11. Jerry. Het wantrouwen:
Ergens klopt er iets niet. De afgelopen maanden viel het me al op dat Lea altijd alleen rondloopt, maar toch nooit ver uit de buurt van iedereen is.
En steeds weer als ik haar een zetje wil geven of pootje wil lappen, vangt iemand haar op of word ik aan de kant geduwd.
Donderdag was het al helemaal opvallend, vlak voor ik haar een zet kon geven zodat ze de gang op zou struikelen, was ik degene die overhoop werd gelopen. En toen ik mijn zelfbeheersing bij haar locker verloor, brak een bal haast mijn neus.
Ondertussen is het geen toeval meer, of die meid heeft meer beschermengelen dan gemiddeld en ik heb heel veel pech in haar buurt, of er is iets anders aan de hand.
Toen ik vrijdagavond onderweg naar het feest voor haar huis in de schaduwen bleef wachten, viel het me op dat er wel heel veel activiteiten rond haar huis plaatsvonden. Ze had in ieder geval een hoop jongens op bezoek, maar de gordijnen waren al dicht getrokken voordat ik kon zien wie het waren of wat ze kwamen doen.
En toen een onbekende blonde jongen ineens vanachter het huis vandaan kwam lopen en mijn kant uit keek, wist ik dat dit niet het beste tijdstip was om het uit te vinden.
Nadat ik een paar uur op het feest had doorgebracht, was ik nog niks wijzer geworden. Wel liep er een meid rond, die op Lea leek, maar toch ook weer niet.
Maar zij werd voorgesteld als hun zusje dat net over gevlogen was vanuit hun vorige woonplaats en vanaf maandag ook naar school zou komen.
Ze zag er ook heel anders uit, niet verlegen en onzeker als Lea, maar juist zelfverzekerd.
Ook nu ze voor me uit loopt in haar strakke kleding, lijkt ze de mannelijke helft van de leerlingen uit te dagen om haar in de weg te lopen. Bij haar locker aangekomen, haalt ze haar tas leeg. Om haar heen lopend wil ik het lockerdeurtje dichtslaan, zoals ik donderdag ook deed.
Maar zodra ik mijn hand om het deurtje heen vouw, slaat zij ineens het deurtje zover open dat ik klem zit tussen het deurtje en de andere lockers.
"Auw, kutwijf, waar doe je dat voor?" roep ik, mijn hand terug trekkend. Sissend van de pijn probeer ik al mijn vingers te buigen. Er lijkt niks gebroken te zijn, maar dik en blauw zal het zeker worden.
"Volgens mij hebben wij nog niet kennis gemaakt," zegt ze, terwijl ze haar locker dicht maakt en zich naar me omdraait.
Haar donker blauwe ogen kijken me strak aan. Dat mijn hand verdomd veel pijn doet, lijkt haar te amuseren.
"Ik weet echt wel wie je bent Lea," grom ik, mijn hand masserend.
Maar in plaats dat ze geschokt reageert omdat ik haar door heb, lijkt ze het alleen maar grappig te vinden.
"Nora is mijn naam. En als je gehecht bent aan je bloed, zou ik uit mijn buurt blijven. Anders laat ik de pestkop van de school in een slachtoffer veranderen," zegt ze, een stap dichter naar me toe zettend.
Ze staat nu zo dicht bij me, dat mijn handen die ik voor mijn lijf vasthou, tegen haar borsten aanstrijken. En ondanks dat ze haar hoofd in haar nek moet leggen om me aan te kijken, blijft er een minachtende glimlach om haar lippen spelen.
"En wie ga je daarvoor meenemen, je broers?" vraag ik geïrriteerd. Ik weiger om me te laten intimideren door een meid die een kop kleiner is dan mij.
Hoe ongemakkelijk ik me ook door haar voel.
Als ze haar hoofd iets kantelt, lijken haar ogen haast paars, tot ze me weer recht aankijkt. "Nee, wij hebben onze broers er niet voor nodig, we hebben genoeg aan onszelf," fluistert ze, waarna ze zich omdraait en wegloopt.
Zodra ik door heb dat mijn mond nog steeds open hangt, sluit ik hem snel weer en loop de andere kant uit naar de toiletten, om mijn hand te koelen onder de kraan.
Dat wijf is gewoon gestoord, en nu wil ik al helemaal weten wat ze verbergt. Ook al begin ik nu te twijfelen, want ze is wel totaal anders dan Lea.
En toch heb ik een onderbuik gevoel dat ze beide hetzelfde meisje zijn.
Maar waarvoor is al die geheimzinnigheid dan nodig?
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro