Hoofdstuk 13: De Vrijlating
"Freedom, That's what I want now
Freedom, that's what I need now"
Jimi Hendrix (1971)
‒ ‒ ❂ ‒ ‒
Joe stond verveeld tegen een straatlantaarn aangeleund. Hij en de rest waren al een halfuur aan het wachten op een automonteur, die de bus zou repareren. Joe had geen idee wat hij kon doen. Nadat hij de vorige avond had gehoord wat Davy's plan was geweest en dat Loyd hem had verdacht van moord, voelde hij dat de stemming een beetje bedrukt was. Niemand had zin om nog iets te doen voordat de bus gerepareerd zou worden. Allemaal wilde ze verder gaan en vooral Joe, die gek werd van de vele telefooncellen in het huis van Cole. Hij was even een ommetje gaan lopen om niet in het huis te hoeven blijven. Maar op een gegeven moment had hij zich beseft dat hij helemaal niet van wandelen hield dus stond hij nu stil.
Joe werd opgeschrikt door het luide gebrom van een motor. Hij zag hoe een rode opel kadett in de straat parkeerde. De bestuurder reed half de stoep op, vlak waar Joe stond, maar reed toen weer soepel achteruit. Joe trok zijn wenkbrauwen op. Deze auto herkende hij. Hij liep langzaam achteruit, omdat hij bang was dat degene van wie hij dacht dat er in de auto zat er uit zou komen en hem zou opmerken. Hij zette het op een lopen en kwam hijgend aan bij het huis van Cole. Hij belde vlug aan.
'Wat is er?' vroeg Cole verbaasd toen hij de deur open deed en Joe struikelend binnenviel. 'Ik zag een auto.' pufte Joe uit. Cole fronste. 'Aha. Jeetje. Heftig.' mompelde hij. Joe wuifde zijn commentaar weg. 'Ja ja, doe nou even niet zo flauw. Het was Danny.' legde Joe uit. Cole's ogen werden groot. 'Oh oh.' mompelde hij. 'Hopelijk komt hij niet voor ons.' zei hij. En hij deed gauw de deur dicht. Maar net toen Joe en Cole de woonkamer in liepen werd er weer aan gebeld. 'Daar zal je hem hebben!' siste Joe. Davy, die verveeld uit het raam had gestaard keek op. 'Wie?' vroeg hij. Joe en Cole antwoordde niet. Er werd geklopt. Met ingehouden adem stonden de vrienden te luisteren naar het bonkende geluid. Davy zuchtte en stond op. 'Ik weet niet waarom jullie niet open doen, maar blijkbaar is die handeling veel te lastig voor jullie. Ik doe het wel.' zei hij vrolijk. 'Nee, nee!' protesteerden Joe en Cole haastig. Ze probeerden Davy tegen te houden, maar Davy glipte onder hun armen door naar de deur en deed open. En daar, op de drempel, stond hij.
'Paul?' zei Davy op verbaasde toon. 'Jep. Ik ben het. Doet jullie bel het niet ofzo? Waarom deden jullie niet open?' vroeg hij. Cole en Joe keken elkaar met een rood hoofd aan. 'Het spijt me Paul. We eh...dachten dat je iemand anders was..' mompelde Cole. Paul grinnikte. 'Ah...Jullie dachten dat ik Danny was hé? Nou, zoals je ziet ben ik géén Danny. Ik kom alleen maar even jullie tourbus repareren. Ik ben namelijk naast journalist ook automonteur.' legde Paul op droge toon uit. 'Dat...wisten we niet.' stamelde Joe nog een beetje ongemakkelijk. Paul lachte en maakte toen een ongeduldig gebaar met zijn handen. 'Nou, waar is de bus? Ik wil zo snel mogelijk weer weg zijn.' mompelde hij. Davy trok zijn wenkbrauwen op. 'Waarom? We zijn erg gezellig.' zei hij. Paul keek hem aan. 'Ja..En jullie worden verdacht van een moord op jullie vriend. Oh en daar komt bij: ik heb het niet zo op jullie.' zei hij. Davy's gezicht werd steeds verbaasder. 'Hoezo? Ik dacht dat jij en Danny fan van ons waren?' Paul haalde zijn schouders op. 'Danny is fan ja. Maar ik niet. Het spijt me jongens, maar hoe meer Danny over jullie ratelt, hoe groter mijn hekel aan jullie muziek wordt. Het is nou eenmaal zo.' legde hij uit. Joe knipperde met zijn ogen. 'Aparte reden, maar goed.' zei hij, zijn handen opheffend. Paul zuchtte en klakte ongeduldig met zijn tong. 'De bus?' vroeg hij. 'Oh ja, Kom maar mee.' zei Cole verbouwereerd.
Zwijgend liepen ze naar een straat vlakbij het huis van Cole. 'Daar is de bus.' zei Cole. Het was totaal overbodig. De grote paarse tourbus kon je al van een grote afstand zien. De wegenwacht had het ding direct meegesleept naar Cole's huis toen de band had besloten om een paar dagen bij Cole te verblijven. Paul knikte en liep in stevige passen door tot hij bij de bus was. Cole rende op een drafje achter hem aan. 'Hoelang gaat het kosten voor je de bus helemaal hebt gerepareerd?' vroeg hij. 'We hebben namelijk een concert waar we waarschijnlijk toch naar toe moeten. Ondanks.. nou ja je weet wel. Het zou fijn zijn als het snel klaar is.' voegde hij er mompelend aan toe. Paul gaf hem een zuur glimlachje. 'Kijk daar heb ik nou een hekel aan. Iedere klant wacht gewoon rustig aan tot zijn of haar auto klaar is. Maar alleen omdat jij een rockster bent moet ik opschieten?' vroeg hij. Cole zweeg. 'Zo bedoelde ik het niet. Luister, ik weet dat je mij en de band niet aardig vind, maar je hoeft niet uit te vallen. Het was gewoon een vraag.' zei Cole. Paul knikte rustig. 'Goed. Ik zal opschieten. Ik geef wel een seintje wanneer de bus klaar is.' zei hij. Cole knikte dankbaar en was opgelucht dat er verder geen discussie kwam. Hij wilde terug naar zijn huis lopen, maar hij werd teruggeroepen door Paul.
'Ja?' zei Cole vragend. Paul keek hem doordringend aan. 'Ik vind jullie heus aardige jongens. Maak je geen zorgen. Het is alleen dat Danny het constant over jullie heeft. Daar wordt ik gek van. En ik houd er niet van wanneer mensen willen dat ik opschiet. Dat maakt me nerveus.' zei Paul ernstig. Cole knikte fronsend. Hij verbaasde zich erover hoe snel Paul's humeur kon omslaan. 'Oké, ik begrijp het. Je mag ons dus wel?' vroeg hij aarzelend. Paul grinnikte. 'Laat ik het erop houden dat ik jullie oké vind. Maar ik houd niet van jullie muziek.' zei hij met een onschuldige blik. Cole glimlachte. 'Dat is een kwestie van smaak. Maar het is niet erg. Dankje voor het repareren van onze bus.' zei hij. Paul knikte hem toe en Cole draaide zich om om terug te lopen naar zijn huis.
Diep in gedachten verzonken over het gesprek met Paul kwam hij bij de voordeur. Hij stak de sleutel in het slot en ging naar binnen. Davy en Joe keken op. 'Wat is er?' vroeg Joe toen hij Cole's gezicht zag. 'Wat?' Cole keek op. 'Oh niets. Ik was gewoon aan het nadenken.' mompelde hij. 'Ah. Nou ik zou je maar geen zorgen maken. Niet iedereen kan onze muziek leuk vinden. We hoeven ons niet te veranderen zodat mensen als Paul ons leuk gaan vinden.' probeerde Joe hem gerust te stellen. Cole knikte afwezig. 'Je hebt gelijk.' bromde hij, niet lettend op de echte inhoud van Joe's woorden. Joe wist niet dat het dat namelijk niet was waar Cole werkelijk aan zat te denken. De gedachte van dat Danny constant over de band aan het praten was en Pauls enorme ergernis daarover, liet hem niet los...
'Oké. Dit komt goed.' mompelde Joe zenuwachtig. Loyd gaf hem een klopje op zijn schouder, wat in hun relatie zeer ongebruikelijk was. 'Het komt zeker goed.' zei Loyd. Hij keek de rest van de band ernstig aan. 'Jullie gaan dat concert geven en het wordt geweldig.' Davy keek op. 'Sinds wanneer ben jij zo aardig geworden?' vroeg hij, oprecht nieuwsgierig. Hij kende Loyd als hun strenge manager, die vond dat ze nooit wat goed deden. Joe proestte. Cole gaf Davy een waarschuwende blik. 'Hoe dan ook...' begon Loyd, Davy negerend. 'Laten we niet vergeten dat er veel verschillende mensen kunnen opdagen vanavond.' zei hij. Joe, die nog steeds aan het lachen was, viel stil. 'Wat bedoel je?' vroeg hij met bezorgde blik. Loyd schraapte zijn keel. 'Nou, dit is jullie eerste concert sinds Milton is... heen gegaan.' zei hij. Hij keek even naar Cole die hem bemoedigend toe knikte. 'Daarom zullen er verschillende fans in haters zijn veranderd. Het concert kan misschien wat verdriet en woede met zich mee brengen. Daarom wil ik dat jullie je daar alvast op voorbereiden.' legde Loyd uit. Joe en Cole knikten, Davy trok een verdrietig gezicht. 'Goed..' mompelde Loyd zacht. 'Ik ga even kijken hoe het met onze nieuwe chauffeur is.' zei hij opgelaten. Zodra hij weg was ging Cole staan.
'Zullen we anders een spelletje doen?' vroeg hij om de spanning die de woorden van Loyd met zich mee hadden gebracht te verbreken. Joe keek hem vreemd aan. 'Nee joh. Dat is voor kinderen.' mompelde hij. Davy keek om. 'Oh ja? Je was anders wel heel blij toen we 'mens erger je niet' gingen spelen bij Cole thuis.' zei hij. Joe werd rood en Cole moest zijn lach inhouden. 'Echt waar Joe? Oh man. En ik heb nou juist 'mens erger je niet' meegenomen.' zei hij. Joe's ogen lichtte op. 'Echt?' vroeg hij enthousiast. Maar toen hij de lachende gezichten van Davy en Cole zag, sloeg hij mopperend zijn armen over elkaar. 'Dat was een goede grap.' grijnsde Davy blij. Maar niemand hoorde zijn zin. Cole's telefoon was gegaan en rinkelde luid. Cole nam op. 'Hallo? Met wie spreek ik?' vroeg Cole op zijn hoede. Hij zweeg even. 'Oh..Natuurlijk ik snap het. Ik denk dat Davy je graag even wilt spreken. Hier komt hij.' zei Cole toen en hij overhandigde de telefoon aan Davy. 'Wat heeft dit te betekenen?' vroeg Davy verbaasd in de hoorn. Hij bleef een tijdje stil en luisterde geconcentreerd naar de stem aan de andere kant van de lijn. 'Echt?!' riep hij plotseling. Joe, die in Cole's rugzak had zitten rommelen om te kijken of Cole toch niet echt zijn 'mens erger je niet' spel mee had genomen, schrok zich een hoedje. Hij liet de rugzak uit zijn handen vallen en keek verschrikt naar Davy. 'Dat is geweldig, Charlie! Natuurlijk mag je komen. Ik geef je de locatie wel door!' riep hij blij. Joe keek Cole vragend aan. 'Het is Charlie. Ze is vrijgekomen.' fluisterde Cole in Joe's oor. Joe keek hem verrast aan. 'Davy's meisje!' siste hij vrolijk. Cole grinnikte. Ondertussen had Davy een locatie doorgegeven. 'Daar houden we ons concert. Je moet zeker komen, want dan kan ik je zien!' zei Davy nog steeds door het dolle heen. 'Oké, bye bye.' zei hij toen het gesprek was afgelopen. Hij gaf de telefoon terug aan Cole en begon te juichen. 'Charlie is vrijgelaten wegens goed gedrag. Ik wist dat het haar zou lukken!' riep hij. 'Ja, daarom probeerde je haar te laten ontsnappen.' zei Joe droog, maar hij lachte. Het was de eerste keer na Miltons dood dat Davy zo blij was. Joe werd er zelf ook vrolijk van. 'Daar moeten we op drinken.' besloot Joe. Cole keek verbaasd hoe Joe een fles wijn uit zijn koffer tevoorschijn toverde. 'Waar haal je die nou vandaan?' vroeg hij. Joe grijnsde. 'Uit jouw keuken meegenomen. Hier, wil je ook wat?'
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro