Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 8

Die ochtend werd er een envelop onder Eleanors deur door geschoven. Het papier had rode vegen, alsof het een bedreiging was. Maar toen ze hem openvouwde, vond ze alleen de ketting die ze van Soliste had gekregen. Eleanor duwde haar tegen haar borst, alsof het stuk steen nog iets betekende. Tranen kropen naar haar ogen, maar ze liet ze niet vrij. Ze moest sterk blijven.

Eleanor perste haar lippen op elkaar en hing de ketting over haar hoofd. Ze liet hem onder de stof van haar nieuwe jurk glijden. Toen wendde ze zich naar het glas van het raam. Er zaten blauwe plekken op haar hals en haar armen. De botten die gisteren nog vleugels waren geweest, staken door de gaten die ze die ochtend in het kledingstuk had gesneden naar buiten. Ze leek eng, maar niet op een imponerende manier.

Ze was als een sombere geest die door de gangen dwaalde, voor altijd vastgevroren in de tijd. Alleen was deze ruimte te mooi voor monsters. Ze keerde haar rug naar de vage reflectie in het raam. Haar handen beefden opnieuw. Ze kneep ze tot vuisten en haalde diep adem. Ze moest sterk blijven. Eleanor wist niet waarom, ze wist alleen dat het moest. Het zwarte gat van wat er anders zou gebeuren, spookte meer in haar hoofd dan haar misvormde figuur.

Eleanor trok de deur open en liep de gang in. Ze kon haar schouders amper recht houden,

ook al viel de pijn wel mee. Ze wilde zichzelf oprollen in een bal en onzichtbaar worden. Maar zolang Soliste haar nog opmerkte, zouden de anderen dat waarschijnlijk ook doen. Dus dwong ze zichzelf om door te lopen. Al was een ontbijt met iedereen in dit gebouw, wel het laatste wat ze wilde doen.


Ze liep langzaam de trap af. Haar voetstappen galmden door de ruimte. In de verte hoorde ze de stemmen van de andere wezens. De manier waarop ze praten klonk bijna menselijk. Bijna.
Het was vreemd dat dit dezelfde wezens waren die zo gevaarlijk waren. Zou zij zelf op den duur net als hen worden? Het voelde vreemd om iemand zomaar aan te vallen om een ketting, maar alles aan deze plek was onnatuurlijk. Ergens snapte ze Michelle' verlangen om iets te breken, zelfs al was dat iets een levend wezen. Als ze hier nog een paar weken zou zitten, zou ze misschien ook genoeg woede en jaloezie hebben.
Maar zou ze ooit zo wreed kunnen zijn?
Eleanor beet op haar lip. Direct vulde een metaalachtige smaak haar mond. Nee, dat kon ze nooit worden. Zij was niet zo achterbaks of slim en ze zou graag willen dat iemand solistes aandacht van haar afnam. Ze wilde enkel leven, daar was toch niks monsterlijks aan?

Ze wilde geloven dat ze nog steeds zichzelf was, maar ze haatte de smaak van bloed niet langer.


Ze liep door de begroeide gangen van Solistes paleis tot ze bij de gemeenschappelijke ruimtes kwam. De eetzaal was lastig te missen. Een gebulder van stemmen kwam Eleanor al tegemoet, voordat ze de grote witte ruimte in stapte. De kamer was gevuld met drie lange tafels met witte tafelkleden. Net als bij Solistes tafel, stond hij helemaal vol met schotels eten. Alleen waren hier veel stoelen en de meesten waren gevuld, met wezens niet veel anders dan Eleanor. Sommigen waren kleurrijk, anderen donker en mysterieus. Hun ledematen leken op woekerende planten of dieren poten en toch hadden ze allemaal iets menselijks. Eleanor keek langs de stoelen, Michelle en haar schaduw zag ze niet. Ook Soliste was nergens te zien, maar de witte troon die de hare moest zijn was onmisbaar. Het zilveren meubel stond aan het uiteinde van de tafel en was begroeid met kleine witte bloemen. Eleanor liep dichterbij. Ze voelde enkele ogen haar richting uit glijden, maar de meeste van de wezens leken niet onder de indruk van haar aanwezigheid. Ze ging op een stoel naast een klein meisje met vlindervleugels, aan het andere uiteinde van de middelste tafel zitten. Haar ogen gleden over de schalen. De meesten waren gevuld met vlees, maar er was gelukkig ook fruit en brood. Eleanor wist niet of ze ooit nog een hap van iets dierlijks kon nemen, zelfs al miste ze de zoutachtige smaak. Renna's holle ogen stonden nog steeds in haar geheugen gegrift.
Stilletjes pakte ze een stuk bruin brood, toen kleine vingers zich om de hare vouwden.

'Je moet voorzichtig zijn, dat is niet gezond.'

Eleanor keek naar het meisje naast haar. Haar grip was opvallend sterk. 'Waarom?'

'Violet zei dat brood ons ziek in het hoofd maakt.' Het meisje beet op haar lip.

'Ashi,' zei een bleke vrouw met gouden ogen hoofdschuddend. Ze had grote hoorns aan weerszijden van haar gezicht. 'Ze mag eten wat ze wil.'

Ashi liet haar arm los. 'Sorry, ik wil alleen helpen. Ik wil niet dat je nog meer auw krijgt.'

'Bedankt, ik zal er aan denken.' Eleanor schonk haar een geforceerde glimlach. Er was dus echt iets met het vlees. Ze wist het wel. Niks aan deze plek voelde goed.


Ze had amper de tijd om een hap te nemen van haar brood, toen een klapperend geluid de ruimte vulde. Ze keek op naar Daveny die de ruimte in kwam vliegen en voor de middelste tafel tot stilstand kwam. Direct vielen de gesprekken stil. Een kletterend geluid galmde door de zaal, terwijl bekers en bestek werden neergelegd. Daveny plaatste de uiteinden van zijn vleugels op het tafelblad en keek de ruimte rond. Zijn ogen schoten los van elkaar heen en weer, elk detail in zich opnemend. 'Waar isss ze?' Zijn stem was laag en dreigend, alsof hij een roofdier was.

Zocht hij naar Michelle? Ging dit over de gebeurtenissen van gisteravond? Schichtig keek Eleanor heen en weer. Naast haar was Ashi ineengedoken. Haar vleugels hadden zich om haar kleine lichaam gevouwd.

De vrouw aan de overkant van de tafel staarde Eleanor aan. 'Heb je gevochten?' Ze praatte zacht, maar haar stem was luid genoeg om Daveny's aandacht te trekken. Met grote passen liep het donkere wezen naar hen toe. 'Wat zei je?'

Een uitdrukking die Eleanor alleen kon beschrijven als angstig, vulde het gezicht van de vrouw. 'I-i-ik denk dat je haar moet hebben.' Ze knikte Eleanors richting uit.

'Isss dat zo?' Al Daveny's ogen schoten naar Eleanor. 'Sssta op.'

Eleanor kwam langzaam overeind. Een nerveuze kriebel vulde haar maag. Dit was niet hetzelfde wezen als dat gisteren haar leven had gered. Waar werd ze van beschuldigd? Dacht ze dat ze iets gedaan had?

'Wat isss je naam?' Hij liep om de tafel heen.

'Eleanor.' Ze keek hem aan. Dit moest een spelletje zijn. Hij wist wie ze was.

'Eleanor... Eleanor...' Een klauwachtige hand vouwde zich om haar schouder. 'Waar zijn Michelle en Lori?'

'Dat weet ik niet.' Ze zette een stapje achteruit.

'Wat is er dan met je vleugels gebeurt? Vielen ze zomaar uit elkaar?' Hij verplaatste zijn hand naar haar vleugel en rukte eraan. Een pijnscheut sidderde door haar lichaam. Hij speelde een spel met haar. Hij wist dit allemaal.
Hoeveel vertrouwde ze hem? Durfde ze mee te spelen? Eleanor kon haar hartslag in haar oren horen suizen. Hij had haar leven gered, moest ze zichzelf herinneren. Als hij iets tegen haar had, zou hij haar daar achter gelaten hebben. Wat hij ook deed, het was beter om mee te spelen. 'Ik ben gevallen,' loog ze, alsof dit de eerste keer was dat ze met elkaar spraken.

'En zij zijn zeker gewoon verdronken?' Hij staarde haar indringend aan. 'Als ik je een advies mag geven, Eleanor.' Hij legde nadruk op haar naam. 'Dan zou ik eerlijk zijn. Je wilt de woede van vrouwe Solissste niet voelen. Alsss je zo dapper bent om dit te doen, moet je ook sssterk genoeg zijn om de consequenties te aanvaarden.'

'Ze vielen me aan!' Eleanor zette nog een stap achteruit. Ze zag de ogen van de anderen naar haar staren. Waarom had hij haar zo in de aandacht gezet? Was dit wat hij bedoelde met het oplossen?

'Daveny.' Een vrouwenstem vulde de ruimte. Soliste liep rustig de zaal in. Ze droeg een wit gewaad met rode details. 'Wat hebben we hier?'

'Dat probeer ik uit te zoeken, mevrouw.' Hij liet Eleanor los. 'Ik heb vanochtend twee lichamen in de vijver gevonden.'

Soliste leek bijna verrast toen haar ogen over Eleanors gebroken vleugels gleden. 'Dus je laat je ware gezicht zien nu ik je mijn bescherming heb toegezegd.' Ze schudde haar hoofd langzaam. 'Ik heb je alles gegeven wat je nodig had. Was het niet genoeg?'

'Ik heb mezelf alleen verdedigd.' Het kostte Eleanor alles om haar stem kalm te houden. Hoe waren Michelle en Lori dood? Ze had hen amper pijn gedaan en zeker niet verdronken. Haar angstige ogen ontmoeten Daveny. Zijn strakke blik stelde haar niet gerust.

'Is dat zo?' Soliste volgde haar blik. 'Daveny, heeft ze hun harten genomen?'

'Nee, vrouwe, dat heeft ze niet gedaan.'

Solistes ogen vormden spleetjes. Haar vinger schoten naar voren en klemden om Eleanor's ketting. Haar scherpe nagels maakten deukjes in haar huid. 'Interessant...' Een glimlach krulde op haar lippen. 'Waarom heb je niet gegeten?'

Eleanor perste haar lippen op elkaar. Waarom zou ze nog een hart willen eten? Ze kon zich de vieze metaalsmaak nog veel te goed herinneren. Zelfs al was het het enige wat op deze tafel stond, dan zou ze het nog niet doen. Ze was geen monster.

De lach van de godin werd breder, haar scherpe tanden werden zichtbaar. 'Niet zo verlegen, ik denk dat iedereen wil weten waarom je zoiets nutteloos zou doen.'

'Ik heb geen honger.'

'Lieg niet.' Haar vingers lieten de ketting los en grepen Eleanors hand stevig vast. Soliste trok hem naar haarzelf toe en drukte haar vingers tegen haar borst. Eleanor kon haar hart voelen kloppen, ze kon het bonsen zelfs horen. Het geluid was luider dan het had moeten zijn, alsof het naar haar riep. Een vreemde geur vulde haar neus. Zacht en zoet, maar niet als een vrucht. Bijna metaal achtig, maar het wekte geen afschuw bij haar op.

'Eet,' fluisterde een stem, maar niemand sprak.

'W-wat doe je.' Eleanor probeerde haar hand los te rukken, maar Solistes vingers hielden hem stevig op zijn plek.

'Heb je nog steeds niet door wat je nu bent? Waarom eet je niet, Eleanor? Waarom geef je niet gewoon toe aan je natuur?'

'S-stop.' Solistes warmte trok haar aan. Ze hoorde haar maag grommen als een roofdier. Haar scherpe nagels krasten in Solistes huid. Ze wilde dit niet, maar alles in haar riep er om. Ze was hongerig voor bloed. Zo hongerig, dat de wereld om haar heen ervan duizelde. Ze kon alle harten in de ruimte horen bonzen. De meesten snel, maar dat van de godin kalm.

Ze pakte Eleanors pols ook met haar andere hand vast en duwde hem bij haar hart weg. Er was een kleine rode vlek in haar jurk te zien. 'Waarom heb je ze aangevallen?'

Eleanor hoorde de hele wereld om haar heen kloppen. Haar lichaam beefde, maar het was niet langer van angst. Woorden schoten haar te kort.

'Vrouwe,' zei Daveny. 'Ik denk dat ze eerlijk is.'

Soliste schonk hem een kleine glimlach, maar haar schouders zakten alsof ze teleurgesteld was. 'Is ze dat? Ze keek Eleanor aan voor haar ogen zich weer naar hem verplaatsten. 'Jij weet precies wat er gebeurt is niet?'

'Nee, mevrouw.' Zijn stem klonk opeens akelig zacht.

'Daveny.' Ze schudde haar hoofd. 'Beslis jij maar wat een toepassende straf is. Ik wil haar vandaag niet meer zien. Niemand neemt zomaar iets wat van mij is.'

'Uiteraard.'
'Eleanor...' Soliste keek haar strak aan. 'Denk maar niet dat jij degene bent met de touwtjes in handen. Ik heb je gemaakt en ik kan je breken. Die ketting is niks meer dan een gunst, ik kan zorgen dat hij verdwijnt.'
Eleanor knikte zacht. Al haar spieren voelden gespannen. Ze kon de gezichten in de kamer amper zien. De wereld was akelig luid, maar het was niet genoeg om de woorden van de godin te overstemmen

Daveny greep haar arm vast en trok haar mee. Ze kon zijn hart snel horen kloppen, maar zijn uitstraling was kalm en zelfverzekerd.
Pas toen ze bij de tuin waren en het geluid van de eetzaal slechts achtergrondruis was, durfde Eleanor hem aan te kijken. 'Wat was je aan het doen?' Haar stem was luider dan ze bedoeld had.
'Ik heb het opgelossst op de manier die jij wilde.'
'Ik wilde niet in een volle kamer van moord beschuldigd worden.' Ze probeerde oogcontact te maken, maar al zijn zes ogen keken ergens anders heen. Hij was veel te druk met hun omgeving om haar ook maar een blik te gunnen. Ze keek weg. 'Ik had ook kunnen zeggen dat jij het gedaan hebt.'

'Ssst,' waarschuwde hij. Daveny ontkende het niet. 'Zodra we in mijn kamer zijn, kunnen we praten.'
Ze beet op haar lip. Woorden waren hier dodelijk. Of dat haar nog iets uitmaakte wist ze niet zeker, maar haar overlevingsinstinct was te sterk om nog wat te zeggen.

Daveny liep de gang in en keek haar richting uit. Snel haastte ze zich achter hem aan.
Zodra ze in zijn kamer stonden, gooide Eleanor de deur met een klap dicht. Met grote passen stapte ze naar het bureau. Ze nam in zijn stoel plaats en keek om. 'Je had me kunnen vermoorden.'

Daveny zuchtte en pakte een stoel. Hij zette hem tegenover die van haar en plofte neer. 'Dat had ze nooit gedaan. Ze vind je veel te leuk.'

'Leuk? Gisteren wilde ze me dood.'

'Gisteren was je zwak en ellendig. Nu denkt iedereen dat je zo sterk bent, dat je eigenhandig twee wezens hebt verdronken.'

'Nou bedankt.' Eleanor klemde haar kaken op elkaar. 'Als dit betekent dat ze van me houdt, dan heeft ze een hele vreemde manier van liefde.'
'Dat is waar,' zei Daveny kalm. Hij leunde naar voren. 'Haar wereld is niet de jouwe. Woorden zijn als een dansss voor haar, een spel om te spelen.' Een lach ontblootte zijn tanden. 'Je kiest er niet voor om in het openbaar met je vijand te dansen, wel?'
Nee, niet vrijwillig. Eleanor keek naar de grond. Zijn woorden drongen langzaam tot haar door. Soliste had niet naar de eetzaal hoeven komen, ze had het gesprek niet aan hoeven gaan. Als de godin gewild had, zou ze Eleanors hart kunnen uitrukken. Maar dat was niet gebeurd. Waarom begreep ze niet helemaal, maar Daveny leek precies te weten waarover hij het had. 'Ik denk dat dat precies is, wat ik de afgelopen dagen heb gedaan.'

Nu was het zijn beurt om stil te vallen. 'Dat is hoe je het zou kunnen zien,' zei hij uiteindelijk.

'Moet ik dan van haar houden? Ze heeft me alles wat ik had afgenomen en...'

'Wat je van haar denkt, isss jouw eigen zaak. Het maakt mij geen fluit uit.' Hij kwam overeind. 'Maar dit is haar huis en dit zijn haar regelsss, dusss ik moet je nog steeds ssstraffen.'

'Echt?' Ze moest een grom inhouden. 'Jij danst nog steeds met haar, niet? Je bent nog niet klaar.'

'Correct, maar in tegenstelling tot jou ben ik aan het winnen.' Hij pakte haar pols vast. Zijn schaduw gleed langzaam over haar heen. 'Ik hoop dat je niet bang bent om te verdrinken.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro