Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 24

                                 • • • • • • • •

                               POV CHERISE

'Ben jij het echt?' Door de tranen die zich in mijn ogen hadden verzameld zag ik een wazig, in het goud gehuld persoon van het paard afglijden, en het volgende moment sloeg ze stevig haar armen om me heen.

'Ja. Ja, ik ben het echt,' fluisterde ze in mijn haar.

Mijn hart leek een slag over te slaan. 'Wat is er gebeurd?' Ik duwde haar vlug een stukje van me af en bekeek haar goed. Ze had geen verwondingen, er was geen haar gekrenkt. Tenminste, niet lichamelijk. Mentaal was ze een puinhoop: ik had haar nog nooit zo verdrietig gezien. 'Gaat alles goed met je? Hoe ben je hier gekomen? Waar komt dat paard vandaan?'

'Vanuit het kasteel,' legde Bonita me hijgend uit. Ze haalde haar hand langs haar neus en snufte opgelucht.

'Je hebt weten te ontsnappen?'

Hierop schudde ze haar hoofd. 'Hij heeft me vrijgelaten.'

Door deze woorden ontstond er een kabaal in de menigte, en Bonita keek plots schichtig om zich heen, alsof ze hen al die tijd vergeten was.

'Hij heeft je vrijgelaten?' herhaalde ik verward, maar Bonita stak een hand op, en zei kalm: 'Wie zijn al deze mensen?'

'Sommige zijn edellieden, anderen zijn de knechten, soldaten of bedienden van hen. Een aantal van hen zijn zelfs huurlingen, en veel mensen uit de aangrenzende dorpen boden zich zelfs vrijwillig aan!'

'Voor wat?'

'Hoe bedoel je?'

Bonita's gezicht verstrakte. 'Waar boden ze zich vrijwillig voor aan?'

Ik pakte haar handen vast en gaf er een kneepje in. 'Om ten strijde te trekken. We wilden jou terug halen, je komen redden, en de koning van zijn troon werpen.'

'Waarom?'

Door die vraag was ik even uit het veld geslagen. 'Hoe bedoel je "waarom"?'

'Ik hoefde niet gered te worden, Cherise,' fluisterde ze, waarschijnlijk zodat ze niet gehoord werd door alle nieuwsgierige mensen om ons heen. 'Ik ben goed behandeld. De mensen in het kasteel waren geweldig; lief, zorgzaam en zó hecht met elkaar. De afgelopen dagen heb ik geleefd als een echte prinses.' Ze draaide een rondje in haar gouden jurk en ik voelde gal omhoog komen. 'Wat is er? Waarom kijk je zo?'

Ik slikte het maagzuur weer in en wierp haar een grimmige blik toe. 'Ik weet niet wat ze daar met je hebben gedaan, maar je slaat wartaal uit.' Vlug legde ik een hand tegen haar voorhoofd aan om te voelen of ze koorts had. Haar huid voelde echter verschrikkelijk koud; iets wat ook vast geen goed teken kon zijn. 'Je bent ijskoud,' zei ik. 'Kom, we gaan naar binnen. Dan ga je lekker bij het vuur zitten en even opwarmen, en dan als ik terugkom, kan je me precies vertellen wat er gebeurd is.'

Bonita keek me appelig aan. 'Wat ga jij doen dan?'

Wat was er mis met haar?! Waarom deed ze zo vaag? 'Ik ga naar het kasteel, Bonnie,' zei ik langzaam en duidelijk. 'Om de koning ten gronde te richten.' De mensen achter mij begonnen te joelen, maar Bonita's gezicht vertrok. Ik pakte haar bij haar hand en trok haar weg bij de menigte vandaan, de stilte van deze kille nacht in.

'Maar waarom ga je daar nog naar toe? Ik ben terug! Er is me niks aangedaan!'

Zou ze met haar hoofd op een steen gevallen zijn, tijdens het ritje op haar paard? Of had de koning haar betoverd? Hij had genoeg geld en connecties; het was geen vreemde gedachte om aan te nemen dat hij een of andere buitenlandse tovenaar in had weten te huren. 'Ik weet dat je nu weer veilig terug bent,' knikte ik haar geruststellend toe terwijl we richting mijn huis wandelden. 'Maar onze koning blijft een monster. Een beest. Hij is niet geschikt voor de heerschappij over Arvania. Jij was misschien míjn aanleiding om in opstand te komen, maar alle mensen die je daar net zag... Die willen simpelweg koning Aaron verstoten. En ik ga hen daarbij helpen, want ik ben het met hen eens.'

'Maar hij is een hartstikke goede koning!' jammerde ze. 'Hij is zorgzaam en lief en beschermend en dapper. Hij is gul en een tikje eigenwijs, maar ook intelligent en charmant. Je moet hem gewoon een kans geven!' Ze bleef abrupt stilstaan, waardoor ik haast omver viel.

'Luister dan naar jezelf,' snauwde ik haar toe. 'Je praat nonsens!' Toen ik haar ineen zag krimpen, dempte ik geschrokken mijn stem. 'Ze hebben iets met je gedaan, Bonnie, waardoor je denkt dat dit echt is, waardoor je denkt dat je goed behandeld bent en je het naar je zin hebt gehad, maar dat is niet zo.'

'Dat lieg je,' grauwde ze koppig. Ik pakte haar hand steviger vast en trok haar mijn tuintje in. Terwijl ik mijn sleutel in mijn zak zocht, rukte Bonita zich los en staarde me boos aan. 'Ik hou van hem.'

Ik verslikte me in mijn eigen speeksel. 'Pardon?' lachte ik kuchend. 'Wat zeg je nou?'

Ze rechtte haar rug en tuitte haar lippen. 'Ik. Hou. Van. Hem.'

Een hysterische lach ontsnapte aan mijn lippen. 'Je bent vast onderkoeld geraakt door je reis. Of misschien...'

'Hou op met elke keer smoesjes te verzinnen!' schreeuwde ze plotseling. Ik klapte mijn kaken op elkaar en staarde haar intens aan. 'Ik weet hoe ik me voel, wat echt is en wat niet,' prevelde ze smekend. 'Als je gewoon eens luistert naar wat ik te zeggen heb, Cher, dan komt alles goed. Aaron is lief, en een nette jongeman. Hij heeft me zelfs jouw mantel meegegeven, vlak voor ik wegging. Hij had zelfs daaraan gedacht, terwijl ik hem vergeten was. Lief, hè?'

Bonita stak met bevende handen de bloedrode mantel naar me uit. Ik pakte hem aan en genoot van de zachte stof die mijn handpalmen streelde. Dit was inderdaad mijn mantel. 'Dat zegt niks, Bonnie. Voor hetzelfde geld heeft hij hem meegegeven zodat dit was wat je zou dénken.'

Bonita kreunde gefrustreerd. 'Dit wordt vermoeiend. Cherise, luister naar me.' Ze liep me achterna mijn huisje binnen en ging voor me staan. Mijn moeder zat in haar rolstoel op haar vaste plekje; voor de openhaard. De vlammen knetterden zachtjes terwijl de rook in zachte pluimen omhoog kringelde. 'Je mag hem niet vermoorden. Zeker niet nu hij nog maar één dag te gaan heeft. Gun hem die laatste momenten met zijn familie en vrienden.'

'Nog één dag te gaan heeft?'

Bonita knikte hevig. 'De vloek loopt middernacht ten einde, wat betekent dat Aaron en zijn hofhouding vanaf dat moment voor altijd Verwisselingen zullen zijn.'

Vol walging negeerde ik het feit dat ze koning Aaron met een simpele "Aaron" aansprak, alsof hij een goede vriend van haar was, en concentreerde me op wat echt belangrijk was: de vloek eindigde om middernacht. Over 22 uur zou het Arvaniaanse kasteel gevuld zijn met tientallen monsterlijke Verwisselingen. 'Vanaf dan... zullen ze nooit meer menselijk zijn?' bracht ik hees uit.

Bonita knikte. 'Precies! Dus gun hen die laatste, vredige dag als mens nog! Je kan niet nu ten strijde vertrekken, niet nu ze zoveel pijn hebben!'

'Dus na middernacht zitten we vast aan beesten die heel Arvania zullen verwoesten?' mompelde ik woedend. 'Dit is te erg voor woorden.' Ik wierp een blik op de klok. Dit betekende dat we vóór twaalf uur 's nachts bij Delria aan moesten zien komen, want anders zouden we de strijd gegarandeerd verliezen. We waren nu met zoveel mensen dat we de simpele soldaatjes van de koning wel aan moesten kunnen, maar dat alles zou veranderen als we tegen monsters zouden moeten vechten.

'Nou, dat weten we niet zeker,' prevelde Bonita.

Ik keek haar woest aan. 'Wat dit betreft kunnen we geen risico's nemen! We gaan. Nu meteen.' Ik draaide me om om weg te lopen, maar hield halt toen ik Bonita hoorde fluisteren: 'Ik kan je ook niet zomaar laten gaan.'

'Wat zei je?'

'Dat ik er alles aan zal doen om je tegen te houden. Je mag hen geen kwaad doen.' Haar stem droop van de angst, ze smeekte me haast.

Maar ik schudde resoluut mijn hoofd. 'En ik kan jou mij niet laten stoppen.' Ik dook op haar af en wierp haar omver. Met een luide bonk belandden we beiden op de grond, en het volgende moment rolden we grauwend en klauwend over elkaar heen. Ik drukte Bonita tegen de grond door mijn knie in haar rug te drukken en haar polsen bijeen te houden met mijn ene hand. Met de ander tastte ik de tafel af totdat ik vond wat ik hebben moest; touw. Zo snel als ik kon wikkelde ik het rond Bonita's polsen heen, en verontwaardigd staarde ze toe.

'Ik dacht dat je mijn vriendin was,' fluisterde ze.

'Dat bén ik ook!' Ik trok de knoop stevig aan en gooide toen wanhopig mijn armen in de lucht. 'Ik doe dit voor je eigen bestwil. Want als koning Aaron eenmaal dood is en er een andere, góede koning op de troon zit, dan zal je me dankbaar zijn, en begrip hebben voor wat ik nu gedaan heb.'

'Nooit,' bracht ze zacht snikkend uit. Ik klauterde van haar af en bekeek haar. Ze lag jammerend op de grond, haar haar vol gouden spelden en uitgezakte krullen, haar enorme jurk besmeurd met vuil.

Zonder verder nog wat te zeggen liep ik het huisje uit.

• • • • • • • •

POV BONITA

Alle Verwisselaars nog aan toe, wat had Cherise nu toch gedaan!?

Met mijn wang tegen de houten vloer gedrukt haalde ik beverig adem. Ik schuurde boos met mijn handen langs de houten planken, in de hoop dat het touw kapot zou knappen. Maar het had weinig zin. Een blik op de klok vertelde me dat er inmiddels al een aantal uren verstreken waren.

Dit was een ramp. Nee, erger dan dat: een verschrikking. Er waren geen woorden die goed omschreven hoe erg Aaron en zijn hofhouding nu in de penarie zaten.

Nu konden zij nog wel verwisselen, en waarschijnlijk zouden ze de horde mensen met hun miezerige hooivorkjes en fakkels makkelijk aankunnen. Maar alsnog!

'Chantal!' riep ik in het hout. 'Je moet me helpen. Je moet de touwen losmaken!'

De moeder van Cherise staarde nog steeds naar het vuur. De vlammen tekenden schaduwen op haar gezicht, dansend op haar huid.

Dit was hopeloos. Chantal was gek geworden sinds de dood van haar man. Ze was haar verstand verloren en leek niks meer te begrijpen, dus waarom zou ze mijn woorden nu plots wel snappen? Ik begon weer over de vloer heen te schuiven en somde een aantal flinke vloeken op. 'Geef me anders een mes. Gebruik je handen. Haal een zaag uit het schuurtje. Íets?!' schreeuwde ik tegen de vrouw die zacht heen en weer wiegde in haar houten rolstoel. Geen reactie.

Ik liet mijn spieren ontspannen en zakte wederom huilend tegen de planken aan. Mijn vrienden waren allemaal in gevaar en er was niks wat ik kon doen. Waarom geloofde Cherise me niet? Waarom wilde ze het niet snappen?

Een tijdje lang bleef ik bevend op de grond liggen, waarbij er allerlei gruwelijke scenario's door mijn hoofd heen flitsten. Elk eindigde met een dode Aaron, een verminkte Aiden, een gekrenkte Olivia, een gebroken Quill, een...

Nee. Nee! Ik mocht niet opgeven. Na alles wat die mensen hadden moeten doorstaan mocht het niet zo eindigen!

Ik duwde mezelf weer omhoog en drukte mijn polsen tegen de tafelpoot aan, waar ik vervolgens hevig langs begon te schuren. Het hout was grotendeels glad, maar af en toe vond ik een inhammetje of een splinter, waar ik vervolgens uit alle macht de touwen tegenaan drukte. De houtsnippers drongen mijn huid in, maar het maakte niet uit. Ik knipperde dapper de tranen weg, beet hard op mijn kiezen om het niet uit te schreeuwen van de pijn en frustratie.

'Wat ben je aan het doen?'

Mijn handen hielden halt en mijn ogen schoten omhoog. 'Chantal?'

'Wat ben je aan het doen?'

'Sinds wanneer práát jij?!' De laatste keer dat ik haar dat had horen doen was zo'n zeven jaar geleden. Af en toe neuriede ze, en ze brabbelde wel eens tegen zichzelf, maar dat was altijd zo onsamenhangend en niemand nam dat serieus. Maar dit...

Ze rolde haar rolstoel mijn kant op, de houten wielen knerpend en raspend over de vloer schrapend.

'Chantal! Je móet me helpen! In de derde keukenla liggen de messen. Je moet er een voor me halen en...'

'Het vlindertje zit in de knoop,' bracht ze zachtjes uit, haar donkere, haast zwarte ogen in de mijne priemend.

Nee. Nee! Niet nu! Waarom was haar stemming weer zo plots omgeslagen? Waarom prevelde ze nu weer als een gek in zichzelf, over vlindertjes die... Vlindertjes die in de knoop zitten.

'Ja. Ja, precies! Dit vlindertje zit in de knoop!' knikte ik haar wild toe. 'Je moet het vlindertje bevrijden, Chantal. Er zit een touw om haar vleugels gewikkeld, en dat moet jij losmaken. Zodat ze weer kan vliegen.'

'Vliegen.' Chantal glimlachte scheef. 'Dan zal ze naar degene van wie ze houdt vliegen. En samen zullen ze voor altijd verder fladderen.'

Ik dacht aan Aaron. Aan zijn lieve glimlach, zijn slimme opmerking, zijn sarcastische humor, zijn liefde voor verhalen die een slecht einde hebben. Op dit moment had ik er alles voor over om weer met hem te mogen fladderen, zoals Chantal dat zo gek verwoordde. Maar we hadden alleen vandaag nog om de vloek te verbreken, en anders zou hij voor altijd als een monster door het leven gaan. Als een Verwisseling.

Wat Chantal zei, klopte daarom niet precies, maar ik wees haar daar maar niet op. In de plaats daarvan ging ik verzitten, zodat ik mijn vastgebonden handen in haar richting kon steken. 'Precies, Chantal. Het is tijd voor deze vlinder om te fladderen.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro