Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 1

86 jaar later,
2346

Er is geen geluid dat ik zo goed ken als het geluid van de  kletterende wapens. Dolken en speren die hun doelwit raken of het geluid van een pijl die uit zijn boog vliegt. Het is een geluid waar ik al twaalf jaar lang naar heb moeten luisteren. Toen ik begon aan de  Opleiding was ik vier. Ik was een klein meisje met trillende handen en  angstige grote ogen.

Nu ben ik dat niet meer.

Alhoewel, ik ben nog steeds klein.

Maar bij de Opleiding is geen plaats voor trillende handen en angstige ogen. De Opleiding is de school die alle meisjes vanaf hun vierde dienen te volgen. We worden hier opgeleid voor onder andere leger. Charismatische meisjes worden echter uitgekozen voor dingen zoals het bestuur en de politiek.

Daar zat ik dus niet tussen.

Andere meisjes werden gekozen om "maatschappij te dienen" door te  werken in de stad, in de horeca. Weer andere uitverkorenen mochten in de  ziekenhuizen werken. Of ze werden op het land geplaatst, in de industrie. De politie of de  textielnijverheid, houtbewerking of de techniek. Alles wat je maar kunt bedenken.

Na twaalf jaar snap ik nog steeds hoe ik in vredesnaam in het leger terecht ben gekomen. We worden beschouwd als een speciale groep, omdat wij een paar van de weinigen zijn die de kans krijgen om uit de sleur te ontsnappen en nieuwe plekken te bezoeken. Ik moet het ze nageven, in het leger is geen dag het zelfde.

Hé kijk, een paar van onze mensen neergeschoten. Fijn, anders is het ook zo saai!

De leerlingen van deze Opleiding zijn vechters, en ik ben de uitzondering die de regels bevestigt.

Soms voel ik me net een man. Vrouwen dienen al het fysieke werk te doen, omdat mannen daar niet toe in staat zijn. Mannen kunnen zitten en leren, dat is ook waarom zij de Studie volgen. De Studie is het leren van allemaal informatie, uitgebreide geschiedenis, wetenschappen en talen. Dat is het enige wat mannen echt kunnen. Ze kunnen niet veel  bewegen. In feite is hun fysieke conditie zo laag dat ik als vierjarige kleuter nog fitter was.

Het was 86 jaar geleden toen de West-Aziatische Federatie een kernaanval op Fuga, het voormalige Zuid-Oost-Canada, pleegden. De stoffen waren erg giftig, er vielen dan ook veel doden. Toen viel het men nog niet op dat alleen de mannen door bepaalde bommen stierven. Er waren dan ook zo veel bloedbaden, dat de statistieken ver te zoeken waren.

Maar de mannen waren ook na de Reiniging, het eerste project volledig uitgevoerd door vrouwen en de poging het land te reinigen van alle stoffen, niet fit genoeg. Na uitgebreid onderzoek is gebleken dat de stoffen in de kernwapens de testosteron-aanmaak remde, een stof die vooral mannen aanmaakte. Hierdoor konden onder andere hun spieren zich niet goed ontwikkelen. Dit heeft ook enig effect op vrouwen gehad, maar dat was een stuk minder heftig, aangezien vrouwen veel minder testosteron aanmaken. Mannen werden ook veel minder vruchtbaar, waardoor er veel meer reageerbuis-zwangerschappen ontstonden. Zowel mannen als vrouwen moesten enorme operaties ondergaan om een kind te krijgen.

Door het gif werden iedereens cellen aan getast en gemuteerd, waardoor de testosteron-remmende mutatie werd doorgegeven aan de kinderen. We zijn in feite allemaal gemuteerd. Maar omdat de mannen er veel meer last van hebben, moeten de vrouwen al het fysieke werk doen.

Men zegt dat mannen vroeger veel sterker waren dan vrouwen, dat mannen vroeger op jacht gingen omdat vrouwen te zwak waren, dat vrouwen vroeger thuis moesten  blijven omdat de man beter, slimmer, sterker was dan zij.

Dat is hier zo moeilijk voor te stellen dat het hilarisch is. Vrouwen zijn nu het toonbeeld van kracht.

'Hé, Luna.' Ik voel een por in mijn zij.

Ik kijk om, om uit te vinden het handvat van een dolk tegen mijn zij aangeduwd is. Het is de dolk van mijn vriendin, Mara. 'Ga ga je nog een beetje oefenen? Over niet zo'n lange tijd is het Examen.' Mara bindt haar zwarte haar in  een strakke staart.

'Ja.' Ik zucht. 'Ik denk dat ik naar de speren ga.' Speerwerpen is een van mijn zwakke punten. Ik ben er eigenlijk  nooit echt goed in geweest. Om eerlijk te zijn snap ik ook niet waarom  je een speer zou gebruiken, terwijl je ook een mes hebt dat je kan  gooien. Speren zijn lang en opvallend en bovendien nogal onhandig.  Messen zijn een stuk kleiner. Zo zou ik ze bijvoorbeeld in de de  binnenzak van mijn jas kunnen stoppen voor een verrassingsaanval. Als ik dat met een speer zou proberen, zou ik mezelf waarschijnlijk doorboren in plaats van mijn tegenstander.

Het is niet echt iets voor mij om te doden. Ik heb veel moeite met het doden van mensen. Maar een van de  belangrijkste lessen tijdens de Opleiding was: De republiek gaat voor alles. Persoonlijk heb ik het anders opgevat. Er staan hoge straffen op  het verraden van het land. Landverraders zijn spionnen of zo, maar ook  gewoon mensen die de vijand helpen, op wat voor manier dan ook. Als ik  een vijand expres laat leven wordt dat gezien als landverraad en kan dat  mijn dood betekenen. En dát is mijn overtuiging.

Het is niet de republiek of iemand anders zijn leven, maar het is míjn leven of iemand anders zijn leven.

Ik denk dat mijn punt duidelijk is.

Mijn oma, die zes jaar geleden is overleden, vertelde me van het vechten om te verwonden en niet om te doden. Hier is dat taboe. De enige reden waarom je dat zou mogen doen is om je vijand dood te laten bloeden, voor een extra pijnlijke dood.

Ik lijk overigens niet op mijn oma, die bijna de hele ontwikkeling na de kernaanval heeft  meegemaakt. Het enige wat ik van haar geërfd heb, zijn mijn blauwe ogen. Maar mijn oma was een vechter, een dapper iemand. Ze was edelmoedig, maar ze kon ook genadeloos zijn, zo zegt mijn moeder. Zelfs op haar oude  dag zag mijn oma er vurig uit, vuriger dan ik er ooit uit zal zien.

Ik pak een blauwzilveren speer en hef mijn armen een paar keer. Ik kijk voorzichtig om me heen en draai me dan om, om te voorkomen dat ik  niemand met een speer raak. Ik begeef me naar de vleeskleurige  dummypoppen. Vanuit de verte lijken ze net echte mensen. Volgens mij is  dat precies het beeld dat onze leraren willen schetsen.

Ik ga aan  het begin van de schietbaan staan en kijk hoe ver ik van de dummy af sta. 40 meter. Dat moet te doen zijn. Voor velen lijkt het dan misschien erg ver, wij zijn er al zo lang op getraind dat 40 meter simpel voor  ons moet zijn.

Ik doe een paar stappen na achteren voor een  aanloop. Ik krom mijn vingers om de speer met mijn wijsvinger uitgestrekt. Mijn armen strek ik ook uit. Ik zie de spierballen van mijn rechterarm, mijn werparm, opbollen.

Ik doe een aansluitpas en gooi dan, met alle kracht die ik op kan brengen, de speer.

De punt blijft een zo'n tien meter voor de pop in de grond steken.

'Was dat het?' klinkt een smalende stem. Ik zucht en twijfel of ik me om zal draaien. Ik maak een stap naar de baan om mijn speer op te halen,  maar verander dan van gedachten en maak een spastische draai. Recht voor me staat Diane.

Diane heeft haar ene hand op haar  heup gelegd en met haar andere houdt ze haar speer vast. Haar blonde  haar is als een gevlochten krans om haar hoofd gelegd. Ze is een stuk  groter dan ik, maar ondanks haar spieren heeft ze toch een vrouwelijk  lichaam. Ze lijkt net een model. Ze doet me denken aan Diana, de  mythische godin van de jacht, waar ze ook naar vernoemd is. Ik kan me nog herinneren dat ze zich aan het begin van de Opleiding voorstelde. Toen was ze al een stuk groter dan ik. 'Wisten jullie dat ik naar de godin van de jacht vernoemd was?' zei ze met een klein, zelfgenoegzaam lachje. 'Zij kon heel erg goed met pijl en boog omgaan.'

Dat kan Diane zeker.

'Sorry.' Ze gaat op mijn plaats staan en duwt me zo aan de kant. 'Mag ik erbij?'

Diane mag dan wel knap zijn, ze is ook een kreng. Diane is een van de beste leerlingen, ze kan werkelijk alles. Jongens zijn gek op haar (maar zij niet op hen), onze  leraressen zijn gek op haar en de meeste meisjes ook, want Diane is hun ticket naar de populariteit.

'Aan de kant, lummel,' snauwt ze dan.

Ik schraap mijn keel en kijk haar aan. 'Ik moet mijn speer nog halen,'  zeg ik zo zelfverzekerd mogelijk. Het effect komt niet echt over, en  dat kan te maken hebben met het feit dat ik meer dan een kop kleiner dan  haar ben.

Ze draait met haar ogen. 'Uh, oké, maar ik ga gooien. Je weet dat je niet mag lopen op een baan waar gegooid wordt.'

'Maar...' Ik kan geen antwoord vinden. Diane lacht naar me en strekt haar armen uit. 'Dat dacht ik al.'

Ze gaat heel langzaam klaar staan. Overdreven uitgebreid neemt ze een  aanloop. Alsof haar provocerende gedrag al niet genoeg is, doorboort ze  ook de dummy nog. Wat rood spul welt op uit de borst van de pop, een effect  dat de leraren hebben bedacht.

O kijk, bloed.

Ik ben gedwongen  samen met mijn goede vriendin de baan op te lopen zodat we onze speren  kunnen ophalen. Diane lacht naar me als ik stop om mijn speer op te pakken. 'Tot hier maar? Dat zijn maar achtentwintig meter. Ik vind het naar  voor je niet verder kan gooien, hoor.'

Ik pers mijn lippen op elkaar. 'O, maak je toch geen zorgen.'

'Ik hoop gewoon dat je het Examen wel haalt,' zegt Diane quasi-bezorgd. Ze geeft me een klopje op mijn rug.

Ik snuif en loop naar een van de werpbanen. Daar oefen ik mijn  speerwerpen. Ik blijf gooien, maar het verste wat ik haal is 32 meter.  31,8 om precies te zijn. Ik hou er mee op, speerwerpen gaat toch niets  worden. Ik kan beter oefenen met de messen, die vereisen weinig kracht.  En mikken kan ik wel. Daarom is messenwerpen mijn specialiteit.  Boogschieten kan ik op zich ook prima, het enige probleem is dat ik niet  heel erg veel kracht in mijn armen heb - relatief gezien dan, de  meisjes die in de politiek werken hebben veel minder spieren.

Ik  weet niet precies waarom ik nu messen sta te werpen terwijl ik zo veel dingen heb die ik echt moet oefenen, maar waarschijnlijk  doe ik dat om te laten zien dat ik niet helemaal een zwakkeling ben. In  dit onderdeel blink ik uit, want hoewel de andere meiden dit ook best  kunnen, kunnen de meeste niet zo precies mikken als ik. Op andere onderdelen leg  ik het af tegen ze, zoals zwaardvechten. Zo gauw het mes groter wordt  dan een redelijk werpmes, kan ik er niet goed mee om gaan. Ik denk dat  ik dingen gewoon graag compact hou, zoals met mijn lengte. En mijn  spierkracht. Mijn hoeveelheid talenten. De hoogte van de beoordelingen  die ik altijd krijg.

Hoe dan ook.

Na een tijdje klinkt er een  schel fluitje. Ik kijk op de klok, waarop 16:30 staat in rode, hoekige  letters. De lesdag is afgelopen en we lopen allemaal naar de uitgang,  waar onze lerares Kiera voor ons staat. Ze is zelf nog jong, maar ze is  ongelooflijk krachtig. Ze tikt ongeduldig met haar voet op de grond.  'Newberg! Komen, nu!' roept ze naar Mara als die op haar gemakje een  bijl weglegt.

Kiera trekt een elastiekje uit haar haar en schudt  haar vlammende rode krullen los. 'Meiden, het Examen komt eraan. Ik wil  dat jullie allemaal slagen.' Ze kijkt ons een voor een aan. Ik bevries  als haar donkere ogen de mijne doorboren, alsof ze al de kleur uit mijn  ogen wil zuigen.

'Overmorgen, vrijdag, gaan jullie allemaal een  lijstje opstellen met jullie specialiteiten en zwaktes. Iedereen heeft  iets van allebei, de kracht is alleen om je zwaktes niet te laten  merken.'

Ik kijk naar het al te bekende bord waar Kiera voor  staat. Het weekprogramma staat er op, het programma waar we ons al zo  lang als ik me kan herinneren aan houden

Maandag 9:00-16:30
Activiteit

Dinsdag 9:00-16:30
Gezamenlijke training

Woensdag 9:00-16:30
Zelfstandige training

Donderdag 9:00-16:30
Activiteit

Vrijdag 9:00-16:30
Gezamenlijke training

Zaterdag 9:00-14:00
Zelfstandige training

Zondag zijn we altijd vrij om te gaan en staan waar we willen. De  meeste meiden spreken met elkaar af en gaan de stad in. Mara en ik  spreken soms ook met elkaar af, maar soms niet. Mara is wel socialer dan  ik, maar ze is en blijft mijn vriendin. Iemand die haar kansen op populariteit heeft vergooid, dus.

Kiera  knipt met haar vingers en het zachte geroezemoes valt meteen stil.  'Omdat jullie bijna het Examen hebben, gaan we morgen paintballen. Zo  kunnen jullie het eventjes rustig aan doen, maar krijgen jullie toch ook  een beetje een beeld hoe het er in het leger in de oorlog aan toe  gaat.'

Ze zegt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is,  dat het vanzelfsprekend is dat we de oorlog in worden gestuurd. Dat zou  het ook moeten zijn voor ons. Twaalf jaar lang zijn we er eigenlijk op  voorbereid. Maar altijd als mensen er iets over opmerken, haal ik mijn  schouders op. Het is nooit echt tot me doorgedrongen, ik heb er ook  nooit echt van wakker gelegen. En nu komt het dichtbij. Over twee  weken is het Examen. Twee weken daarna krijgen we "vakantie". Dat is een  van de voorrechten die alleen de mensen in het leger krijgen, want de  meiden in het bestuur en het ziekenhuis zijn niet wekenlang te  missen. Zij kunnen echter wel gewoon vrije dagen nemen, iets dat wij na  onze vakantie niet kunnen - misschien wel nooit meer. Na onze  vakantie worden we in het leger geplaatst, en al snel zullen we de  oorlog in worden gestuurd. Ik krijg een licht misselijk gevoel.  Misschien is het nog niet zo erg als ik het Examen niet haal. Ik zal  vast werkloos zijn, misschien zal ik moeten bedelen of op de straat leven.

Maar mijn leven zal ik niet hoeven slijten door te vechten, doden en  mijn leven te wagen tegen de vijand. Misschien heb ik kans op vrijheid,  misschien heb ik kans op een goed leven. Ik kan een man vinden en bij  hem intrekken. Ik kan me stiekem verdiepen in zijn boeken over  wetenschap. Ik kan een gelukkig gezin krijgen.

Ik kan ook in het  leger gaan. Ik zal rijk zijn, geld verdienen en respect krijgen. Maar ik  zal misschien ook sterven voor ik ooit van die overvloed kan verdienen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro