Hoofdstuk 5
Tholy rende naar zijn toonbank en haalde er een dolk vanachter vandaan. "Voor de zekerheid," zei hij toen.
Met z'n drieën renden we de herberg uit en gingen richting de bakker.
"Volgens mijn vrouw Sha had ze hem hier gezien," zei Tholy toen we bij een smal steegje aankwamen. "Hij ging toen het dak op. En nu vermoed ik dat hij richting het bos is gegaan. Astol is klein, je kunt je hier niet verbergen. Het noorden is alleen maar heuvellandschap. De eerste beste schuilplaats is dus het bos.
We sprintten hetzelfde weggetje af dat langs Rita's hutje loopt. Eenmaal daar aangekomen zagen we Rita op het veranda op een stoel zitten. Het pad lag daar een tiental meter vandaan. Ze zwaaide en wij liepen op haar af.
"Mam heb je iemand bijzonder voorbij zien komen?" vroeg Kelvo.
"Dag jongens," zei ze vriendelijk. "Goeiendag Tholy." Ze sprak met een glimlach tot het tot haar doordrong dat we er met haast aangehold waren gekomen en onze gezichten menis uitstraalde. "Of ik iemand bijzonder langs heb zien komen?" Ze twijfelde enige tijd. Tot haar iets te binnen schoot. "Ja eigenlijk wel," zei ze. "Het was een man, hij droeg een hoed waardoor zijn gezicht een beetje verborgen was."
"Had hij een klein meisje bij zich? Mijn dochtertje?" vroeg Tholy.
"Nee. Nee dat niet," zei de oude vrouw. "Nee hij droeg wel een zak over zijn schouder." Toen staarde ze ongeloof uit. Ze sprong op van haar stoel en hield haar handen voor haar mond. "Is ze ontvoerd?" bracht ze uit. "Dat meen je niet!" Ze keek de arme Tholy vol medelijden aan. "De zak was wel roerloos," zei ze toen.
"Hij zal haar wel een tik hebben gegeven," zei Kelvo.
Tholy zei niks. Allen keken we hem verwachtingsvol aan maar hij was sprakeloos. Van binnen kookte hij van woede. "We gaan hem levend villen," zei hij na een tijdje. Hij gebaarde ons mee te komen.
"Natuurlijk moet je Tholy en lieve Sha helpen Kelvo. Maar zul je voorzichtig doen?" Rita was reuze bezorgd. "Waar is Kulvo eigenlijk?" vroeg ze.
"Die is Gulan inlichten," zei Tholy. "Hij komt snel weer terug. Hopelijk met Gulan en de stadswacht.
"Juist. Juist," zei ze. "Kom gauw terug."
"Doen we moeder. Kunt u misschien naar Tholy's herberg gaan om Gulan op te wachten? Vertel hem naar het bos te gaan."
"Tuurlijk, zal ik doen. Ga het meisje halen," zei ze gauw.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro