Hoe ziet de ideale samenleving eruit?
Deze vraag van caskompas heb ik voor het gemak even een beetje anders geformuleerd, maar hier kwam het op neer:
Hoe ziet de ideale samenleving eruit?
Je kan hiervan zeggen dat "ideaal" voor iedereen verschilt, wat ook zo is, maar met "ideale samenleving" spreken we in de filosofie over datgene dat voor iedereen goed uitpakt. Niet perfect voor iedereen, maar het is in elk geval niemand ten nadele.
Een heel aantal filosofen heeft deze zogenaamde utopie beschreven. Eén van hen en gelijk degene die het woord utopie als eerst gebruikte, was Thomas More.
Hij schreef het beroemde boek Utopia en nee, dat is niet hetzelfde als het televisieprogramma van John de Mol. In zijn boek uit 1516 beschreef hij hoe volgens de meeste humanisten de ideale samenleving eruit moest zien. Het boek is geschreven als een vorm van kritiek op de Engelse samenleving in die tijd.
Leuk feitje: het woord Utopia komt van de Griekse woorden ου en τοπια, wat "niet-plaats" oftewel een niet bestaande plek betekent. Het zou ook van de Griekse ευ en τοπια kunnen komen, wat "goede plaats" betekent.
In Mores denkbeeldige plek wordt beschreven dat alle vormen van luxe en privébezit zijn afgeschaft omdat dit voor het kwaad zorgt in de samenleving, zoals dat bij vraag 1 van dit boek al eens door meerdere filosofen geconstateerd is.
Het "ideale" eiland heeft een verscheidenheid aan godsdiensten en er is godsdienstvrijheid.
Ook bepaalde in die tijd omstreden waarden als gelijke rechten voor mannen en vrouwen, recht op echtscheiding en recht op euthanasie, waren allemaal algemeen geaccepteerd en toegestaan. Dit stond allemaal wel haaks op Mores katholieke waarden, iets wat mooi aansluit op het feit dat "ideaal" niet "perfect" betekent.
Maar is volledige gelijkheid wel realiseerbaar? Is ieder mens niet uniek in zijn gedrag?
Eén van de eerste mensen die in een boek de ideale staat beschreef, was natuurlijk Plato. Hij schreef het boek Politeia, wat letterlijk "staat" betekent.
Waar Thomas More in Utopia de ideale staat laat zien als iets waarin gelijkheid is, noemt Plato juist alle mensen van nature ongelijk:
Hij heeft de ziel verdeeld in 3 delen, zoals bij de vraag wat maakt mensen uniek? al langsgekomen is:
Hij onderscheidde drie soorten in de menselijke ziel, die hij vergeleek met een menner die twee paarden voortrok.
Het ene paard is het nobele paard, deze zorgt voor passie, voor wil en voor doorzettingsvermogen.
Het andere paard is het weerspannige paard, deze staat voor lust, drift en andere dingen die algemeen als minder positief worden aanvaard.
De intellectuele menner drijft deze twee paarden voor zich uit, als redenerend deel.
Als het weerspannige paard de overhand heeft in jouw ziel, behoor je volgens Plato tot de laagste klasse. Deze klasse heeft als taak de economie in stand te houden. Zij produceren en moeten gematigd zijn.
Heeft het nobele paard de overhand, dan behoor je tot de middenklasse. Dit zijn de "wachters" in Plato's ideale staat: zij beschermen en verdedigen de staat tegen gevaar en moeten dapper zijn.
Weet de menner een perfecte balans te vinden, dan behoor je tot de opperklasse. Filosofen zitten volgens Plato ook in deze klasse en deze klasse moet de staat besturen: het zijn de wijze mensen. Volgens Plato zou dan ook de staat geleid moeten worden door een groep filosofen.
Daarnaast zouden er in die laatste klasse mensen te vinden moeten zijn die zowel filosofische als militaire kwaliteiten hebben: wie dit heeft, is geschikt voor het zijn van filosoof-koning, de ideale leider van de staat.
Volgens hem moet je dus geen democratie willen, want het "gewone" volk, de eerste twee klassen, zijn te dom om beslissingen te nemen. Plato is hier uiteraard ook beïnvloed door het feit dat zijn leermeester Socrates door een democratische stemming ter dood werd veroordeeld.
De 17e-eeuwse wetenschapper Francis Bacon wordt officieel niet als filosoof gerekend, maar in zijn boek New Atlantis geeft hij wel dusdanig kritiek op Plato's visie dat het moeilijk te ontkennen is dat hij iets met de filosofie van doen had:
Volgens hem kunnen niet alleen intellectuelen de staat perfect leiden: Bacon is een empirist en vindt dat de zintuigen centraal staan voor elke vorm van wetenschap. Volgens zijn boek zijn wetenschap en techniek de brengers van vooruitgang. Volgens hem zorgt techniek voor verandering van de natuur en daarmee voor verbetering van het menselijk geluk.
Maar heeft techniek niet ook voor veel misstanden en problemen gezorgd? Is techniek wel echt zo ideaal?
Een aantal jaar na het boek van Bacon, kwam Thomas Hobbes' Leviathan uit, een boek dat heel veel invloed op de politieke filosofie zou gaan hebben.
De titel van het boek is gebaseerd op een enorm zeemonster genaamd Leviathan dat in het Oude Testament door Jesaja wordt beschreven.
Hobbes doelt niet per definitie op dit monster, hij heeft het over een enorme supermacht die over alles heerst. Deze versie van Leviathan staat symbool voor wat de staat inhoudt, zegt Hobbes: het zou enorme macht moeten hebben.
De mens verkeert van nature in een soort strijd, want Hobbes noemt mensen egoïstisch en alleen uit op eigenbelang, zelfs als dat ten koste van een ander gaat. Het is de taak aan de staat - de Leviathan - om de mensen tegen elkaar te beschermen.
Mensen moeten ermee akkoord gaan de staat deze absolute macht te geven, anders heeft het nog altijd geen zin. Alleen als mensen dat doen, kunnen ze uit de onderlinge strijd raken.
Maar willen we wel uit die strijd raken? Of houdt hij ons in leven?
We sluiten af met een Duitse filosoof wiens naam bijna iedereen wel kent: Karl Marx.
Marx wilde volledige gelijkheid. Hij zei dat de arbeiders, in zijn tijd verreweg de armste klasse, uiteindelijk een revolutie zouden moeten houden om hun rechten gelijk te kunnen krijgen.
In zijn boek Das Kapital, oftewel "Het Kapitaal".
Hij beschrijft in zijn boek fel zijn mening over de "verpeste" liberale samenleving sinds de Industriële Revolutie, waarin alle waarden van "vrijheid, gelijkheid en eigendom tot machtsongelijkheid, uitbuiting en instabiliteit worden gemaakt".
In zijn ideale samenleving is iedereen gelijk, zowel arbeiders als edelen. Iedereen heeft evenveel kapitaal en alles is eigendom van de staat, er is geen privébezit: alles "leen" je van de staat. Marx wordt niet voor niets als grondlegger van het socialisme en het communisme gezien.
Dat was weer behoorlijk wat te verwerken info, dus hier laat ik het voor nu bij. Maar natuurlijk niet zonder afgesloten te hebben met een nieuwe stelling:
Een aristocratie (een regering door de wijsten) is de beste staatsvorm.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro