Helena
In tegenstelling tot het feest voor mijn 32e winter, heb ik wel het grootste deel van de touwtjes in handen genomen voor Alexis' huwelijk.
Toen ik haar duidelijk maakte dat een kleine ceremonie niet kon, werd ze woest en zei ze dat ik dan maar alles zelf moest regelen. Ik liet het niet voorbijgaan en zei dat ze niet hoefde te trouwen als ze zo'n toon tegen me aan wilde slaan. Ze had mijn toestemming nog steeds nodig.
Na een paar dagen was ze gekalmeerd en vroeg ze me beleefd of ik wilde helpen met het plannen van de bruiloft. Ik had nog wel andere dingen te doen, maar ik stemde toe. Je kleine meisje trouwt maar één keer.
Toen ik de gastenlijst opstelde en de uitnodigingen liet maken was er een stemmetje in mijn hoofd dat bleef zeggen hopelijk komt de hertogin van Xevia ook. Ik had haar al een tijdje niet meer gezien. Ze had geen reden meer gehad om naar het kasteel te komen en ik had zelden een reden om naar Xevia te gaan. Ik had getwijfeld haar een brief te sturen, maar ik wist niet waarom en wat ik er dan precies in zou schrijven. Het zou verdacht zijn. Niet dat ik iets zou doen wat niet mocht, maar toch voelde het verkeerd.
Ik moet echt eens stoppen met zoveel aan haar te denken. Ik weet wat er aan het gebeuren is. Ik weet hoeveel moeite het me kost om me haar niet voor te stellen zonder jurk en hoeveel zelfbeheersing het nodig heeft om niet te dicht in haar buurt te gaan staan wanneer ze zich in dezelfde kamer bevindt.
Het kan niet, het mag niet en ik weiger het te laten gebeuren.
Naast de gastenlijst regelde ik de bloemen, nieuwe wandtapijten, kaarsenhouders en alle andere decoratiestukken die je je maar kan voorstellen. Ik regelde een ambtenaar en een priester die de plechtigheden van het huwelijk konden verzorgen. Het enige wat ik overliet aan Alexis waren de kleren die Jonathan en zij zouden dragen.
Toen de grote dag aanbrak, een paar dagen geleden, was alles tot in de puntjes uitgewerkt en klaargezet en kon er niets meer mislopen.
Er is ook niet echt iets misgelopen. Het ging niet allemaal zoals ik had gehoopt, maar ik denk dat dat mijn eigen schuld is. Mijn schuld en die van mijn gebrek aan zelfbeheersing in bepaalde situaties.
En mede. Te veel mede.
De ceremonie verliep zoals gepland. Iedereen zei de woorden goed en ik gaf het paar zonder meer mijn zegen.
Ze dansten en Alexis zag er gelukkiger uit dan ik haar ooit had gezien, stralend in de beige jurk die ze speciaal voor vandaag had laten maken. De sleep was bijna twee meter lang. Het was onmogelijk om er niet op te gaan staan, maar dat hield haar niet tegen. Ze glimlachte de hele tijd haar tanden bloot en was ongetwijfeld de meest stralende ster van de avond. Wanneer ze niet met prins Jonathan danste, danste ze met haar broer. Ze leek het heel erg naar haar zin te hebben.
Dat maakte één van ons twee.
Mijn hart werd er wel iets warmer van om haar zo gelukkig te zien, maar tot dan toe had ik zelf nog niet veel aan de avond gehad. Sommige mensen kwamen me complimenteren voor het goede werk dat ik geleverd had bij Alexis' opvoeding, sommige wilden komen roddelen over de prins waarmee ze getrouwd was, sommige wilden als altijd een poging doen in een goed blaadje te komen.
Het meeste ging er langs één oor in en langs de andere weer uit, maar ik hield goed bij wie er met me kwam spreken en wie ik beter in de gaten moest houden. Ik wilde hun woorden misschien niet altijd horen, maar ik registreerde wel hun houding en hun intentie. Het laatste wat ik wil is een staatsgreep.
Het duurde lang voor ik de hertogin van Xevia gevonden had tussen alle mensen. Ik had een aparte tafel voorzien voor alle hertogen en hun vrouwen, maar er waren zoveel aanwezigen en er gebeurde zoveel op hetzelfde moment dat ik steeds maar weer over haar heen leek te kijken.
Ik begon al bijna te denken dat ze er simpelweg niet was, toen ik haar donkerblonde haren, opgestoken in een ingewikkeld kapsel, in de menigte kon ontwaren. Haar armen lagen rond de nek van de hertog, die zijn handen op haar zij had gezet om met haar te dansen. Hij fluisterde dingen in haar oor en tegen haar nek, terwijl ze klein glimlachte.
Haar ogen lachten niet mee.
Onbewust balde ik mijn handen tot vuisten en duwde ik mijn nagels in mijn handpalmen. Ik liet mijn blik door de rest van de zaal glijden, daarvoor had ik de ideale plaats aan het hoofd van de zaal. Mijn moeder had altijd een instelling gehad die meer doelde op één zijn met het volk, dan vinden ze je leuker, maar ik voel me nooit goed in mensenmassa's. Zet me alleen op mijn troon of alleen aan een tafel waar ik een goed zicht heb op alles en iedereen en dan kan ik mijn beste werk leveren, dan kan ik glimlachen en genieten van het feest.
Niet dat ik echt kon genieten van het feest. Ik wilde het wel. Ik weet dat het Alexis deugd doet als ik ergens net zo blij om kan zijn als zij. Het zou voor mij ook veel fijner zijn als ik het leuk vond. Zo was het alleen niet. Ik wilde Tatiana wegslepen van de hertog en zelf met haar dansen. Ik wilde haar laten zien wat ik kon doen en ik wilde dat ze onder de indruk was.
Ik wilde haar-
Daar stopt die zin waarschijnlijk al. Ik wilde haar. Ik wil haar nog steeds.
Het hoort niet.
Aangezien dat geen mogelijkheid was, wilde ik me liever weer terugtrekken in mijn studeerkamer, terwijl de gasten dansten en dronken. Staatszaken stoppen nooit. Dat deed ik echter ook niet. In plaats daarvan bleef ik zitten, kijkend naar iedereen die danste en zong en bijpraatte.
'Mag ik deze dans van u, Uwe Majesteit?'
Niet onder de indruk en zelfs al een tikje geïrriteerd keek ik op naar de man die het voorstel had gedaan. Het was één van mijn adviseurs. Cassius. Een man met halflang bruin haar en muisgrijze ogen.
'Misschien eerst eens een kapper contacteren,' zei ik met een geamuseerde grijns. Ik hief er mijn glas met mede bij, terwijl de woorden zich nog registreerden in mijn hoofd.
Ik had een geërgerde reactie verwacht, gekwetst misschien of verbaasd, maar in plaats daarvan lachte mijn adviseur en schudde hij met zijn hoofd. 'Het is niet het beste kapsel dat ik ooit heb gehad, daarin ben ik het met u eens, maar ik kan u beloven dat mijn dansvaardigheden beter zijn dan mijn haarkeuzes.'
De geamuseerde fonkeling in zijn ogen wekte enige interesse in me. 'Waarom denkt u dat ik met u zou dansen? Hoelang kent u me nu al?'
'Lang, Uwe Majesteit, lang genoeg om te weten dat feesten als het deze u niet kunnen amuseren en dat u liever aan het werken zou zijn.' Hij keek me aan, mondhoeken omhoog gekruld. 'Lang genoeg om te weten dat u alleen blijft om Hare Koninklijke Hoogheid Alexis een plezier te doen.'
'Ze trouwt maar één keer,' zei ik, terwijl ik opnieuw mijn glas hief, om het vervolgens in één keer leeg te drinken.
Ik twijfelde om in te stemmen. Ik had nog nooit gedanst op een feest, uit principe, maar ik had het gevoel dat mensen begonnen te denken dat ik het niet deed omdat ik het niet kon en dat idee stond me nog minder aan dan het dansen zelf.
'Dus, Uwe Majesteit, mag ik deze dans?'
Ik liet mijn blik inschattend over hem heen glijden, voor ik met rechte rug en geheven kin opstond. Ik kon de blikken van verschillende andere mensen op me voelen rusten, terwijl ik Cassius' hand aannam en ik hem me naar de dansvloer liet begeleiden.
Ik voelde me kwetsbaar in dat moment. Hij nam de leiding over de dans en ik liet het toe. Het voelde onnatuurlijk, verkeerd. Ik wilde de touwtjes niet uit handen geven, maar toch liet ik het hem vrijwillig toe.
Hij liet zijn handen licht rusten op mijn heupen. Respectvol haast. Mijn handen lagen tussen zijn schouderbladen. Ik dacht terug aan de bossen veertien jaar geleden, toen Kaspar me tegen een boom gedrukt hield. Er was geen enkele man meer zo dicht bij me geweest sinds die bewuste dag.
Mijn ademhaling versnelde, maar ik stak het op de inspanning. Mijn kaken hield ik op elkaar geklemd en mijn vingers waren niet zo voorzichtig met Cassius' rug als de zijne waren met mijn zij.
'Als u het echt niet wil doen kunnen we nog stoppen,' fluisterde mijn adviseur bij mijn oor.
Ik schudde met mijn hoofd en deed mijn uiterste best om te ontspannen. 'Er is niets aan de hand.'
Voor enkele slagen van de maat sloot ik mijn ogen. Hoewel ik al lang niet meer had gedanst, kenden mijn voeten de passen nog als vanzelf. Ze waren er niet voor niets in gedrild van toen ik klein was. Bovendien was Cassius een uitstekende begeleider. Daar viel niets op aan te merken.
Toen ik mijn ogen weer opende hield ik mijn blik gericht op mijn adviseur. Enkel op hem. Zijn grijze ogen hadden iets zachts en geruststellends dat ik er niet eerder in had opgemerkt.
'Kan ik u vertrouwen?' vroeg ik hem.
'Ik denk niet dat u me zou geloven als ik "ja" zou zeggen.'
'Waarom wilde u met me dansen?'
'Ik neem aan dat u verwacht dat ik zal zeggen dat ik u het hof wil maken, maar geen zorgen, Uwe Majesteit, ik weet wel beter dan dat.' Zijn mondhoeken krulden wat omhoog, voor zijn ernstige blik terugkeerde. 'Ik heb al vaak gezien hoe u daar eenzaam zat of lastiggevallen werd door mensen die u komen vervelen, dus ik wilde u laten zien dat er ook een andere manier is om van een feest te genieten.'
'Maar waarom?'
Hij zuchtte verdoken. 'Omdat ik u mijn vriendschap wil aanbieden. Ik heb niemand. U heeft niemand. Ik ben al uw adviseur sinds u koningin werd. Wanneer het op het koninkrijk en onze titels aankomt ken ik u beter dan wie dan ook en kent u mij ook beter dan wie dan ook.'
Het duurde even voor de woorden binnendrongen. Ik wist niet goed wat ik erover moest denken. . 'U wil vrienden zijn? Niet meer dan dat?'
Hij schudde meteen met zijn hoofd. 'Niet meer dan dat. Ik ben al een andere vrouw het hof aan het maken, daar heb ik geen interesse in.'
Ik gaf hem geen antwoord meer. De rest van de dans zwierden we rond de dansvloer zonder een woord tegen elkaar te zeggen. Toen we klaar waren en ik eindelijk rond me keek naar de nieuwsgierige blikken die onze kant opkeken, fluisterde ik: 'Bewijs eerst dat ik je kan vertrouwen.'
Daarna liep ik terug naar mijn tafel, waar ik zoals gebruikelijk zei dat het alle gasten toegestaan was om te blijven dansen, eten en vieren tot ze niet meer recht konden staan, maar dat ik me terug zou trekken.
Tatiana was nergens meer te bekennen. Cassius was aan het dansen met een andere vrouw, die die hij het hof aan het maken is, neem ik aan.
Op mijn weg naar mijn vertrekken maakte ik een omweg langs de bibliotheek. Ze was er niet.
De mede was inmiddels goed naar mijn hoofd gestegen, dus besloot ik nog een langere omweg te maken en langs de gastenvertrekken te passeren. Ik wist uit mijn hoofd in welke kamer ze verbleef. Ik had de hertog nog gezien op het feest en hoopte dat ik me daarin niet vergist had.
Ik had niet de tijd genomen een excuus te bedenken voor mijn bezoekje.
Met een paar beheerste klopjes op de deur kondigde ik mijn aanwezigheid bij Tatiana's gastenkamer aan. Mijn lijfwachten vroegen zich ongetwijfeld af wat ik van plan was, maar ik was hen geen uitleg verschuldigd.
De deur ging voorzichtig open.
Ik zag de blauwe ogen van de hertogin groot worden toen ze me herkende. Ze maakte vlug een reverence en wierp haar blik op de grond. Met een rood hoofd zei ze 'Uwe Majesteit' en kruiste ze haar armen beschermend voor haar bovenlichaam.
Ze had haar nachtkledij al aan.
Ik slikte en bleef voor even sprakeloos en met licht geopende mond naar haar staan kijken.
'Wat kan ik voor u doen, Uwe Majesteit?' vroeg Tatiana, voor ik zelf een zin had kunnen formuleren. Haar hoofd was van rood in een lichte rozige tint veranderd, maar aan het wiebelen van haar hand kon ik zien dat ze zich nog niet helemaal op haar gemak voelde. Ze wilde op haar duim bijten. Dat deed ze altijd.
'Mag ik even binnenkomen?' vroeg ik.
Verbaasd door mijn verzoek legde ze met lichtelijk verwijdde ogen haar hand op de deur. Ze aarzelde, beet op haar lip en knikte vervolgens, terwijl ze opzij stapte. 'Natuurlijk.'
Ik gebaarde naar mijn lijfwachten dat ze in de gang moesten wachten en volgde de hertogin de kamer in. Ze deed de deur achter me dicht en ging vervolgens ongemakkelijk bij haar bed staan.
Het kostte me al mijn zelfbeheersing om mijn blik niet van haar hoofd naar beneden te laten glijden. Er zat een begin van wallen onder haar ogen en haar haren hingen los rond haar hoofd, maar dat maakte haar niet minder mooi.
Ik schraapte mijn keel en vouwde mijn handen samen.
Ik had hier niet goed genoeg over nagedacht.
'Vergeef me mijn assumpties, Uwe Majesteit, maar hoeveel hebt u precies gedronken vanavond?' vroeg de hertogin met een kleine geamuseerde glimlach.
Voor wat wellicht de eerste keer in mijn leven was voelde ik het bloed naar mijn wangen stijgen. 'Ik- heb- Ik heb misschien een klein beetje te veel gedronken.'
'En wat brengt u in die staat naar mijn kamer?'
'Dit is mijn kasteel.'
'Maar dit is niet uw route.'
'Hoe weet jij wat mijn route is?'
'Hoe weet u dat dit mijn kamer is?'
Tatiana keek me aan, opnieuw zo rood als toen ze me eerder in de deuropening zag staan. Het was geen beschaamd rood. Het leek eerder verward te zijn. Nieuwsgierig misschien.
'Ik heb de lijsten opgesteld,' antwoordde ik zo nonchalant mogelijk.
'Ik had verwacht dat u daar iemand voor zou hebben.'
'Ik wilde weten waar je sliep.'
'Waarom?'
Ik klemde mijn kaken op elkaar.
In Zelia's naam, normaal heb ik wel betere verleidingstactieken dan dit. Ik vind het niet leuk dat ze zo'n vreemd effect op me heeft. Ze brengt mijn hoofd in de war.
'Omdat... jij het bent.'
'Omdat ik het ben?'
'Ja.'
Ze trok haar wenkbrauwen op. In ieder ander geval was ik er gefrustreerd om geweest, maar om één of andere reden gaf het me deze keer enkel het verlangen om uit te leggen wat ik bedoelde.
Ik zuchtte binnensmonds en gebaarde dat ze op het bed kon gaan zitten. Ze aarzelde, maar deed het. Het was makkelijker om te praten op die manier. Voor mij toch.
Ik wist niet goed hoe ik het verder wilde aanpakken.
'Wil je misschien met mij naar het dorp gaan morgennamiddag? Voor een wandeling.'
Eindelijk won haar nervositeit het van haar zelfbeheersing en stak ze haar duimnagel tussen haar tanden. Ze had het zelf niet eens door, denk ik.
'Alleen met u?'
'En mijn lijfwachten uiteraard.'
Ze knikte en glimlachte. Het was geen oprechte glimlach. Het was ook niet zo geforceerd als de glimlach die ze had opgeplakt toen ze met de hertog aan het dansen was geweest, maar het zat nog steeds ver van de warme lach die ze me de vorige keer dat we spraken geschonken had.
'Natuurlijk, Uwe Majesteit. Ik kijk ernaar uit.'
'Perfect.' Ik vouwde mijn handen opnieuw samen voor mijn buik. 'Dan zal ik je nu laten slapen. Ik zal één van mijn lijfwachten je laten oppikken wanneer ik wil vertrekken.'
'Uitstekend.' Tatiana stond op om een reverence voor me te maken.
'Tot morgen,' glimlachte ik beheerst.
'Tot morgen, Uwe Majesteit.'
Daarna had ik een hele nacht om een plan van aanpak te bedenken. Slapen is toch niet zo belangrijk, wat Alexis dan ook mag zeggen. Dat doe ik wel wanneer ik onder de grond lig.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro