Hoofdstuk 7
Ik droom dat ik op de zee ben. Ik zit op een boot, vergezeld met sterke kerels met ooglapjes. Het zijn piraten, zoals in de oude mythen wordt beschreven. In mijn droom verbaas ik me niet over het feit dat het mannen zijn, gespierder dan vrouwen. Ik verbaas me er ook niet over dat ik deze mannen, de piraten, zo goed voorstellen. Ik heb er nog nooit eentje gezien, enkel een tekening in een oud boek waaruit mijn vader me vroeger voorlas.
'Waar gaan we naar toe?' vraag ik, aan niemand in het bijzonder.
'Weg,' bromt een piraat - eentje met wilde rode haren en een stoppelbaard, onrealistisch in onze tijd. 'Je wilde vluchten. Je was bang voor de dood.' Hij zegt het nadrukkelijk, op een verachtende manier, alsof het belachelijk is. 'Mensen als jij moeten nog een hoop leren.'
Zeg dat wel. Bijvoorbeeld hoe je fatsoenlijk een speer gooit.
Opeens begint de boot wild te schommelen. Ik gil en grijp de rand. Onder me kolkt de woeste zee om de boot heen. Met enorme kracht slaan de golven tegen de houten boot aan.
De roodharige piraat grijnst, waarbij hij mij zijn vergulde tanden laat zien. 'Is er iets, meisie?'
'Wat is dat?' vraag ik, doelend op het enorme geschommel.
Nu lacht hij nog breder. Hij doet een stap mijn richting op en ik wil een stap achteruit doen, maar ik sta al tegen de rand. Voor mijn geestesoog verschijnt een beeld van hoe hij mij duwt. Hoe ik over de rand heen tuimel en word opgeslokt door de zee. Hoe ik, verlamd van angst onder water zink en dan, gedreven door diezelfde angst, wanhopig spartel om boven water te komen en nog een tuig lucht binnen te zuigen. De golven wiegen me heen en weer, weg van alles waar ik mijn hoop op heb gelegd.
Ik ben werkelijk een wrak.
Wanneer ik mijn ogen een beetje open, vult het zonlicht mijn beeld. Met een wazig hoofd draai ik me om, totdat ik het gewieg opmerk. Eventjes verstijf ik, dan hoor ik Zoë's hoge stem. 'Luna, wil jij ontbijt maken?'
Ik kreun, inwendig klagend dat we Zoë echt eens wat fatsoen moeten leren. 'Waarom ik?' probeer ik te zeggen, maar met mijn hoofd in het kussen geduwd klinkt het als: urom uk?
'Mama is er nog niet,' antwoordt Zoë.
'O? Is ze nog steeds niet terug?'
'Ze is er niet, nee. Maar hoezo, nog steeds niet? Is ze niet thuisgekomen vanavond?'
Ik schud van nee. Ik lag gisteravond best een tijd wakker, en ik kan me niet voorstellen dat mijn moeder na middernacht pas thuis was en nu al weer weg is.
'O. Je denkt toch niet... Dat haar iets overkomen is?' Zoë klinkt een stuk lager en serieuzer.
'Vast niet. Ze moest vast helpen met een of andere ingewikkelde operatie of zo.'
'O, oké. Maar wil je dan ontbijt maken?'
'Hm, vooruit. Maar dan moet je me even de tijd geven.' Ik werp een blik op de deur. Zoë springt op en huppelt weg.
***
'Weet jij waar mama is, pap?' vraag ik tijdens het ontbijt.
Mijn vader, die tevens econoom is, kijkt op van zijn krant. 'Nee, schat. Ze komt vast gauw thuis.'
Ik wil nog iets vragen, maar Luke onderbreekt me. 'Mag ik de kaas? Kun jij voor me snijden?'
'O. Natuurlijk.' Ik prop het laatste stuk van mijn brood in mijn mond en pak met mijn ene hand de kaas en met de andere de kaasschaaf.
Nadat Luke zijn brood heeft opgegeten, klinken er drie toeters. Luke staat op van zijn stoel. 'De schoolbus. Dag Luna, dag Zoë, dag pap!'
Zoë kijkt hem met een jaloerse blik in haar blauwe ogen na. Ik weet dat ze wil dat zij ook een schoolbus had, maar ja, het is alleen voor jongens nodig en het zou verspilling zijn van krachten om er nog meer te laten rijden.
'Luna, wil je mijn haar vlechten?' Ik word overrompeld door de vele vragen die Zoë me de laatste tijd stelt. Zal vast zijn omdat onze moeder er niet is en zij veel doet in het huishouden.
Kun je dat zelf niet, dan?' antwoord ik plagerig.
'Jij doet het mooier, net zoals mama.'
'Nou, dan moet ik het maar doen, hè?'
'Graag.' Ik lach om Zoë's vastberaden stemmetje.
Dus vlecht ik Zoë's donkerbruine haar in in een schuine vlecht, omdat ze dat mooi vindt. Zoë heeft erg stijl haar, steiler dan ik, en het omlijst haar fijne gezichtje erg mooi. Zoë trekt haar witte outfit aan voor haar opleiding. Aangezien ik geen Opleiding heb vandaag, hoef ik mijn Trainingsoutfit niet aan te doen. Ik trek een spijkerbroek aan. Hij is al wat ouder, zit strak om mijn gespierde benen en heeft een gat vlak onder de rechterknie. Ik doe ook een trui aan, een vleermuisshirt met halflange mouwen en een kobaltblauwe kleur, een van mijn mooiste kledingstukken.
Ik kan het niet laten en ga voor de spiegel staan. Door het vele trainen heb ik een strak lichaam, een lichaam waarvan ik weet dat veel vrouwen er naar snakken, maar ik heb ook onvrouwelijk veel spieren. De blauwe kleur van mijn shirt benadrukt de felblauwe kleur van mijn ogen. Mijn ogen zijn een diepblauwe kleur. Vroeger sperde ik mijn ogen altijd zo wijd open dat andere meisjes me expres met wijdopen ogen gingen aankijken.
Mijn haren hebben dezelfde kleur als die van mijn zusje, maar zijn ook licht gekruld. Zoals het nu is, hoe het over mijn schouders valt en precies tot boven mijn ribben valt, vind ik het maar saai en sloom staan, daarom bind ik mijn haar snel vast in een paardenstaart, maar iets minder hoog en strak dan voor bij de training.
Zoë komt binnen, zegt dat ik er cool uitzie en vraagt of ik haar naar school wil brengen. Ik stem in, want dan kan ik daarna meteen langs Mara. Samen lopen we naar mijn vader, die op zijn HoverTab, een soort zwevende tablet, druk bezig is met berekeningen voor zijn werk. Van de HoverTabs zijn na de oorlog ook niet veel overgebleven, maar de enkele die er wel zijn, zijn voorbestemd voor de mannen omdat die een van de weinige dingen zijn waar ze wel mee kunnen werken. Ik neem afscheid en breng Zoë naar school.
Haar lerares, die tevens wat ouder en vriendelijker is dan Kiera, begroet me enthousiast. 'Luna! Dat is een tijd geleden! Hoe gaat het met je - hoe gaat het me je Examen?'
'Goed,' zeg ik schoorvoetend, want hoe aardig ze ook is, ik ga niet al mijn problemen hier vertellen. 'Hé, ik moet gaan. Dag Zoë, veel plezier, hè!'
Weer buiten steek ik mij handen in de zakken van mijn lichtgrijze vest. Ik zet mijn capuchon op tegen de frisse ochtendwind en begeef me naar Mara's huis. Ik bel aan, Mara's moeder opent de deur. Ik kijk naar haar gezicht in een poging te pijlen of Mara over onze ruzie verteld heeft, maar kan niets vinden.
'Luna, kom binnen. Je bent vroeg vandaag.'
'Ja, klopt. Ik moest mijn zusje wegbrengen naar school.'
'O ja, natuurlijk, de kleine Zoë! Hoe gaat het met haar?'
'Goed. Voor zover ik weet.' Ik glimlach gauw.
'Mooi zo.' Mara's moeder heeft maar een kind in huis, omdat Mara's zus al uit huis is, en dat komt omdat haar man heel vroeg is gestorven. Het is erg sneu voor haar, maar soms heb ik het idee dat ze niet weet wat de nadelen zijn van het hebben van meerdere kinderen.
'Mara!' roept Mara's moeder naar haar kamer. 'Luna is er. Kom je?'
Ik hoor een gemoffelde: 'Laat haar zelf maar komen.'
Haar moeder doet haar mond al open om haar terecht te wijzen, maar met een bescheiden glimlach zeg ik: 'Ik ga wel.'
'Oké, prima. Veel plezier dan.'
Ik klop op Mara's deur en loop naar binnen, om Mara op haar bed te vinden. Ze is haar pluizige haar aan het borstelen en kijkt niet op. Ze ziet er veel zachter uit in los haar en zonder make-up.
'Oké.' Ik plof op een stoel omdat ik weet dat Mara me niet zal uitnodigen. 'Laat ik het maar meteen zeggen: 'Ik wil mijn excuses aanbieden.'
'O?' Mara speelt quasi-geschokt met een haarelastiekje.
Ik kan een zucht niet onderdrukken, want als Mara boos is, is ze nog ijziger dan de top van de Mount Everest. 'Het spijt me, oké?'
Mara kijkt op, haar bruine ogen duister. 'Wat spijt je?'
'Van gisteren.' Ik knars mijn tanden op elkaar. Het lijkt wel alsof Mara er op uit is mijn trots te krenken. 'Van dat ik me zo aanstelde, dat ik jouw niet even je moment gunde. Je had gelijk, ik was egoïstisch. Zo'n probleem was het nou ook weer niet die antwoorden te horen, dat klopt. Ik had dat voor jou over moeten hebben. Jij hebt ook zo veel voor mij over. Het was verkeerd, het spijt me.'
Mara's blik verzacht. De zon piekt voorzichtig tussen de gordijnen door en valt in Mara's ogen, waardoor ze veel lichter van kleur worden. Ze lijken bijna goudkleurig.
'Het is goed,' zegt ze. 'Helemaal jouw schuld was het niet. Ik had die verantwoordelijkheid moeten nemen nadat ik jou over die mensenproeven verteld had. Ik kon niet van je verwachten dat je er rustig onder zou blijven als je zou horen dat je van alles fout had, met Hiems in het achterhoofd. Misschien had ik je er helemaal niet over moeten vertellen.'
'Nee, nee, dat was juist goed van je. Je weet niet wat mijn doorgedraaide hoofd allemaal van plan was. Stel je voor wat er was gebeurd als ik werkelijk zo stom was geweest om, weet ik veel, het Examen expres te verpesten.'
'Nou ja. Nu is alles in orde. Toch?'
'Ik hoop het. Zand erover?'
'Zand erover.' Mara's mondhoek trekt omhoog, maar ze bijt op haar lip om een lach tegen te houden.
***
Ik lig thuis op de bank, mijn benen gestrekt en de kleine tv aan. Ik luister naar de weervoorspellingen en al dat soort nutteloosheid.
'Vannacht zal de temperatuur hoog blijven, maar dat belooft een wisselachtige dag voor morgen. Er zal naar verwachting veel regen vallen en er zijn ook onweersbuien op komst. Na de hitte van vandaag kunt u wachten op wat verkoelende buien morgen.' De weervoorspeller legt zijn bladeren op de leuning van zijn stoel. Hij lacht zijn tanden bloot. 'Goed voor de hooikoorts-patiënten, niet waar?'
De tune van het weer klinkt en het beeld springt op een vreselijk gezicht van zwarte en witte op en neer springende pixels. Niets meer op tv. Ik loop naar de televisie en zet hem uit.
Na een tijdje gaat eindelijk de deur open. Ik spring op. Mijn vader is al thuis en Luke en Zoë zijn later uit. Dus moet het mijn moeder zijn.
'Mam, waar was je?' vraag ik meteen wanneer ik de deur open hoor gaan.
Ze komt binnen en ik schrik, want ze ziet er beroerd uit. Ze zet een boodschappentas op tafel. Haar haren zijn een grote klit op haar hoofd, om maar niet te spreken over de enorme wallen onder haar ogen. 'Ik was gewoon op mijn werk,' mompelt ze. Ik probeer haar aan te kijken maar ze wendt haar blik af. 'Het was... Gewoon... Nee, niets.'
'Alsof ik dat ga geloven,' zeg ik, scherper dan mijn bedoeling was.
'Oké, er was een teambespreking. Dat was alles, nou goed?'
Ik geloof haar nog steeds niet. Toch haal ik mijn schouders op. Dit is niet het moment om er naar te vragen. 'Je had het ons wel even kunnen laten weten, dat je zo laat thuis zou komen. Ik heb alles gedaan.' Ik weet dat het egoïstisch klinkt, maar zin om me te verontschuldigen heb ik niet.
'Je was toch vrij, is het zo'n probleem? Nu, doe me een lol en laat me gewoon even de boodschappen uitpakken.'
'Als je er op staat. Moet ik ook Zoë uit school halen?' vraag ik sarcastisch.
'Dat zou fijn zijn.'
Ik draai met mijn ogen.
Nadat ik Zoë heb opgehaald probeer ik het nog een keer. 'Waar ging die vergadering eigenlijk over, mam?'
'Gewoon. Niet iets waarvan jij op de hoogte moet zijn, dus stop maar met die vragen,' snauwt ze.
Ik snuif verontwaardigd. Ik geloof er nog steeds helemaal niets van. Als er echt niets was, had ze het me makkelijk kunnen vertellen. Dus doe ik het op een andere manier: ik doorzoek mijn moeder haar kamer.
Ik weet dat mijn moeder een logboek heeft waar ze belangrijke notities in schrijft. Als er iets belangrijks is gebeurd, dan staat dat zeker daar in. En zo niet, dan moet ik haar maar op haar woord geloven.
Ik sla het boekje open, blader er door heen en stop bij de laatst gebruikte bladzijde. Gevonden!
De datum van vandaag staat boven de notitie. Daaronder:
Vergadering vh bestuur:
Tot zover snap ik het. Aangezien mijn moeder invloedrijk is in het ziekenhuis, moet ze ook bestuursvergaderingen bijwonen.
Geruchten bevestigd: aanval is vd RM.
De RM? Wat houdt dat in vredesnaam in?
RM eist deal: v vs m.
Voorlopig onderdrukt. Vermoedelijk nieuwe aanval in St. John's.
Deal is gevaarlijk voor L.
Wapens moeten ingezet worden.
De woorden maken me angstig. Gevaarlijk? Wapens? Aanvallen? Vol afschuw lees ik de laatste zinnen:
Gevaarcode: Rood
Verdedigingscode: Terrorismebeveiliging ; Code 614
~O~
(Oké en ik geef toe; dat laatste stuk was echt vaag. Hm.)
Al bijna 200 reads, danku. De inspiratie begint hier, aan het zonovergoten strand, ook al lekker te komen. Verder eventjes ter informatie: Ik ben van plan hier een tweedelige serie van te maken, met elk boek opgedeeld in twee delen. Eventueel ook nog een prequel als bonus, maar dat is nu nog niet echt interessant.
xRosa
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro