Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 30: Rijst en wind

Waarin iemand de mist doet optrekken

"Wat hem anders maakt dan Kenji?" Storms ogen waren zacht. "Oh, Cassandra."

Hoofdschuddend kwam hij overeind. We hadden de vlakte al twee dagen achter ons gelaten. Ons kamp stond in de vallei van de Hopao-rivier, vlak naast het pad onder een groene esdoorn. Fu en Yoru waren water halen, Tess was aan het trainen en Kyo... ik had geen idee wat Kyo aan het doen was, maar hij was weg. Alleen Storm en ik waren achtergebleven op onze matjes.

"Dat is een moeilijke vraag, Cass." Hij veegde zijn haar uit zijn ogen en glimlachte toen. "Zullen we anders een ommetje maken?"

Ik knikte en duwde mezelf omhoog. Het was avond. We hadden de hele dag gereden en al mijn spieren schrijnden. De struispaarden waren vastgebonden aan de boom, en de zon was een gouden bal aan de horizon, die de lange wolken in de lucht rood kleurde. Langzaam begon de hemel donkerder en donkerder te worden en kwamen de eerste voorzichtige sterren tevoorschijn.

Ik ging Storm voor naar het pad en begon langs de berm te lopen, balancerend op het uiterste randje. Storm volgde me, schoenen zacht neerkomend op het gras. Hij had zoals altijd zijn doffe rode tuniek aan met de zwarte broek en eenvoudige schoenen. Maar zijn levendige ogen maakten alles goed. Ogen waaruit liefde, maar ook pijn sprak.

Ik had nooit veel gepraat met Storm en ik voelde me een beetje ongemakkelijk. Meer dan drie maanden reisden we al samen en we hadden nog geen enkel gesprek gehad. Zijn ogen namen me op met dezelfde alerte nieuwsgierigheid die ik voelde als ik met mensen was. Een constant polsende thermometer die de sociale temperatuur mat.

Tussen ons was er geen sociale temperatuur, geen eigen emoties. Alleen twee thermometers in het niets. We begrepen elkaar, maar niet helemaal. Hij werkte net een beetje anders, maar wilde hetzelfde bereiken met mensen.

Het was een vreemde realisatie en ik wist dat hij hem ook had.

Ik haalde diep adem, zocht naar woorden om de wederzijdse bevreemding te bedekken. Overduidelijk, maar wat moest ik anders? 

Ik keek Storm nieuwsgierig aan. "Wat maakt Kyo nou anders dan Kenji?"

Hij schudde zijn hoofd. "Nou, ten eerste de leeftijd. Niet eens fysiek... maar vooral mentaal. Kenji was ouder, ervarener en bitterder dan jij. Er was geen gelijkheid in jullie relatie."

"Wacht... bitterheid?" Ik keek hem fronsend aan.

"Ja, zag je dat dan niet?" Storms ogen stonden neutraal.

Ik staarde naar mijn handen. Mijn vingers trokken aan de losse randjes van de nagelriem om mijn duim. Natuurlijk had ik het moeten zien. Hoe hij me isoleerde van de groep. Zijn vijandigheid. De ingehouden wrok die altijd borrelde, vlak onder het oppervlak. Zijn soms harde en oordelende woorden. Ik had het moeten zien, maar ik zag het niet. Voor mij was hij het puurste, het edelste wezen op aarde geweest.

Als zijn bitterheid volwassen zijn moest voorstellen, dan wist ik het ook niet meer. Volwassenheid was toch juist het ultieme geluk vinden? Je pijn en wrok los kunnen laten?

Maar iedereen die ik kende leek die pijn, die
verbitterdheid als volwassen te zien. Optimisme was kinderlijk, blijdschap was niet voor volwassenen.

Daar was ik het niet mee eens. Emotioneel volwassen mensen konden juist vrede vinden met hun omgeving.

Verbitterdheid was geen volwassenheid. Het was het resultaat van niet gezond kunnen omgaan met je teleurstellingen.

En oké, dat was wel waar voor de meeste volwassenen. Maar het hoefde niet de definitie van volwassen zijn te veranderen.

"Ja, ik zie het nu," zei ik met een zucht.

"Weet je wat het geheim is van een gezonde relatie?" Storm vouwde zijn handen in elkaar. "Gelijkheid. Niet gelijkheid als in dat jullie precies hetzelfde zijn. Maar Kyo wil je niet domineren. Hij wil niet boven je staan. Hij wil naast je staan."

"Hoe weet je dat?" Mijn stem klonk scherper dan ik had gewild.

Storm zuchtte lichtjes. "Dat weet ik, omdat ik het zie. Hij verwacht niet dat je op hem steunt. Hij wil niets van je. Je hoeft hem niets te geven. Het enige wat hij wil is zijn plezier met je delen."

Dat klonk vreemd herkenbaar. Mijn instinct zei dat het waar was, maar mijn hoofd kon het niet geloven.

Storms en mijn voeten maakten gelijke passen. Zijn ronde gezicht had een zachte uitdrukking. "Hij ziet iemand waarvan hij houdt die gebroken is, en hij wil je wereld een beetje oplichten. Zoals met de spirit en de stad. Hij weet dat je van dat soort dingen houdt."

Ik knikte langzaam. Om de één of andere reden werden mijn ogen waterig. Ik haatte dat ik zo zwak overkwam. Ik was altijd zo trots op dat ik sterk was, dat ik niet huilde of instortte of in paniek raakte of de controle verloor. Dat ik niet zoals Nian was. Geen emotionele vrouw. Geen fragiel wezen dat over zich heen liet lopen.

Ik wilde terug naar de tijd dat ik dat nog kon geloven. Later, bezwoer ik mezelf. Ik ging ervoor vechten. Ik ging de controle weer vinden. Wat ik nu was, dat was niet de echte mij.

Ik haalde diep adem. "Oke, maar... Hij zegt dat hij veranderd is. Maar... vroeger had hij altijd kritiek op mij."

"Hij is veranderd."

"Oké." Mijn toon was sceptisch. "Is hij veranderd voor mij? Puur om mij te krijgen?"

Storm begon een beetje ongelovig te lachen. "Nee, niet voor jou. Dat zou verkeerd zijn. Hij is eerder veranderd door jou."

"Door mij?" De weg begon omhoog te klimmen, wevend door groene rijstakkers op hun terrassen. Het pad was glad uitgesleten onder onze voeten en de hemel begon te verkleuren naar een diep paars, bestrooid met zilveren sterren.

"Ja!" Storms ogen glinsterden. "Zie je hoe veel kalmer en relaxter hij is? Jij hebt hem geleerd dat die illusie van kracht en bazigheid mensen niet meekrijgt. Dat hij mensen niet kan 'veroveren'. Misschien... misschien was Kenji wel het beste wat er kon zijn gebeurd. Het heeft Kyo veel geleerd, en het heeft jou ook veel geleerd... dat weet ik zeker."

Ik opende mijn mond en sloot hem weer. Sterk zijn, Cassandra. Nooit je pijn laten zien. Nooit pijn voelen. Pijn was voor zielige mensen die zich verdronken in hun emoties. Ik moest een licht zijn voor anderen. Ik moest laten zien dat ik sterker was dan pijn. Ik was sterker dan pijn!

De lucht die we inademden was schoon en zout. Je kon ruiken dat de zee eraan kwam. Het vulde me met een gevoel van vrijheid. De velden rijst wuifden zachtjes in de wind. De hemel was groot en leeg, en een voldane stilte strekte zich uit over de vallei. De rijstboeren waren al naar bed gegaan, en de lampjes in hun ramen knipten één voor één uit.

Storm keek me onderzoekend aan, wachtend op een antwoord. Ik slikte. "Maar hoe weet ik dat ik Kyo kan vertrouwen? Ik vertrouwde Kenji volledig en toch... toch heeft hij me verraden."

Storm stopte met lopen en draaide zich naar mij toe. Zijn haar was als inkt op zijn voorhoofd. "Weet je, Cassandra? Je kunt nooit zeker weten of iemand te vertrouwen is. Dit is misschien moeilijk voor je om te horen, maar niemand had het hele Kenji-gebeuren kunnen voorkomen. Niemand had het echt zien aankomen en niemand had het kunnen stoppen. Het is één van die dingen in het leven die gewoon gebeuren, zonder dat er een schuldige of een zondebok is."

Ik stopte met peuteren aan mijn duim en keek op. De nachtwind streelde mijn wangen, fluisterend als een belofte van verbetering. Een belofte van een goede toekomst. Een goede toekomst die ik voor mij en de mensen om me heen zou maken.

Storms gezicht straalde een zacht licht uit. "Verliefd worden is een stap in het diepe zetten. En als die stap het waard is, voor welke periode dan ook, dan moet je hem maken."

Ik beet op mijn lip. Weer die verdomde tranen. Ik wist dat ik niet zo hard tegen mezelf moest zijn, dus ik liet ze gaan, wetend dat het niet voor eeuwig zou zijn. Er zou een tijd zijn, misschien binnenkort al, waarin ik weer een wezen van licht en liefde was. Ik zou de bitterheid niet laten blijven.

Storm glimlachte warm. "Kenji was het toch waard? Kenji heeft je geholpen. Misschien heeft hij je verraden, maar daarvoor waren het toch wel de beste weken van je leven?"

"Ja." Mijn lip trilde. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen.

"Was het het waard?"

Alle pijn? Alle moeite? Alle tranen?

Alle lessen? Alle vreugde? Alle ervaring?

"Ja," zei ik zacht. Het was een opluchting om het te kunnen zeggen. Het voelde goed.

Een traan ontsnapte mijn grip en gleed langs mijn wang naar mijn kin. Ik bleef knipperen, tegelijk glimlachend.

"Denk je dat Kyo de stap waard is?" vroeg Storm zacht.

"Ja." Ik keek op, en het leek alsof al het gewicht van mijn schouders was getild en mijn hele ziel weer de ruimte had gekregen. Volgens mij straalde mijn hele gezicht terwijl ik, mijn stem zacht van bewondering, zei: "Storm, je bent geniaal!"

Hij glimlachte alleen maar breed, zijn ogen alwetend. Hij strekte zijn armen uit. "Kom hier."

Om een of andere reden kon ik alle schuldgevoelens over het aannemen van zijn hulp vergeten terwijl ik hem omhelsde. Het gevoel van lichtheid was te fijn. Het was de schaamte waard. Voor één keer had ik me laten helpen en dat was oké.

Langzaam liet ik hem los. Zijn ronde gezicht straalde als de maan. Ik voelde een diep respect. Hij hielp iedereen, ook al had hij het nog zo zwaar.

"Dankjewel," fluisterde ik.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro