Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 4

De binnenkant van het kasteel was erg chique, maar duister ingericht. Lange, donkere gordijnen hingen langs de enorme, hoge ramen. Het plafond was beschilderd en zo bewerkt dat er sierlijke, golvende patronen in liepen. Mijn voetstappen klonken hol op de zwarte linoleum vloer.

Toen de soldaten de deuren achter ons weer sloten, viel er een onmisbare duisternis over de hal en de zaal.

Raymond pakte me stevig bij mijn elleboog en trok me richting een enorme trap. Deze spleet in tweeën, en wij volgden de rechter tak. De donkerkleurige trap was bedekt met een dikke laag donkerpaars tapijt, waar mijn voeten in weg zonken.

De weg die naar de kerkers leidde, ging in een waas aan me voorbij. Raymond had de pas erin gezet en dwong me op deze manier om flink door te lopen. Ik struikelde half achter hem aan, door gangen, kamers en zalen die zo mooi waren dat ik het liefst even stil was blijven staan om ze beter te kunnen bekijken.

Wat me wel opviel was dat het kasteel een duistere sfeer had. De muren, gordijnen, vloeren en meubels waren allemaal van donker materiaal gemaakt, waardoor de schaduwen zwaar op mijn schouders drukten. Het enige licht dat ons pad verlichtte, was het maanlicht dat zich tussen de hoge gordijnen door wrong.

We kwamen uit in een hoge, donkere toren. Raymond liet de twee soldaten die ons begeleid hadden wachten bij de deur. Hij stak een fakkel aan en porde vervolgens in mijn rug. Samen beklommen we de steile, gladde treden. De trap was uit steen gehouwen, waardoor mijn schoenen - die nog nat waren door de sneeuw buiten - weggleden.

Toen we boven aankwamen, snakte ik naar adem. De toren zelf was enorm, waardoor er een stuk of vier cellen in de ronde ruimte geplaatst waren. Er liep een dun paadje langs, waar Raymond en ik nauwelijks samen op pasten. Naast het paadje... was niks. Een afgrond, die uitzicht bood op de steile trappen die we zojuist beklommen hadden. Doordat het hier zo donker was, was de grond beneden niet eens meer te zien.

Raymond opende een cel en duwde me hardhandig naar binnen, waardoor ik op mijn knieën belandde. Het puntige steen duwde in mijn vel en ik beet op mijn lip om een snik te onderdrukken.

'De koning is nu aan het praten met soldaat 19. Ze zullen snel genoeg beslissen wat er met je moet gebeuren. Tot die tijd zit je hier. Houd je koest. Er is toch niemand die je kan horen, dus dat kost je alleen maar tijd en moeite.' Raymond haalde diep adem en wreef gepikeerd over zijn voorhoofd. 'Ik snap eerlijk gezegd niet zo goed wat er precies vandaag gebeurd is. Mijn instinct fluistert me toe dat je onschuldig bent, maar je draagt een cape vol bloed, je hebt het eveneens aan je handen zitten, je hebt je misdaad zelfs bekend! Maar toch, zit er me iets dwars.'

Raymond stond gevaarlijk dicht bij de rand van de richel - iets wat niet heel lastig was aangezien het paadje maar zo smal was. Mijn fantasie ging de vrije loop en in gedachten zag ik hoe ik Raymond, met zijn norse blik en snauwerige opmerking, de afgrond in duwde. Hoe ik daarna mijn cel uit zou rennen, de vrijheid tegemoet.

Maar dat zou natuurlijk nooit gebeuren.

Ten eerste zou ik mezelf er nooit toe kunnen zetten om deze - redelijk - onschuldige man een zetje te geven, en daarbij was hij een goed getrainde soldaat; hij zou me waarschijnlijk zo doorhebben en me binnen een seconde kunnen stoppen. En dan hadden we nog alle andere soldaten, die beneden op me stonden te wachten.

'Maar soldaat 19 blijft mij en de koning smeken om je niet te straffen - iets wat onrealistisch is als je inderdaad een Verwisselaar neergestoken hebt,' ging Raymond verder, waarmee hij mijn gevaarlijke, onwerkelijke gedachten verstoorde. Raymond pakte de ijzeren spijlen van de deur vast en sloot deze langzaam, totdat mijn celdeur met een klikje in het slot viel. 'Er klopt hier iets niet, maar ik kan mijn vinger er maar niet opleggen.'

'Hij vermoordde mijn oma, en uit wraak stak ik hem neer,' was mijn vinnige antwoord. 'Ik weet niet waar je naar loopt te vissen, soldaat 9, maar ik heb de kolonel van jouw eenheid neergestoken. Punt uit.'

'Kijk.' Hij grijnsde. 'Dát is precies wat ik bedoel. Je gedrag. Het klopt niet.' Raymond schouders schokten. 'Maar goed, er zal inderdaad wel niks achter zitten, zoals jij aangeeft. We zullen het zien.'

Hij liep weg.

Zijn voetstappen dreunden na in de holle toren, en het licht van zijn fakkel stierf langzaam weg. Toen de deur beneden dichtviel, ging ik rechtop zitten, met mijn rug tegen het vochtige steen dat een muur moest voorstellen.

Ik was alleen. Ik zat vast. In het koninklijke paleis, in een cel.

Wat had ik gedaan?

• • • • • • • •

POV AARON

'Je vraagt me om haar geen al te zware straf te geven?' bulderde ik. 'Ze heeft een soldaat neergestoken, Kylian. Dat kan ik niet zomaar ongestraft voorbij laten gaan!'

'Dat snap ik,' antwoordde de jonge soldaat daar kribbig op, 'maar ik had zojuist haar oma vermoord!'

'Dat rechtvaardigt haar misdaad niet!'

Kylian duwde zichzelf een stukje omhoog. 'Dat is het 'em nou net; dat doet het wel!'

Ik gromde. Dit was ongelofelijk. Hij moest wel een hersenschudding opgelopen zijn tijdens zijn val toen hij neergestoken werd, want hij brabbelde wartaal uit.

'Luister, Kylian,' begon ik. Ik vouwde mijn handen samen en de stoel onder mij kreunde toen mijn lichaamsgewicht zich verplaatste. 'De magie deed dit. De vloek. Niet jij. Maar zij, zíj was zich er van bewust wat ze deed. Ze stak dat mes zonder pardon in je maag, en toch neem je het nu voor haar op?!'

'Ja,' snauwde Kylian terug. 'Alsjeblieft, koning Aaron, luister naar me. Ze verdient het niet om hier te zijn.'

Ik boog naar voren. 'Wat hou je voor me achter, soldaat 19?'

Kylian liet zich weer terug in de kussens van zijn ziekenbed zakken en een diepe zucht rolde over zijn lippen. Mevrouw Potts kwam binnen en wuifde naar me. 'Sorry Aaron, maar het is tijd om soldaat 19 te behandelen. Zijn wond is misschien niet al te diep en groot, maar ik zal hem toch moeten hechten.'

Ik knikte loom. Barbara Potts werkte zelfs al in het kasteel toen mijn opa nog koning was. Ze was een ouwe taart; een mollig, gerimpeld vrouwtje met een hart van goud. Ze was vroeger zelfs mijn kindermeisje, heeft mij en Aiden lesgegeven en in bed gestopt wanneer mijn moeder er geen tijd voor had.

En zelfs na alles is ze bij me gebleven. Na alles wat ik haar en de rest van de hofhouding aan had gedaan. Dat was ook de reden waarom ik het niet erg vond dat ze mijn titel achterwege liet; ze kende mij als Aaron, niet als kóning Aaron.

Ik wilde net de ziekenboeg uitlopen, toen de deur open werd gesmeten en Aiden naar binnen rende.

Mijn kleine broertje liep mij gewoonweg voorbij en kwam slippend bij soldaat 19 tot stilstand.

'Jeetje, Kylian, ik hoorde dat je bent neergestoken! Gaat het?'

Kylian lachte, waardoor zijn gezicht vrijwel meteen weer vertrok door de pijn in zijn zij.

'Koning Aaron.' Een brede, stevige hand greep me bij mijn schouder, en ik draaide me weg van het tafereel.

'Colin.'

Soldaat 1, generaal van eenheid 1 en daarmee mijn béste soldaat, keek me onderzoekend aan. Hij was stevig gebouwd, met bolle armspieren en een wasplankje dat zelfs door zijn speciale, zwarte uniform heen te zien was. Colin was mijn loyaalste soldaat, en daarmee mijn beste vriend.

'Ze zit boven, in de kerker. Ga je mee?'

Ik knikte langzaam. Maar zodra Aiden Colins uitspraak had gehoord, veerde hij op en liet Kylian voor wat het was, en sprintte naar ons. 'Ik ga ook mee, jongens.'

Ik fronste. 'Wat heb jij daar nou weer te zoeken?'

'Wat ga je haar voor straf geven?' vroeg Aiden, mijn vraag compleet negerend.

Ik brieste nors als antwoord. 'Wat dacht je van een levenslange celstraf?' 

'Is dat niet een beetje overdreven?' riep Kylian vanuit zijn bed, maar mevrouw Potts duwde hem terug te kussens in en snauwde dat hij stil moest blijven liggen. Als afscheid wuifde ik naar soldaat 19, waarna ik Colin de gang op volgde, en - jammer genoeg- volgde Aiden mij op zijn beurt.

We liepen het enorme kasteel door. Dit was mijn thuis al zo lang als ik me kon herinneren. En toch bleef ik me verbazen over de pracht en praal die hier te vinden was. Toen Colin mij voorging, de toren in, werden mijn handen klam van het zweet. Ik was hier al een tijdje niet meer geweest. De toren was nogal gehorig, dus wanneer er hier mensen vastzaten en begonnen te klagen, dreunde dat heel het kasteel door. Om gek van te worden...

Mijn poten pasten amper op de smalle traptreden, en mijn nagels krasten over de leuning. Aiden keek er gebiologeerd naar, waardoor ik hem een boze blik over mijn schouder toewierp. Zeker hij wist hoe vervelend ik het vond als mensen naar mijn uiterlijk staarden. De vloek had me veranderd in een misselijkmakend monster, en in het begin schaamde ik me er erg voor. Aiden en ik konden het toen nog erg goed met elkaar vinden. Wanneer het me allemaal een beetje teveel werd, troostte hij me. Maar nu... de jaren waren verstreken en hadden me verbitterd. Ik zocht geen troost en liefde meer, maar zwolg weg in zelfhaat en de ondoorgrondelijke woede die in mijn DNA vast leek te liggen sinds die ene noodlottige dag.

Toen we boven kwamen, huiverde ik. De dunne richel die langs de cellen liep was haast te klein voor mijn nieuwe, enorme uiterlijk. Ik bleef in de schaduwen staan, en tuurde het stenen hokje in, langs de ijzeren spijlen die haar van ons scheidden.

Haar huid was uitzonderlijk bleek, als pas gepoetst porselein, glimmend in het maanlicht dat door het raampje naar binnen viel. Ze had lang bruin haar, dat golvend onder de plooien van haar rode mantel verdween. Haar gezicht was vies en ze keek erg nors - wat op zich logisch was, als je naging dat ze zojuist een halfuur in deze cel had moeten doorbrengen. Het was hier koud en de lucht voelde zwaar van het vocht.

Colin stak zijn sleutel in het slot en maakte de deur open. Het meisje keek niet eens op of om, en bleef naar buiten turen.

'De koning is hier om uw oordeel te veilen, mevrouw...'

'Bonita,' antwoordde ze zacht. Haar stem was als een fluistering, lief als de lente, maar afstandelijk. Ze keek om, en ik zag haar grote, bruine ogen, die naar me staarden. Ze vernauwden, omdat ze alleen maar mijn silhouette zag. Zelfs zonder dat ik in het licht stond, was er te zien dat ik een monster was; ik was groter dan normale mensen, had krullende horens op mijn hoofd - of kop, zoals anderen het liever verwoorden - en een dikke vacht.

'En? Wat is mijn straf?' vroeg ze me, met een breekbare stem. Ik voelde hoe Aiden me porde, maar ik duwde hem nors van me af.

'Je hebt een soldaat neergestoken, Bonita.' Haar naam proefde vreemd op mijn tong. Ruw, onnatuurlijk... anders. 'Daar staat de levenslange celstraf op. Je zult de rest van je leven hier doorbrengen, punt uit!' Mijn stem bulderde door de holle toren, en ze kromp in elkaar. Aiden rolde met zijn ogen. Hij wist dat ik af en toe stemmingswisselingen had, waardoor de woede gauw kwam en ging. Het meisje was het echter niet gewend, en staarde me met open mond aan.

Ik sloeg mijn dikke, paarse mantel naar achteren en draaide me om, om weg te lopen, maar ze hield me tegen met een vraag. Of een bevel, eerder.

'Laat me je zien,' klonk haar stem.

'Wat?' vroeg ik verbouwereerd, toen ik over mijn schouder naar haar keek. Ze was opgestaan en had haar handen rond de ijzeren spijlen geklemd, waardoor haar knokkels wit kleurden.

'Laat me je zien.' Ze klakte met haar tong. 'Als je me hier de rest van mijn leven weg wil laten rotten, dan is dat jouw keuze, en die respecteer ik. Maar laat me op zijn minst zien wíe dit besloten heeft. Wie jij bent.' Ze viel stil. 'Stap het licht in.'

Vertwijfeld ving ik Aidens blik op. Hij knikte goedkeurend naar me, aanmoedigend. Colin had zijn handen voor zich gevouwen, waardoor hij een strenge uitstraling had. Maar de blik op zijn gezicht was geruststellend, vaderlijk, haast.

Ik knikte. 'Oké.'

Een brede straal maanlicht viel door een raam in het plafond. Ik stapte onzeker het licht in, met mijn ogen gesloten. En toen ik ze opende, zag ik haar gezicht.

•• Author's Note ••

In dit hoofdstuk hebben jullie kennis gemaakt met een aantal van de meest belangrijke personages. Hebben jullie al een idee wie Aiden en Colin zijn? Welk karakter van het echte sprookje zij zijn??

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro