8. Heeft 'ie al een vriendin?
De rest van de week verliep snel. Bijna elke avond kwam Manon langs en hielp Esther met het inpakken van al haar spulletjes. Het was vermoeiend, werken en verhuizen tegelijk, maar gelukkig kon ze af en toe een middagje vrij krijgen. Die middagen besteede ze dan aan andere noodzakelijkheden zoals boodschappen doen, haar fiets ophalen bij de fietsenmaker en een hele berg wasgoed wegwerken. Ook niet haar meest favoriete hobby, maar ze kwam er niet onderuit, of ze moest straks in een vuilniszak willen rondlopen.
Man wat was het een werk geweest om het nieuwe huis schoon te maken. Het fantastische schoonmaakspul bleek gewoon troep te zijn, maar met gewone allesreiniger kwamen ze ook een heel eind. De plinten, deuren en kozijnen kregen nog snel een likje blauwe verf. Lichtblauw en donkerbkauw. Het was mooi geworden.
Esther smeet de deur van haar huis open en liep direct door naar de keuken. Goh wat was ze toe aan een flinke dosis cafeïne. Moe gooide Manon haar tas in een hoek en plofte op de bank neer. "Nou Esther, je mag me wel uurloon gaan betalen. Ik ben gesloopt en ik ga niet eens verhuizen."
Esther kwam aan met twee koppen koffie en een doos chocoladekoekjes. "Kan ik je uitbetalen in brownies?" lachtte ze. "Echt Manon, ik ben je zo dankbaar dat je me zo geholpen hebt. Ik weet niet wat ik zonder jou had gemoeten."
Het hele huis stond bezaaid met dozen, kisten en uit elkaar gehaalde meubels.
De rondslingerende boeken hadden toch nog drie dozen gevuld, die zouden mooi in die boekenkast passen. Voor de afwisseling hadden ze die warm geel geschilderd, dat stak lekker af tegen het rustige blauw.
"Hoe laat komt Raoul?" vroeg Esther.
Manon keek op haar horloge. "Hij zou rond 7 uur komen. Hij werkt ook al zo vaak over."
"Hoe gaat het trouwens met je werk? Nog keukenrampen vol kakkerlakken tegengekomen?"
Manon lachtte en nam een slok van haar koffie. "Nee nee, dat valt reuze mee. Wel een keer een cafetaria waar het zo schoon was dat er vanalles naar zeep smaakte. De afwasser had er schijnbaar haast met afspoelen."
Manon werkte bij de Keuringsdienst van Waren. Het was afwisselend werk en ze kwam nog eens ergens. De restauranteigenaren waren niet altijd blij met haar bezoekjes, maar met haar innemende glimlach en haar vriendelijke gezicht kreeg ze veel voor elkaar. Ze was knap, met mooi halflang bruin haar en dat werkte ook zeker in haar voordeel.
"Ik ga volgende week trouwens langs bij die Pizzeria waar jij altijd komt, die van Antonio."
"Oh dat zal Santoz leuk vinden. Ik denk niet dat ze in de problemen komen, ik eet al jaren daar en ik heb nog nooit klachten gehad."
"We zullen zien Es, soms hebben de beste restaurants de smerigste keukens, vertel mij wat, ik heb genoeg gezien."
Op dat moment ging de bel.
"Daar zal je Raoul hebben." zei Manon en stond op en deed de deur open.
Een blonde jongeman in een wit pak en knalgroene metallic schoenen stond voor de deur. "Hee Manon, sorrry dat ik wat laat ben. Ik moest weer overwerken he."
Ze gaven elkaar een kus op de wang. "Kom verder," zei Manon, en liet Raoul binnen. Esther stond op en gaf Raoul een hand.
"Dus jij bent Raoul."
"Yep, dat ben ik." Hij haalde een bos bloemen tevoorschijn van achter zijn rug. "Hier, deze zijn voor jou."
Verlegen lachend nam ze de bloemen aan. "Mijn vaas is ingepakt, ik heb echt geen idee waar dat ding is, maar hartstikke lief. Bedankt."
Hij schonk haar een stralende glimlach. Een waar ze blubberbenen van kreeg. "Ach geen dank hoor," zei hij vriendelijk.
Raoul ging zitten op de bank, terwijl Esther naar de keuken liep, op zoek naar een lege jampot of iets. "Wil je koffie?"
"Ja lekker." Hij keek even om zich heen naar alle dozen.
Terwijl hij een koekje pakte een hapje nam zei hij. "Het valt mee he, met de spullen. Dat wordt twee keer rijden, hooguit drie."
"Kon je de bestelbus van je werk meekrijgen?" vroeg Manon.
"Ja hoor, dat was geen probleem."
Esther zette de koffie op de tafel en plofte zelf ook op de bank. De bloemen stonden nu mooi te wezen in een elegante jampot op de vensterbank, aangezien de buffetkast in tien onderdelen uit elkaar tegen de muur stond.
"Waar werk je eigenlijk, Raoul?"
"Ik ben laborant. Ik werk op een lab waar onder andere alle monsters van Nonnie hier naartoe worden gestuurd. Verdachte gehaktballen enzo." zei hij met een schuine glimlach naar Manon.
"Hoe laat kan ik morgen komen?"
Esther dacht even na. "Nou als we twee tot drie keer zullen rijden dan kan je best rond 11 uur 's ochtends komen. Komt dat uit?"
"Prima joh, dan sta ik morgen om 11 uur voor de deur."
Raoul bleef nog een tijd en om 10 uur ging hij er vandoor. Manon bleef slapen. Op een matras op de grond. De laatste dag in Esthers oude huis. Morgen zouden ze gaan verhuizen. Esther kon de slaap niet goed vatten. Misschien door de zenuwen van de verhuizing en misschien ook een beetje door Raoul. Hij was wel charmant. Zou hij al een vriendin hebben, vroeg ze zich af. Woelend en draaiend viel ze toch nog in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro