Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 3

'Is ze boos op me?' vroeg de jongen na een tijdje. 'Red,' verhelderde hij zich. 'Is ze nog boos op me?'

'Je hebt haar oma vermoord,' beet ik hem toe. 'En toen ze daarachter kwam heeft ze je neergestoken. En nu vraag je me of ze "nog boos op je is?" Natuurlijk is ze nog boos op je!'

Hij opende zijn ogen weer.

Ik zuchtte. Ik zag haar gezicht weer voor me; haar gekrenkte gezicht. Haar ogen die droevig stonden, haar donkere, fijne wenkbrauwen die gefrustreerd gebogen hadden gestaan. Haar lippen die ze op elkaar had geperst.

'Ze is misschien nog boos op je, maar ze heeft wel spijt van wat ze gedaan heeft.'

Misschien had ze er niet per se spijt van dat ze soldaat 19 neer had gestoken, maar in ieder geval wel van de gevolgen. Maar dat hoefde hij natuurlijk niet te weten. De jonge soldaat ontspande tenminste wel door deze woorden, en daar deed ik het om.

'Ik ben Kylian, trouwens. Soldaat 19, mag ook.'

Ik knikte. 'Ik ben Bonita. Maar je mag me Bonnie noemen.'

Hij grijnsde scheef, maar aan zijn gezicht was te zien dat hij veel last had van zijn steekwond.

'Wat gaat me zometeen te wachten staan?'

Kylian haalde zijn schouders op. 'Ik heb eerlijk gezegd geen idee. Tijdens mijn gesprekken met Red ben ik erachter gekomen dat ik eigenlijk vrij weinig over het kasteel en haar routines weet.'

'Hoe bedoel je?'

'Ze vertelde dat vaak zat mensen op belastingdag meegenomen werden naar het kasteel. Zelfs jonge, onschuldige meisjes! Daarbij vermoedde Red dat ze vermoord werden, of in de gevangenis gegooid werden. En eerlijk gezegd,' - met zijn hand, degene die niet aan de kant van zijn steekwond zat, ging hij door zijn haar - 'had zelfs ik geen idee wat er met die mensen gebeurde. En dat terwijl ik zo'n hoge rang heb!'

Ik keek hem fronsend aan.

Het was nog geen twaalf uur geweest, dus officieel was het nog belastingdag. Dit was de dag waarop de Verwisselaars er door de koning op uit gestuurd werden om de belasting te innen. Iedereen die het niet kon betalen, werd naar het kasteel gebracht om de toorn van de beestachtige koning onder ogen te zien. Wat er nou precies met die mensen daar gebeurde, wist eigenlijk niemand echt. Zelfs deze soldaat niet, en dat was toch wel verontrustend.

'Wat?' snauwde hij toen hij me zo zag kijken. 'Ik ben de kolonel van eenheid 9, wat betekent dat er maar één iemand boven me staat, en dat is de generaal van eenheid 9!' Kylian tuitte zijn lippen. 'Oké, goed, en de andere zeventien soldaten die voor mij komen. Maar alsnog!'

Ik rolde met mijn ogen. 'Dat was niet per se de reden dat ik zo keek. Ik dacht alleen maar na.'

Kylian opende zijn mond om me iets te vragen, maar ik was eerst.

'Waarom heb je het gedaan?'

'Waarom heb ik wat gedaan?'

Het was warm in de koets. Daarbij reden we met een hoge snelheid over een hobbelige weg; alles bij elkaar was het geen prettige rit. Zeker niet voor Kylian, met zijn wond.

'Waarom heb je Che- ik bedoel Réds oma, neergestoken?' Ik vernauwde mijn ogen en staarde naar hem.

Hij schudde zachtjes zijn hoofd, waardoor de voorste pluk zwart, glanzend haar over zijn voorhoofd viel. 'Ik heb het niet meer in de hand,' fluisterde hij toen.

'Hoe bedoel je?'

'Het wordt steeds erger; we hebben bijna geen tijd meer,' probeerde hij me uit te leggen.

Toen ik hem verward aanstaarde, zei hij: 'De vloek.'

'Aha,' antwoordde ik. 'Maar wat bedoel je met dat je bijna geen tijd meer hebt?'

Kylian duwde zichzelf weer wat omhoog, en keek me met een schuin hoofd aan. 'Ken je het verhaal van de vloek?' Maar voordat ik hem antwoord kon geven, ging hij alweer verder. 'Natuurlijk niet... geen van de burgers weet het. Jullie speculeren, maar zullen nooit achter het hele verhaal komen.' Hij wuifde met zijn hand. 'En dat doet er op zich ook allemaal niet echt toe. Het enige wat nu belangrijk is, is dat het koning Aaron nog niet gelukt is om de vloek te verbreken. En over een paar maanden, misschien zelfs maar een paar weken, zal de vloek voor eeuwig vastgelegd worden.'

'Ik snap denk ik niet helemaal wat je daar precies mee bedoelt,' mompelde ik. Ik voelde het bloed uit mijn gezicht trekken, omdat ik wel ongeveer kon raden waar hij heen wilde gaan. Maar ik moest het uit zijn mond horen.

'Zodra de vloek vast ligt... zijn wij geen Verwisselaars meer. Tenminste, we hebben dan niet de vaardigheid van het verwisselen meer in de hand; nee, we zullen voor eeuwig vastzitten in het lichaam van een monsterlijk, wolfachtig roofdier.' Hij tuurde me indringend aan. Hij had opvallend lichte ogen, die door zijn getinte huid fel afstaken.

'Dan zal je altijd dat wolfachtige beest zijn?'

Kylian knikte. 'Een Verwisseling, zoals wij het noemen. Maar ik heb het niet over het soort Verwisselingen waar je nu aan gewend bent. Nú, hebben we nog controle over ons lichaam, wanneer we in een beest veranderen. Maar straks... straks niet meer.'

Het viel even stil en ik beet peinzend op mijn lip. 'Maar dat verklaart niet waarom je achter Reds oma gegaan bent. Waarom heb je haar precies vermoord? Heb je nu zoiets van: "de vloek is bijna permanent en dan zal ik nooit meer een normaal leven kunnen leiden dus geniet ik er nu even volop van zolang het nog kan?" Want ik zou eerlijk gezegd mijn laatste dagen niet invullen met het,' Ik slikte, 'eten, van onschuldige burgers.'

Ik zag hoe er een rilling over Kylians rug trok, en hij huiverde opvallend. 'Nee. Alle Verwisselaars nog aan toe, néé!' Hij sloeg zijn ogen neer. 'Nu we het einde van de vloek naderen, veranderen we soms zonder dat we het willen. De magie neemt dan de overmacht.' Hij perste zijn lippen op elkaar, zo hard dat ze wit verkleurden. 'Het ergste is dan dat je je lichaam niet kunt aansturen, maar je ziet, ruikt en hoort wel alles! Je bent je op dat moment heel goed bewust van wat je doet, maar als je terug verandert, weet je niks meer. Kan je je niks meer herinneren. Het enige wat ervoor zorgt dat je weet dat je onwillekeurig verwisseld bent, is het holle gevoel dat achterblijft. Het gevoel dat benadrukt dat je zojuist gehoor hebt gegeven aan je dierlijke verlangens, en dat je niks kon doen om het te stoppen.'

Hij keek naar me, om mijn reactie te peilen.

'Dus je hebt Reds oma vermoord toen je geen controle over jezelf had?'

Hij knikte.

'Hoe weet je dan uiteindelijk dat jij het gedaan hebt?'

'Dat was niet zo moeilijk,' zei hij schouderophalend - tenminste, iets wat erop leek. Door de pijn in zijn maag leek het eerder op een verkrampend gebaar. 'Je krijgt een soort déjà-vu; zodra je bekende voorwerpen of mensen of plaatsen ziet die je als Verwisseling ook gezien hebt, dan herinner je je flarden.' Kylian rilde. 'Gelukkig niet alles, maar ik wist zeker dat ik degene ben geweest die...' Hij slikte, en ik stak mijn hand op voordat hij "het" uit kon spreken.

'Dat vind ik erg voor je,' besloot ik uiteindelijk maar te zeggen. Ik wist niet zo goed hoe ik hierop moest reageren, en ondanks dat ik op dit moment boos op hem had moeten zijn, aangezien hij nog steeds Cherises oma vermoord had... kon ik het niet. Ik voelde eerder medelijden dan woede.

En angst. Dat was ook zeker een emotie die zich op dat moment in mijn buik nestelde.

'Je bent bang,' merkte Kylian daarom ook erg terecht op.

'Nou,' begon ik, terwijl ik maar besloot om op het randje van de bank te gaan zitten, naast zijn voeten, 'je hebt me net verteld dat je af en toe uit het niets kan veranderen in een bloeddorstig wezen. En je zit hier wel naast me, in een kleine koets waar ik niet uit weg kan vluchten, mocht het nodig zijn. Ergens is dat wel een beetje... verontrustend, ja.'

Hij schudde zijn hoofd. 'Je hoeft niet bang te zijn, nu. Ik ben zwaar gewond, dus zelfs als Verwisseling zal ik vast niet eens de puf hebben om je aan te vallen. Daarbij is deze koets omringd door de andere soldaten uit eenheid 9, die in de buurt waren vanwege belastingdag, en me daardoor om hulp hoorden roepen. Als er écht iets zou gebeuren, dan zouden zij je echt wel helpen hoor.'

Ik glimlachte waterig. 'Zij denken nog steeds wel dat ík degene ben die jou neergestoken heeft, hè. Dus daar zou ik maar niet zo zeker van zijn.'

'Rustig maar, Bonnie, het komt echt wel goed. Bovendien zijn we er, dus je zal snel genoeg van me verlost worden.'

Mijn gezicht vertrok. 'Jíj zal van míj verlost worden, bedoel je. Aangezien ik waarschijnlijk word geëxecuteerd.'

Kylian wapperde die gedachten met een slappe hand weg. 'Nee, joh. Daarbij zal ik zeggen dat je gelijk had, ik "jouw" oma neergestoken heb en dat je er niet echt iets aan kon doen; je emoties hebben je tot je handelingen aangezet. Zo erg, dat zelfs mijn charmes me niet meer konden redden.' Hij pinkte een denkbeeldig traantje uit zijn ooghoek weg en knipoogde toen naar me.

'Dank je wel,' fluisterde ik. 'Maar ik vraag me af of het zal helpen.'

De koets kwam schokkend tot stilstand. Ik had geen flauw idee hoe lang we precies gereden hadden, maar het moest toch wel meer dan een uur geweest zijn. Het slot werd open geschoven en de deuren vlogen open. Een kille wind trok langs me heen en vulde de koets, waardoor Kylian achter mij ook moest rillen.

Hardhandig werd ik door soldaat 9 de koets uitgetrokken - de generaal van eenheid 9, als ik het verhaaltje van Kylian goed begrepen had.

'Doe voorzichtig met haar!' schreeuwde Kylian ongerust vanuit de koets.

'Doe niet zo achterlijk, soldaat 19!' snauwde soldaat 9 over zijn rug.

'Maar ze heeft niks fout gedaan! Dit was allemaal mijn fout!'

Soldaat 9 trok zich al niks meer van zijn ondergeschikte aan en porde in mijn rug dat ik door moest lopen, maar Kylians stem hield ons tegen.

'Doe in ieder geval haar handboeien af!'

Hierop bleef soldaat 9 staan en draaide zich woest naar de koets om. 'Je maakt een grapje toch, soldaat 19? Ik ben je generaal! Ik neem geen orders aan van een kolonel!'

Kylians gezicht vertrok. 'Zie het dan als een gunst? Van mij, Kylian, tot mijn vriend, Raymond. Ik vraag je om haar haar boeien af te doen. Maak haar los, alsjeblieft.'

Soldaat 9 - Raymond - tuurde met een vurige blik een tijdlang de koets in, maar knikte toen stijfjes. Soldaat 69 stoof naar voren en pulkte gauw de touwen los, die met een plofje op de harde, koude grond vielen. 

Raymond wenkte met zijn hoofd om aan te geven dat ik door moest lopen, maar Kylian riep: 'En laat de koning geen oordeel over haar veilen totdat ik uitgelegd heb wat er allemaal is gebeurd!'

'Je kan ook wel eens tevéél van iemand vragen, Kylian,' snauwde Raymond. Toen keek hij naar mij, nam het bloed en de modder op mijn gezicht en handen goed in zich op, met vernauwde ogen. 'Ik zal haar tot die tijd in een cel zetten.'

'Dank je wel!' riep Kylian terug. Raymond beende meteen flink door, voordat Kylian om nóg een gunst kon vragen. Een aantal van de soldaten van eenheid 9 schoten de koets in om Kylian eruit te krijgen, en Raymond, met twee andere wachters, begeleidde mij richting het kasteel.

Ik had al die tijd achter de koets gestaan, waardoor ik het kasteel nog niet goed had kunnen zien - alleen de torens waren boven het gammele, houten geval uitgestoken - maar nu stond het gebouw in zijn volle glorie voor me.

Het eerste wat me opviel, was hoe enorm het was. Er leken wel miljoenen donkergrijze stenen voor de bouw van dit gebouw gebruikt te zijn! De dakpannen waren van een diep paarsblauwe kleur, en het hele geval was omheind met een onheilspellend hek, met scherpe punten en dreigende patronen.

De grond hier stond stijf van de vorst. Er was hier al wat meer sneeuw gevallen, en zeker zo 's avonds, wanneer de temperatuur flink gedaald was, bleef het goed liggen. De vlokjes knerpten onder mijn laarzen, en bleven hangen aan mijn wimpers.

Soldaten die bij de poort op wacht stonden, openden het ijzeren geval vlug voor ons. Raymond loodste me naar binnen, en vol ontzag keek ik de binnenplaats rond. Kippenvel trok over mijn armen, want zelfs Cherises warme mantel was niet genoeg om me te beschermen tegen de bijtende kou die hier leek te heersen.

Raymond duwde me het bordes op, totdat ik voor de enorme, eikenhouten deuren stond. Ook deze werden voor ons geopend, en Raymond gaf me een duwtje, zodat ik naar binnen viel.

Toen ik opkeek, slikte ik zenuwachtig.

Ik was officieel in het paleis van koning Aaron.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro