Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

HOOFDSTUK 11

Pagina na pagina na pagina had Helena geschreven wat ze zo leuk vond aan Tatiana. Ze had het over de manier waarop de hertogin af en toe zachtjes op haar duim beet tot ze doorhad waar ze mee bezig was. Ze had het over haar warme glimlach, haar zelfzekere blik en haar voorliefde voor de tekeningen in boeken.

Zelfs wanneer Tatiana niet in haar buurt was, schreef ze nog over haar. Die ene man had opvallende blauwe ogen, maar ze waren niet zo mooi als die van Tatiana en Ik zag één of andere hofdame vandaag in een paarse jurk. Het deed me denken aan Tatiana's jurk op mijn nieuwe jaar feest.

Ik vraag me af of ze het zelf door had. Dan had ze er misschien meer over gevloekt.

Niet dat ze niet uitgebreid de tijd nam om ook haar frustratie tegenover de hertogin te uiten in haar logboek. Ze was er niet over te spreken dat de vrouw haar aanbod bleef afslaan, laat staan dat Tatiana haar dan ook nog eens aansprak alsof ze niet echt bang voor haar was. Helena's status leek verrassend weinig invloed op haar te hebben.

Het valt misschien een beetje te vergelijken met Ilya en mij. Toen hij voor het eerst bij ons kwam lette hij nog een paar dagen op onze titels, maar al snel noemde hij me bij naam alsof hij me al zijn hele leven kende. Behalve dat ik niet verliefd ben op hem. Niet zoals Helena duidelijk wel verliefd was op Tatiana.

Ilya.

Verdorie.

Ik zal hem morgen, in de ochtend, weer moeten spreken. Dit keer heb ik geen keus. Ik moet weten of hij het logboek heeft en anders zal ik moeten toegeven dat hij een punt had.

Hij had altijd een punt, maar zolang het niet waarheid wordt, heb ik nog de keuze om het te negeren.

Voor het eerst sinds onze ruzie – discussie – in de gang kijk ik dan ook zijn kant op tijdens het ontbijt. Hij eet rustig een broodje, terwijl zijn wenkbrauwen in een ernstige frons getrokken zijn en zijn blik gericht is op een punt op het witte tafellaken. Hij kijkt altijd zo boos als hij diep aan het nadenken is. Dat terwijl hij totaal geen boze persoon is.

Normaal niet.

Hij ziet me niet kijken en dat is misschien ook beter. Ik zou toch niets tegen hem kunnen zeggen vanaf mijn kant van de tafel. Er zit veel te veel ruimte tussen ons in. Veel te veel andere mensen zouden ons kunnen horen.

Ik heb zelf af en toe ook het gevoel dat er iemand naar me kijkt, maar wanneer ik opkijk zie ik iedereen nog steeds eten en eventueel converseren met iemand anders. Helena en Alexis zijn aan het kibbelen over iets waar ik maar de helft van heb opgevangen. Mijn ouders fluisteren elkaar dingen toe. Mijn grootmoeder is een blok kaas aan het ontleden.

Niemand heeft aandacht voor mij.

Tot Ilya toch mijn kant opkijkt en onze blikken kruisen. Meteen wend ik mijn blik weer af. Ik vloek binnensmonds. Ik had sterker moeten zijn. Ik had hem aan moeten blijven kijken tot hij wegkeek – misschien had hij niet eens weggekeken.

In plaats van hem meteen na het ontbijt aan te spreken, loop ik naar de tuinen om mijn gedachten op een rijtje te krijgen. Naar mijn gevoel dwaal ik uren doelloos rond met mijn hoofd bij Helena en Tatiana en bij het logboek dat verdwenen is – bij al Helena's zonden die zo gedetailleerd beschreven staan. De stand van de zon vertelt me iets anders. Zoveel tijd is er nog niet voorbij gegaan.

'Dwynn?' hoor ik Ilya's stem voor ik hem gezien heb.

Hij komt me tegemoet gewandeld, met zijn handen in elkaar gewrongen, half plukkend aan losse velletjes en duwend op zijn vingers.

Hij klinkt voorzichtig, maar hoopvol.

Ik stop abrupt met wandelen, alsof het gras te lang is geworden en mijn voeten op hun plaats houden.

'Ilya.' Meer krijg ik niet gezegd.

Vraag hem naar het logboek. Vraag hem waarom hij raar deed. Vraag hem iets. Wat dan ook.

'Wat is er?' valt uit mijn mond, op hetzelfde moment dat Ilya 'het spijt me' zegt.

Zijn wangen worden lichtroze, terwijl mijn mondhoeken wat omhoog krullen. Meer wilde ik niet van hem horen. Dit was het.

'Het spijt me dat ik zo uitviel. Het kwam uit het niets voor jou, dat begrijp ik. Ik wil het ook niet goedpraten – ik was nerveus. Sorry dat ik niet eerder mijn verontschuldigingen heb aangeboden.'

'Het is oké,' glimlach ik. 'Ik heb ook een beetje overdreven gereageerd met heel dat "Het is Uwe Koninklijke Hoogheid voor u".'

Ilya's gespannen schouders ontspannen weer, evenals zijn handen die hij nu losjes langs zijn zij laat hangen. 'Geen koningin zonder drama,' knipoogt hij.

Ik lach en knik. 'Maar ik ben nog geen koningin.'

'Het is een goede oefening.'

Met een handgebaar vraag ik hem of hij mee wil wandelen, waarna we samen mijn weg door de tuinen verderzetten.

Ik aarzel nog om hem te vragen naar het logboek. Het is een simpele vraag. Een ja- of nee-antwoord zal volstaan. Toch ben ik bang dat hij het verkeerd zal opvatten. Dat hij het meegenomen heeft en ik boos zal reageren. Dat hij het meegenomen heeft en hij het goed zal willen praten. Dat hij het niet meegenomen heeft maar dat hij met een "ik zei het toch" komt die ik niet wil horen.

Ilya is geen "ik zei het toch" persoon. Dat moet ik hem nageven. In tegenstelling tot mijn zus, Alexis, die niet anders doet dan haar gelijk willen halen. Gelukkig heb ik op haar het voordeel van het ouder zijn en daarbovenop ook nog eens mijn status als kroonprinses.

'Ik heb een vraagje,' begin ik uiteindelijk. 'Heb je misschien... beslist dat je het- je weet wel, het logboek waarover ik het had, of een ander logboek- dat je dat toch wilde lezen en ben je dat dan misschien... komen halen in mijn kamer?'

Zijn gezicht betrekt even wanneer ik begin, maar verdere reactie blijft uit tot ik klaar ben met spreken. Hij opent zijn mond, zucht zacht en knikt dan.

'Ja,' hij haalt zijn hand door zijn warrige donkere haar, 'ja, ik ben het komen halen. Het spijt me dat ik het niet eerst nog bij je gecheckt heb, maar ik durfde niet en het was flauw om het te komen stelen – of ja, lenen – maar haat me alsjeblieft niet.'

Een opgeluchte zucht verlaat mijn mond. 'Goed dat jij het hebt. Tenzij je het bent komen halen om een punt te bewijzen, dan kan ik er niet mee lachen.'

'Nee. Zo was het niet. Ik wilde het wel lezen. Ik heb dingen gezegd die ik niet meende. Ik ben er nog steeds in geïnteresseerd.'

'Oké. Goed.' Ik schenk hem een kleine glimlach. 'Mijn moeder gaat een brief sturen naar prins Tobias om hem te laten weten dat het huwelijk niet doorgaat.'

Het duurt even tot de woorden goed en wel bij hem zijn binnengekomen, maar zodra hij de volle betekenis van de woorden heeft achterhaald beginnen zijn ogen te schitteren en barst hij in lachen uit. 'Je maakt het via-via uit?'

'Het is niet uitmaken. Voor uitmaken heb je een relatie nodig, neem ik aan. Dit is een zakelijke overeenkomst. Hij hoeft het niet van mij te horen.'

'Weet je hoeveel oorlogen er zijn begonnen voor liefde?'

'Hij houdt niet van mij.'

'Weet je hoeveel oorlogen er zijn begonnen door machtshonger?'

'Kan ik eigenlijk wel winnen bij jou?' plaag ik. 'Eerst is het niet goed dat ik met hem ga trouwen en nu is het niet goed dat ik niet met hem ga trouwen.'

'Daar gaat het niet om,' zegt Ilya zo onschuldig mogelijk. 'Het gaat erom dat je de verloving niet in persoon verbreekt en je de brief niet eens zelf schrijft.'

Misschien heeft hij wel een punt. Misschien wilde prins Tobias wel graag met me trouwen en komt het als een klap binnen dat ik het niet meer wil. Als ik in dat geval in zijn schoenen zou staan zou ik het denk ik ook liever persoonlijk horen dan via emotieloze brieven.

Langs de andere kant hebben we nooit een emotionele band gehad. Het was altijd puur zakelijk. Altijd toekomstgericht. Er is niets zakelijker dan een brief.

'Ik denk dat we het in dit geval beter beëindigen zoals we het begonnen zijn. De verloving is vastgelegd met een brief, dus zal hij ook verbroken worden door een brief.'

Ilya kijkt even naar de heg voor hij me een kleine lach gunt. 'En als hij toch een oorlog besluit te beginnen, zal ik je wel van advies voorzien.'

Ik lach en por zo subtiel mogelijk met mijn elleboog in zijn zij. Een hofdame die ons net passeerde bekijkt me met ongenoegen. Ik schenk haar met rode wangen een beleefde hoofdknik.

'Als hij nu een oorlog begint, kan mijn vader het nog voor me regelen.'

'Je komt er wel graag makkelijk van af, of niet?' grapt mijn beste vriend.

'Daar kan ik niet veel mee verkeerd doen.'

'Dan kan je de schuld in andermans schoenen schuiven.'

Zoals Helena had gedaan met haar dienstmeisje. Alleen lijkt me dat nog wel iets erger dan dit.

Met een min of meer gerust hart ga ik die avond verder met lezen.

Helena's verliefdheid met betrekking tot de hertogin ziet er niet anders uit dan eender welke verliefdheid die ik ooit heb waargenomen van een vrouw aan een man of van een man aan een vrouw. Ik weet niet waarom het als zo'n probleem gezien wordt.

Natuurlijk kan de bloedlijn zo niet verdergezet worden, maar voor families die niet adellijk of van koninklijke bloede zijn zou het niet zo mogen uitmaken.

Ik probeer het politieke aspect van de kwestie uit mijn hoofd te zetten, terwijl ik begin te lezen.

In tegenstelling tot het feest voor mijn 32e winter, heb ik wel het grootste deel van de touwtjes in handen genomen voor Alexis' huwelijk. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro