20 - De Hydra
"Elves are enchanting. They weave enchantment.
Elves are terrific. They beget terror.
No one ever said elves are nice. Elves are bad."
-Terry Pratchett
'We komen dichtbij.' Jonathan sloeg een hoek om. De sensor in zijn hand trilde harder naarmate ze dichter bij de demon komen.
'Dat zei je vijf minuten geleden ook al.' Arthur volgde hem op de voet en gaf genoeg commentaar voor hen beiden. Jonathan vroeg zich af of hij niet beter alleen was gegaan, nu moest hij Arthur ook nog eens beschermen.
Plots stopte hij en Arthur boste tegen hem op. Voor hij zijn mond weer kon opendoen, drukte Jonathan zijn hand tegen zijn mond. Om de hoek stond een demon, het was een vierkoppige Hydra. Maar hij was niet alleen, er stonden twee elfen bij. Welke soort wist hij niet precies, de ene leek wel een kleine, levende boom. De andere naast hem was veel kleiner en leek verdacht veel op een Brownie. Niet het gebakje, maar de kleine venijnige beestjes. Boomgast droeg een speer en de Brownie een aantal dolken.
Arthur had de hele tijd zijn adem ingehouden en Jonathan was bang dat hij zou flauwvallen. Maar in plaats daarvan nam hij zijn kruisboog en legde een pijl aan. Jonathan volgde zijn voorbeeld, hij stopte zijn sensor weg en nam zijn zwaard. Hij wist niet wat de elfen met de Hydra aan het konkelfoezen waren, maar het kon niets goed zijn. Daarbij droegen ze wapens en dus mochten ze hen arresteren. Arthur richtte zijn boog op de Hydra. Jonathan wou zeggen dat hij nog even moest wachten, maar het was al te laat. De pijl vloog net naast één van zijn koppen en raakte de muur. Alle zes hoofden draaiden zich in hun richting en Arthur vloekte binnensmonds. De boomelf riep iets tegen de Hydra in een taal die hij niet begreep, maar hij was vrijwel zeker dat het "Pak hen!" betekende.
De Hydra had een dikke donkergroene huid en kwam op hen af gestrompeld, met zijn bekken open. De elfen liepen de andere kant op. Arthur probeerde een nieuwe pijl aan te leggen, maar Jonathan sprong voor hem en kon net op tijd een aanval afstoten met zijn zwaard. Uit de Hydra's monden drupte groen slijm. Arthur schoot weer een pijl af en raakt deze keer een van zijn hoofden. De demon jankte, maar viel terug aan. Jonathan haalde uit met zijn zwaard en kon één van zijn koppen afhakken. Hij hoopte dat dit niet zo een beest was waar er terug twee hoofden aan zou groeien.
De kop kronkelde nog wat op de grond en verdween dan. Uit de wonde drupte heel wat wondenvocht, maar de demon leek nog niet helemaal verslagen. Jonathan maakte van de verwarring van de demon gebruik om langs hem heen te lopen.
'Kom, die elfen ontsnappen!' Hij gooide Arthur zijn gsm toe. 'Bel Lisa!' Hij hoopte dat hij hen nog kon inhalen, schaduwjagers waren snel, bijna zo snel als vampiers. Arthur was ondertussen aan het bellen en Jonathan keek achterom. De Hydra kwam nu terug achter hen aan, met - tot Jonathans opluchting - maar drie koppen. Hij nam een dolk uit zijn riem en gooide het. De Hydra werd geraakt, maar het vertraagde hem hoogstens.
Ondertussen was het beginnen te regenen en hij voelde de druppels langs zijn rug naar beneden sijpelen. Ze hadden de elfen nu bijna ingehaald, maar ze hadden precies nog een paar vriendjes meegenomen. Er stonden nog twee extra elfen bij die hard leken op hun bomige vriend, al leek de ene eerder een struik en had de andere een groot blad als schild vast.
'Jullie moeten zo snel mogelijk komen!' riep Arthur. Naar waar? hoorde hij Lisa hees roepen aan de andere kant van de lijn.
'Geef hier.' Hij pakte de telefoon uit Arthurs handen. 'Kom naar de Kattenstraat! Vier elfen en een Hydra!' Snel legde hij op en stormde met Arthur aan zijn zij op de elfen af.
*
Ze stoven de hoek om, Lisa had spijt dat ze haar boog niet had meegenomen, maar een serafijnendolk zou het moeten doen. Ze had Anna en Olivia meegetrokken en onderweg verteld wat er aan de hand was. Anna liep voorop, zij kende Antwerpen het beste.
'Is het nog ver?' Ze waren toch al een tijdje aan het lopen en ze hoopte dat ze niet te laat waren. Maar Anna moest al niet meer antwoorden, ze kwamen aan in een smal straatje. Daar stonden Arthur en Jonathan omsingeld door een Hydra, waarvan één kop was afgehakt, en vier elfen. Ze hadden hun aanwezigheid nog niet opgemerkt. Lisa pakte haar serafijnendolk en fluisterde: 'Haniël.' De dolk, die zo lang was als haar onderarm, gloeide wit op.
Ze voelde de koelte van de strijd op haar neerdalen, de adrenaline ruiste door haar aderen. Anna pakte haar zweep, het elektron gaf een goudzilveren gloed af. Olivia zette een stap naar voor en nam een werpmes. Ze gooide het naar de Hydra vanaf een aanzienlijke afstand, het mes raakte hem recht in één van zijn grote muilen. Het beest schreeuwde het uit. Maar er was geen tijd om Olivia te feliciteren met haar worp, want nu kwam de Hydra recht op hen af. Ook de elfen hadden hen opgemerkt.
'Blijf staan, verroer je niet!' Lisa fluisterde zodat alleen Olivia en Anna haar konden verstaan. 'Hydra's zijn blind en gaan af op geluid en geur.'
Olivia knikte. 'Ik leid hem wel af,' zei ze vastberaden.
'Ga Jonathan en Arthur helpen, wij kunnen het hier wel aan!' Anna ging klaar staan om de Hydra aan te vallen. Lisa knikte en liep traag voorbij de Hydra die de persoon zocht die het mes had gegooid.
'Moet je nog wat?' hoorde ze Olivia nog roepen. Jonathan probeerde een elf met een speer te ontwapenen en Arthur had ook een serafijnendolk tevoorschijn gehaald. Een elf met een bladschild kwam op haar afgelopen en wou haar neerslagen met het schild. Ze ontweek hem en sloeg met haar dolk op het schild, wat niets uithaalde. Achter haar hoorde ze de demon schreeuwen. Ze keek om, de Hydra was ontploft en Anna en Olivia kwamen naar hen toegelopen.
Doordat ze niet oplette, kon ze de aanval van de elf niet op tijd ontwijken. Alles leek heel traag te gaan. Het schild, dat een heel scherpe rand leek te hebben, raakte haar in het gezicht en ze viel op de grond. Anna kwam aangelopen en haalde met haar zweep uit, hij krulde zich rond de arm van de elf met het schild. Anna gaf er een ruk aan en het elfje liet zijn schild vallen en schreeuwde het uit. Ze bood haar hand aan om Lisa recht te trekken, maar ze zag de elf - of de bewegende struik - achter haar niet. Lisa sprong recht en duwde Anna aan de kant, ze werden net niet geraakt door een speer.
Jonathan en Arthur hadden ondertussen de boomelf uitgeschakeld, hij lag kermend op de grond en had een grote snede in zijn been. Olivia had haar handen vol met een kleine Brownie die met zijn dolken naar haar benen uithaalde. De bewegende struik liet plots zijn wapen vallen en hield zijn handen in de lucht, de Brownie deed hetzelfde.
'Geven jullie nu al op?' zei Jonathan teleurgesteld, al zag hij er heel moe uit. Zijn korte blonde haar, dat normaal in een klein kuifje zat, was nu nat en hing plat tegen zijn voorhoofd. Ze was bang dat hij elk moment in elkaar zou zakken, maar hij rechtte zijn rug en nam zijn gsm. 'Ik bel mam om te zeggen dat we vier gewapende elfen hebben onderschept.' Arthur leek ook vermoeid, hij had een veeg bloed in zijn nek. Hij pakte zijn cilinder uit zijn broekzak en begon een iratze te tekenen. Anna liep naar haar heuptas, die ze ergens had laten vallen. Lisa pakte ook haar cilinder, ze was niet echt gewond, maar Jonathan en Olivia leken het wel te kunnen gebruiken.
'Moet iemand een iratze hebben?' Ze hield de cilinder in de lucht, opgelucht dat ze de elfen zo snel overmeesterd hadden.
Plots voelde ze een scherpe, brandende pijn in haar rug. Het branderige gevoel verspreide zich snel over haar hele rug, ze klapte dubbel en viel op haar knieën op de grond. Ze schreeuwde het uit van de pijn. Anna gilde iets en Jonathan greep haar vast voordat ze helemaal op de grond zou vallen. Lisa greep naar haar rug, en voelde het heft van een dolk uit haar rug steken. Ze keek achterom, de Brownie lachte luid en de vier elfen kozen het hazenpad. De schaduwjagers stonden allemaal rond haar en leken in shock.
'Ga bij de Engel achter die elfen aan!' riep ze. Olivia kwam als eerste in beweging, Jonathan wierp nog een blik op Lisa en liep dan achter haar aan. Anna was van alles tegen haar aan het zeggen, maar ze hoorde enkel een pieptoon. Ze reikte naar het heft en trok het eruit. Het lemmet zag maar voor de helft rood, haar tenue had de inslag wat verminderd.
In een moment van fascinatie bekeek ze de dolk, het lemmet was van een elfenmetaal en het handvat was versierd met bladeren. Hoestend gooide de dolk op de grond. Anna hield onmiddellijk haar hand tegen de wonde en begon met haar andere hand twee genezende rune in haar nek te tekenen. Er was duidelijk niets belangrijks geraakt, anders zouden de runen niet veel kunnen helpen.
'Gaat het wel? Heb je nog een rune nodig?' Lisa schudde haar hoofd, ze probeerde recht te staan, maar viel terug op de grond. De pijn in haar rug was al aan het minderen, maar ze voelde zich nog duizelig en haar rug bleef branden. Het ergste van alles was nog dat ze Jonathan en Olivia zag teruglopen zonder de elfen.
'We hadden ze bijna ingehaald, maar toen we een andere weg insloegen, waren ze plots verdwenen,' zei Olivia. Jonathan ging naast haar op zijn hurken zitten en nam haar pols op. Iedereen staarde haar aan en ze zei dat ze zich al beter voelde. Anna leek haar niet direct te geloven, maar ondersteunde haar toen ze rechtkwam.
'Hoe kunnen ze zo plots verdwenen zijn?' vroeg Arthur, ze was al vergeten dat hij er ook was.
'Waarschijnlijk elfenmagie,' zei Jonathan afwezig. Ze waren al aan het terugwandelen naar het Instituut en Lisa probeerde te doen alsof ze niet elk moment in elkaar kon zakken. De wonde was al terug geheeld en was nu waarschijnlijk een litteken. Maar de iratze had toch de meeste pijn moeten wegnemen? Misschien wan de dolk wel vergiftigd geweest. Ze kon al beter stappen en ze voelde zich minder misselijk, maar het branderige gevoel in haar rug bleef. Anna bleef maar zeggen dat ze best in de ziekenzaal zou gaan liggen, maar ze wou gewoon in haar eigen bed gaan liggen.
Toen ze het Instituut binnenstapten, voelde ze plotseling de drang om op een kerkbankje te gaan zitten, haar benen leken wel spaghetti. Voor ze het doorhad lag ze op de grond en hingen er vier bezorgde hoofden boven haar en werd ze de duisternis ingetrokken.
______________
Wat vond je van het hoofdstuk? Laat het zeker weten in de comments!
Kunnen ze Lisa redden? En zullen ze ooit de elfen, die haar dit aangedaan hebben, kunnen vinden?
Lees snel het volgende hoofdstuk -->
Onthoud ook: Vertrouw niemand
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro