Hoofdstuk 35: Vermist
Waarin onze kleine vriend verdwijnt
Ik ging afwezig met mijn vingers over de wond op mijn gezicht. Het was verleidelijk om eraan te krabben, maar ik deed het niet. Het bloedde niet meer en er had zich een korst gevormd sinds die paar dagen geleden. Pijn deed het nog wel, en het was helemaal opgezwollen. Maar ja. Eigen schuld.
Kyo was kaartjes aan het kopen voor de boot en Fu was eten aan het kopen. Nu voelde het hier leeg. We zaten in de loods op de kisten, niets te doen. Yoru hoestte om de minuut; het stof leek haar het meest te ergeren. Het enige wat ik voelde was een nare kriebel in mijn neus.
De struispaarden stonden lusteloos in de hoek. Ze wachtten op de zak graan die Fu mee zou brengen. Het maakte de sfeer nog net iets bedompter.
"Waar... waar is Spike?" klonk Tess ineens, zenuwachtig. "Storm, heb jij Spike?"
"Nope... hoezo? Ik heb dat hele beest niet meer gezien sinds gisteravond," zuchtte Storm.
Een plotselinge beschuldigende blik werd mijn kant op geworpen. "Cass! Heb je Spike naar buiten gelaten?" snauwde ze.
"Nee, natuurlijk niet," zei ik ietwat beledigd. Dacht ze echt dat ik dat zou doen?
"Een van de anderen?" Tess' ogen vlogen heen en weer. Ze kwam overeind van haar kist en begon onrustig rond te lopen, nors naar de grond kijkend. "Maar waar is hij dan?"
"Tess, we weten het niet," zei ik sussend. "Heb je zelf niet gisteren de deur opengelaten?" Ik hield mijn stem zo neutraal mogelijk, zonder beschuldiging om maar niet bij te dragen aan haar stress.
"Nee!" riep Tess uit. Woedend gebaarde ze met haar handen. "Godverdomme, hij is weg!"
Storms voorhoofd was gerimpeld in een kleine frons. Hij leek niet onder de indruk van haar drama. "Nee joh, hij zit vast ergens in een van de kisten of zo. Heb je al goed gezocht?"
Tess' gezicht werd rood. Er kwam bijna stoom uit haar oren. "Nee, en ja!" Ze opende haar mond wijd en brulde: "Spike! Is! Weg!" Tranen sprongen in haar ogen. Haar knieën begaven het. Ze zakte neer op een kist en verborg haar gezicht in haar handen, zachtjes snikkend.
Spike... Spike de hond... Waar kon het beest zijn? Gisteren had ik hem voor het laatst gezien. Was hij weggerend uit de loods? Ontsnapt? Waarheen zou hij zijn gerend?
Terwijl Yoru Tess troostte rustte ik mijn kin op mijn handpalm en knauwde op mijn lip. Ik was in al die tijd ook van Spike gaan houden, en een koude hand van ongerustheid kneep zich om mijn hart. Hij kon toch niet... weg zijn?
We zochten, overal en nergens. We plozen de hele loods uit, we zochten buiten, zo ver als we durfden. Maar het kleine zwarte hondje bleef onvindbaar, en Tess bleef ontroostbaar.
Ondanks al onze moeite was Spike de hond verdwenen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro