41. Nog net op tijd
Esther was geen moment van Manons zijde geweken. Ze was met haaar vriendin meegereden in de ambulance naar het ziekenhuis en mocht bij hoge uitzondering als, niet-familielid, ook de nacht bij haar blijven slapen op een gastenbank in Manons kamer.
Gisteren was er bloed afgenomen voor onderzoek en hadden ze nog allemaal andere testen gedaan. In Manons arm liep een infuus. Esther lag op de bank en keek naar het infuus wat langzaam druppelde en vervolgens naar haar vriendin die met een wit gezichtje nog lag te slapen.
Daar ging de deur open. "Goedemorgen, heeft u een beetje kunnen slapen?" Een mollige zuster met een donkerbruin knotje kwam binnen en schoof de blauwe gordijnen open. De frisse ochtendzon scheen zijn stralen naar binnen. "Jawel hoor," zei Esher zacht terwijl ze rechtop ging zitten en haar haren normaal deed.
"Mevrouw de Bruin ligt nog te slapen zie ik." De zuster nam een injectienaald, mat secuur een hoeveelheid vloeistof af uit een klein glazen flesje, en spoot het in een opening van de zak vloeistof die naar Manons arm liep.
Manon deed loom haar ogen open en keek de kamer rond.
"Is de uitslag van de bloedtest al bekend?" vroeg Esther, "weten jullie al wat ze heeft?"
De zuster draaide aan een knopje op het druppelende zakje en stelde hem wat sneller in. "Jazeker, het is een behoorlijke voedselvergiftiging. Maar geen normale. Hetgeen wat ze gegeten heeft zat vol met zware chemicalien. Ik heb haar medicijnen gegeven om haar lichaam te ontgiften. Het komt wel goed, maar ik moet eerlijk zeggen dat ze niet later had moeten komen."
Esther begreep er niks van. Zware chemicalien in een broodje vis? Hoe kwam dat er in vredesnaam in.
"Is het gevaarlijk wat ze heeft?"
De zuster draaide zich naar Esther toe. "Zoals ik al zei, jullie hadden echt niet later moeten komen, het komt nu wel goed, maak je geen zorgen, jullie waren nog net op tijd. Wat had ze eigenlijk gegeten?"
"Een broodje vis."
"Zeer vreemd," zei de zuster met een frons, "sowieso hoort dit soort chemische rommel niet in vis of in een broodje. Ik zou dat maar eens uit laten zoeken als ik jou was, voor er nog meer mensen zo'n vergiftiging oplopen." Ze keek nog even naar Manon. "Het ontbijt komt er zo aan, je hebt nu nog een speciaal dieet van lichtverteerbare voeding, om je maag weer langzaam te laten wennen aan voedsel. En je moet veel water drinken."
Manon knikt loom.
De zuster verdween en een mevrouw met een kar met ontbijt liep de kamer binnen.
Wat keek die vrouw nors. "Hier is het ontbijt," zei ze geirriteerd en schoof een dienblad met een kommetje bouillion en wat bananenpuree uit haar kar en zette die op het kastje naast Manon. "Je krijgt twee glazen water, elke keer een slokje nemen, minimaal elk kwartier."
Ze keek naar Esther. "En u kan ontbijten in het restaurant beneden, die is open vanaf acht uur."
Esther keek eens goed naar de vrouw en zag duidelijk dat ze ook zo'n gezondheidssteen om had. "Zou ik u iets mogen adviseren," zei Esther netjes, "de ketting die u om heeft is slecht voor uw gezondheid, u kunt hem beter af doen."
De vrouw keek boos naar Esther. "Joh, bemoeit u zich lekker met uw eigen zaken ja?" En met een ruk greep ze haar kar en dramde zichzelf en de kar de deur uit terwijl Esther haar verbouwereerd nastaarde. Ze voelde zich boos worden. Die rotzakken van SaMeCo hadden de halve stad ziek gemaakt, en dat haar vriendin nu zo doodziek in het ziekenhuis lag was ongetwijfeld ook door hun veroorzaakt, als wist ze nog niet hoe. Maar een ding wist ze zeker, ze moest en zou dit tot op de bodem uitzoeken. De daders mochten niet ongestraft hiermeee door blijven gaan. Ze stond op en schoof een extra blad uit de tafel, zette het dienblad er boven op en draaide het boven Manons bed zodat ze kon eten. "Kom, ik zal je bed een beetje omhoog doen."
Esther drukte op een knop en het bed ging langzaam omhoog. "Esther," zei Manon langzaam. "ik ben zo blij dat je er bent. Ik weet niet wat ik zonder je had gemoeten."
Ze aaide Manon over haar haren, het is al goed lieverd. Ik ben er voor je en het komt weer helemaal goed met je, dat beloof ik.
Terwijl Manon voorzichtig wat bouillion dronk ging Esthers telefoon.
"Met Esther," zei ze zacht.
"Hoi Es, met Raoul. Hoe is het met Manon?" Zijn stem klonk bezorgt.
Esther liep naar het raam en keek naar buiten. "Ik ben bij haar in het ziekenhuis, ik ben vannacht blijven slapen. Het gaat op zich wat beter met haar, ze heeft medicijnen die haar lichaam moeten ontgiften. Er zat chemische troep in dat broodje."
"Esther," zei Raoul ernstig, "ik heb gisteren de collega van Manon direct naar die viskraam gestuurd en hem monsters laten nemen. Ik heb de hele nacht in het lab gezeten om die monsters te onderzoeken."
"En?" vroeg Esther benieuwd.
"Methylkarbokethokonazal 66B, oftwel MK 66B, een chemisch goedje wat ze in verzorgingsproducten gebruiken zoals shampoos en badschuim. Totaal ongeschikt voor comsumtie uiteraard, als je dat zou eten in grote hoeveelheden dan kan je er zelfs aan dood gaan."
Esther sloeg een hand voor haar mond. ""Dat meen je niet!"
"Ja dat meen ik wel, " zei Raoul serieus, "ze hebben die vis uit een meertje vlak achter de Remmervaart gehaald, dus ik heb die viskrraam per direct laten sluiten. Ze horen alleen gecertificeerde en gekeurde vis te verkopen. Maar hoe is Manon er nu aan toe?" vroeg hij voor de tweede keer.
"De zuster zei dat het wel goed kwam en dat we er nog net op tijd bij waren. We hebben dus geluk gehad, maar een ding kan ik je wel vertellen, ik zal er alles aan doen om dit te stoppen. Die kettingen, die vervuiling, mijn beste vriendin was ik bijna kwijt. Er zullen mensen voor gaan boeten!"
"Ik ben het volkomen met je eens," zei Raoul kordaat, "en op mij kun je rekenen. Als je me nodig hebt dan ben ik er, al is het midden in de nacht. Niemand komt aan een van mijn beste collega's."
Met een bezwaard gevoel verliet Esther het ziekenhuis. Vanavond zou ze weer langsgaan bij haar beste vriendin. Maar nu had ze eerst een afspraak met Erik. Ze hoopte vurig dat ze deze keer genoeg informatie uit hem los kon peuteren om deze zaak op te kunnen lossen en ervoor te zorgen dat dit allemaal ophield.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro