Hoofdstuk 30
Hij had gedacht dat het een ceremonieuze toestand zou worden, zijn dood. In plaats daarvan haalden een paar Mandalorians zwijgend alle wapens uit zijn harnas, maakte de Armorer met langzame handelingen de wapens in zijn onderarmbeschermers onklaar en werd met een klein magneetje de werking van zijn helm verstoord. Weerloos, met het kristal diep in zijn zak weggestoken, slofte hij achter de Armorer aan de gangen door, terug naar de grote ruimte welke uitkeek over het verlaten landschap.
'Aruetii,' sisten de Mandalorians die hem tegenkwamen in de gang.
Hij wond zijn blik af, beschaamd. Hij had gewild dat het anders was gelopen, dat hij zich nooit genoodzaakt had gezien naar de Covert terug te keren.
Het leven was niet om te willen.
Vergezeld door een klein team van vijf Mandalorians, de Armorer en twee Foundlings werd hij gedwongen langs de rotswand af te dalen naar het onherbergzame dal beneden. Eenmaal terug op horizontalere grond, schoven de stenen gelijk weg onder zijn voeten. Het water raasde onder hem tussen de losse keien door. Een Mandalorian prikte met een speer in zijn rug en maande hem door te lopen.
Hij klom over de losliggende stenen in de richting van de plek waar het kolkende water een diepe geul tussen de stenen had geslagen. De Foundlings fluisterden opgewonden tegen elkaar terwijl ze in zijn voetsporen volgden.
Hij stopte aan de rand van het razende water. Kleine uitwassen stroomden kalm over de stenen, tikten de neus van zijn laarzen aan. In het midden van de smalle geul bulderde het water woest over een kei heen. Er vormden zich eeuwig tollende golven onder witte schruimkragen.
'Din Djarin,' sprak de Armorer achter hem.
Hij hield zijn blik gericht op het kolkende water. Druppeltjes nevelden boven de smalle rivier. Als hij een goede aanloop zou nemen, zou hij misschien zelfs de overkant weten te bereiken met een enkele sprong.
Luke zou in ieder geval zeker de overkant weten te bereiken.
Hij realiseerde zich dat het geen genadige dood zou zijn. Zijn harnas zou hem naar de bodem trekken, de kracht van het water zou hem tegen de rotsen smijten, de golven zouden hem meerdere malen de illusie geven dat hij zich boven water bevond en hij zou wanhopig telkens weer adem halen, maar in plaats daarvan alleen zijn longe vol vocht zuigen.
Hij realiseerde zich tevens dat hij niet langer bereid was te sterven voor het zwaard. Hij had zijn aandeel vervuld. Er was aan zijn opdracht voldaan.
Hij draaide zich om.
Acht Mandalorians tegen hem alleen, zij bewapend en hij met een leeggehaald harnas, leek een kansloze zaak. Maar hij had het eerder tegen Luke opgenomen, een jetti, en hij had meermaals langer stand weten te houden dan verwacht.
'Dit is waar jouw weg eindigt,' vervolgde de Armorer plechtig, alsof ze hem hier niet ter dood veroordeelde maar zegende op zijn sterfbed.
Hij probeerde onder zijn voeten een stabiel stukje grond te vinden om zijn gewicht op te plaatsen.
De Armorers helm leek bijna een wanhopige gezichtsuitdrukking met zich mee te dragen. 'Maak het alsjeblieft niet moeilijker dan het is,' fluisterde ze.
Hij schudde zijn hoofd. 'Ik moet terug.' Hij ontweek de eerste Mandalorian die op hem afstormde behendig. Hij tackelde de krijger, waardoor deze languit op de stenen belandde in plaats van ondersteboven in de kolkende rivier. Din bukte zich, trok een blaster uit de holster aan riem van de Mandalorian, en opende gehurkt het vuur op de anderen.
De Foundlings hadden een moment nodig om tot bezinning te komen. Met onzekere passen kwamen ze zijn kant uit.
Din rukte de speer uit de handen van een rode Mandalorian. Ze struikelde achter haar wapen aan in een vastberaden poging hem niet van een nog groter voordeel te voorzien. Hij zette zijn voet tegen haar borstplaat en duwde haar van zich af. De speer glipte uit haar handen, waarna hij het ding in een geoefende zwaai omdraaide en de punt op zijn aanvallers richtte.
'Din,' sprak de Armorer streng, alsof de toon die ze vroeger tegen hem had aangeslagen als hij weigerde naar haar te luisteren, nu iets zou uithalen.
'Nee,' antwoordde hij beslist. Hij jaste de speer in de schouder van een grijze Mandalorian. Krijsend ging de drager van het harnas neer. 'Ik moet terug,' deelde hij mee terwijl hij vooruit bewoog over de stenen, in de richting van de Armorer en de twee Mandalorians die zich plichtsgetrouw voor haar hadden opgesteld.
'Ik heb geen problemen met jullie,' vervolgde hij, nadat hij de benen onder het lichaam van een van de twee Foundlings uit had gemaaid. 'Ik wil jullie al helemaal geen pijn doen.' Hij stak blindelings de speer naar achteren toen hij de Mandalorian die de aanval had geopend achter zich hoorde aanstormen. Hij raakte haar midden op de borstplaat. Ze verloor haar evenwicht en tuimelde achterover het kolkende water in. Haar geschreeuw veranderde in onverstaanbaar gegorgel dat voor een moment het visioen van de Darksaber in alle hevigheid terug bracht.
'Jullie kunnen kiezen.' Hij schoot met de blaster een gat in de knie van een gele Mandalorian. 'Jullie laten me gaan, of ik maak af waar ik aan begonnen ben.' Hij hield halt meters voor de Armorer en de laatste twee Mandalorians.
'Hut'uun!' gilde de ongedeerde Foundling. Hij stormde op Din af. Met dodelijke precisie boorde Din de speer in de nek van de Foundling. Hij zakte gorgelend in elkaar, klauwend naar zijn keel. Het vibromes gleed uit zijn handen.
Het was hij of ik, dacht Din gespannen. Hij duwde het dode lichaam van zijn speer af.
'Oké, Din Djarin,' antwoordde de Armorer. Haar stem was kil. Er was geen spoortje bezorgdheid meer in te bespeuren. 'Je kan gaan. Niemand zal je iets doen.'
De Foundling die was geraakt in zijn knie schreeuwde woedend: 'Nee! Dat kan u niet maken! Hij is een kyramud! Hij heeft – Jest?' Hij kroop naar de dode Foundling toe, trok wild aan zijn schouders in een poging hem wakker te maken. De gewonde Foundling richtte zijn vizier op Din. 'Kyramud,' fluisterde hij.
Din liet de woorden als water van hem afglijden. Hij kon op dit moment alleen aan zichzelf denken. Hij mocht niet aan een ander denken. Hij mocht niet denken aan de ellende die hij de Covert had bezorgd door terug te keren. Hij mocht niet denken aan de woede die zou ontsteken als de Armorer met twee man minder zou terugkeren naar de grot, met het nieuws dat Din vrijuit ging – en dat hij al lang gevlogen was tegen de tijd dat ze dat nieuws zou brengen.
'Je krijgt honderd tellen voorsprong,' oordeelde de Armorer.
Din zette het op een lopen.
Hij struikelde over de stenen heen. Keien rolden ketsend over elkaar. De rotswand was een oneindig lange klim waar hij zich niet aan zou moeten wagen – al helemaal niet zonder functionerende helm die hem de veiligste weg naar boven kon wijzen – maar hij had geen keus. Hij greep een eerste uitstekende steen beet en trok zichzelf omhoog. Steen voor steen, voetje voor voetje, won hij hoogte. Onder hem hoorde hij het woeste gehijg van ziedende Mandalorians die weigerden zich neer te leggen bij het oordeel van de Armorer. Ze waren vastberaden hem alsnog te doden, wellicht hem zelfs eerst te laten boeten voor zijn daden beneden in het dal door zijn dood zo lang mogelijk te rekken – het moment uit te stellen tot hij ze zou smeken om genade.
Het zou niet The Way zijn, maar het was een Way. Soms was dat meer dan genoeg.
Zijn achtervolgers moesten net als hem langs de muur omhoog klimmen. Ze beschikten niet over jetpacks, alsof de Armorer deze uitkomst had voorzien en had besloten hem nog een kans te geven.
Misschien was dat ook wel het geval.
Misschien had ze hem wel degelijk voorgetrokken vroeger.
Misschien deed ze het nu nog steeds.
Hij negeerde zijn brandende armspieren, trok zich hijgend omhoog langs de rotswand. Hij plaatste zijn voeten op te smalle richels en duwde zijn lichaam schurend langs de stenen omhoog tot zijn hand plots in het luchtledige greep en hij bovenaan de rotspartij bleek te zijn aangekomen. Hij sleepte zich met veel moeite over de rand, het dorre grasland binnen.
Tijd om uit te hijgen was er niet; de Mandalorians zaten hem op de hielen. Hij hoestte de uitputting uit zijn longen en strompelde op zijn laatste krachten naar zijn schip dat schitterde in de ondergaande zon.
Hij ramde op de knop van de ramp. Schreeuwend renden de Mandalorians in zijn richting, net te laat om door de sluitende ramp naar binnen te komen.
Hij hees zich via de trap omhoog, was zo uitgeput dat hij languit in de cockpit van zijn schip neerviel. Met trillende ledematen drukte hij op de juiste knopen, haalde de benodigde schakelaartjes over. Hij hees zich in de stoel en rukte draaierig aan het stuur. Het schip rommelde en brulde en schoot toen godzijdank de lucht in.
Hij dwong haar Hyper Space binnen, maakte net zo veel hypersonische sprongen door de ruimte tot hij zelf niet eens meer wist te benoemen waar in het heelal hij zich bevond. Hij ramde op de knop voor de automatische piloot met een arm die zwaar was geworden van de inspanningen. Hij liet zich uit de stoel glijden en rolde zich bevend op in de kleine ruimte tussen de stoelen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro