Hoofdstuk 20
'Oké, Luna.' Mara zet onze borden op het aanrecht — dat wordt afwassen — en gaat met haar hand over haar nonchalante knot. 'Wat is onze dagtaak?'
'De boodschappen doen, toch? Ik dacht dat ik het gisteren op het rooster heb zien staan.'
'Ik kijk wel even.' Mara glimlacht. 'Ja. Kamer twee, onze kamer dus, boodschappen doen. Het boodschappenlijstje ligt op het aanrecht bij de gemeenschappelijke eetkamer. Morgen moeten we het diner koken.'
'Gaan we samen boodschappen doen?'
'Behalve als je de afwas in je eentje wilt doen.'
'Oké, dan. Misschien eventjes onze normale broeken aan doen?' We hebben allebei een joggingbroek aan, die van mij zwart en die van Mara is grijs.
Mara grijnst. 'Waarom zouden we?'
Dat is de reden dat Mara en ik, weer even close als ooit, vrolijk lachend en in sweaters en joggingbroeken over straat lopen. 'Mijn spieren doen pijn. En mijn kont ook.'
Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan, net zolang tot we in lachen uitbarsten om een reden die we zelfs niet eens begrijpen.
'Nee, maar even serieus. Die bank is keihard, joh. Ik word er gewoon stijf van. Straks kan ik niet meer eens normaal een zwaard vasthouden.'
De glimlach vaagt langzaam van mijn gezicht weg. De tijd na het Examen is heerlijk. De hele dag niets doen en flauwe grappen maken met Mara en de rest, alsof we een stelletje kleuters zijn. Ooit komt er echter een einde aan deze heerlijke vakantie, en ik heb echt geen zin om hier te vertrekken en het leger binnen te treden. Om het nog maar niet over de risico's te hebben.
'Wat eten we eigenlijk?' vraag ik om van onderwerp te veranderen.
'Dat weet ik niet,' antwoordt Mara, blijkbaar te lui om op haar boodschappenlijstje te kijken. 'Persoonlijke verwacht ik niet een groot delicaat stuk op de huid gebakken zalm.'
'Heb je dat ooit gegeten?' vraag ik sceptisch. 'Die dingen zijn dúúr.'
'Ik heb het ooit gegeten, ja. Het was geen groot stuk, maar dat hadden we voor mijn moeders verjaardag gekocht. Ik kreeg toen ook een klein stukje. Het was echt hemels.'
'Ja, dat herinner ik me. Toen kwam je helemaal enthousiast naar school.' Vervolgens pik ik het boodschappenlijstje uit Mara's zak en bestudeer ik het. Kipvervangers, rijst, sojasaus, groentemix. En brood met humus voor de lunch.
In deze publieke plaatsen zie je zelden een man. Soms zie je ze, af en toe in een rolstoel, reikend naar wat er dan ook op de bovenste plank staat. Soms zien ze er echter nog redelijk fit uit, en dat verbaast me. Af en toe lijkt het alsof de mannen steeds beter en sterker worden.
Ik houd mezelf voor dat dat een goed teken is. We rekenen af, gaan naar huis, lunchen en daarna ploffen Mara en ik op de bank in de zitkamer. Bridget zit er al, met de radio hard aan, en Luciane, die een kamer deelt met Bridget, ook. Ze kijkt verveeld met haar hoofd in haar handen naar de televisie, die reclame afspeelt van dingen die wij niet kunnen betalen.
Het journaal flitst aan, met het logo van Fuga — een rode en oranje helft, gescheiden door een gele, diagonale streep. Op dat moment komen Felicity en Nadia ook binnen. De opluchting op Luciane's gezicht is goed leesbaar. 'Eindelijk, daar zijn jullie.'
Ook zij gaan zitten. Op Bridgets radio begint hiphop te draaien. Nadia klakt geïrriteerd met haar tong en draait zich om on Bridget aan te kijken. 'Bridget, zou dat ding alsjeblieft uit mogen?'
Bridget knijpt haar ogen tot spleetjes. 'Even denken. Nee.'
Nadia zucht diep. 'Zet dat ding gewoon uit, Bridget! Ga lekker op je kamer zitten als je je oren wilt beschadigen met deze muziek.'
'Hm,' zegt Bridget koppig. 'Wat zeg je dan?'
'Alsjeblíéft.'
'Vooruit dan maar. Omdat je het zo lief vraagt.'
Het is even stil. Als ze zeker weet dat Bridget weg is, zegt Luciane: 'Ik had niet zo snel moeten zeggen dat ik wel met haar een kamer zou delen.'
Nadia geeft haar lachend een klap op haar rug. 'Je hebt gewoon geen ruggengraat, schat. Daar hebben Felic en ik van geprofiteerd.'
Luciane gromt. 'Ik kan niet wachten tot we gaan ruilen. Dan is het lekker jouw beurt, Felicity.'
Felicity draait aan een pluk koperkleurig haar. 'Ik snap niet waarom jullie zo negatief doen. Het is toch een goede kans om andere vrienden te maken?'
'Nou, in dat geval mag je definitief in haar kamer intrekken,' zegt Nadia.
'En per direct,' voegt Luciane er aan toe.
Daarna richten we ons allemaal op het journaal. Nou ja, Felicity en Luciane bladeren in de hoek van de bank giechelend door een oud tijdschrift dat de vorige inwoners ons hebben achtergelaten, en de rest van ons probeert het journaal te volgen. 'Er is vannacht weer een lijk gevonden in het centrum van St. Johns. Tijdstip van overlijden was half twee 's nachts,' zegt de presentatrice luchtig. 'Let op, deze beelden kunnen als schrokkend worden beschouwd.'
Maar ik ben een soldaat, dus ik moet er tegen kunnen. Dat is de reden waarom ik zo onverschillig mogelijk naar het beeldscherm kijk als er een lijkbleke vrouw op beeld verschijnt. 'Vannacht, half 2,' vertelt de voice-over. 'Het zoveelste slachtoffer uit de ongrijpbare moordreeks is gevallen. Momenteel wordt er via autopsie naar de doodsoorzaak gezocht.' Een shot van het gezicht van het slachtoffer. Een redelijke jonge vrouw, tussen de twintig en dertig jaar. Haar bruine haren in een zakelijke knot en een strakke mond met lippen die nu een blauwe kleur hebben. Ze is aan zowel haar hals als polsen vastgebonden aan het hek van prikkeldraad om de gevangenis. Haar ogen staan hol en leeg, met de blik naar boven gericht.
'Politica Morgan Tammin verliet gisteravond na een avond overwerken haar kantoor. De route van haar kantoor naar huis loopt langs de gevangenis. Maar in plaats van thuis aan te komen, werd ze aangehouden door haar moordenaar. De camera's van de gevangenis missen beelden van 10 tot 2 uur. Morgan is vermoedelijk overrompeld en vastgebonden aan het hek. Vroege autopsie heeft bewezen dat haar hart om 02:37 is gestopt met kloppen. Wanneer Morgan is vastgebonden aan het hek, is onbekend. Op haar slaap zit een grote bloeduitstorting, maar die kan niet dodelijk zijn. Verder wonden zijn de wurgwonden van de touwen om haar polsen en hals, en enkele wondjes op haar rug van het prikkeldraad. Ook heeft onderzoek bepaalde onbekende stoffen in Morgans bloed vrijgegeven. Wat deze stoffen inhouden, zal later nog onderzocht worden. De mogelijkheid bestaat, dat Morgan gedrogeerd is. Lijkschouwers hebben vrij weinig verzet gevonden, wat deze theorie zou kunnen ondersteunen.'
Nadia klakt met haar tong. 'Wat een zieke gebeurtenissen allemaal.'
'Meer van dit soort moorden hebben de laatste tijd plaatsgevonden,' gaat de voice-over verder. 'Tot nu toe zijn er enkele verbanden met de slachtoffers gevonden. Alle slachtoffers zijn vrouwelijk. Tussen bepaalde slachtoffers zijn connecties
— zij kennen elkaar. Ook werkten de meeste in de politiek, of hadden zij banden met politici. Het kan hier dus gaan om politieke moorden.'
'Zo klinkt het wel,' mompelt Nadia. 'Sukkels.'
Met nog een laatste shot op Morgans lijk gaat het journaal over op het volgende onderwerp.
De volgende dag komt zo'n zelfde artikel voorbij, maar dan van een ander slachtoffer. Dit keer is bijna iedereen in de zitkamer, en het journaal veroorzaakt een discussie.
'Tjonge.' Diane legt haar gouden lokken over één schouder. 'Wat een rotzooi, jongens.'
Lauren, Diane's kamergenoot, knikt. 'Ik snap niet dat je dat als slachtoffer gewoon over je heen laat komen. Als iemand mij zoiets doet, dan pak ik hem, hoor.'
Dat geloven we allemaal.
'Ja, maar de slachtoffers zijn toevallig niet de beste soldaten van het hele leger, Lauren,' antwoordt Mara. 'Die kunnen wat minder goed van vechten.'
'Misschien, maar dat laat je dan toch nog steeds niet over je heen komen?'
'O, kijk, het wordt zonnig deze week,' is Felicity, haar commentaar op het weerbericht.
Nadia stoot haar aan. 'Ja, hallo, het wordt ook zomer, hè.'
Maar verder dan nutteloze discussies houden in de zitkamer, gebeurt er niet zo veel interessants. Vaak probeer ik naar mijn moeder en Zoë te gaan op vrije middagen, maar zelfs die gesprekken lopen uiteindelijk stil. Zoë werkt hard aan de Opleiding, op mijn moeder haar werk loopt alles prima, en ik heb ook niet zo veel te vertellen.
Op een avond zijn Mara en ik aan het koken. Het is vrijdagavond en dus tijd voor het enige feestelijke maal van de week. Terwijl Mara de knoflook verpulvert, zet ik het vuur aan voor de kip — echte, dure kip, geen vleesvervangers — en pak ik een paar tomaten.
De radio geeft in de hoek een krakerig geluid. '... een politiek debat tussen Fiona Script en John Smith, de belangrijkste mannelijke politieke vertegenwoordiger. Vanavond om 8 uur.'
Het mes blijft boven de tomaat zweven. 'Dat moet ik zien, Mara.'
'Waarom? Er zijn zo vaak van dat soort dingen, en sorry hoor, maar het is dodelijk saai.'
'Maar die naam... die...'
'Ken je? Vind je het gek? Weet je hoeveel John Smiths er bestaan? Het is een best wel populaire naam.'
'En toch wil ik het zien.'
Mara draait met haar ogen. 'Ik vind het best. Verwacht alleen niet dat ik me ga vermaken.'
Ik wil een gebaar met mijn hand maken, waardoor ik mijn vinger hard tegen het mes aan duw. 'Au!' Ik kan een paar scheldwoorden niet inhouden. 'Shít.'
'Wat gebeurde er?' vraagt Mara verbaasd.
'Ik sneed me.' Ik glimlach flauw. 'Niets nieuws.'
'Dan is het goed.'
Ik houd mijn vinger onder de kraan om het bloed weg te spoelen dat uit de wond spoelt. 'Maar, kun je de verbanddoos even pakken?'
Mara pakt behendig de doos terwijl ze doorgaat met koken. Ik neem hem aan en haal de rol verband eruit. 'Ugh.' Ik grauw, terwijl ik hem om mijn vinger heen wikkel. 'Er ligt bloed op de grond.'
'Maak dat even schoon, dan.'
Ik knoop het verband vast, hoewel er als snel rood te zien is door de stof heen. Zuchtend veeg ik het bloed van de vloer.
Ik haat bloed.
We eten ons feestmaal en die avond, terwijl de meesten al naar hun kamer zijn, zitten Mara en ik voor de tv in de zitkamer. Talia en Amira zijn er ook.
John Smith. Deze naam kan nooit iets goeds betekenen. Het debat, of wat het dan ook mogen zijn, begint scherp.
'Mijn achterban eist verantwoordelijkheid op voor de politieke moorden,' zegt deze John Smith lachend.
Fiona Script lacht terug, maar haar blik is vals. 'Dat dacht ik al. En waarom dan, John Smith?'
Ze weet het ook.
'Misschien is het je opgevallen, dat er alleen maar vrouwen vermoord zijn? Invloedrijke vrouwen, vrouwen die voor een bepaald symbool staan? Vrouwen die de onderdrukking van mannen op hun geweten hebben? Zegt dat je iets?'
'Deze vrouwen deden gewoon hun taak, en moord is niet geoorloofd.'
'O ja? Want in de grondwet staat anders ook dat het verboden is een soort, mannen in dit geval, te onderdrukken of onofficieel op te sluiten. Wat precies is wat jullie hebben gedaan, en nog steeds doen. Klaag jij ons aan, dan klagen wij jullie aan.'
'En jij denkt dat moord opweegt tegen "onze daden"?'
'Ik denk dat er consequenties voor ons beiden gaan komen.'
Fiona zucht en ijsbeert een paar rondjes. 'Goed. Prima. Wat is je doel van dit hele debat?'
'Ik wil een afspraak maken. Jullie hebben ons, mannen, jaren lang onderdrukt. Daar zijn we klaar mee. Jullie hebben wrede toekomstplannen. Jullie willen Petrinië aanvallen en jullie willen de Mutatie over hen uitspreiden. Maar laten wij ons richten op het geneesmiddel, zodat we ons mannen kunnen genezen en weer één kunnen worden. Dat is nu waar het probleem zit. Jullie willen ons niet terug zoals we waren, jullie willen ons hebben als speeltjes, jullie willen de macht over ons hebben.'
'Niet te geloven. Dit bewijst de ongelooflijke dominantie van mannen waar in de geschiedenisverhalen over gepraat worden. Nog niet eens eeuw worden jullie onderdrukt, en plots is alles onrechtvaardig. Denk je echt dat je met dat idee een meerderheid gaat krijgen?'
'Als ik alle mannen oproep te stemmen, dan zou dat zomaar kunnen.' John lacht. 'Maar vrees niet. Ik heb een andere deal.'
'O, ja? Want ik word een beetje gek van jouw spelletjes.'
'Maak je geen zorgen, schat. Dit is volgens jullie principes volledig rechtvaardig. Waarschijnlijk lach je me uit om dit idee.'
'Ga door.'
'Je kent de Kooi toch wel?'
'Natuurlijk ken ik die.'
De Kooi is het gebied in Noord-Fuga dat grenst aan Petrinië, het stuk grond dat nooit gerevitaliseerd is en daarom vol zit met virussen en onbewoonbaar is.
'Ik wil een strijd houden tussen de geslachten, Fiona. Man tegen vrouw. Wie het langste overleefd, is het sterkste. Dat geslacht wint. Dat geslacht zal het voor het zeggen hebben. We sluiten ze op, en laten ze er pas uit als het ene geslacht geëlimineerd is. Winnen de vrouwen, dan mag jij met je vriendinnen bepalen wat we doen. Probeer, koppig als jullie zijn, Petrinië te muteren en mee in onze ondergang te trekken. Maar als wij winnen, krijgen wij de macht. Wij zullen het land dan redden. Wij zullen wetten veranderen, maar dat doen we omdat we het beste voor het land voor hebben. Iedereen, beide man en vrouw.'
'En welke vrouwen zullen het dan tegen welke mannen opnemen?'
'Mijn jongens, net klaar met school. Tien. Tegen jouw meiden, ook met z'n tienen, net klaar met hun Opleiding.'
'Welke school? Welke Opleiding?'
'Wetenschapstechnologiestudenten en, weet ik veel wat jij wilt, het leger?'
Een klein glimlachje. 'Dus jij denkt echt dat jouw mannen — die niet eens aan de definitie van mannen voldoen — het langer in de wildernis zullen uithouden dan een stel getrainde soldaten?'
'Sterker nog, ik wil voorstellen dat beide partijen hun wapens mee mogen nemen naar de Kooi.'
En dan schiet het me te binnen. De Kooi. Ik zie flitsen van mijn vaders kantoor, van zijn HoverTab. Ik grijp naar meer informatie, maar ik ben het kwijt. En dan zie ik mijn vader weer, terwijl hij met een harde klap mijn slaap tegen de deurpost stoot.
De hersenschudding. Mijn vader heeft hem veroorzaakt. Dit plan was allang in de lucht.
De vijand.
Fiona knijpt haar ogen halfdicht. 'Dit klinkt te mooi om waar te zijn.'
'En toch is het zo. Je bent toch zo zeker van je vrouwen? Is het een deal of niet?'
Fiona lacht en steekt haar hand uit. 'Deal.'
De som is al snel gemaakt en dat zie ik ook aan de gezichten van Amira, Talia en Mara. We zijn met z'n tienen. We hebben net onze Opleiding afgerond. We zitten in het leger.
Oftewel, met een beetje pech zitten we over een maand allemaal in de Kooi.
Ik kijk naar John Smiths lachende gezichten.
Mijn vader — nee — George, hij had gelijk. We zijn geen familie, verreweg van.
Nu wordt het doden of gedood worden. Voor het echt.
~O~
Ik vind jullie stemmen en reacties gewoon zo geweldig en daar wil ik jullie echt voor bedanken. Want wat is een schrijver zonder zijn lezers? Jullie steun betekent zo veel voor mij.
Binnenkort zal het tweede deel komen (van boek 1), maar zoals ik heb gezegd zal dat wat lager duren dan normaal ivm editen en mijn nieuwe verhaal.
En het toetsenbord van m'n iPad flipt.
xRosa
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro