Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Veroveren IV

Ik staar naar mijn kledingkast. Ik wil iets leuks aantrekken, maar ook weer niet iets te opvallends. Het moet bij mij passen, maar het moet leuk zijn. Het moet aantrekkelijk zijn.

Uiteindelijk pak ik een zwart-grijze spijkerbroek en een donkerblauwe trui van Nike. Mijn enige merkkleding, op mijn schoenen na natuurlijk.

Tevreden loop ik door naar de badkamer. Ik haal mijn handen goed door mijn haar en doe zelfs een beetje gel in om het in model te houden. Niet te veel. Dan word je haar een soort glinsterende boel.

Tevreden met het resultaat loop ik naar beneden. Over een uur en een kwartier moet ik bij de fietsenstalling in het centrum staan, maar ik wil er wat eerder zijn. Op tijd kan laat zijn. Ik wil haar niet laten wachten.

Als lunch maak ik een tosti met ham en kaas. Samen met curry eet ik het gulzig op. Daarna drink ik water, poets ik mijn tanden en trek ik mijn schoenen aan. Dan komt mijn moeder naar beneden.

'Ga je ergens heen?' vraagt ze verbaasd. Ik knik. Ze blijft even roerloos staan, alsof ze verwacht dat ik uit mezelf zeg waar ik heen ga. Mooi niet dus. Als ze echt geïnteresseerd is zou ze het wel vragen. Maar doe maar geen moeite hoor, mam. Ik ben je zoon maar.

Uiteindelijk loopt ze maar weg, naar de keuken. Ze begint de vaatwasser uit te ruimen. Dat is het teken voor mij om te gaan. Ik loop met mijn rammelende sleutels naar de deur en ga naar buiten. De deur doe ik achter me op slot en ik stap op mijn fiets. Ik kijk om naar het keukenraam. Ik zie mijn moeder, druk bezig. Ze kijkt niet op of om. Met de tranen die achter mijn ogen branden rijd ik dan maar weg.

De rit is heftig. Ik kan mijn tranen dan wel bedwingen, maar oh wat willen ze toch graag ontsnappen en over mijn wangen naar beneden glijden.

Maar het mag niet van mij. Anders kom ik met rode ogen aan bij Annelie. Dan zal ze me zeker gaan vragen wat er is, en dan komt alles er uit. Ik moet me beheersen. Nu hoeft ze het nog niet te weten. Misschien ooit, maar nu nog niet. Dat wil ik het liefst zo lang mogelijk zo houden.

Tien minuten te vroeg kom ik aan bij de fietsenstalling, zoals gepland. Ik zet mijn fiets, nadat een van de "bewakers" er een briefje op heeft geplakt, neer en loop naar een bankje toe. Daar ga ik zitten, wachtend op Annelie.

Precies vijftien minuten later is ze er dan. Ze ziet me al snel.

'Oh! Hoe lang sta je er al?' Ze strijkt een pluk haar uit haar gezicht terwijl ze me aankijkt.

'Niet lang. Vijf minuten ofzo.' Ik glimlach geruststellend. Ze hoeft niet te weten dat ik al een kwartier stond te wachten, ik was er immers te vroeg. Het doet haar goed, want haar oneindige glimlach vormt zich weer op haar mooie gezicht.

'Zullen we?' Annelie gaat me voor en loopt richting de korenmarkt. 'Ik zou zeggen eerst weer een koffie drinken en dan misschien even rondlopen ofzo? Dat zien we wel na de koffie.'

Ik knik, het is een goed plan.

Eenmaal aangekomen gaan we aan hetzelfde tafeltje zitten, die op wonderbaarlijke wijze nog vrij is.

Al snel komt er een bediende, we zitten nog maar net. Allebei nemen we dezelfde koffie.

'Was dat 'm?'

Annelie en ik kijken elkaar aan. Ik knipoog naar haar. Dan keert ze zich weer tot de vrouw. 'En doe nog maar een appeltaart met slagroom.'

Wanneer de bediende weggaat beginnen we allebei te lachen. 'Dit keer eten we allebei de helft, geen ontkomen aan,' zegt ze terwijl ze zichzelf over haar armen wrijft.

'Heb je het koud?' vraag ik. Ze schud nee met haar hoofd, maar ik kan aan haar zien dat ze liegt. Zonder te aarzelen trek ik mijn trui uit, die ik aan haar geef. Nu heb ik alleen nog maar een dun shirt met lange mouwen aan, maar ik heb het voor haar over.

Ze bloost. 'Neem hem maar aan, ik heb het niet koud. Echt,' zeg ik om haar te overtuigen.

Dat laat ze me geen twee keer zeggen. Ze trekt de trui over haar hoofd aan en strijkt haar haren weer goed. 'Hmm hij ruikt naar jou,' zegt ze terwijl ze de te lange mouwen opstrijkt.

'Is dat iets goeds of slechts?' Als antwoord krijg ik enkel een knipoog. Ik voel hoe er blosjes op mijn wangen vormen. Gelukkig zie je dat bij mij niet zo goed op mijn huid.

Terwijl we onze koffie drinken en de appeltaart verdelen begint Annelie een gesprek. 'Goh, ik wou je eigenlijk vragen of jouw baas op de markt nog iemand nodig heeft? Ik zoek werk namelijk. Waar ik vroeger woonde werkte ik in de kassen met een goede vriend, maar hier lijkt de markt me handiger.'

Ik zeg dat ik het hem zal vragen, waarop ze glimlacht. 'En de supermarkt is niks voor jou zeker?'

Ze schud gelijk haar hoofd. 'Veel te saai, verdient veel te weinig en dat doet iedereen al.'

Daarop moet ik glimlachen. 'Zo denk ik er nou ook over.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro