32. Pannenkoekendag
6 februari - Maren
Cassidy heeft me gisteravond laat nog gebeld om te zeggen hoe het met Gabrielle gegaan was. Ze heeft haar best gedaan me alle details te geven, maar toch weet ik niet goed hoe ik de reactie van mijn ex moet inschatten. Het kan positief en negatief zijn. Het kan goed of slecht aflopen.
Ik heb amper geslapen vannacht. Anna mocht later opblijven dan gewoonlijk, zodat we samen nog een film konden kijken en ik haar warme chocomelk met marshmallows kon voeren. Ze heeft me een heel stevige knuffel gegeven voor ze ging slapen en daardoor heb ik geen oog dicht gedaan. Wat als het de laatste knuffel was? Wat als Gabrielle haar meeneemt en haar niet meer terugbrengt?
Ik weet dat het doemscenario's zijn. Ik weet dat mijn hoofd de situatie erger maakt dan hij is. Ik weet dat er geen legale manier is waarop Gabrielle Anna van me weg kan houden, nog niet. Ik weet het, maar het dringt gewoonweg niet tot me door.
Zelfs niet nu Cassidy me gezegd heeft dat Gabrielle zei dat we even zijn. Ik voel me niet even. Ik zie Anna zo weinig. Ik kom niet meer met Gabrielle overeen. Ik wil gewoon een gelukkig gezin hebben. Is dat echt te veel gevraagd?
Het is nog geen acht uur 's ochtends wanneer ik mezelf al uit bed sleur. Normaal slaap ik altijd uit in het weekend, maar na mijn slapeloze nacht heb ik niet veel zin om nog langer in bed te blijven liggen.
Ik besluit dat ik Cassidy ga bellen wanneer ik klaar ben met ontbijten.
Wanneer ik in de badkamer ben en mijn tanden gepoetst heb, kan ik al niet meer wachten. De telefoon gaat vijf keer over voor mijn vriendin opneemt.
'Goedemorgen,' zegt ze te luid voor het uur van de dag. 'Ik had niet verwacht dat je al wakker zou zijn.'
'Ik kon niet slapen. Ik denk dat ik maximum twee uurtjes gehad heb vannacht.' Ik hup wat op en neer in een poging mijn jeansbroek aan te krijgen met maar één hand.
'Maren, het komt wel goed. Ik heb er alle vertrouwen in.'
'Je kan het nooit met zekerheid zeggen.'
'Als je niet emotioneel naar me wil luisteren, denk dan even rationeel mee. Je hebt halve voogdij, die je al niet krijgt. Als ze dat beetje dat je hebt dan ook nog eens van je afpakt, werkt dat alleen maar in haar nadeel als jij dan besluit naar de rechter te gaan.'
Ik duw mijn tanden in mijn tong. Natuurlijk heeft ze gelijk. Natuurlijk gaat Gabrielle Anna niet volledig van me afpakken. Ik wil gewoon geen ruzie meer. Ik wil al deze vermoeiende complicaties niet meer. Ik wil mijn dochter regelmatig zien en ik wil af en toe eens een extraatje krijgen, in plaats van dat er dingen van me afgenomen worden.
'Maren.'
'Ja.'
'Ik hou van je.'
'Wat?'
'Denk daar maar over na.' Ze legt de telefoon af. Ik bel haar terug, maar ze neemt niet meer op. Ongelofelijk.
Mijn mondhoeken zijn onbewust naar omhoog gekruld. Ik druk mijn telefoon tegen mijn borstkas aan. Ze houdt van mij.
Ik lach luidop.
Ze houdt van mij.
Eenmaal beneden maak ik pannenkoeken voor het ontbijt. Ik zit ongeveer halverwege het beslag, wanneer Anna nog in haar pyjama de keuken binnenkomt.
Betrapt kijkt ze me aan. Haar verbaasde uitdrukking verandert al snel in een onschuldige glimlach. 'Ik dacht dat je nog sliep,' zegt ze. Ze huppelt naar me toe en kijkt hongerig naar de stapel met pannenkoeken. 'Mag ik er één?'
'Je mag er zoveel als je wil.' Ik leg de bovenste op een apart bord voor haar, draai de pannenkoek in de pan om en haal vervolgens alle mogelijke soorten suiker, stroop en chocopasta uit de kast.
Pas wanneer mijn dochter aan tafel is gaan zitten, met nog slaperige oogjes en haar haar nog in de war, vraag ik: 'Wat wilde je hier komen doen dat ik niet mocht weten?'
Ze knabbelt rustig op haar pannenkoek en kijkt me niet aan wanneer ze haar schouders ophaalt. 'Gewoon.'
'Gewoon?'
De geur van de pannenkoeken doet het water in mijn mond lopen. Het zijn er al genoeg om het hierbij te laten. Ik kan stoppen met bakken en eten. Het kan. Helaas is mijn schuldgevoel te groot en zou ik het zonde vinden van het laatste beslag als ik niet doorzet en de laatste pannenkoeken nog maak.
'Ik wilde iets drinken.'
'Ah zo. Melk, neem ik aan,' zeg ik, alsof ik niet doorheb dat ze waarschijnlijk frisdrank uit de koelkast had willen pakken. Ze heeft het al wel vaker gedaan, maar ik heb haar er nog nooit op heterdaad op kunnen betrappen.
'Natuurlijk,' zegt Anna met een overdreven hoofdknik. Ze kijkt me als een engeltje aan. Het verbaast me dat er nog geen aureool boven haar hoofd is verschenen. 'Ik denk dat Cassidy frisdrank drinkt bij haar ontbijt. Misschien moeten wij dat ook doen.'
Ik trek mijn wenkrauwen geamuseerd op. 'Ik dacht het niet.'
'Mamaaa.'
'Annaaa.'
Ze zucht en eet haar pannenkoeken verder op. Af en toe begint ze willekeurig een liedje te neuriën. Ik kan haar benen aan een snel tempo heen en weer zien wiebelen onder de tafel. Ze kan ieder moment van de stoel vallen als ze zo verdergaat.
'Ik denk dat mam en Ellen het uit hebben gemaakt.'
De laatste pannenkoek die gereed is valt naast de stapel. Met twee keer twee vingers gooi ik hem dan maar op mijn bord. Ik weet niet of ik snel genoeg ben om mijn vingers niet te verbranden. Het prikt.
'Wat?' vraag ik vervolgens, ook al heb ik mijn dochter wel gehoord.
'Ik denk dat mam en Ellen het uit hebben gemaakt.'
'Waarom denk je dat?' Ik ga tegenover haar zitten en smeer een hoop maple syrup op mijn pannenkoek.
'Omdat Ellen weer weg is.'
'En hoe voel jij je daarover?'
'Ik ben héél blij dat ze weg is. Ze liet overal haar stomme potloden liggen en als ik iets niet opruimde dan werd ze boos.'
Mijn mondhoeken krullen wat omhoog. Dat gaat ze in ieder geval nooit aan de hand hebben met Cassidy, die laat nooit dingen rondslingeren en ze houdt genoeg van poetsen om andermans rommel mee op te ruimen - iets waar ik ook nog niet helemaal aan gewend ben geraakt.
We hebben het er nog een tijdje over, zodat Anna er hopelijk niet lang meer mee in haar hoofd blijft zitten.
Wanneer de bel van de voordeur gaat zijn we een uurtje verder en is mijn dochter helemaal klaar om terug naar haar andere huis te gaan.
'Kunnen we praten?' is het eerste wat Gabrielle zegt, nadat ze me begroet heeft. Anna is naar boven gelopen om haar spullen in haar kamer te gaan halen.
Ik wrijf mijn klamme handen over elkaar, terwijl ik knik. Mijn hart hamert in mijn borstkas en mijn gedachten zijn een dikke soep geworden. 'Wil je binnenkomen?' vraag ik, de deur verder open trekkend. 'Ik heb nog koffie en pannenkoeken, als je wil.'
Ze aarzelt, wrijft met haar handpalmen langs haar oogleden en knikt dan toch. 'Het is waarschijnlijk beter als we zitten.'
Vandaag heeft ze haar haar los. Het is de eerste keer sinds we gescheiden zijn dat ik het zo zie. Ze komt normaal niet buiten zonder het op te steken, in een dot als ze te moe is en in een ingewikkelder kapsel als ze meer zin heeft. Tenzij dat ondertussen al veranderd is.
Ik stop met staren, wanneer ze haar gewicht van been verandert.
'Koffie?' vraag ik, terwijl ik haar voorga naar de woonkamer.
'Als hij al gezet is.'
'Met suiker?'
'En melk.'
'Komt in orde.' Ik laat haar achter bij de zetel en haal een schotel in de keuken, waarop ik de twee mokken met koffie zet, evenals het bord met pannenkoeken, nog een paar extra borden, maple syrup en een pot bruine suiker. Ze heeft niet gezegd dat ze ervan wilde eten, maar als ik een pannenkoek in mijn mond kan stoppen is het risico dat ik iets verkeerd zeg misschien minder groot.
Gabrielle is in de langste zetel gaan zitten. Anna is nog nergens te bekennen. Een kleine lach verschijnt om haar lippen wanneer ze de plateau met al het eten en het drinken ziet.
'Ik kan niet koken, maar mijn pannenkoeken zijn wel lekker,' zeg ik met een korte lach.
Ik zet alles neer op de salontafel en ga in kleermakerszit op het tapijt zitten, zodat ik tegenover mijn ex zit.
'Je pannenkoeken waren inderdaad altijd lekker,' beaamt ze. 'En bruine suiker.' Ze opent de pot en kijkt er even naar. 'Dank je wel.'
'Geen probleem. Het zijn er toch nog te veel voor mij alleen en ik denk niet dat Cassidy graag pannenkoeken eet. Ze heeft het niet zo op desserten.'
'Ben je zeker dat ze dan wel de juiste is voor jou.'
Ik open mijn mond, maar er komt geen geluid uit. Pas wanneer ik Gabrielle aankijk, zie ik dat haar mondhoeken nog omhoog gekruld zijn en dat haar ogen bijna vrolijk twinkelen. Het was maar een grapje.
Ik lach voorzichtig. 'Er is maar één manier om daar achter te komen. Als ik het niet probeer dan ga ik het nooit weten.'
'Dat is waar. Vallen en opstaan.'
Ik knik. 'Inderdaad.'
Met twee handen pak ik een pannenkoek en leg ik hem op een bord. Ik gooi er een hoop maple syrup overheen en vouw hem vervolgens op tot een driehoek.
Gabrielle doet hetzelfde, alleen giet zij bruine suiker over haar snack en rolt ze hem op in plaats van te vouwen. 'Ik heb tegen Anna gezegd dat ze nog even kan gaan spelen boven. Ze heeft haar Switch meegepakt.'
'Switch?'
'Nintendo.'
'Juist. Dan is ze wel even zoet.'
Cassidy heeft al heel erg haar best gedaan me te leren wat de verschillen zijn tussen al die gameboys en wat nog allemaal, maar het gaat er altijd langs één oor in en langs de andere weer uit. Wie verzint het om zoveel verschillende spelletjesdragers te maken?
We blijven een tijdje in stilte zitten. Ik wil iets zeggen over Anna of over Cassidy of over hoe slecht ik me voel bij de hele situatie tussen mij en Gabrielle, maar ik krijg het niet over mijn lippen. Iedere keer dat ik iets bedacht heb wat wel door de beugel zou kunnen, aarzel ik en slik ik mijn woorden weer in.
Het is uiteindelijk mijn ex die de stilte doorbreekt en zegt: 'Het spijt me.'
Van alles wat ik had verwacht te horen was dat wel het laatste.
'Wat spijt je?'
Ze kijkt me niet aan. In plaats daarvan pakt ze een nieuwe pannenkoek en richt ze al haar aandacht daarop.
'Gewoon. Alles. Hoe het gelopen is tussen ons, hoe ik me gedragen heb de laatste tijd, hoe...' Ze vouwt haar pannenkoek dicht, besluit dat dat niet de bedoeling was, opent hem weer en rolt hem op. 'Ik heb alle schuld altijd naar jou toegeschoven, maar ik ben een onmens geweest de laatste maanden. Het is niet alleen jouw schuld dat ons huwelijk stukgelopen is.'
'Ik had er wel meer kunnen zijn. Ik had meer thuis kunnen blijven van de club. Ik had je meer het gevoel kunnen geven dat ik van je hield.'
Gabrielle schudt wat met haar hoofd. 'Je hoeft dat niet te zeggen, Maren. Ik weet dat je je best gedaan hebt. Ik denk niet dat ik mijn best gedaan heb. Ik had nooit van je moeten vragen om je sportcarrière voor me op te geven. Ik was jaloers, jaloers op een sport, jaloers op Cassidy. Ik dacht dat je mij wel op nummer één zou zetten als die dingen er niet meer waren en toen dat niet gebeurde was het veel te makkelijk om te zeggen dat het jouw schuld was dat het niet werkte.'
'Ik had er meer voor je moeten zijn.'
'Ja, maar je was je sport kwijt, je pols was... je pols was je pols. Ik had er voor jou moeten zijn. Ik zag alleen de voordelen die er in zaten voor mij, meer tijd met jou, geen trainingen meer op bijna alle dagen, geen andere vrouwen meer waar je kamers mee deelde of mee ging douchen. Ik had niet zo jaloers moeten zijn. Ik had je moeten vertrouwen. Ik had er voor je moeten zijn toen je het ding verloor dat de wereld voor je betekende, ook al was ik het niet.'
Opnieuw weet ik niet meer wat te zeggen. Het is bijna alles wat ik wilde horen, meer dan ik ooit had kunnen dromen. Het maakt de laatste maanden, de laatste jaren niet goed. Het maakt alle nachten slaap die ik piekerend ben verloren niet goed. Het maakt de weinige tijd met Anna niet goed. Het maakt de beschuldigingen van het vreemdgaan en het verliezen van mijn sportcarrière niet goed. Maar het legt wel een warm dekentje over mijn hart. Ze weet het. Ze weet dat het niet alleen mijn schuld is. Meer heb ik niet nodig.
'Het spijt mij ook, dat weet je hopelijk wel,' zeg ik uiteindelijk. 'Ik ben heel blij dat je de schuld niet meer alleen op mij legt, maar we hebben allebei fouten gemaakt en allebei verkeerde prioriteiten gehad en dat kunnen we niet meer oplossen.' Ik strijk wat met mijn vinger langs één van mijn wenkbrauwen. 'Ik denk ook niet dat we het toen hadden kunnen oplossen. Ik wil gewoon dat Anna gelukkig is en ik wil geen ruzie meer met jou en ik wil vaste en duidelijke afspraken. Geen "ik ga bij mijn ouders eten dus ik kom haar 's middags al halen" meer, alsjeblieft, dat kan ik echt niet meer hebben.' Ik weet niet wanneer mijn ogen zich met tranen gevuld hebben, maar zodra ik stop met praten, voel ik er een paar langs mijn wangen glijden.
Het duurt even, maar uiteindelijk komt er toch een moeizame 'Oké' uit Gabrielles mond. 'Oké. Ik weet het wel. Ik weet dat ik een bitch ben geweest de afgelopen maanden. Ik weet dat ik het uiterste van je heb gevraagd. Ik weet dat ik je niet gegeven heb wat je verdient.'
'Dank je wel.' Ik weet niet meer wat anders te zeggen. Ik meen het ook, merk ik. MIjn mondhoeken krullen wat omhoog. 'Ik wil echt geen ruzie meer.'
Ik zie nu ook een traan aan Gabrielles oog ontsnappen. 'Ik wil ook geen ruzie meer. Het is vermoeiend. Ik wil je gewoon vergeven en ik wil vergeven worden en dan kunnen we misschien ooit vrienden zijn en ervoor zorgen dat Anna het gelukkigste kind op deze planeet wordt.'
'Alles voor Anna,' glimlach ik.
Ze knikt en glimlacht terug. 'Altijd alles voor Anna. Onze kleine engel.'
Voor even sluit ik mijn ogen en beeld ik me in hoe ons gezin eruit had gezien als Gabrielle en ik samen waren gebleven. Misschien hadden we dan wel strandvakanties gehad of tripjes naar Disneyland. Misschien had Anna dan andere voetbalschoenen gekozen voor haar eerste training. Misschien had ik dan niet in dit rijhuis gewoond en had ik nu nog steeds een hekel aan Cassidy.
Zodra ik aan haar begin te denken, vervangt mijn nieuwe vriendin mijn ex in mijn gedachten. De twee vrouwen kunnen niet meer verschillend zijn. Gabrielle is een kunstzinnige, vrije ziel, bijna een kop kleiner dan ik ben. Cassidy is iemand die enorm veel waarde hecht aan orde en een duidelijk plan, nog net geen kop groter dan ik ben.
Ik zou Cassidy de wereld geven als ik kon. Ik zou er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ze niet zoveel pijn moest lijden. Ik zou haar alle zekerheid geven die ik had als dat haar leven een beetje draaglijker zou kunnen maken.
Dat heb ik voor Gabrielle nooit gevoeld. Ik hield van haar, dat wel, maar niet op dezelfde manier, niet op de manier die ze nodig had en die ze verdiende.
'Misschien kunnen we wisselen.'
Ik open mijn ogen weer en kijk mijn ex vragend aan. 'Wisselen?'
Mijn hartslag is meters de lucht in gegaan, maar ik durf de woorden niet luidop uit te spreken, bang dat ik ze zal vervloeken, bang dat ik het verkeerd heb geïnterpreteerd. Anna laten wisselen. Anna vaker naar bij mij laten komen.
'Misschien kan ik weer dichter bij Halvaar komen wonen. Zo erg haat ik het hier ook weer niet. Misschien kan ze meer bij jou komen wonen en minder bij mij als ze naar het middelbaar gaat. Misschien moeten we aan haar vragen wat zij het liefste heeft. Ik weet het niet.'
Ik knijp in mijn been, half verwachtend dat ik droom, maar ik blijf zitten waar ik zit. Ik word niet opeens wakker in mijn bed.
'Dat zou ik heel leuk vinden,' weet ik uiteindelijk uit te brengen.
'Oké,' Gabrielle probeert nog een kleine glimlach, 'dat regelen we dan later wel.'
Ik ben nog te verbaasd om er iets op te antwoorden, maar vanbinnen schreeuwt mijn hoofd en mijn hart en mijn ziel en doe ik honderd verschillende vreugdesdansjes tegelijk. Beter neemt Cassidy de telefoon op wanneer Gabrielle en Anna weg zijn, want geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om dit in mijn eentje te vieren.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro