37 - Gevallen sterren
"Stars, hide your fires; Let not light see my black and deep desires."
-William Shakespeare
Alsof hij net een marathon had gelopen, stopte Jonathan midden in de gang om op adem te komen. Hij was volledig de kluts kwijt na Lisa's aanraking. Nu besefte hij pas dat weglopen niet het beste idee was. Hij wist dat ze 's nachts nachtmerries had, hij zou bij haar moeten blijven en haar beschermen.
Vastberaden draaide Jonathan zich terug om en marcheerde naar haar deur. De houten planken kraakten ongemakkelijk luid onder zijn voeten toen hij aanklopte. Ergens verlangde hij ernaar om de hele nacht aan haar zijde naar de maan te kijken. De gedachte alleen al bracht een glimlach op zijn gezicht.
Toen er geen antwoord kwam, opende hij de deur en stak zijn hoofd door het deurgat. Jonathan kon de krekels horen tsjilpen, voor de rest was het hele huis stil. De spierwitte gordijnen werden lichtjes bewogen door een zachte nachtbries, het raam naar het balkon stond nog steeds open.
'Lisa?' Hij liep opgewekt naar het raam toe. Pas toen hij besefte dat het balkon verlaten was, verdween zijn glimlach. Verontrust keek hij over de balustrade, geen enkel spoor van het meisje. Dat kon niet waar zijn, waarom zou ze zomaar verdwijnen? Jonathan haalde een hand door zijn haar, lichtjes panikerend. Het kon ook zijn dat ze niet uit eigen wil verdwenen was, maar die mogelijkheid probeerde hij uit zijn gedachten te bannen.
De hoop dat Lisa ongedeerd was, verdween als sneeuw voor de zon toen Anna de kamer binnen kwam rennen, op de voet gevold door Olivia. Hij kreeg een verwarde blik toegeworpen, zijn aanwezigheid in Lisa's kamer zo laat op de avond was duidelijk een raadsel. Gelukkig ging zijn zus er niet verder op in, ze keek angstig de kamer rond. De blik in haar ogen was allesbehalve geruststellend.
'Er is iets gebeurd met haar,' sprak Anna uiteindelijk, ze wees naar haar parabatai rune, 'ik voel het.'
*
De vertrouwde geur van aarde drong Lisa's neus binnen. Ze kreunde toen ze zichzelf op haar knieën werkte, nog verward van de plotse transportatie. Ze opende haar ogen en keek omhoog, recht in Thomas' grijnzende gezicht.
'Dat is nogal wat anders dan een Poort he?' Hij gooide behendig een ring op en vind hem in zijn andere hand. 'Dat is een teleportatie ring, gekregen van de elfen.'
'De elfen,' echode Lisa. Nu pas herkende ze de donkere aardegangen. Ze bevond zich midden in het Hof van Seelie. Een naar gevoel bekroop haar, ze had het Hof slechts één keer gezien, in de droom waarin haar vader werd vermoord door hun Koningin. En wat had Thomas met de elfen te maken? Hij was nog hoffelijk genoeg om zijn hand uit te steken. Ze mepte de hand weg en stond zelf op. Het laatste wat ze nu nodig had was hoffelijkheid, ze wou antwoorden. Koste wat kost. 'Wat doen we hier?'
Thomas' lip krulde op. 'Volg mij maar.' Hij gebaarde met zijn hand en begon de gang af te wandelen. Ze klopte het zand van haar niet meer zo zwarte jurk af en liep achter hem aan.
Lisa maakte van de situatie goed gebruik om hem in zich op te nemen. Thomas droeg nog steeds zijn zwarte tenue en Centurion speld. Deze schaduwjagersoutfit leek volledig misplaatst in de elfenlanden. Het was alsof ze door een ondergrondse tunnel liepen, maar Lisa wist wel beter. Het Hof van Seelie was dan misschien wel verbonden met de aarde, maar het was een hele andere dimensie. Waar tijd en ruimte anders werkte.
Toen hij niets zei, kuchte ze onbeleefd. 'Ik wil antwoorden.' Ze rechtte haar rug en staarde hem uitdagend aan.
'Schoonheid,' lachte hij. Ze schrok bij het horen van die koosnaam. Thomas draaide zijn hoofd en staarde recht in haar opengesperde ogen. 'Die ongeduldigheid siert je niet.'
Lisa perste haar lippen op elkaar, duizenden scenario's speelden door haar hoofd. Had de Kloof hem hiernaartoe gestuurd om een oogje te houden op de elfen? Of werkte hij voor hen? Vol afgrijzen volgde ze hem een kamer in, de ruimte was – in tegenstelling tot de aardegang – prachtig aangekleed. Ze stond op grote kwartsiet stenen, omringd door gras. De kamer diende duidelijk als slaap- en zitkamer, een sierlijke divan stond vlak voor een smaragdgroen bed. Lisa's mond viel open toen ze omhoog keek, het plafond stelde een sterrenhemel voor. De witte puntjes twinkelden vrolijk, waardoor ze de ernst van de situatie uit het oog verloor.
'Vertrouw je me, Lisa?'
Vanuit haar ooghoek keek ze toe hoe Thomas plaats nam op de divan, hij draaide nonchalant een dolk rond in zijn handen. Ze dacht terug aan zijn laatste woorden tegen haar. Ooit zullen mijn acties duidelijk worden, je moet geduld hebben.
Ze kruiste haar armen, peinzend over een antwoord, haar geduld was volledig opgebruikt. 'Vertel me wat ik hier doe.' Ze wachtte een seconde op een antwoord. 'En waar is de scepter?' Ze keek rond in de kamer, alsof hij hem in het volle zicht zou verstoppen. Opnieuw grijnsde Thomas. Ze voelde zich opgesloten in de kamer, zelfs al stond de deur wagenwijd open. Het Hof was immens groot, Lisa zou zonder begeleiding nooit een uitweg vinden.
'De scepter is bij de Koningin van Seelie.' Dit riep nog meer vragen op bij Lisa, woede borrelde in haar op, ze verdiende antwoorden. Thomas zag de uitdrukking op haar gezicht en stond recht. Ze nam een stap naar achteren toen hij zijn arm uitstak om haar wang aan te raken.
Gekwetst perste hij zijn lippen op elkaar en liet zijn arm zakken. Lisa haatte het feit dat ze hem nu in haar armen wilde nemen. Ze vocht tegen het gevoel en beet op haar lip.
'Er komt een oorlog aan Lisa,' sprak hij uiteindelijk. Ze fronste, niet zeker wat hij bedoelde. Een oorlog tussen de schaduwjagers en elfen, of tussen hun twee? In paniek zocht ze naar een potentieel wapen, alles in de kamer was stomp of gemaakt van planten.
Voordat ze zich kon omdraaien, opzoek naar hulp, pakte hij haar bij de schouders. Ze zoog haar adem naar binnen en keek hem uitdagend aan.
'Ik wil geen oorlog,' zei ze ferm. Oorlog betekende gewonden, langs beide kanten.
Thomas' vriendelijke glimlach verscheen terug, ze had precies gezegd wat hij wilde horen. 'Jij kan de oorlog tegenhouden,' zei hij zachtjes, 'alleen als je meewerkt.' Toen hij haar verwarde blik zag, ging hij verder. 'De Kloof heeft teveel macht, daar ben jij het mee eens. Ze houden de elfen in bedwang met de Koude Vrede. Onschuldige elfen worden gestraft voor de daden van enkelen. De Koningin van Seelie kwam daardoor met een briljant idee.'
Het enthousiasme in zijn stem maakte Lisa bang, toch hing ze aan zijn lippen. Wat hij ook ging zeggen, ze was ervan overtuigd dat ze hem kon overtuigen om hier weg te gaan. Als hij nog van haar zou houden, zou hij dat doen.
'Ze herinnerde zich de legende van de scepter en stuurde mij op pad om hem te zoeken. Gelukkig kwam ik jullie tegen, anders had ik het wapen misschien nooit gevonden. De Koningin kent een eeuwenoude spreuk waarmee ze al het adamas op de aarde kan laten smelten, alsof het nooit had bestaan.'
Lisa keek hem geschrokken aan, dat kon niet waar zijn. 'Adamas? Alle cilinders, serafijendolken en demonentorens zijn daarvan gemaakt. Zonder het metaal van de Engel zouden er geen schaduwjagers kunnen bestaan. We zouden geen nieuwe runen kunnen maken, Idris zou ten prooi vallen aan demonen.'
Thomas knikte. 'Het klinkt misschien heel extreem, maar ik heb lang over dit plan nagedacht. Het is de beste optie die we hebben, Lisa. De schaduwjagers zullen normalo's zijn, niemand hoeft daarvoor te sterven. De onderdrukking van de benedelingen moet gedaan zijn, het is een kleine prijs die we betalen.'
Ze schudde zijn handen van haar schouders af. 'Waarom zou jij daaraan meewerken? Je bent zelf een Centurion, je wérkt voor de Kloof.'
Hij lachte: 'Dat is een handige dekmantel, ik krijg hun vertrouwen en kan onopgemerkt al hun raadsvergaderingen bijwonen.' Zijn eens zo bruine ogen kregen een zwarte kleur. 'Mijn familie in Engeland heeft generaties lang de benedelingen geholpen, we hebben hen zelfs onderdak verschaft. Als dank heeft de Kloof ons huis in brand gestoken. Dankzij hen heb ik dit.' Hij wees naar zijn tenue, waar de littekens van brandwonden achter verscholen.
Lisa kon zich niet meer bedwingen, ze pakte zijn polsen en sloot haar ogen. Ze moest hem kalmeren, enkel dan kon hij inzien dat wraak nemen zijn familie niet terug zal brengen. Een snik ontsnapte zijn keel. 'Ik kan nog steeds mijn zusje horen gillen.' Hij plaatste zijn kin op haar bruine haren, ze liet het toe.
Toen hij weer achteruit stapte, was alle kwetsbaarheid in zijn ogen weer verdwenen. 'Wil je ons helpen?' Hij stak zijn hand uit. Lisa staarde aarzelend naar zijn witte knokels. Wat hij zei was waar, de Kloof had teveel macht over iedereen. Maar dit kon toch niet de enige oplossing zijn? 'Niemand zal gewond geraken, dat beloof ik je. Het is dit of oorlog.'
Lisa schudde haar hoofd. 'Waarom heb je mijn hulp nodig? Wat maakt mij zo speciaal?'
'Je bloed, dat maakt je speciaal.' Het duurde even voordat ze begreep dat hij naar haar elfenbloed verwees. Hij raakte haar wang aan, ze staarde hem bevreemd aan en bleef stokstijf staan. Zijn hand verplaatste zich naar haar keel en vervolgens de achterkant van haar nek. Toen hij de angstige blik in haar ogen zag, glimlachte hij. 'Ik zou je nooit pijn doen.' Zijn hand sloot zich om de sluiting van haar ketting. 'Maar jij mij blijkbaar wel.'
Lisa sloot haar ogen, ze wist waar dit naartoe ging. Thomas wist van haar en Jonathan af, hij had hen zien kussen, meer bewijs had hij niet nodig. Beschaamd staarde ze naar een plukje groen gras. Dan had je me maar niet moeten achterlaten, verraden, verloochend. Lisa wou het in zijn prachtige gezicht gillen, maar ze hield wijselijk haar mond.
Thomas gaf een snok aan haar ketting, ze hoorde het slot breken. Het geluid van de ring aan de ketting die op de stenen neerkwam, gaf haar een koud gevoel vanbinnen. De magie van de ring verliet haar lichaam en haar vleugels kwamen tevoorschijn. Thomas glimlachte, zijn vingers streken over de veren.
'Prachtig.' Abrupt draaide hij zich om en beende naar de deur. 'Probeer wat op krachten te komen Lisa, morgen is de grote dag.'
'Nee!' gilde ze. Maar de houten deur was al in het slot gevallen. Met al haar kracht smeet ze haar vuisten tegen het elfenhout.
Snikkend stortte ze in, de stenen voelden koel aan tegen haar blote huid. Ze greep de ketting van de grond en verloste de ring. Het was haar enige band met haar vader, ze zou hem niet kwijtraken. Tranen rolden over haar wangen toen ze de ring tegen zich aan drukte en haar ogen naar de sterren op het plafond richtte.
______________
Wat vond je van dit hoofdstuk? Laat het zeker weten in de comments!
Lisa gaat toch niet echt naar de pijpen van de Koningin dansen. Toch?
Een nieuw hoofdstuk wacht op je -->
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro