Hoofdstuk 3
Het geluid van oefenzwaarden was heel anders dan dat van echte zwaarden. Maar voor Faolan klonk het al ernstig genoeg. Het geluid van oefenzwaarden betekende een training met zijn vader voor de ogen van alle ridders die aan het trainen waren.
Faolan schuifelde voorzichtig naar een bankje langs de muur van de oefenzaal. Zijn vader was er nog niet en dus kon hij nog even naar de ridders en schildknapen kijken die met elkaar in oefengevecht waren. Faolan wist dat dit de betere krijgers en schildknapen waren die hier nu oefenden. Dit waren de jongens en mannen met wie Nolan had getraind, hier hoorde Faolan niet thuis. Toch had zijn vader deze trainingstijd aangehouden, misschien voor zijn eigen dagschema, maar waarschijnlijk vooral om Faolan onder druk te zetten. Om hem te laten zien dat dit zijn niveau zou moeten zijn.
Maar Faolan was niet de zoon die al zijn hele leven had getraind om koning te worden. Faolan was de zoon die in Nolans schaduw had gestaan, die probeerde zijn moeilijke zwaard bewegingen na te doen. De zoon die een mooie, rijke en belangrijke vrouw moest trouwen voor het koninkrijk. Faolan was al nooit goed genoeg als tweede zoon, laat staan als eerste.
Toen de koning de oefenzaal binnen kwam stopte alle ridders hun gevecht om naar hem te buigen. De enkele schildknapen die niet doorhadden wie er zojuist binnen was gekomen werden met een tik van de ridders die ze bediende gecorrigeerd.
'Pak een zwaard, prins Faolan' beval de koning terwijl hijzelf van een van zijn lijfwachten een zwaard aangereikt kreeg. Faolan stond met tegenzin op en liep naar een rek met oefenzwaarden. De zwaarden waren van hout, maar met kleine stukjes lood verzwaard zodat ze het gewicht hadden van een echt zwaard. Ook was het hout zilver geschilderd om het zo realistisch mogelijk te maken.
De koning stak zijn zwaard met gestrekte arm voor zich uit naar Faolan. Die deed hetzelfde en zo positioneerde ze zich dat de zwaarden elkaar met de punt net niet raakten. De koning nam niet de tijd om de regels door te nemen of Faolan officieel uit te dagen tot een oefengevecht. Dat was niet nodig. Of de koning sloeg zijn zoon in elkaar en snauwde hem toe dat hij daar maar van moest leren, of hij gaf het uitleggen al snel over aan een andere ridder.
De trainingen met de andere ridders waren nog niet zo erg. Met al deze ogen op hen gericht kon de koning zijn zoon niet in elkaar slaan. Het volk en daarmee ook de ridders waren voor alles wat de koning deed, maar zelfs dat zouden ze niet accepteren. In deze trainingen werd hij alleen maar afgezeken en hield hij er misschien enkele blauwe plekken aan over.
Tegelijk met de koning bracht Faolan zijn zwaard naar beneden, om daarna op precies dezelfde plek in een aanvalshouding te staan. In dezelfde houding keken koning en prins elkaar aan. Faolan wist dat zijn vader wilde dat hij begon, maar Faolan wist ook dat hij niet de eerste slag wilde slaan. Alle ridders stonden nog naar vader en zoon te kijken, niet wetend of ze al door mochten gaan. Onzeker bij de aanwezigheid van de koning, maar lang niet zo onzeker als Faolan. Faolan kon alleen maar falen.
Al bij de eerste slag faalde Faolan. Zijn vader riep dat hij de slag al ver van tevoren aan zag komen, en antwoordde meteen met een horizontale slag op Faolans hoofd gericht. Op een haar na wist Faolan die te ontwijken, anders had de slag een flinke kras op zijn hoofd veroorzaakt.
Faolan probeerde de volgende slag te maken, maar was na de vorige confrontatie met zijn vaders oefenzwaard niet meer in balans gekomen, waardoor hij nog verder uit balans raakte toen zijn zwaard dat van zijn vader raakte, ook nog eens niet waar hij gemikt had. Met een simpele beweging tegen Faolans zwaard van de koning viel de prins helemaal uit balans en tuimelde hij op de grond.
'Nu ben je dood' zei de koning terwijl hij de punt van zijn oefenzwaard tegen Faolans keel zette. 'Sta op' beval de koning daarna terwijl hij zijn zwaard weg haalde. 'je bent een mislukkeling, Faolan. Hoe kan ik jou aan het volk presenteren als de nieuwe koning, je kan nog niet eens een schildknaap verslaan' mompelde de koning toen Faolan opstond en snel zijn zwaard van de grond raapte, die in zijn val uit zijn hand gevallen was.
Vader en zoon gingen weer klaarstaan op de juiste afstand, om daarna in een gevechtshouding te staan. Faolan dacht dat hij weer de eerste slag zou moeten slaan, maar toen schoot zijn vaders zwaard ineens door de lucht. Faolan probeerde zijn zwaard ervoor te krijgen, maar de koning had op zijn rechterkant gemikt, waar Faolan zijn zwaard niet makkelijk kon krijgen. Ontwijken kon ook niet meer, dus moest faolan voelen hoe het zwaard met de kracht van zijn vader op zijn rechtersleutelbeen terecht kwam.
Snel concludeerde Faolan dat het waarschijnlijk niet gebroken was, hoogstens gekneusd. Maar zijn rechterarm was zijn zwaardarm en dat was wel een probleem. Door de pijn in zijn schouder kon hij niet met veel kracht uithalen en dat was het enige wat zijn vader enigzins tevreden maakte. Maar vechten met zijn linkerarm was ook geen optie, dan werd het een nog grotere afgang. bovendien kon de koning dan gewoon ook op Faolans linkerarm of schouder slaan.
Faolan besloot gewoon met zijn rechterarm door te gaan en deed zo snel als hij kon een uitval naar de koning. Die wist de slag met gemak af te slaan, maar daar was Faolan op voorbereid. Hij was nu in balans en kon nog een uithaal doen. Helaas was de koning snel en wist hij ook deze slag te pareren. Dat zorgde ervoor dat Faolan weer uit balans was en weer door zijn vader op de grond gelegd werd.
'Alweer dood, prins. Je moet meer zoals je broer zijn. Hij ligt nu dan wel in een kist onder de grond, hij heeft dagen gevochten op de slagveld. als ze de brief om jouw overlijden aan te kondigen versturen als je daar aankomt, is die alsnog niet binnen voordat je dood bent' zei de koning. De punt van zijn zwaard lag weer onder Faolans keel.
Faolan wilde wel meer als zijn broer zijn. Hij wilde net zo grappig, stoer, sterk en vaardig zijn als Nolan. Hij wilde dat hij net zo om het volk gaf als zijn broer. Faolan wilde ook een prins van het volk zijn. Hij wilde ook het slagveld op om met de burgers te vechten. Maar hoewel Nolan dood was, bleef hij de tweede zoon. Hij zou nooit de eerstgeborene zijn, hij zou nooit de echte kroonprins zijn. Faolan was geboren een schaduw te zijn, de kleine wolf hoe zijn moeder hem genoemd had. De kleine wolf die in de schaduw van de kampioen stond. Dat zou nooit veranderen.
De koning haalde zijn oefenzwaard weer van Faolans keel en de prins stond zo snel mogelijk weer op. Hij mocht het weer proberen. Hij mocht weer falen tegenover zijn vader. Nu sloeg Faolan meteen toe toen ze klaarstonden met een horizontale slag. Zijn vader hield zijn zwaard weer tegen.
Dit keer viel hij niet uit evenwicht. De prins pareerde met moeite de volgende slag van zijn vader, maar had zijn balans weer terug gevonden voordat hij zijn volgende slag sloeg. Faolan hield de volgende slag van de koning ook tegen, vond zijn balans weer terug en sloeg nogmaals. Hij bereikte niets met zijn slagen, behalve dat het langer duurde voordat hij op de grond lag. Dat gebeurde na een paar slagen dan ook wel. Faolan verloor zijn balans en de koning haalde hem onderuit.
'Weer dood' bromde hij. 'Waarom moest Nolan degene zijn die naar het slagveld wilde. Waarom was jij niet de prins met een doodswens. Ik heb niets aan jou' zei de koning. Nolan had geen doodswens, dat wist Faolan zeker. Hij was gewoon strijdlustig aangelegd en wilde samen met zijn volk zijn oorlogen vechten.
'Waarom hebben de goden mij vervloekt met mislukkingen. Waarom hebben ze mij vervloekt met een dode zoon, een slappeling en een meisje dat over haar eigen voeten struikelt' zei de koning. Hij begon nu harder te praten, zodat alle ridders in de oefenzaal hem hoorden.
'je moet koning worden, Faolan. Je moet de koning met het mytische zwaard worden. Dan moet je wel kunnen vechten' snauwde vader naar zoon. 'Dat zusje van jouw moet zo snel mogelijke een rijke man trouwen of een bondgenootschap sluiten. Koningin Catriona en haar kinderjuffrouw hebben hun handen vol om haar hoffelijk te maken. Ik kan niet ook een mislukte koning hebben.' De koning haalde boos zijn zwaard van Faolans keel en zette het op dezelfde manier weer terug in het rek, waarna hij met zijn lijfwachten de zaal weer uit liep.
Voor de verandering riep de koning niet een ridder om Faolan verder te trainen, dus liep de prins na even wachten de zaal uit met een zwaard, naar buiten. In de bossen die deel uitmaakten van de kasteeltuin kon hij zich verstoppen voor alle ogen en met zichzelf trainen. Daar hoefde zijn vader niet te zien wat voor een mislukkeling hij was. Daar kon hij zijn eigen mislukking zijn. Daar kon hij huilen tot zijn hoofd pijn deed en tegen een boom slaan tot zijn spieren hem smeekten ermee op te houden.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro