Hoofdstuk 22: Avinash
Waarin Yoru een nieuwe vriendin maakt en wij in verwarring zijn
"Tess!"
"Hm?"
"Kom even kijken!"
Ze rukte het gordijn opzij. Ik stond te bibberen in mijn sarashi en hield een paarse tuniek omhoog. "Deze?"
"Trek eens aan." Tess leunde tegen de deurpost. Ik trok het ding over mijn hoofd en knoopte de band vast. "Wat vind je?"
"Te breed voor jou." Tess gebaarde met haar vinger. "Draai eens."
Ik stak mijn armen in de lucht en draaide braaf rond. Tess kreukelde haar neus. "Nee."
Met een zucht trok ik het ding uit en gooide het naar het bankje. "We moeten eindelijk gewoon wat kiezen, Tess. We zijn al zo lang bezig!"
Yoru was weg, kleding wassen in de rivier. Tess' kleding was mee, haar borstkuras en broek zulke hoge kwaliteit dat ze niet eens waren gescheurd. Nu droeg ze een donkergroene omslagkimono die ze van een vriendelijke dorpsbewoner te leen had gekregen. Mijn kleren daarentegen had ik gewoon in de prullenbak gegooid, aangezien ze nauwelijks meer dan een hoop draadjes waren. En nu waren we op zoek naar nieuwe kleding. Storm was aan de andere kant van de winkel samen met Kyo en Fu.
Ik ging met mijn handen door mijn haar. Het laatste setje kleding. Dit moest het zijn, anders zou ik Aardenatiekleding moeten gaan dragen en volgens Tess stond groen me absoluut niet. Voorzichtig trok ik de lichtblauwe tuniek van de stapel. Hij leek kleiner dan de vorige, wat een enorme plus was. Eronder lag een donkerpaarse pofbroek die ongeveer tot mijn knieën zou komen. Ik sjorde het ding over mijn benen en trok aan de touwtjes om mijn middel tot hij niet meer naar beneden zou glijden en nauw over mijn buik sloot.
Ten tweede sloeg ik de blauwe tuniek om me heen en maakte hem vast met een zilveren speld. De omslag maakte dat hij als eerste kledingstuk van de tientallen die we hadden geprobeerd nauwsluitend om mijn torso lag. Als laatste pakte ik de band en knoopte hem om mijn middel.
Tess bekeek me kritisch en hield haar hoofd schuin. "Hm. Dat begint ergens op te lijken."
Ik draaide me om naar de spiegel. Eindelijk iets wat mijn figuur recht deed. Wat ik ook dacht over mijn uiterlijk, mijn lichaam daar was ik blij mee. Ik volgde de lijn van mijn middel naar mijn heupen. Het zat perfect.
"Deze neem ik." Ik lachte naar Tess.
"Eindelijk," kreunde ze. Ik grinnikte en liep in mijn nieuwe kleren naar de toonbank. De stof was glad en soepel en voelde koel aan op mijn huid, en vreemd genoeg voelde ik de drang om mijn kleding nooit meer uit te doen.
Even later liepen we tevreden de winkel uit. We hadden de jongens achtergelaten met kleine Spike, die teveel energie had na het lange wachten in de winkel. Storm had ook nieuwe kleding, en Fu ook. Kyo's kleding was, net als die van Tess, hoge kwaliteit en werd op dit moment gewassen. Ik kon de aanblik van het kleine stukje sleutelbeen boven Kyo's losse kimono niet vergeten. Het silhouet van zijn lenige schouders. Ik knipperde een paar keer om mijn gedachten op een rijtje te krijgen. God, waar was ik mee bezig? En na het gesprek dat ik met Tess had gehad nog wel!
Aan de andere kant, het waren maar gedachten. Onschuldige gedachten in de veiligheid van mijn eigen hoofd.
Ik zuchtte en focuste me op andere dingen. Tess had haar armen over elkaar geslagen en keek me met nieuwsgierige ogen aan. "Zullen we Yoru gaan zoeken?"
"Goed idee." Ik duwde mijn haar naar achteren en trok mijn band wat steviger aan. "Waar zou ze zitten?"
"Ik zie de meeste vrouwen daar altijd de was doen." Tess wees naar achteren, naar een lange steiger die gedeeltelijk niet te zien was door de hoge rieten daken van de hutjes. De bomen van het moeras stonden dicht bij de steigers en hun lange bladeren hingen soms zo laag dat je ze kon aanraken.
Ik pakte Tess' schouder en sleurde haar mee. Haar schouder was stevig onder mijn grip, de botten bijna niet te voelen onder vlees en spier. Kenji had vast niet gewild dat ik een broek droeg. Hij had het vast onelegant gevonden, niet geschikt voor mij. Alles draaide voor hem om elegant zijn, sierlijk, vrouwelijk. Hij hield van mij om die karaktertrek.
Dag Kenji met je stomme verdrukkende oordelen. Ik doe nu wat ik wil! Mijn hele lichaam verkrampte bij de gedachte aan hem. Zou Yang hem gewoon weer vergeven? Voor de fouten die hij had gemaakt? Alsjeblieft niet. Mijn vingers trilden en mijn voeten bonkten op de steiger.
Tess sloeg haar andere arm op mijn schouder en zakte met haar volle gewicht tegen me aan. Ik werd tot een stilstand gerukt en keek om. "Wat is er?"
"Cass. Kijk, daar is ze." Om één of andere reden fluisterde Tess. Ik koekeloerde over haar schouder en zag een glanzend donker hoofd tegenover Yoru staan. Ze hadden onze ruggen naar ons toe, de gezichten niet te zien. "Wie is het?" siste ik.
"Kom, ik wil horen wat ze zeggen!" Tess liet me los en begon met zachte stappen dichterbij te sluipen. Ik trippelde inwendig giechelend als een zesjarige achter haar aan. De wasmand stond vergeten naast Yoru. Ineens was ik dankbaar voor de dekking van de huisjes en de hangende takken van de bomen. Welke vreemde persoon had uit zichzelf de moed gevonden om Yoru aan te spreken? En welke Yoru was daar op ingegaan?
Ik snelde naar Tess toe, die al een heel eind verder was en zich een stuk roekelozer naar voren begaf dan ik. Het haar van het meisje was opgebonden en ving het zonlicht. Een klein glazen bolletje aan een touwtje danste mee op de bewegingen van haar hoofd.
Ik spitste mijn oren en dook ineen, op mijn hurken zakkend. We waren nu zo dichtbij dat ik Yoru's zachte stem kon verstaan. Mijn hart sloeg in mijn keel. Ik streek mijn haar naar achteren en vernauwde mijn ogen.
Yoru's hoofd was gebogen. "Sorry, ik weet echt niet hoe jij heet," mompelde ze.
"Avinash, mijn naam is Avinash." De zoete stem deed me opschrikken. Ik had hem eerder gehoord...
Het meisje dat ons vanmiddag had ontvangen.
Wat deed zij met Yoru?
"Maar eigenlijk wilde ik je vragen waarom je zo direct naar mijn spirit staarde."
Spirit? Dat Yoru spirits zag wist ik, maar hoe wist dat meisje... Was ze ook iemand die spirits kon zien? Bij Tui, ik wist niet dat er meer zoals Yoru waren!
Bij Tui... Dat... Dat was wat Kenji altijd zei. Nee. Niet aan denken. Niet nu.
Mijn kuiten begonnen te branden. Tess staarde nog steeds. Ik schuifelde naar voren en trok haar aan haar armen. "Het meisje van vanmiddag," ademde ik langzaam en duidelijk in haar oor.
Tess' ogen werden groot. Ze keek met een verbaasd gezicht om, maar ik drukte mijn vinger tegen mijn lippen.
Yoru schuifelde met haar voeten. "Eh... Ik weet het niet. Ik zie niet zo vaak een tijger."
Een tijger? Was dat de spirit van Avinash? Op een vreemde manier paste het bij haar. Stille kracht en souplesse. Mijn benen begonnen te tintelen, dus ik liet mezelf zo stil mogelijk met mijn kont op de steiger zakken en trok mijn voeten in de kleermakerszit. Geen van beiden leek het godzijdank op te merken. De lange slierten bladeren die van de takken hingen kietelden tegen mijn wangen.
Avinash kantelde haar hoofd en de glanzende massa haar gleed de andere kant op. "Weet je. Veel mensen voelen wel een aanwezigheid. Ze gaan rechter staan en worden heel gespannen, maar ze kijken nooit direct naar mijn spirit. Ze lijken hem niet echt op te merken."
Yoru bewoog niet. "Nee, jij bent de eerste die ook spirits ziet," zei ze zachtjes. "Ik dacht eerst dat ik gek was." De bos krullen keek op. "Misschien ben ik dat ook wel, maar..."
Ze draaiden zich meer naar ons toe en mijn vermoeden werd en profil bevestigd: Avinash was het meisje - meisje, jonge vrouw? - die ons een paar uur geleden naar het huisje had gewezen. Yoru's wangen gloeiden rood op in het middaglicht terwijl ze Avinash in de ogen keek. Ineens tilde Avinash haar hand op en streek een krul uit Yoru's gezicht. "Maar?" zei ze zacht, haar stem bijna een octaaf verlagend in toon.
Tess viel bijna om van verbazing. Spirits, was Avinash... Waren ze... Mijn mond hing open. Tess greep mijn arm vast en gilde geluidloos, wild gebarend met haar handen. Ik schudde mijn hoofd en sneed mijn vlakke hand langs mijn nek. Als we nu gepakt werden zouden we dood zijn!
Yoru slikte. Ongemerkt frutselden haar handen met haar mouw. "Maar... Maar ik wilde je eigenlijk vragen over de wandtapijten in het huisje. Ik heb nog nooit dat soort tekeningen gezien." Haar ogen flitsten heen en weer en haar hoofd had een wedstrijd voor feestlampionnen kunnen winnen.
Mijn gedachten ratelden door. Waren ze... romantisch of platonisch aan het praten? Wat dacht Yoru hiervan? Wat had Avinash bedoeld met het gebaar? Ze leek me niet iemand die twijfelde of haar acties wel goed opgevat zouden worden.
Avinash legde een gebronsde hand op Yoru's schouder en leidde haar naar beneden, voorzichtig zittend op de rand van de steiger. "Laten we maar even gaan zitten, dan laat ik het je zien. Weet je Yoru, je vertelt sommige dingen zo makkelijk, maar je blijft ondoorgrondelijk. Je houdt iets achter. Er is iets wat je aan niemand vertelt, misschien zelfs niet aan jezelf."
Tess' sterke vingers verbrijzelden mijn pols bijna. Het deed een beetje pijn, maar een fijn soort pijn, die me in het moment en in mijn lichaam hield en me rust gaf. Wat bedoelde ze daarmee? Meende ze dat?
Avinash leek zich te herpakken. "Maar de wandkleden? Die vertellen de geschiedenis van het moeras."
De wandkleden. De dingen hingen aan de muren in onze hut. Ik had ernaar gestaard voordat ik in slaap viel. Enorme schildpadden met steden op hun rug, spirits en bomen en elementen. Ik hield mijn adem in en duwde een paar slierten bladeren opzij.
Avinash bewoog haar hand en plotseling rees er een bubbel helder water op, zoals er bij mij altijd gebeurde. Mijn adem stokte in mijn keel. Ze was een waterstuurder. Net zoals ik.
"Het moeras is ouder dan de mensen, misschien wel ouder dan de tijd en de spirits," zei Avinash helder. Ze vervormde het water tot een enorme boom en bleef afbeeldingen maken bij alles wat ze zei. "Volgens de legende begon het allemaal met een enkel zaadje. Daaruit groeide een boom, de Banyan Grove. Zijn wortels strekken zich over de hele wereld uit en verbinden ons met de spiritworld. Als je iets wilt weten hoef je alleen een wortel aan te raken en je vraag door te sturen."
Die boom... dat was de boom waaronder we hadden gekampeerd, de enorme boom waaronder de spirits me hadden verteld over Kenji's vooroordelen. Ik wist het zo zeker. Ik kneep terug in Tess' hand en leunde naar voren.
"Hoe... hoe weet je dat allemaal?" vroeg Yoru voorzichtig.
Avinash glimlachte. Het water tussen haar handen glinsterde. "Ik heb het geleerd van Nana - ze is een wijze vrouw - van haar heb ik geleerd de juiste vragen te stellen. De wereld is te mooi en fragiel om alles voor lief te nemen. We moeten het leven koesteren, niet vergooien." Ze streek een pluk haar achter haar oor. "Maar toen de Banyan Grove zijn wortels van de aarde had laten proeven en zijn bladeren had ontknopt, kwamen de leeuwschildpadden. Er waren tien eieren, maar twee kwamen niet uit, drie werden verzwolgen door de golven en de zesde belandde op de pool en vroor dood. Vier dieren bleven leven. Om dankbaarheid aan hen te tonen kregen zij ieder macht over een van de vier elementen. Aarde, water, vuur en lucht."
Dat moesten de enorme schildpadden zijn die ik op de wandkleden had gezien. Tess herkende ze blijkbaar ook; ze wisselde een enthousiaste blik met mij.
Avinash ging kalm verder. "Daarna kwamen de spirits. Ze waren de vruchten van de Banyan Grove boom en velen bleven in zijn takken wonen. Een enkeling zocht zijn plek ergens anders in de wereld." Avinash maakte prachtige spirits tussen haar vingers en liet ze in het water zakken.
Ik keek Tess even aan. Het klonk heel logisch wat ze zei. Dus daarom waren de lianen levend geweest, daarom gebeurden er zoveel vreemde dingen in het moeras. Het moeras stikte van de spirits die heel lang geleden de vruchten waren geweest van de Banyan Grove-boom.
Yoru fronste. Het moment van de krul leek al lang vergeten. "Maar hoe verklaar je dan het visioen dat ik heb gehad toen we door het moeras struinden?"
Visioen? "Had Yoru ook een visioen?" siste Tess. Ik maakte grote ogen en haalde mijn schouders op. Langzaam duwde ik mezelf omhoog. Ik wilde niet blijven hangen aan de zijlijn. Het klonk alsof Avinash dingen wist, antwoorden had op mijn vragen en ik wilde deze kans niet voorbij laten gaan. "Kom, Tess," fluisterde ik. "Niemand zal ooit weten hoe lang we hier al zaten." Ik knipoogde en ging rechtop staan. Een grijns verscheen op Tess' gezicht en ze volgde me.
Avinash glimlachte zoetjes naar Yoru, nog steeds onbewust van de twee pottenkijkers die ze had. "Heb je een idee wie het kan zijn? Het moeras laat ons visioenen zien van mensen die we zijn verloren." Ze pakte Yoru's hand vast alsof het een teer vogeltje was.
Ik deed alsof ik het niet zag, streek mijn haar naar achteren en stapte vanuit het gordijn van bladeren naar voren, Tess' geruststellende aanwezigheid bij mijn zij. "Zoals Yuuga," zei ik zacht.
Ze keken allebei geschrokken op. Ik glimlachte weekjes.
Tess stootte me aan en ik wist net mijn balans te houden. "Zag jij Yuuga?" riep ze verbaasd uit.
Mijn god. Had ik Tess nog niet eens over mijn visioen verteld? Dat was waar ook. In mijn obsessie met Kenji was ik de rest van de wereld vergeten.
Ik fronste mijn wenkbrauwen. "Zag jij dan ook iemand?"
Tess opende haar mond. "Ik... ik zag Mitsan."
Yoru's ogen ontweken me. "Ja, ik zag... iemand."
Ik ergerde me lichtjes aan het feit dat ze me niet eens aan durfde te kijken en Avinash wel. Hoe lang kenden we elkaar wel niet? Ondanks alle spanning tussen ons zou er toch wel iets van... contact moeten zijn?
Avinash' hele gezicht lichtte op met haar glimlach. "Ja, zoals Yuuga." Ze keek Yoru warm aan. Yoru's mondhoeken krulden om. Ze leek... gelukkig.
Dit had geen van ons haar kunnen geven. Mijn maag was een zwart gat. Ik voelde me schuldig. Zoveel fouten had ik gemaakt. Kenji nog wel de grootste.
Zou hij ooit uit mijn hoofd en hart verdwijnen?
Avinash vlocht haar vingers in elkaar. "Het moeras laat ons dingen zien die we zijn verloren, mensen die we achter hebben gelaten, die we kwijt zijn. Zo probeert het moeras je duidelijk te maken waar je heen moet. De visioenen leidden je naar de plek waar je de antwoorden kan vinden. Ook als dat niet de plek is waar je denkt dat je heen wilt. Als je de visioenen volgt kom je meer te weten over jezelf."
Vreemd genoeg was het waar. Toen ik de visioenen had gevolgd was er alleen maar goeds uit gekomen. Om nog ongemakkelijkere situaties te vermijden ging ik aan de andere kant van Yoru zitten. "Ja, dat... dat zeiden de moerasspirits ook tegen mij."
Tess leunde op een paal van de steiger en zwaaide verveeld heen en weer. Ze leek het hele gesprek niet heel interessant te vinden, ook al had zij ook iemand gezien. Mitsan. Ik wist wie Mitsan was; het was een vriend - haar vriendje - uit haar kindertijd. En hij was weggegaan naar de Luchtnatie zonder gedag tegen haar te zeggen. Een ruzie had hen uit elkaar gescheurd.
Ze dacht dat ze hem kwijt was.
Ik verplaatste mijn blik naar Yoru en voor een seconde keek ik in de grijsgroene ogen. "Zijn jullie je visioenen gevolgd?" vroeg ik nieuwsgierig. Avinash volgde het gesprek met glanzende ogen. Ze was zo mooi dat het pijnlijk was. Ik werd verscheurd tussen haar compleet negeren of duizenden glimlachen toewerpen in een poging haar nederige vriend te worden.
Tess duwde zichzelf weg van de paal. "Duh, natuurlijk niet. Iedereen weet toch dat het moeras rare dingen met je doet?" Ze rolde met haar ogen. Ik keek een beetje beschaamd de andere kant op.
Yoru kauwde op haar wang en zei gemoffeld: "Ik heb mijn visioen een stukje gevolgd. Ik dacht dat het me terug naar jullie zou leiden, maar ik raakte verdwaald en verward en mijn visioen verdween."
Avinash knikte ernstig. Haar haar gleed over haar schouders bij elke beweging die ze maakte. "Ja, dat is het vreemde aan de visioenen. Ze leiden je, maar als je twijfelt, als je in paniek raakt, dan verdwijnen ze en voelt het alsof je ontwaakt uit een droom en ineens besef je je dat je niet meer weet waar je bent of waar je heen moet." Avinash streek de plooien uit haar veelkleurige rok en zei ingetogen: "Wij leren onze kinderen dat als ze in het moeras zijn en ze krijgen een visioen, dat ze het dan moeten volgen en geen twijfel moeten voelen. Volgen is op dat moment het beste wat je kan doen, omdat het je leidt naar de plek waar jij moet zijn."
Een plek waar ik moest zijn. De lichtjes die me leidden naar de waarheid. "Zoals... de spirits," concludeerde ik. Ineens viel het allemaal in elkaar, verbonden de puzzelstukjes zich. De boom. De kraaienspirits. Yuuga. Het moeras. Kenji.
Ik voelde Avinash' blik op me en legde haastig uit: "Ik was op zoek naar mijn pleegbroertje Yuuga, wiens visioen ik had gezien, en belandde toen in de spirit world." Bevestiging zoekend keek ik haar aan. Was het dom? Raar?
Avinash glimlachte weer en duwde het plukje haar achter haar oor. "Het moeras is een brug tussen deze wereld en de spirit world. Het moeras beschermt de spirit world tegen indringers met lianen en ondiep water. Het is een natuurlijke barrière waar je niet zomaar doorheen komt, maar blijkbaar is het jou gelukt. Je liefde voor Yuuga moet wel heel groot zijn."
Mijn liefde... voor Yuuga? Ik staarde naar de kleine golfjes in het groene water van het moeras. Wat zou zij daarover weten? Net op tijd besefte ik dat ik antwoord moest geven. Ontwijkend zei ik: "Hij was mijn pleegbroertje." Mijn hart kromp een beetje ineen. "En..."
Tess intoneerde lui en gebaarde sloom met haar handen. "Ze heeft hem verlaten."
Tess, au! Dat is hard! Ik probeerde mijn schok zo snel mogelijk te verbergen, maar ik weet zeker dat het heel even door mijn masker brak. Ik wilde niet zwak lijken voor Avinash. Of Yoru, wat dat betrof. "Ja," zuchtte ik. "Ik heb hem verlaten."
Yoru keek me verontwaardigd aan. "Maar je had geen keuze. Je had hem op de ene of de andere manier sowieso verlaten. Als je was gebleven, was je waarschijnlijk vermoord."
Ze had gelijk, natuurlijk. Avinash zat nog steeds aan Yoru vastgeplakt, handen ineengestrengeld. Geen van beiden leek te willen loslaten. Bijna won mijn nieuwsgierigheid van mijn angst, maar ik hield het in. Yoru glansde. Ik wilde het moment niet verpesten.
"Ja, maar ze heeft hem alsnog verlaten," zei Tess kortaf. Ze bedoelde het niet slecht, dat zag ik in haar ogen, maar ze bedoelde het ook niet goed. Ze zei gewoon maar wat en keek hoe ik reageerde. Waarschijnlijk was mijn reactie saai, want toen ik niet antwoordde wendde ze haar blik af.
Ik veranderde vlug van onderwerp. "Maar Yoru, wie was je visioen nou?" Ik keek Yoru onderzoekend aan. Het moest toch iemand zijn die ze kende, iemand die ze had verloren?
Yoru haalde haar schouders op. "Ik weet het niet. Het was een persoon, ik denk een jongen. Hij had kort, bruinig haar en kwam overduidelijk uit de Luchtnatie. Dat kon ik zien aan de gele en tuniek, maar verder...."
Yoru hield stil, en schudde toen haar hoofd. "Ik weet niet wie het was."
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro