Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 19 - De Brunch

De brunch was speciaal als bijeenkomst voor de regenten opgezet. Samen met hun families zaten ze aan de tafel; Crimel - de regent van de dwergen - zat tegenover me, met daarnaast de regent van de tovenaars, Tharial, met zijn vrouw Shani.

Ik had altijd bij de gedachten aan de regent van de tovenaars een oude, gerimpelde en wijze man in mijn hoofd voorgesteld, maar deze man was juist dat tegenovergestelde daarvan. Hij was rond de dertig jaar. Zijn halflange, donkerbruine haar ging verborgen in de plooien van zijn mantel, en met harde, donkerblauwe ogen staarde hij naar de beker vol bier in zijn hand.

De brunch was in tegenstelling tot de vergadering een veel informelere bijeenkomst, waarbij ook de kinderen (en ik) mee mochten komen. Ashera en Brelynn waren echter de enigen die tot nu toe kinderen hadden.

Met een schuin oog keek ik naar de kleine feetjes. Feeën waren misschien wel de meest bijzondere wezens in ons hele koninkrijk. Hun gekleurde huid leek beschilderd met natuurlijke tatoeages. Strepen, cirkels en krullen dansten over de lilakleurige armen en gezichten, die glansden alsof de zon er altijd op scheen.

Glitters en diamanten waren rond de ogen geplaatst en parels door de lokken haar verworven. Deze wezens waren een en al magie.

Zelf hadden ze maar een beperkte besturing over magie; vergeleken met tovenaars konden ze haast niets. De tovenaars bestuurden de elementen, hadden een bijzondere aanleg voor het brouwen van drankjes en medicijnen en waren vrijwel de meest krachtige onder ons.

Feeën daarentegen... Ze hadden een bepaalde band met de natuur zoals geen ieder ander ooit zou kunnen begrijpen. Wij elven hadden dat ook - maar in een veel mindere maten. Waar wij geboren werden met een taak - zorgen voor de planten in de natuur, dieren onder onze hoeden nemen of de woeste golven trotseren - ging het bij hun nog net een stukje verder; feeën konden kleine planten en bloemen sneller laten groeien, met sommige dieren communiceren en water zo besturen dat ze eroverheen konden lopen of op de bodem van de oceaan konden zwemmen zonder te verdrinken.

Daarnaast werden ze ook nog eens verschrikkelijk oud. Met het onsterfelijke bloed van moeder natuur door hun aderen werden ze al gauw rond de vijfhonderd jaar, waarbij hun sterfelijke lichaam nooit mee verging; zelfs wanneer een fee aan zijn einde was, was hij of zij nog prachtig.

Bijzondere wezens... Dat waren het zonder twijfel.

Duncan schepte naast me met een glimlach wat sla op mijn bord. Met zijn andere hand gaf hij een kneepje in de mijne.

We hadden het de afgelopen week erg gezellig gehad. Met mijn kamergenootjes en zijn vrienden hadden we heel de Stad van de Sterren verkend, bij gezellige restaurantjes gegeten en gezwommen bij de Maanwatervallen. Ze stonden allemaal achter onze verloving en vonden het geweldig voor ons. Ik had het gevoel dat Reginald ons snel achterna zou gaan; hij en Zela waren nu al bijna twee weken een stel - zonder dat wij het in eerste instantie geweten hadden; Delorah had hen namelijk betrapt in onze kamer toen ze dachten dat we allemaal training hadden.

Daarnaast kenden de twee elkaar al bijna drie jaar, en met ons korte elven leven (de meeste elven werden maar rond de veertig jaar) wilden zij ook het liefst zo snel mogelijk trouwen.

'Dus,' begon Crimel. 'Ik hoorde van mijn adviseur dat jullie vanochtend bij de overvallen tempel geweest zijn? Hoe erg is de schade als we kijken naar de tempel?'

Cameron schudde zijn hoofd, waarbij zijn blonde krullen rond zijn puntige oren dansten. 'Díe schade valt nog wel mee. De emotionele schade daarentegen niet. De priesteressen zijn zich kapot geschrokken.' Hij kauwde op een druif en boog zich toen wat verder naar voren. 'Ze hadden het Seizoenenbeeld vernield.'

Het Seizoenenbeeld was een soort 'God' voor degenen die gelovig waren in het Koninkrijk van de Seizoenen. Volgens hen waren de seizoenen en hun krachten heilig. Het Seizoenenbeeld was een beeld dat alle seizoenen representeerde.

'Waarom zouden ze dat doen?' mompelde Shani.

Mijn ogen schoten naar haar toe. 'Ze zullen toch niet tegen de seizoenen zijn, toch? Niet alweer?'

Dat was waar de Zwarte Ruiter voor had gestaan. Als ze dat standpunt nu weer in zouden nemen, was de kans groot dat ze toch door iemand van de Vergeten Eilanden aangestuurd werden. Dylion en zijn familie bijvoorbeeld.

Ik schudde mijn hoofd.

Tharial greep naar zijn voorhoofd en masseerde zijn slapen. 'Deze strijd maakt me moedeloos. Ik kan er niet tegen dat we het niet zien. Waarom zien we het niet?'

Hij sloeg zijn bijzonder blauwe ogen op en staarde de tafel rond. 'Ik ga vandaag nog naar de Vergeten Eilanden. Naar het kasteel van de Grijze Elven.'

'En dan?' snauwde Cameron. 'Wil je aankloppen, vragen of zij toevallig achter de moorden zitten? Verwacht je echt antwoord? Dat ze eerlijk zullen zijn?'

Tharial zette zijn beker met zo'n harde klap neer dat het bier over de randen gutste. 'Nee. Maar we moeten toch iets doen?' Zijn knappe gezicht was inmiddels rood aangelopen, en Shani aaide geruststellend over haar echtgenoot zijn arm.

Hij schoof zijn stoel naar achteren en smeet zijn servet op de tafel en beende de kamer uit.

'Vergeef hem,' fluisterde Shani. 'Hij is een van de machtigste tovenaars ooit. Het feit dat hij een keer iets niet onder controle kan houden, is voor hem gewoon ongewoon.'

Brelynn glimlachte naar haar en schudde haar hoofd. We aten in stilte verder, de onrust op onze schouders drukkend.

'Er is trouwens nog wat waar ik het over wilde hebben,' begon Duncan terwijl hij met een schuin oog naar mij keek. 'Ten eerste, hebben we een brief ontvangen van de zeemeerminnen. Zij willen ook een regent instellen voor hun volk.'

Crimel begon te lachen, waardoor zijn bolle buik heen en weer schudde. Het leer van de riem die door de lussen van zijn rok zat, kraakte. 'Dat menen ze toch niet serieus? Ze zijn met zo'n kleine groep! We kunnen hen absoluut niet een zetel aanbieden. Daarbij staan de feeën, die goed contact met hen hebben, voor hen klaar. De feeën vertegenwoordigen de zeemeerminnen, en daar zullen ze het maar mee moeten doen.' Wederom raspte zijn schelle, lachende stem door de ruimte. 'Straks moeten we ook nog een regent aanstellen voor de centaurs... De nimfen? De mensen? Nee hoor, niks van in.'

'Oké,' knikte Duncan. 'Dat is dan duidelijk...'

Shani knikte instemmend en Ashera liet haar hoofd hangen waardoor haar donkerpaarse lokken langs haar smalle, hoekige gezichtje vielen.

'Wat was dat andere dat onze aandacht nodig had, jongen?' vroeg Brelynn op lieve toon terwijl ze een stuk brood afscheurde en het in haar mond stopte.

Duncan pakte mijn hand wederom vast en keek naar zijn moeder. 'Ik wilde het even hebben over onze bruiloft. Vorige keer had u mij gevraagd wanneer we het precies wilden vieren en hadden we nog geen idee. Nou, we zijn er nu uit.'

'Vertel?'

'Volgende week. Over vijf dagen om precies te zien.'

Shani verslikte zich in haar drinken en begon te hoesten en Cameron draaide zich vol ongeloof naar zijn broertje om. 'Dat is twee dagen voor mijn kroning?'

Duncan knikte. 'We dachten juist dat dat wel handig zou zijn. Alle gasten zijn dan al in het kasteel dus dan hoeven ze niet twee keer te reizen en...'

'En wat dacht je van erna? Waarom doe je het niet lekker na mijn kroning?'

'Omdat dat ongebruikelijk is,' zei Duncan gefronst terwijl hij zijn schouders ophaalde. 'De gasten horen drie dagen van tevoren in het paleis te zijn en meteen de dag na de kroning weer weg te gaan. Als ze hier in die drie dagen toch al zijn, waarom maken we daar dan niet meteen gebruik van?'

'Daar maken we niet meteen gebruik van,' siste Cameron, 'omdat het anders mijn feest nogal verpest.'

'Cameron,' begon zijn moeder.

'Nee,' snauwde hij terug. 'Ik ben het zat dat Duncan altijd in de spotlight wilt staan, dat hij mij altijd wilt kleineren, en die verschrikkelijke rivaliteit die hij bezit. Dat hij denkt dat hij koning kan worden. En dat jullie er allemaal gehoor aan geven, is nog het ergste.'

'Cameron, dat heeft hier niks mee te maken,' verzekerde ik hem. 'We hebben gewoon zitten nadenken en dachten dat dit gewoon een efficiënte oplossing zou zijn.'

'En wie kwam er met deze oplossing?' vroeg hij. 'Jij, of Duncan?'

Ik keek naar Duncan. Hij was inderdaad degene geweest die met het idee was gekomen.

'Hij wil heel zijn leven al koning worden, mij afzetten en zwart maken.'

Duncan trok gekwetst zijn wenkbrauwen omhoog. 'Dat is helemaal niet waar.'

'En nu hij zich realiseert dat het hem niet gaat lukken, doet hij er gewoon alles aan om mijn kroning zo verschrikkelijk mogelijk te maken. Zien jullie dat dan niet?'

'Cameron,' snauwde Brelynn. 'Het is genoeg zo.'

Briesend duwde hij zijn stoel naar achteren. De houten poten schraapten met zoveel kracht over de marmeren vloer heen dat het geval omviel en de ruimte vulde met een kletterend geluid. Hij rende zowat de kamer uit. Brelynn keek hem na tot hij uit het zicht was en draaide zich toen naar ons om.

'Ik vind het een goed idee. Ik vind het vervelend voor Cameron, maar het is niet anders. Om van onze gasten te verwachten dat ze twee keer heen en weer reizen... Dat is gewoon niet te doen.'

Ze stond op en streek haar donkerrode jurk glad. 'Ik ga even bij hem kijken.' Ze draaide zich om naar Duncan en gleed met haar vingers door zijn krullen heen. 'Dan geef ik bij deze wel aan jou de taak om de bruiloft meteen te plannen. We hebben niet veel tijd en alles moet nog geregeld worden. Ik zal je zoveel mogelijk helpen waar en wanneer ik kan, maar als huidige regentes heb ik nog het een en ander te doen.'

Ze richtte zich naar mij en knikte glimlachend. 'Jouw training begint over een klein uurtje, dus daar zal je zo meteen wel gewoon naar toe moeten gaan. Maar help mijn jongen alsjeblieft zo goed mogelijk.'

Dat beloofde ik haar, en toen snelde ze zich achter haar weggelopen zoon aan.

Duncan keek naar me en grijnsde zo breed dat de kraaienpootjes bij zijn ogen zijn gezicht sierden. Hij drukte een kus op mijn wang en wees naar de klok. 'Ga je zo wel? We willen niet dat je te laat komt.'

Ik knikte en liet me met een onrustig gevoel in mijn buik tegen de zetel van de stoel vallen. We hadden toestemming. Waarom voelde ik me dan alsnog zo rot?

Een hoofdstukje waar niet bepaald veel in gebeurd, sorry daarvoor :)
Maar dit hoofdstuk is wel van belang voor iets wat er straks gaat gebeuren (iets wat ik echt zo niet leuk ga vinden om te schrijven :( )
Misschien dat ik vanmiddag nog ga schrijven en als ik dat hoofdstuk af heb zal k t gelijk online gooien als sorry voor dit "saaie" hoofdstukje xD

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro