Hoofdstuk 17
's Nachts, als de klok in zijn helm een ongoddelijke tijd aangaf, lag hij opgekruld in de onhandig vormgegeven slaaphoek in het verder lege ruim, dicht tegen de muur gedrukt, Luke Skywalker naast hem klaarwakker op het randje van het slechte matras. Ze sliepen niet. De nachtrust aan boord van het schip was verworden tot een gedachteloos staren naar de blonde haren van een jetti.
Een aartsvijand waar hij geen enkel slecht gevoel voor kon koesteren.
Luke mediteerde veel om de tijd te doden. Hij rolde rond een uur of zeven van het matras af en verplaatste zich naar het midden van het ruim. Daar bleef hij met gekruiste benen en ontspannen handen in kleermakerszit zitten tot zijn lichaam opsteeg van de vloer. Din verwikte of verwoog niet, bleef tegen de wand van het schip aangedrukt liggen tot Luke hem tevergeefs eten had gebracht en het zwijgend weer had opgeborgen in de kleine voorraadkast naast zijn wapens.
'Waar op Tatooine?' vroeg Luke.
Din probeerde zich dieper in het matras te nestelen. 'Het paleis van Jabba the Hutt,' mompelde hij.
Luke trok een wenkbrauw op, maar zei niets. Het schip schokte toen het de dampkring in werd gestuurd. Fel zonlicht drong door het open luik naar de cockpit het ruim binnen.
Het paleis van Jabba the Hutt beschikte over een binnen dat groot genoeg was om het ruimteschip de verkoelende duisternis in te sturen en buiten het geraas van eventuele zandstormen te parkeren, veilig verborgen achter dikke deuren.
'Dit is allemaal van Fett?' vroeg Luke terwijl ze door de ondergrondse gangen liepen. Din knikte een keer ferm, sloeg toen een nieuwe hoek om.
Hij leidde zijn gezelschap de troonzaal binnen, waar Boba languit over zijn troon lag uitgespreid en Fennec op haar eeuwige plekje aan zijn rechterzijde stond. Lukes zuster stond met haar rug naar de doorgang toe waar Din doorheen kwam, haar armen over elkaar geslagen en haar hoofd demonstratief van Boba afgedraaid.
'Kijk wie we daar hebben!' Boba gebaarde wijds in Dins richting.
'Luke!' Lukes zuster draaide zich in een zwierend gebaar om en viel haar broeder in de armen. 'Leia,' ademde Luke opgelucht in haar donkere haren. Ze hielden elkaar stevig vast, vingers begraven in elkaars kleren. In stilte voltrok zich een conversatie waar Din geen grip op kon krijgen.
'Din Djarin, di'kut, zei Boba. Zijn stem echode door de troonzaal. Hij gebaarde naar de andere kant van de troonzaal, naar de gang die naar de rest van het paleis leidde. 'Blijf zolang je wil.'
'En Luke en zijn zuster?' vroeg Din.
Boba's ogen knepen samen tot spleetjes. Hij opende zijn mond, maar Fennec stootte hem aan. Met een rol van zijn ogen vervolgde hij: 'Jouw vrienden zijn mijn vrienden. En nu opgerot.'
Din wist precies waar in het paleis hij moest zijn. Hij wist ook dat de kamer die Boba hem de keren hiervoor had aangeboden – en hij vriendelijk had afgewezen – weinig voorstelde en minimale ontspanning zou geven voor drie mensen. Maar hij nam Luke en Leia mee naar de grote ronde ruimte die achter een smalle deur schuil ging en leidde ze de bijna compleet lege kamer binnen. Hij had geen idee of Boba zich aan zijn woord zou houden als hij de broeder en zuster nog langer in de troonzaal zou laten.
Het bed was een van de weinige dingen die in de karig ingerichte ruimte stond, en hij bleef zelf staan om zijn bezoek voldoende zitruimte te bieden.
'Ik ben Leia Organa.' Lukes zuster stak haar hand uit.
Din schudde haar hand zachtjes, greep slap in onzekerheid. 'Din.'
'Je moet vast heel goed bevriend zijn met Boba Fett.'
Din staarde opzij naar de muur. Hij haalde zijn schouders op.
Het avondeten diende zich aan, en Boba Fett liet de ene na de andere exotische maaltijd voor Dins neus neerzetten door zijn bedienden. De lange eettafel wiebelde iets op het raster dat in de troonzaal lag. In de diepte draalde een monster ongeduldig rond.
'Twaalf planeten hier vandaan, Din. Op heel Tatooine heeft nog nooit iemand van dit gerecht gehoord.'
Din staarde naar het bord.
Het eten wat Boba hem tevergeefs voorschotelde zou niet naar hem moeten gaan. Misschien zou het niet eens naar iemand aan de tafel moeten gaan. Hij hield zijn hand boven de tafel voor zich toen een nieuwe bediende zich aandiende om het onaangeraakte eten te verwisselen met een nieuwe maaltijd. 'Ik heb geen honger.'
Boba knipte in zijn vingers. 'Ook goed,' zei hij, ontevreden.
Din hield de bediende opnieuw tegen toen ze probeerde het bord dat voor zijn neus stond weg te pakken. 'Laat maar staan.' Hij richtte zijn vizier op Boba. 'Van Aq Vuinta zei je?'
Boba trok een wenkbrauw op, nadenkend. Hij knikte.
Din bestudeerde het eten. Het leek niet op de weinige gerechten uit zijn vroege jeugd die hij zich nog kon herinneren. Hij pakte het bord op, schoof zijn stoel naar achteren. 'Mag ik?' vroeg hij nog net voordat hij daadwerkelijk op stond.
Boba maakt een nietszeggend gebaar met zijn hand. 'Ga je gang. Neem de aruetiisi mee.'
Din leidde zijn gezelschap terug naar de lege ronde kamer achter de smalle deur. Zand bedekte de stoffige vloer. Luke probeerde tevergeefs het bed enigszins schoon te vegen, liet zich er uiteindelijk met een zucht op neervallen. Op Tatooine viel er niet tegen het zand in te poetsen. Hoe sneller je je erbij neerlegde, hoe aangenamer je verblijf.
Din vermoedde dat Luke dat al langer wist.
Leia zakte neer op de rand van het bed, rug recht. 'En nu?' verbrak ze de stilte.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro