Hoofdstuk 78
Mijn ogen sluiten zich terwijl Noa zich door de gangen beweegt. Ik ben doodmoe maar nog wel alert, mijn lichaam is moe maar mijn hoofd lijkt nog even wakker als altijd. De brandende pijn lijkt iets te zijn verzwakt, iets waar ik meer dan blij mee ben. Ik luister naar de geluiden om mij heen, de geluiden van de werkende bediendes, het geluid van dichtslaande deuren en de schoenen van Noa die over de grond glijden.
De geluiden zijn vredig, brengen me bijna inslaap. Ik wil niet denken aan morgen, aan de komende tachtig jaar. Ik wil op dit moment genieten van de warmte van Noa, de simpele dingen om mij heen en gek genoeg het brandende gevoel in mijn aders. Ik leef al zolang met die pijn dat ik niet meer weet hoe het is om zonder te leven, het is het deel van mij geworden die ik nooit heb gewild. Ik weet niet hoe ik terug ga komen, misschien verlies ik alle magie die ik nu heb. Misschien is het een vorm van afscheid nemen, afscheid van wat ik ken en niet weten wat de toekomst zal brengen.
Noa duwt met zijn rug de deur van mijn slaapkamer open, trapt hem met zijn voet dicht. Ik houd mijn ogen dicht, puur omdat ik de kracht en zin niet heb om ze te openen. Zodra Noa stilstaat en ik een paar seconden later mijn rug op het matras voel zakken, open ik mijn ogen. Ik heb nu pas door dat Noa mijn huid niet meer aanraakt en ik niet naar adem hoef te happen van de pijn, het doet pijn, begrijp me niet verkeerd, maar niet zodanig als eerst.
Mijn ogen glijden over zijn zwarte kleding, zijn witte huid en zijn warrige haar. Hij doet de rits van zijn lange zwarte jas open, een zwart bloesje verschijnt. Hij laat de stof van zijn armen zakken en gooit de jas op de vloer. Hij schopt zijn schoenen uit en haalt nog een keer een hand door zijn haar. De gehele tijd zit ik gebiologeerd te kijken naar zijn bewegingen. Hij glimlacht en plaatst zijn handen op het matras.
Hij buigt naar voren en kijkt me recht in mijn ogen aan, in stilte. Ik wil omhoogkomen om hem op het bed te trekken maar hij is me voor. Hij zet zijn knieën op het matras. Ik verwacht dat hij naast me komt liggen maar integendeel. Hij pakt de dekens en trekt het over ons beide heen voordat hij mijn benen opent en half op me komt liggen. Zijn blauwe ogen kijken me recht aan, de combinatie van zijn lichaamswarmte en de deken maken me sloom. Ik laat mijn hoofd geheel in het kussen wegzakken en sluit mijn ogen.
Ik volg de beweging van Noa zijn hand, die over mijn huid glijdt, onder mijn shirt. Zijn vingers glijden over mijn gevoelige huid, over mijn ribben omhoog. Mijn ademhaling is rustig, geheel ontspannen. Wat ze bij me hebben gedaan, wat ik in mijn lichaam heb, ik heb geen idee. Het maakt me geheel wazig, alsof ik onder de drugs zit. Mijn gehele gevoel is ernstig versterkt, terwijl de pijn ver weg lijkt.
Ik vind de moeite om mijn ogen te openen, diep kijkend in de blauwe ogen van Noa. 'Wat..is er..bij me..ingespoten?', vraag ik zacht. Voordat Noa antwoord lijkt te geven, trekt hij mijn shirt over mijn hoofd. Ik laat mijn blik op mijn lichaam vallen. De zwarte aderen zijn niet meer weg te denken, mijn huid eromheen is rood. Mijn rechterarm zit onder het bloed. 'Sint-janskruid en een paar toevoegingen'.
Er wordt een vlugge kus op mijn lippen gedrukt. Noa laat zijn lippen over mijn huid naar mijn nek glijden. Zijn zachte lippen drukken tegen mijn overgevoelige huid, waardoor ik bij die kleine aanraking al naar zijn haar grijp. Ik voel hem grijzen tegen mijn huid maar het boeit me op dit moment geen steek. Als hij op de plek van de beet komt verlaat een genietende zucht mijn lippen.
'Gevoelig hé?'. Ik geef hem een tik tegen zijn hoofd waardoor ik hem voel lachen tegen mijn huid. Hij gaat verder met het kussen op de plek van de beet en begint zacht aan mijn huid te zuigen, ik bijt op mijn lip om mezelf stil te houden. Ik ben zo afgeleid, door het prettige gevoel over mijn gehele lichaam, dat ik niet doorheb dat Noa mijn broeksknoop heeft geopend. Hij trekt zich terug van mijn huid, waardoor ik hem bijna terugduw.
Hij slaat de dekens van ons af en trekt mijn broek en sokken van mijn huid, enkel mijn lingerie verhult mijn lichaam. Ik wil omhoogkomen om Noa zijn blouse uit te trekken maar hij houdt me tegen. Ik verwacht dat hij mijn laatste kleding uittrekt, zijn eigen kleding uitrekt maar beide zijn niet waar. Hij stapt uit het bed, ik kijk hem vol verbazing aan. Opnieuw verdwijnen zijn armen onder mijn lichaam en tilt hij me op.
Binnen enkele seconden heb ik door dat hij me richting mijn badkamer tilt. 'Laten we eerst het bloed van je huid wassen'. Langzaam zet hij me zittend op de badrand en draait de kraan open. Hij gaat voor me staan en begint de knoopjes van zijn blouse te openen. Ik schud gelijk mijn hoofd en pak de onderkant vast, hem dichterbij trekkend. Noa zet een stap naar voren waardoor ik er beter bij kan en de knoopjes één voor één kan openen.
Het gekletter van het water, de zachte ademhaling van Noa en de stilte maken me rustig. Zodra ik bij het laatste knoopje ben duw ik de stof van zijn schouders, de stof valt op de vloer. Mijn vingers glijden over zijn borst, via zijn buik naar zijn broeksknoop. Ik trek de knoop open en duw zijn broek van zijn benen naar beneden. Hij stapt uit de zwarte stof en trekt als laatste zijn sokken uit. We zeggen de gehele tijd niks, dat is ook niet nodig.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro