Hoofdstuk 3
'Het is erg belangrijk dat jullie niet alleen de zwaktes van je tegenstanders kennen, maar ook je eigen zwaktes. Datzelfde geldt voor jullie talenten.' Kiera loopt heen en weer, een mes in haar hand ter demonstratie. 'Het zou belachelijk zijn als je je tegenstander uitdaagt voor een worsteling, terwijl je weet dat je qua kracht altijd het onderspit delft.'
Het voelt alsof ze het expliciet tegen mij heeft, hoewel ik nooit zomaar een sterker iemand zou aanvallen.
'Andersom, als je ziet dat je vijand duidelijk zwakker is, moet je hem gewoon bespringen. Je moet je plaats kennen. Meiden, oorlog is niet alleen vechten, het is ook psychologie.'
'En nu is het op eens logischer?' vraagt Bridget.
'Voor jou niet,' snauwt Kiera. 'Gelukkig is dat niet de maatstaf.'
Bridget knijpt haar lippen op elkaar.
'Hoe dan ook, vandaag is, zoals jullie weten, weer gezamenlijke training. Het Examen komt steeds dichterbij, dus we gaan vandaag jullie plaats bepalen. Daarom maken we vandaag een top vijf van de beste leerlingen. Persoonlijk krijgen jullie ook een lijst met jullie kwaliteiten en minpunten. Omdat dit een gezamenlijke training is, gaan we elke onderdeel samendoen. We beginnen met wandklimmen.'
We begeven ons, ietwat verrast, naar de grote klimwand waar plaats is voor 3 personen tegelijk. Wandklimmen doen we bijna nooit. Het is vast een goede oefening, maar ik kan me nog vaag herinneren dat we dit een keer deden toen ik nog maar vier was. Met veel moeite had ik toen de top gehaald. Maar toen de lerares vertelde dat ik me omlaag moest laten zakken, durfde ik niet. Ik had gezien hoe diep het was en dat beviel me totaal niet. Ik was in tranen toen ik eindelijk de grond had bereikt.
Nu heb ik geen hoogtevrees meer. Ik zou willen zeggen dat ik helemaal geen vrees heb, maar helaas is dat niet waar. 'Een mens kan pas vrij zijn als hij geen angst meer heeft,' waren letterlijk de woorden die Kiera ons ooit heeft gezegd. Misschien heeft ze gelijk. Dan zal ik nooit vrij worden. Vrees ik.
De ironie.
'Nadia, Felicity en Luna. Laten jullie maar eens zien hoe jullie zo'n muur aanpakken.'
Ik bijt op mijn lip. Ik heb een hekel aan gezamenlijke training. Ik word er gek van als anderen de hele tijd naar me kijken, vooral als ik faal. Hoewel, als we iets doen waar ik goed in ben is het niet zo erg.
Felicity en Nadia zijn vriendinnen van elkaar, samen met Luciana. Ze zijn best aardig. Ik laat echter inwendig mijn hoofd tegen de muur aan botsen voordat ik de veiligheidsriempjes bevestig. Nadia lacht om iets wat Felicity zegt en serieus, soms zou je niet verwachten dat deze meiden het leger ingaan. Ze lijken net kleuters.
'Ik krijg dat ding niet om,' gromt Felicity, maar ze lacht erbij, alsof het allemaal hilarisch is. 'Wacht even.'
Ondertussen doe ik mijn staart opnieuw in en bestudeer uitgebreid mijn nagels. Nadia en Felicity blijven maar klungelen met die riempjes, hardop giechelend. Ik werp een blik naar Mara om met mijn ogen te draaien. Jammer genoeg kijkt zij ook naar de olijke tweeling.
'Schiet toch eens op,' zegt Kiera uiteindelijk. Eindelijk iemand die ook moe wordt van dat gegrinnik. Alhoewel Diane en Lauren ook niet uiterst geamuseerd kijken.
'Klaar!' roept Felicity.
'Dat werd tijd,' snauw ik zachtjes.
'Het wordt een race,' meldt Kiera. Fantastisch. 'Klaar?' 3, 2, 1, go!'
Ik spurt naar boven en zet mijn handen en voeten op allemaal verschillende stenen. Eerst gaan we gelijk op, maar al snel krijgt Felicity een voorsprong. Een paar meiden juichen en joelen namen. Mara roept mijn naam, en daar ben ik blij mee. Jammer genoeg is ze de enige.
Het is spannend tussen Nadia en mij. We klimmen allebei fanatiek naar de top, maar ik verlies te vaak mijn grip. Uiteindelijk wint Nadia met een halve meter voorsprong.
Als we abseilend weer op de grond belanden, draait Nadia opgewonden een rondje en geeft Felicity ee high-five. Ik overweeg te zeggen dat ze haar haar bijna in mijn gezicht slaat.
De rest van de dag kijk ik toe hoe de rest alles beter doet dan ik. We komen langs het onderdeel speerwerpen en we oefenen met bijlen. Zodra ik gefrustreerd de bijl neersmijt en me opmaak voor het volgende onderdeel, grijpt Mara de mouw van mijn blauw-zwarte trainingspak. 'Luna wat is er in vredesnaam aan de hand met jou vandaag?'
Ik kijk haar fronsend aan. 'Waar heb je het over?'
'O, kom op. Je bent nog chagrijniger dan Kiera.'
'Binnenkort ben ik een soldaat.' Of proefkonijn. 'Soldaten zijn nou eenmaal niet de vrolijkheid zelve.'
Mara draait met haar ogen. 'Oké, dus dat zit je dwars.'
'Ik heb geen idee waar je het over hebt,' zeg ik koppig.
'Ik ken je nou al bijna 12 jaar Redcliff, en ik weet heel goed wanneer je chagrijnig bent. Dan ga je altijd zo met je neus wippen en staan je wenkbrauwen een paar centimeter lager.'
Uit protest antwoord ik niet, maar pers ik mijn lippen op elkaar en wacht op een reactie van Mara. Eigenlijk wacht ik op het standje van Kiera over dat we niet opschieten, zodat ik Mara een triomfantelijke blik toe kan werpen en weg kan lopen.
'Weet je,' begint Mara. Ik draai met mijn ogen. Ik kan het niet onderdrukken. 'We hebben nog maar eventjes en dan hebben we het Examen. En daarna, hoe dan ook, zal ons leven niet meer hetzelfde zijn. Geniet gewoon van deze tijd die je nog hebt zolang het kan.'
Soldaat. Of een menselijk testobject. 'Ik had gewoon gehoopt dat mijn toekomst wat meer te bieden had.' Mijn stem klinkt vreemd, alsof ik moet huilen. Ik haat mezelf erom.
Mara glimlacht scheef. 'Ik snap het. Maar jij hebt ooit zelf eens tegen mij gezegd: Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.'
Ik kan er niets aan doen, ik moet lachen. 'Dat zei ik toen we een beoordeling kregen op speerwerpen en ik zeker wist dat ik de limiet niet ging halen.'
'Wat je overigens ook niet deed. Maar hé, je hebt het overleefd!'
Mijn glimlach vervaagt. Dat is het probleem. Ik ben er niet zo zeker van of ik de komende maanden overleef.
***
'Behendigheid is erg belangrijke in het leger. Ik heb het idee dat het door jullie onderschat wordt.'
Ik frunnik afwezig aan mijn sportbroek. Ik verlang naar de lunch na dit onderdeel.
'Zoals jullie zien gaan jullie hier een parcours rennen. Twee tegen twee.'
Ik kijk naar de baan. Ik kan goed rennen, een van de weinige dingen waar ik in uitblink. Ik ben er alleen niet zo zeker van of ik de hindernissen kan nemen met even veel snelheid. Er staan muurtjes waarover we heen moeten springen of klimmen, of zelfs onderdoor moeten kruipen.
Twee wedstrijdjes gaan voorbij. Mara legt het af tegen Talia. Amira tegen Lauren.,Dan zijn Nadia en ik aan de beurt. Alweer Nadia. Het is vandaag al de derde keer dat we tegenover elkaar staan. We kijken elkaar aan. Ik word bang van haar, van die bruine doordringende ogen. En ze glimlacht. Ik weet niet precies wat de bedoeling van die glimlach is. Is hij toegeeflijk of uitdagend?
'Ga klaar staan, meiden. En denk eraan: twee rondjes.'
Het startsignaal klinkt niet veel later en we vliegen weg. Ik ben een langzame starter dus ik begin met wat achterstand, maar ik haal Nadia beetje bij beetje in.
Mijn geluk is dat ze achterom kijkt naar mij, waardoor ze de hindernis een seconde te laat aan ziet komen. Ze moet vaart hinderen om erover heen te komen. Een halve seconde daarna spring ik erover heen, maar bij mij gaat hij veel soepeler. Nadia probeert zich echter voor mij in de baan te werken, zodat ik haar moeilijker in kan halen. Eventjes blijf ik achter haar lopen, maar als ik de energie weer heb, loop ik haar voorbij. Ik blijf naast haar in de baan lopen.
'Moet je je energie niet sparen?' vraagt ze, hijgend. Ik antwoord niet, praten kost ook energie. Wat ik wel doe, is op mijn baan blijven lopen. Want terwijl Nadia zich zorgen maak om mijn conditie, concentreer ik me op de naderende muur. Er zit één gat in, precies op mijn baan. Dus er kan ook maar een iemand tegelijk door.
Dat ben ik. Ik duik op de grond en probeer zo min mogelijk snelheid te verliezen. Nadia snuift verbaasd - jammer meid- en voor ik het weet ben ik al weer aan het rennen, rechtop en al.
Daar gaan we. We rennen, springen en klimmen maar Nadia weet mijn voorsprong niet terug te krijgen. Haar gehijg in mijn nek jaagt me op om verder te rennen.
Nog een rondje te gaan. Ik begin onregelmatiger te ademhalen. Ik zou graag vaart minderen, maar ik weet wat er dan gebeurd. Dag voorsprong. Hallo Nadia's rug.
Niet dus. Ik weiger - ik wéíger - dit te verliezen.
Rennen, springen, kruipen, klimmen. Rennen rennen rennen. Schiet op. Ze gaat je inhalen. Sneller. Sneller sneller sneller.
Ik kan het niet. Mijn passen zijn zwak en ik zie vlekken voor mijn ogen. Nog 100 meter, hooguit. Ik mag dit niet meer verliezen maar mijn benen, o, mijn lichaam. Ik haal piepend ademhaling. Bij elke stap ben ik bang dat ik door mijn benen zak. Gelukkig is Nadia ook niet meer zo fit. Ik beweeg, ren en loop. Daar, de finishlijn. De oase. Ik ben er.
Bam. Ik ben er. Ik zou het wel uit kunnen schreeuwen, maar het enige geluid wat mijn mond produceert is een schorre piep.
'Luna!' roept Mara en ze rent naar me toe, tilt me op. Ik snak naar water, maar voor ik dat ga halen, gebied mijn trots me het volgende. Ik geef Luna een high-five en draai daarna een pirouette, met een veelbetekenende glimlach naar Nadia.
Nadia zuigt haar wangen naar binnen en kijkt me priemend aan. Ik trek me er niets van aan. Weet zij ook eens hoe het voelt om te verliezen.
Ik laad me weer op bij de lunch. Mara merkt op dat ik veel meer eet dan normaal. Maar goed, ik ben uitgeput.
'Ik heb zo'n hekel aan dit soort dingen,' klaag ik tegen Mara terwijl ik een plakje kipfilet aan Mara geeft. 'Dat stinkt.'
'Dank je. En wat bedoel je?'
'Die beoordelingen. Ik bedoel, het is alsof Kiera het er nog extra in wil wrijven: O kijk, het Examen komt er aan, o, laten we even de druk op voeren.'
'Nou...' Mara zet haar tanden in haar broodje kipfilet. Ik walg. 'Het zijn niet echt beoordelingen.'
'Nee, het is alleen maar de top vijf bekend maken, en drie keer raden wie daar elke keer buiten valt.'
'Dat heet motiveren.'
Ik snuif. 'Zeg jij.'
'Inderdaad. En ik ben heel wijs.'
'Goh.'
***
Na het oefenen met de messen heb ik mijn zelfvertrouwen en waardigheid genoeg opgebouwd voor de volgende hindernis. Nadia lijkt al de hele dag een beetje pissig op mij te zijn. Ik leg de werpmessen weg, tegelijkertijd met haar. 'Hé,' zeg ik zo voorzichtig mogelijk. 'Uhm, het was niet mijn bedoeling om je omlaag te halen of zo, tijdens je weet wel, dat parcours en zo.'
Ze trekt haar wenkbrauwen op.
'Ik bedoel, ik was gewoon blij dat ik gewonnen had en dat -'
'Ja ja, het is al goed,' kapt ze me af. 'Ik snap het heus wel, hoor. Je hoeft je echt niet te verontschuldigen.' Ze duwt glimlachend een pluk donkerbruin haar achter haar oren, maar in haar ogen is iets anders te lezen. Verbazing, een klein beetje verachting zelfs. Dat jij het nodig vindt om daar je excuses voor aan te bieden. Het was een spel. Straks gaan we de oorlog in en daar zijn excuses tevergeefs.
Een rilling trekt over mijn rug. Ik pers er een kleine glimlach uit en draai me om. Ik loop naar de bogen toe. Het is een spel, denk ik wanneer ik met mijn vingers over de donzige achterkant van de pijl ga. Het is een maar spel. Ik span de boog aan. Het is allemaal een spel.
Ik schiet in de roos.
Met trillende handen leg ik de boog neer. 'Wat is er, Luna?' vraagt Mara
'Niets.' Ik weet het niet.
Nu snap ik wat men bedoelt over angst. Angst maakt je werkelijk sterker.
***
De resultaten zijn, op speerwerpen na, mijn minst favoriete onderdeel van de dag. Uitleg lijkt me overbodig. Ik ben blij dat we alleen de top 5 gezamenlijk te zien krijgen. De individuele kritiek krijgen we ook individueel terug.
'De top vijf moet je niet zien als een competitie,' zegt Kiera. 'Maar als een motivatie. Als je het ziet als een competitie en daardoor wordt gemotiveerd, geen probleem. Maar ga niet afgeven op anderen.'
Ze moest eens weten.
Kiera draait het bord naar ons toe zodat we de top vijf kunnen zien, intussen deelt ze de blaadjes uit met onze beoordeling.
1. Diane
2. Lauren
3. Felicity
4. Talia
5. Mara
Mara knijpt in mijn arm en ik glimlach naar haar, want het zou echt nutteloos zijn om jaloers te zijn. Als er iemand is van wie ik het kan hebben, is Mara dat wel.
Ondertussen wordt mijn beoordeling zo'n beetje in mijn schoot gegooid.
Top 3
-Messen
-Parcours
-Boogschieten
Slechtste 3
-Speerwerpen
-Zwaardvechten
-Worstelen
Er komt een moment dat kracht belangrijker wordt dan snelheid en behendigheid. Die streep hebben we nu al lang gepasseerd, maar jij blijft achter met amper kracht. Probeer daar aan te werken.
Ik kijk zuchten het papiertje. Hoezo, motivatie? Voor het Examen zorgt dit niet meer voor motivatie, maar voor angst. Ik herlees de laatste zin. Probeer daar aan te werken. Hoe dan, kreng? Hoe kan ik in anderhalve week nou al die kracht ontwikkelen die ik jarenlang niet had?
Ik kreun en verfrommel het papiertje. Ik voel me misselijk. Ik durf niet meer aan de consequenties te denken of aan de toekomst. Ik loop weg uit de trainingszaal, weg van iedereen. Op weg naar de verdoemenis.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro