelijk vond om zijn plaats te moeten innemen. Maar hij had het tot nu toe toch al goed gedaan. Hij stelde de clan gerust. En zij dat het voorbij was omdat Distelstaart nu weg is. Gisteren net voor zonhoog had Vosster Distelstaart er uit gezet. We wisten niet waar hij naartoe was maar ik betwijfelde of hij lang weg zou blijven. De Zandclan was de enige die wisten dat het Distelstaart was geweest. Maar vanavond is het de grote vergadering en dan zijn we van plan het tegen de andere clans te vertellen. Net daarna werd Regenstreep benoemt tot commandant. Ik stond op en ging naar de open plek. Het was een zonnige dag. Ik schrok, er zat een bruingevlekte poes in het midden. Ze draaide haar hoofd en ik slaakte een zucht. Het was Roospels maar. Roospels was gisteren krijger geworden en moest en stilte waken. Het was een triest gebeuren geweest. Alleen ik en haar moeder Bloemvacht hadden haar stilletjes toegejuicht. Ik was best wel clouse [kloos] met haar. Nog geen halve maan nadat ik krijger was geworden kreeg ik haar als leerling. Veel te vroeg eigenlijk. Ik bakte er niks van en Windster de leider voor Vosster had haar aan een andere krijger gegeven. Daarom werd ze pas laat krijger. Ze had de helft al bij mij geleerd en moest toch opnieuw beginnen omdat ik het niet goed had uitgelegd. Ik voelde me er soms nog schuldig over maar ze zij dat ik me niet druk hoefde te maken. En daar zat ze dan als nieuwe krijger van de Zandclan. Ik knikte naar haar als teken dat ze terug mocht praten. Ondertussen kwamen er nog andere katten uit hun hollen. Ze begon te hijgen alsof ze de hele nacht haar adem in had gehouden. Wat is er? Vroeg ik bezorgt. Ik hoorde de hele nacht kreten in het woud zij ze. Het leken wel prooi kreten maar ik durfde niet weg te gaan omdat het kamp dan misschien werd aangevallen. Waarom heb je niemand wakker gemaakt vraag ik. Ik ben net krijger ik wou me bewijzen. Ik snapte het. Ik zou zoiets ook doen. Oké we gaan nu naar Vosster. We gingen naar het hol van de leidster. Het was een grote rots met daarin een gat in dat gat sliep Vosster en als ze de clan wou toespreken ging ze er bovenop de rots staan. Naast haar hol was het medicijnhol dan de kamp ingang en dan het oudstehol dan het krijgershol dan het moederkattenhol en het leerlingenhol. Mogen we binnen komen? Vraagen Roospels en ik tegelijk. Ja zei de nog slaperige stem van de leider. We gaan naar binnen....
Hey beste lezers ik hoop dat jullie het leuk vinden. Ik heb hier erg hard aan gewerkt en ik heb wat vraagjes: 1. Wat vinden jullie ervan?
2. Wat vinden jullie van de lengte per hoofdstuk?
3. Tips en complimentjes zijn altijd welkom. ;)
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro