Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 9

'Diane,' stotter ik verbaasd. 'Ben jij het?'

Ze draait met haar ogen. 'Nee, ik ben haar tweelingzus, nou goed?'

'Uh...' Ik haal mijn schouders op. 'Weet ik veel.'

Het blijft stil, het type ongemakkelijke stilte. Ik neem Diane in me op. Haar volle, blonde krullen hangen in een staart over haar schouder. Ze hebben een prachtige gouden glans, waarvan niemand weet hoe ze hun glans behouden na een dag in het bos. Ze kijkt me aan, met haar kille ogen. Ik geloof dat ik niemand ken die zo'n kille oogopslag heeft als Diane.

Maar ik let vooral op haar wapens. Ze heeft een schitterend zwaard, en hoewel ik liever mijn mes heb, vraag ik me af waar ze het gekregen heeft, en wat ze er voor heeft gedaan. Aan haar wapenriem hangen geen wapens, enkel dezelfde dolk die ik ook had gekregen aan het begin. Om haar schouder hangt echter een boog en een pijlenkoker, rijkelijk gevuld met pijlen. 'Waar heb je die gekregen?' vraag ik, wijzend naar het ding.

'Wat? Mijn pijl en boog? Ik werd aangevallen door een zwarte panter, of een projectie daarvan, en toen ik hem versloeg kreeg ik deze.'

'O.' Ik friemel gegeneerd aan mijn katapult. 'Ja, ik werd ook aangevallen door mijn panter.' Ik verzwijg het feit dat ik in plaats van een boog een katapult heeft gekregen. Veel nut heeft het niet, want Diane knikt naar mijn katapult. 'En toen kreeg je dát?'

Ik knik. Ik voel dat mijn wangen een dieprode kleur krijgen. Diane glimlacht arrogant. 'Iémand heeft het verpest.'

Ik wil in de verdediging schieten, maar mijn hoofd blijft leeg. Geen sarcastische dingen die ik terug kan zeggen. Ik weet zeker dat het me te binnenschiet. Later, als ik thuis ben.

'En laat me raden.' Diane legt haar hand op de schede van haar zwaard. Ze wijst naar mijn mes. 'Die kreeg je zeker na een aanval van die vogels.'

'Ik vind hem fijn,' protesteer ik.

'Nou, dat is mooi. Heb je toch nog iets goed gedaan door het te verpesten.' Breed lachend trekt Diane haar staart strak.

Kreng, denk ik, maar ik zeg niets. Tenslotte blijft zij degene met het zwaard in de hand.

'Nou, ga je nog iets doen?' vraagt Diane.

Nee, zeg ik streng tegen mezelf. Ik laat me niet zo de kaas van het brood eten. Ik steek mijn kin omhoog en vraag zelfverzekerd: 'Waarom zou ik weggaan?'

'Weet ik veel.' Diane haalt haar schouders op. 'Hé, jij zegt het, niet ik. Ik weet ook niet waarom jij weg wilt.'

'Ik wil niet weg.' Langzaam dringt het tot me door. 'Niet perse. Wil je... Wil je dan dat ik blijf?'

'Hé, jij zegt het.' Diane knipoogt. 'Waarom niet? Samen staan we sterker, zeggen ze toch altijd?'

'Dat is waar.' Mijn hart maakt een sprongetje bij de gedachte dat Diane met me op wil trekken, al is het maar in deze situatie. Dan betrekt mijn gezicht. 'Maar mag het wel?'

'Waar heb je het over?' Diane trekt een wenkbrauw op.

'Nou...' Ik kan het niet laten om pesterig duidelijk te articuleren. 'Of dat wel mag. Of de leiding het goed zou vinden als wij de rest van deze beproeving met elkaar op zouden trekken. Is dat nou zo moeilijk?'

Diane snuift. 'Ik wist dat je braaf was, maar dit is wel heel erg. Ik bedoel, je bent nog strenger dan de leiding zelf. Natuurlijk mag dat. En zo niet, dan moeten ze maar niet zo stom zijn geweest om ons allemaal in het zelfde gebied te plaatsen. Sorry hoor, maar als ze daar over gaan klagen, dan zijn het wel echt zeikerds. Ze moesten het eens proberen.'

'O. Eh, dat is fijn. Dat het mag, natuurlijk.'

Diane rolt met haar ogen. 'Ik begin nu alleen te twijfelen of ik het wel wil.' Ze duwt haar tong tegen haar wang. 'Watje.'

'Laten we gewoon eten gaan halen.'

'Weet jij iets van eetbare planten?'

'Niet echt.'

'Fantastisch.' Diane scheurt een blaadje van een struik af en scheurt hem doormidden, in kleine stukjes. 'Je bent ook echt nutteloos.'

Ik bijt op mijn lip en wend mijn hoofd af om niet te laten zien dat die opmerking pijn doet, echt pijn. Ik weet dat Diane het niet écht kwaad bedoelt en toch is het pijnlijk. Jaloersmakend. Het is jaloersmakend om de in alles perfecte Diane mij uit te zien lachen. Zij hoeft niet bang te zijn voor het Examen en voor wat daarna komt. Zij kan gewoon genieten, omdat ze weet dat haar tijd nog lang niet voorbij is.

Na een tijdje lopen lijkt Diane wat milder te zijn geworden. 'Wil je mijn boog? Daar heb je meer aan dan die mislukte katapult.'

'Hoef jij hem niet?'

'Ik heb mijn zwaard.' Diane grijnst en zwaait ermee. Instinctief deins ik terug, onder hilariteit van Diane. 'Kom op. Zo laf ben je toch ook weer niet?'

'Ik heb het gewoon niet zo op zwaarden,' antwoord ik.

'Serieus?' Diane rimpelt haar neus. 'Een soldaat die niet van zwaarden houdt. Dat is belachelijk. Zwaarden zijn dé officiële wapens van een soldaat.'

'Ja, sorry. Ik zou er ook graag mee om kunnen gaan, hoor.'

'Oké, je bent chagrijnig. Goed, neem mijn boog maar. Je kan toch wel schieten, hè?'

'Redelijk. Vast niet zo goed als jij.'

'Hm.' Diane tuit haar lippen. 'Daar kan ik me in vinden. Hier, pak aan.' Ze half gooit, half geeft de boog mij aan en hangt de pijlenkoker over mijn schouder. 'Dat ziet er al een stuk indrukwekkender uit dan met dat suffe mes van je.'

Ik weet alweer niets te zeggen, dus zeg ik: 'Laten we op zoek gaan naar eten.'

'Waar denk je dat we mee bezig zijn, sukkel?'

Het gesprek valt stil. Ik raak weer in gedachten verzonken en vraag af hoe lang we hier blijven. De dag strekt zich voort. Over niet al te lange tijd wordt het avond. Ik hoop dat we hier niet hoeven blijven te overnachten, maar mijn gevoel zegt iets anders. Ik kijk naar Diane, die totaal op haar gemak lijkt, en vraag: 'Denk je dat onze ouders het zouden weten als we hier blijven slapen?'

Zwijgend kijkt Diane me aan. Ik krijg het koud van haar ijzige blik. Ze tuit haar lippen. Ze speelt met een haar en draait hem net zolang om haar vinger heen totdat de top helemaal rood wordt. Dan zegt ze: 'Dat maakt me helemaal geen zak uit.'

'O.' Ik voel de vertrouwde hitte naar mijn wangen stijgen. 'Nou, ik denk dat Kiera onze ouders wel zou informeren. Ik vraag me af of ze het eerder al weten, want dan had mijn moeder me het al kunnen vertellen.'

Diane mompelt iets wat verdacht veel lijkt op: alsof ze me ooit iets vertellen.

'Wat?'

'Niets.'

'Maar...'

'Hou gewoon je mond.'

Een verrassend harde windvlaag fluit door de lucht. Ik krimp ineen, wrijf over mijn armen en vervloek Kiera of wie dan ook omdat ze mijn vest heeft uitgetrokken. Het zwarte hemd voelt dunner aan dan een servet.

'Heb je trouwens al gedronken?' vraag ik Diane.

'Al lang. Maar ik heb wel honger.' Ze grauwt. 'Weet je, rot maar lekker op met die eetbare planten, we gaan jagen. Ooit gedaan?'

'Nee.' Ik heb er nooit de lol in gezien om dieren te doden.

Diane smaalt. 'Laat me raden: zielig voor de dieren? Alsjeblieft zeg, dat is gewoon hypocriet. Dat vlees dat jij op je bord hebt liggen is echt niet vriendelijker gedood dan de vogel die we straks gaan eten. Of ben je vegetariër?'

Ik wrijf ongemakkelijk over mijn arm. 'Nee.'

'Mooi, want daar kom je echt nergens mee in deze wereld. Moet ik je uitleggen hoe het moet?'

'Ik weet het niet, hoor...'

'Kijk, je beweegt je zo zacht mogelijk voort. Houdt je prooi in het oog. Beweeg snel en soepel en schiet, het liefst raak.'

'Zo dom ben ik ook niet, Diane,' snauw ik.

'Mooi, laat maar zien dan.'

Ik sluip op de vogel af. Voorzichtig leg ik de pijl aan en span de boog.

De vogel vliegt weg. Een seconde later vliegt de pijl weg, scheef door de plotselinge beweging van de vogel.

'Hou je boog dan ook meteen gespannen, idioot. Als je dat nog moet doen verlies je te veel tijd. Ik ga die pijl halen, probeer jij nog maar een beest te schieten.'

Ik zie niet veel later een konijntje wegschieten. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen het te doden en bovendien is het veel te snel voor. Ik focus mijn aandacht op onze volgende potentiële maaltijd. Met aangespannen boog begeef ik me dichter in zijn buurt. Ik concentreer me, richt, focus en richt nog eens scherp. Dan laat ik het elastiek los. Met glimmende punt vliegt de pijl weg. De vogel ziet hem nog aankomen. Hij probeert weg te vliegen en heft zijn vleugels op, maar is te laat. De pijl doorboort zijn ene vleugel en daarna zijn borst. Met een zachte plof valt de vogel uit zijn boom.

'Niet slecht,' zegt Diane. 'Ga hem maar halen.'

Ik wil protesteren. Ik wil het helemaal niet halen. Ik realiseer me echter dat dit het Examen blijft. Als ik weiger een miezerig dood vogeltje op te halen, levert dat zeker geen bonuspunten op. Dus haal ik mijn schouders op. 'Goed. Maak jij dan vast een vuurtje klaar?'

Eenmaal bij het vogeltje, pak ik hem bij zijn vleugeltje vast, de onbeschadigde, en wandel zo snel als mogelijk naar Diane. Ze kijkt me aan met een afkeurende blik, maar aan haar ogen zie ik dat ze het ergens wel grappig vindt.

Ik ben verbaasd door de kundigheid van Diane op het gebied met vuur maken. Dat ze sterk is en goed met wapens, dat wist ik wel, maar vandaag kom ik nog veel meer over haar te weten. 'Hoe kan jij dit allemaal?' vraag ik.

'O.' Ze wappert met haar hand, alsof het onbelangrijk is. 'Gewoon, geleerd. Maakt niet uit.'

Iets in mij zegt dat dat juist wel uit maakt, door de manier waarop ze het zegt. Hoe dan ook ben ik niet van plan daar een punt van te maken, maar ik verheug me stiekem op een maaltijd van krokante vogel. Hoe langer hij boven het vuur hangt, gespietst met een takje, hoe minder hij er uit ziet als een vogel.

Diane had gelijk, ik ben hypocriet.

De vogel is knapperig en goed eetbaar. Hij heeft genoeg vlees aan zijn botten om ons een beetje te vullen. Na de maaltijd voel ik me een stuk beter. Ik kijk door de bladeren omhoog naar de schemerende hemel. Pluizige wolken vliegen voorbij. De maan wordt steeds helderder. Hij is bijna vol.

Het begint te regenen. Diane begint te schelden. We rennen naar een dichtbegroeide boom en schuilen er onder, althans, tot het begint te onweren. Diane's scheldwoorden worden steeds heftiger.

'Je moet nooit onder een boom schuilen als het begint te onweren,' zeg ik.

'Dat weet ik ook wel,' sneert Diane met een vuil gezicht. 'Jammer genoeg zitten we in een bos, Luna.'

Dit is de eerste keer dat ze mijn naam gebruikt, schiet door me heen, gemengd met een hele dosis paniek. 'Wat nou als de bliksem hier inslaat en we sterven? Zou Kiera dat dan kunnen verantwoorden?'

Diane draait met haar ogen. 'Die kans is wel heel erg klein. Bovendien is het nog ver weg.'

'Laten we toch een minder beschut plekje zoeken.'

'Prima, schiet op dan.'

En zo schrijdt de avond voort. 'Ik ga slapen,' zegt Diane als het licht is verdwenen en de maan een heldere cirkel in de duisternis is.

'Morgenochtend moeten we wel weer water zoeken,' verzucht ik.

'Klopt. Maar; maakt u geen zorgen over de dag van morgen.'

'Ga je gewoon zo slapen?' vraag ik, doelend op de grond, die nog nat is van de regen. Ik verlang naar een zacht donzig deken en een licht verend matras.

'Ja. Er zijn wel ergere dingen in de wereld. Maar als jij de hele nacht op wil blijven, ga je gang, ik hou je niet tegen. Zoek dan meteen even wat water, wil je?'

'Laat maar.' Ik sla mijn ogen op naar de hemel. 'Weet je, Diane... Waarom heb je me in eerste instantie geholpen? Met het eten en jagen en zo?'

Een klein glimlachje verschijnt op Diane's lippen. 'We zijn dan nooit vriendinnen geweest, het is niet dat ik het je toewens dat je verhongert en het Examen niet haalt.'

Op een of andere manier verwarmen die woorden mijn hart, terwijl ze het tegelijkertijd doen verkillen. Bij de gedachte aan die mogelijkheid, het Examen niet halen, wil ik me het liefst oprollen in een bolletje.

'En bovendien,' vervolgt Diane, 'denk ik dat het best wat bonuspunten voor het Examen oplevert als onze leraren zien dat ik ook medestanders help.'

Ik knijp mijn ogen tot spleetjes. 'Dus dat is de reden.' Ik weet dat ik me in moet houden, maar wanhoop vermengt met jaloezie is een slechte combinatie. 'Denk je ooit wel eens aan iemand anders dan jezelf, Diane?'

Haar kaak verstrakt en ik ben me weer bewust van de kilheid in haar ogen. Ze klauwt haar nagels in haar bovenbeen. 'Meer dan je denkt, Redcliff, meer dan je denkt.'

'Nou ja,' zeg ik in een poging tot luchtigheid, 'Je hebt die bonuspunten niet bepaald nodig. Jij gaat sowieso slagen.'

Diane geeft geen antwoord. In plaats daarvan schuift ze de natte bladeren aan de kant en gaat liggen. 'Fijne nacht.'

'Welterusten,' antwoord ik. Ik volg haar voorbeeld. Binnen 10 minuten is Diane ingeslapen, maar ik lig nog steeds te draaien. Ik maak me zorgen. Zorgen om het Examen, de aantekeningen van mijn moeder, om morgen. Om mijn slaapschema, ik moet op tijd in slaap vallen, anders ben ik morgen een wrak.

Ik kalmeer mezelf en dwing mezelf aan andere dingen te denken. Aan deze situatie. Ik had nooit gedacht dat ik samen met Diane in een verlaten bos zou overnachten, of dat Diane soms verrassend aardig kan zijn. Voorzichtig open ik mijn ogen en kijk naar Diane. Ik zie haar hartvormige gezicht, haar scherpe kin en hoge jukbeenderen. Haar lippen, zo vol dat ze bijna opgezwollen leken, zijn in haar slaap een klein beetje van elkaar geweken.

Zachtjes schommelde ik mezelf heen en weer. In mijn hoofd neurie ik een liedje, een slaapliedje. De woorden blijf ik herhalen en herhalen en herhalen tot uiteindelijk ik ook in de duisternis wordt gezogen.

***

Zodra ik mijn ogen open verwacht ik een gebroken wit plafond te zien, of de barst in een muur, het bed van mijn zusje. In plaats daarvan word ik overweldigd door groen. Tussen de bladeren door valt de zon. Ik geniet van het uitzicht, geniet van de natuur.

Tot ik me realiseer dat ik momenteel een Examen afleg. Mijn ogen zoeken Diane, die nog steeds aan het slapen is, nu met haar rug naar me toe gekeerd. Ik duw mezelf omhoog. Ik veeg het modder en de aarde van mijn armen af. Ik tast naar mijn haar, om mijn staart opnieuw te doen. Als een klit hangt het om mijn hoofd heen. Het duurt een tijd voor ik mijn elastiekje vind en uit de knoop krijg in mijn haar.

Plotseling mompelt Diane iets. Ik richt me tot haar, waardoor ik zie hoe ze zich uitrekt en haar ogen opent, nog zacht van de slaap. 'Hè?' Ze gaapt. 'O.'

'Goedemorgen.' Ik grijns.

'Hm.'

Ze fatsoeneert zichzelf, kamt met haar handen de ergste klitten uit haar haar en wrijft in haar ogen. Wanneer we allebei op de been zijn, vraagt Diane: 'Weet jij of er een beek of meer dichtbij is om uit te drinken?'

Ik open mijn mond om te antwoorden, en het volgende moment lijkt het alsof de grond onder mijn voeten verdwijnt. 'Diane?' roep ik. Ze is nergens.

Ik voel me gewichtloos. In een poging mijn hysterie te onderdrukken sla ik een hand voor mijn mond. Er verschijnen vlekken voor mijn ogen, in de kleur van bloed. Alles begint te duizelen. Ik kan het niet inhouden; ik schreeuw.

Met een harde klap val ik op de grond. Ik gil, rol door en lig stil. Ik probeer overeind te komen. Overal waar ik kijk zie ik een bloedrode kleur. Het duurt niet lang voordat ik al het gevoel in mijn ledematen verlies. Er is maar een ding dat ik zie, en dat is de kleur van bloed.

~O~

Oké, dus we hebben #6 in science-fiction gehaald! Ik ben erg blij, op naar de top 5!

En haha, ik heb een fout gemaakt, want ik had eerst gezegd dat Mara een zus had, maar later dat ze enig kind was. Voor de duidelijkheid: ze heeft wel een zus, ik heb het nu al gecorrigeerd, maar die is het huis al uit.

Dus bedankt iedereen voor de stemmen en het lezen zelf natuurlijk <3

xRosa

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro